Uitzicht


Eerste Paasdag

Zondag, 17 april 2022

Voorganger Franneke Hoeks
Lectoren Maria Claessen & Fiet Vreeburg

Cantor Gerard van de Weijer
Piano Joost Boekhoven
Fluit Maria Werner

 

 


Openingslied Licht dat ons aanstoot


Welkom
Zalig Pasen! Fijn dat u er bent. Op deze eerste paasdag naar hier gekomen. Misschien heeft u de vieringen van de afgelopen dagen meegemaakt. Misschien heeft u op andere manieren stil gestaan bij de verhalen die deze week klonken. We maakten deze week een tocht…. Het laatste avondmaal en de dood van Jezus. Gisteravond vierden we in deze ruimte de paaswake. We ontstaken met het licht van het paasvuur van de parade onze nieuwe paaskaars aan. Dit licht werd vervolgens doorgegeven aan elkaar. Normaal steken we de kaars aan tijdens het openingslied. Vandaag maken we daar een speciaal momentje van om deze nieuwe kaars in ons midden te begroeten. Dit licht zal het komende jaar met ons meetrekken.

Aansteken paaskaars
Pasen is een feest van licht en leven. We staan aan het begin van de viering stil bij de Oekraïne. Licht en leven is daar ver te zoeken. Hier branden we deze kleine kaars in onze viering. We doen dan zolang als dat nodig is. Een klein gebaar tegen de verdrukking in.

Vandaag vieren we Pasen. We luisteren naar het verhaal van Maria van Magdala die ten einde raad is na het sterven van haar geliefde rabbi.  Jezus was een gelovig man. Hij was doordrenkt met de Joodse geloofsverhalen. Vandaag laten we Jesaja in onze viering aan het woord.

Laten we ons eerst klaarmaken voor wijsheid uit onze traditie. We maken het stil in onszelf. In die stilte laten we dat wat ons bezighoudt even voor wat het is. In die stilte maken we ruimte voor de stem van de Eeuwige.

Gebed
Eeuwige, ene, onnoembaar,
levende, lichtende,
Wees hier bij ons aanwezig
als niet te stuiten levenskracht.
Verzacht ons.
Maak ons nieuw.
Doe ons opstaan,
in het volle licht.

Acclamatie Als alles duister is

Eerste lezing Jesaja 51 9-11 (Naardense vertaling)
Waak op, ontwaak, bekleed je met kracht,
arm van de Ene,-
ontwaak als in de dagen van destijds,
van de geslachten van eeuwen her!
Was jij het niet die Rahav hebt neergehouwen,
de draak hebt doorboord?
Was jij het niet die de zee liet opdrogen,
de wateren van de overvloedige oervloed?,
die de diepten der zee hebt gemaakt
tot een weg voor verlosten om over te steken?
Mogen wie de Ene vrijkocht terugkeren,
met jubel in Sion aankomen,
hun hoofd getooid met eeuwige vreugde;
mogen blijdschap en vreugde hen bereiken,
op de vlucht slaan droefheid en gezucht!

Tussenzang Een mens te zijn op aarde ( M90)

