Als het leven tegenzit


Als het leven tegenzit |  27 & 28 oktober 2018
Voorgangers Franneke Hoeks en Ard Nieuwenbroek
Met medewerking van Melodiek o.l.v. Hans Waegemakers
Piano: Coby Wagemans

OPENINGSLIED: Voor mensen die naamloos

WELKOM
Welkom in deze viering. Jullie allemaal. Mensen: roepend, zoeken, hopend. Wie je ook bent, een bekenden in onze gemeenschap of nog helemaal blanco, ik hoop dat dit uur je iets goeds zal brengen. ‘Als het leven tegenzit’ is het thema van deze viering. Die titel heeft te maken met de bijzondere avond die we hier van de week hadden. Een avond die in het teken stond van depressie. We doken met elkaar de wereld van depressie in en deelden onze ervaringen met elkaar. We verhalen van mensen die zelf ervaring hadden met depressie, maar ook de verhalen van naasten mochten klinken evenals de nieuwsgierige en belangstellende geluiden van “gewone” mensen.
Wist u dat één op de vijf mensen in zijn of haar leven te maken krijgt met een depressie?  Meer vrouwen dan mannen.  Bij jonge mensen ligt het percentage nog hoger. Dat is veel en dat weten we vaak niet van elkaar. Er rust een soort taboe op. Alsof je gek bent als je last hebt van depressies.
Laten we aan het begin van deze viering meteen even duidelijk maken dat een depressie echt iets anders is dan je down voelen, of niet zo lekker in je vel zitten. Dat gevoel kennen we allemaal. Depressie heeft met het bereiken van de bodem van je bestaan te maken. Weken, maanden van nativiteit, somberheid en lusteloosheid. Een uitputtingsslag. Je vindt niet zo gemakkelijk je weg naar het goede leven terug.
In deze viering proberen we met elkaar iets van het donker te voelen maar zoeken we ook naar licht en leven.
Laten we aan het begin van deze viering de stilte zoeken. De stilte die voor sommige mensen beklemmend is want in de stilte klinken de stemmen in je hoofd extra hard. Hier ben je niet alleen. Je hoeft ook niet alleen stil te zijn. Mijn stilte kleurt jouw stilte en samen hoop ik dat we van dit stille moment een ruimte kunnen maken waarin hoop, liefde en leven mogen klinken.

GEBED
Goede God, breng onze gedachten tot rust
en schep ruimte in ons binnenste.
Laat ons dit uur ontvankelijk zijn
voor jouw aanwezigheid.
Wees dit uur dat sprankje licht
waar we op hopen op de bodem van ons bestaan.
Wees die zachte kracht die ons tot leven wekt
die ons laat zien dat we hoe dan ook
bij jou thuis mogen zijn.

ACCLAMATIE: Neem mij aan zoals ik ben

1ste LEZING
  Psalm 13
Voor de koorleider. Een psalm van David
Hoe lang nog, EEUWIGE,  zult u mij vergeten,
hoe lang nog verbergt u voor mij uw gelaat?
Hoe lang nog wordt mijn ziel gekweld door zorgen
en mijn hart door verdriet overstelpt, dag aan dag?
Hoe lang nog houdt mijn vijand de overhand?
Zie mij, antwoord mij, EEUWIGE, mijn God!
Verlicht mijn ogen, dat ik niet in doodsslaap wegzink.
Laat mijn vijand niet roepen: ‘Ik heb hem verslagen,’
mijn belagers niet juichen omdat ik bezwijk.
Ik vertrouw op uw liefde:
mijn hart zal juichen omdat u redding brengt,
ik zal zingen voor de EEUWIGE, hij heeft mij geholpen.

LIED:
Za Hoe is uw naam, waar zijt Gij te vinden | Zo Die mij getrokken uit de schoot

2de LEZING Marcus  10,46-52
Ze kwamen in Jericho. Toen hij met zijn leerlingen en gevolgd door een grote menigte weer uit Jericho vertrok, zat daar een blinde bedelaar langs de weg, een zekere Bartimeüs, de zoon van Timeüs. Toen hij hoorde dat Jezus uit Nazaret voorbijkwam, begon hij te schreeuwen: ‘Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij!’ De omstanders snauwden hem toe dat hij zijn mond moest houden, maar hij schreeuwde des te harder: ‘Zoon van David, heb medelijden met mij!’ Jezus bleef staan en zei: ‘Roep hem.’ Ze riepen de blinde en zeiden tegen hem: ‘Houd moed, sta op, hij roept u.’ Hij gooide zijn mantel af, sprong op en ging naar Jezus. Jezus vroeg hem: ‘Wat wilt u dat ik voor u doe?’ De blinde antwoordde: ‘Rabboeni, zorg dat ik weer kan zien.’ Jezus zei tegen hem: ‘Ga heen, uw geloof heeft u gered.’ En meteen kon hij weer zien en hij volgde hem op zijn weg.