Evangelie Johannes 20. 1-18
Vroeg op de eerste dag van de week, toen het nog donker was, kwam Maria van Magdala bij het graf. Ze zag dat de steen voor het graf was weggehaald. Ze liep snel weg, naar Simon Petrus en de andere leerling, van wie Jezus veel hield, en zei: ‘Ze hebben de Heer uit het graf weggehaald en we weten niet waar ze Hem nu neergelegd hebben.’ Petrus en de andere leerling gingen op weg naar het graf. Ze liepen beiden snel, maar de andere leerling rende vooruit, sneller dan Petrus, en kwam als eerste bij het graf. Hij boog zich voorover en zag de linnen doeken liggen, maar hij ging niet naar binnen. Even later kwam Simon Petrus en hij ging het graf wel in. Ook hij zag de linnen doeken, en hij zag dat de doek die Jezus’ gezicht bedekt had niet bij de andere doeken lag, maar apart opgerold op een andere plek.Toen ging ook de andere leerling, die het eerst bij het graf gekomen was, het graf in. Hij zag het en geloofde. Want ze hadden uit de Schrift nog niet begrepen dat Hij uit de dood moest opstaan. De leerlingen gingen terug naar huis.
Maria stond bij het graf en huilde. Huilend boog ze zich naar het graf, en daar zag ze twee engelen in witte kleren zitten, een bij het hoofdeind en een bij het voeteneind van de plek waar het lichaam van Jezus had gelegen. ‘Waarom huil je?’ vroegen ze haar. Ze zei: ‘Ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze Hem hebben neergelegd.’ Na deze woorden keek ze om en zag ze Jezus staan, maar ze wist niet dat het Jezus was. ‘Waarom huil je?’ vroeg Jezus. ‘Wie zoek je?’ Maria dacht dat het de tuinman was en zei: ‘Als u Hem hebt weggehaald, vertel me dan waar u Hem hebt neergelegd, dan kan ik Hem meenemen.’ Jezus zei tegen haar: ‘Maria!’ Ze draaide zich om en zei: ‘Rabboeni!’ (Dit Hebreeuwse woord betekent ‘meester’.) ‘Houd Me niet vast,’ zei Jezus. ‘Ik ben nog niet opgestegen naar de Vader. Ga naar mijn broeders en zeg tegen hen dat Ik opstijg naar mijn Vader, die ook jullie Vader is, naar mijn God, die ook jullie God is.’ Maria van Magdala ging naar de leerlingen en zei tegen hen: ‘Ik heb de Heer gezien!’ En ze vertelde alles wat Hij tegen haar gezegd had.

Acclamatie Bij u is de bron van het leven

Overweging
Wat een wonderlijk verhaal vertrouwde Johannes aan het papier toe. Geen groep vrouwen in deze versie, maar één vrouw: Maria van Magdala.  Zodra het na de Sabbat mogelijk is gaat zij naar het graf.  Alleen. Dat is best bijzonder in die tijd en cultuur. Anders dan in de andere evangeliën is Maria van Magdala daar niet om het lichaam te verzorgen. Ze loopt doelloos rond in het donker en alleen, in diepe rouw.  Ze wil bij hem in de buurt zijn. En blijkt het lichaam verdwenen. Er is geen letterlijke nabijheid meer. Zelfs rouwen bij het dode lichaam is haar niet gegund. Zo gauw ze ziet dat het graf open is keert ze om en gaat naar Simon Petrus.  Johannes en Simon Petrus lijken een soort wedstrijd te houden. Wie is het eerste bij het graf? Johannes.  Simon Petrus arriveert als laatste maar gaat wel het graf in. Ze geloven. Wat ze geloven wordt ons niet duidelijk. Is dat geloof op dat moment …. Alleen het besef dat het lichaam van Jezus weg is. Dat is een feit. Dat kun je geloven. Begrijpen doen ze het niet. Ze gaan naar huis en vertellen niemand over wat ze hebben meegemaakt. Einde verhaal.
Maria blijft alleen achter. Radeloos. Maar zij ziet. Engelen in het wit. Haar ogen gaan open. Ze ziet Jezus zonder echt te zien. Verblindt door de het verdriet. Dan klinkt er één woord, haar naam, gezegd door een bekende stem. Het woord spreekt en doet de duisternis wijken.
Vanuit die diepe rouw wil Maria van Magdala vasthouden en aanraken om nooit meer los te laten.  Jezus zegt houd me niet vast. Dan gaan haar ogen echt open. Jezus leeft, maar anders dan voorheen. Dat is het uitzicht dat zij ontdekt.  Jezus is met haar. God is met haar.
God is te vinden bij wie ten einde raad zijn. Daar heeft hij of zij werk te doen. Daar moeten woorden gesproken worden. Daar moet licht gebracht worden. Daar moet perspectief geboden worden.  Dat is wat in de woorden van de profeten zo vaak klinkt. Zo ook in de verzen uit Jesaja die we hier klonken. Ontwaak! Mooi hoe in dit stukje van Jesaja teruggegrepen wordt op het scheppingsverhaal.  De oervloed die land werd om op te wonen. En vervolgens wordt die zee een weg voor verlosten. Dat doet denken aan de doortocht door de Zee. Het Joodse volk ontsnapt uit Egypte.  Gisteravond lazen we in de paaswake ook over het ontstaan van de aarde en over de uittocht. Een jubelend einde hebben deze verzen. Getooid met vreugde. Blijdschap…. Droefheid en gezucht slaan op de vlucht. Geloven is steeds weer lichtpuntjes proberen te zien. Soms tegen beter weten in. En weten/voelen dat je er niet alleen voorstaat.
Dat lijkt Maria van Magdala ook te overkomen. Ze wordt geroepen. Haar ogen gaan open. Ze laat het oude los en er ontstaat iets nieuws: uitzicht. Deze vrouw houdt haar mond niet. Ze gaat vertellen wat ze heeft ontdekt. Uitzicht! Nieuw leven! Niet te stuiten

Geloofslied Vroeg in de morgen

Klaarmaken tafel | collecte | instrumentale muziek

Voorbeden
Levende, Eeuwige, wij bidden voor alle mensen, in het bijzonder voor allen die moeten leven in situaties van onrecht en onderdrukking, van slavernij en uitbuiting; dat er bevrijding voor hen mag dagen, dat ze kunnen opstaan uit de dood.
Acclamatie  Jij die onze gedachten raadt
Levende, eeuwige, wij bidden voor alle mensen,
in het bijzonder voor allen die opgesloten zitten in zichzelf
door wat zij meegemaakt hebben; dat zij medemensen ontmoeten die hun ogen open doen,
dat zij kunnen opstaan uit de dood.
Acclamatie  Jij die onze gedachten raadt
Levende, eeuwige, wij bidden voor onszelf, mensen van hoop en verlangen, levend in het volle licht van Pasen; mogen wij leren vertrouwen in het leven, mogen wij leren vertrouwen op elkaar.
Acclamatie  Jij die onze gedachten raadt
Levende, eeuwige, wij bidden voor onze zieken, voor onze doden, dat zijn een plaats in ons hart houden.
Acclamatie  Jij die onze gedachten raadt

Tafelgebed

Gezegend Jij, bron van hoop die vrijheid schept, die warmte geeft die voelbaar in ons midden ,er wil zijn voor elke kleine en grote mens. Gezegend Jij, bron van leven die ruimte schept, die liefde geeft, die als een kracht in ons, ons doet opstaan voor vrede en gerechtigheid. Gezegend Jij, bron van moed, die kansen schept, die toekomst geeft, die ogen opent om te zien wat ons te doen staat,  werken aan jouw wereld van menswaardigheid. Gezegend jij, tot ons gekomen in Jezus van Nazareth, belichaming van hoop, leven en toekomst, die jouw woorden sprak,  die jouw daden deed, om licht te zijn, om mens te zijn, om God te zijn, om goed te zijn, voor elke mens.
Hij gaf zijn liefde tot het uiterste toe. Op de avond voor zijn sterven, nam Hij brood in zijn handen, sprak een dankgebed, brak het, gaf het aan zijn vrienden en zei: ontvang en eet dit brood, als teken van mijn leven, gebroken en gedeeld, ter wille van u.
Ook nam hij de beker liet hem rondgaan en zei: neemt deze beker en drinkt er uit samen aan dezelfde tafel. Zo zal er vrede komen in stad en land. Blijf dit doen om mij te gedenken.
Zo willen wij leven,  in zijn geest,  zodat er lente komt voor iedereen, een wereld vol hoop, vertrouwen en medemenselijkheid.  Zo willen wij bidden, als broers en zussen van elkaar, de woorden die Jezus ons gegeven heeft:
Onze vader

Vredeswens | Vredeslied Zuster, broeder vrede voor jou
Communie  | Lied Eet en drinkt van brood en wijn

Mededelingen

Slotgedachte
Zelfs als geen mens
het zou geloven
dan zouden bloemen en bomen
het nog verkondigen
dat zelfs wat ingeslapen is
toch onbedwingbaar kan herleven (Kris Gelaude)

Zegen
Zegenen wij elkaar en moge die God en goed is
de hele mensheid en ons zegenen
met het volste vertrouwen
dat leven en liefde dood en kwaad overwinnen.
Zalig Pasen in de naam van de eeuwige die we kennen als vader/moeder, zoon en goede geest. Amen.


Slotlied zolang wij ademhalen

Nog geen reacties

Reactie plaatsen