ACCLAMATIE: zat. Hij ging van stad tot stad | Zo Delf mijn gezicht op

OVERWEGING
Vorige jaar lanceerde de overheid een campagne om depressie bespreekbaar te maken.  Hey het is Oké. Maak depressie bespreekbaar. Afgelopen maanden waren er verschillende televisieprogramma’s over dit onderwerp. Het laat zien dat hier een maatschappelijk “probleem” wordt gesignaleerd. Leven met een depressie is verschrikkelijk. Voor persoon zelf en voor zijn of haar omgeving. Ik ga hier heel eerlijk zijn. Ik ben er een: iemand die een groot deel van haar leven last heeft gehad van zware depressies.  Die aanleg voor het zwarte in het leven zal nooit meer weggaan. Die hoort bij mij. Ik heb er gelukkig met hulp goed meer leren leven.
Wat de overheidscampagne en de aandacht op de media met mij deden, was dat ik me – ondanks het feit dat ik HET best goed een plekje had weten te geven – gesterkt voelde. Depressie is niet leuk, niet gemakkelijk, maar je hoeft het ook niet weg te stoppen. Gooi het er maar uit. Maak het bespreekbaar.
Ik denk niet dat het woord depressie al in zwang was in de tijd van David maar ervaring met de bodem van het bestaan is van alle tijden, dat bewijst deze prachtige psalm. Davids zorgen waren niet de mijne en niet die van u. Maar het mooie van dit soort poëzie is dat we ze met onze eigen ervaring lezen en mogen kleuren. David schreeuwt het uit: Hoe lang nog? Hoe lang nog? Het is niet meer vol te houden dat afgesneden zijn van het goede leven. Levenloosheid. Een gevoel dat veel depressieve mensen als geen ander kennen.
Wat ik zo mooi vind aan deze korte overzichtelijke psalm is de beweging die erin zit. De wanhoop in de klaagzang van hoe lang nog? En dan ontstaat er ruimte om te vragen. Help mij. Zie mij. Ik kan het niet allen. En tot slot spreekt uit deze tekst het vertrouwen in de Eeuwige. Dat er iets is wat ons mensen draagt en dat we ons daaraan over mogen geven. Hoe moeilijk dat soms ook is.
En dan Jezus. Wij zijn en blijven een gemeenschap die met deze bijzondere man op weg gaat. Vorige week hoorden we hoe Jezus met zijn vrienden op weg ging naar Jeruzalem. Vandaag komen ze aan in Jericho, de laatste halte voor eindbestemming Jeruzalem. En daar aan de kant van de weg zit de blinde Bartimeüs.  Hij ziet niks. Uitzichtloos. Hij telt in de samenleving niet meer mee. Hij kan niet mee met de eisen en het tempo van de samenleving.
Ik weet uit mijn depressieve perioden hoe het voelt als je geen uitzicht meer hebt. Natuurlijk mijn ogen deden het gewoon, maar toch was mijn uitzicht donker en grauw.  Ik kon niet meer zien hoe mooi het leven was. Ik was er wel maar de echte ik was ergens in de diepte verdwenen.  Ik moet Bartimeüs een ding nageven. Hij hield zijn mond niet. Hij schreeuwde:  Jezus Zoon van David, heb medelijden met mij! Respect voor deze moedige man die zijn mond niet hield. En juist dat praten, dat vertellen, dat schreeuwen is een moment van ommekeer. Jezus verricht geen wonder. Bartimeüs geneest zichzelf door het uit te schreeuwen. Hier ben ik. Dit ben ik. Zie mij! Dat uitzeggen brengt verandering teweeg.
Het duurt vaak best een tijdje voor je erachter komt dat je depressief bent. Ach we hebben allemaal wel eens van rot dagen. Van die momenten dat het allemaal niet wil. Dat is normaal.  Als dat gevoel aanhoudt en je er zelf niet meer uit komt: dan wordt het anders. Dan wordt ook vertellen, praten, moeilijker omdat je op een weg naar binnen zit. Je wereld wordt steeds kleiner, nauwer en donkerder.
Ik weet nog dat ik in een donkere periode op een zondagochtend mijn fiets pakte en naar de kerk reed. In de hoop ergens een plekje te vinden waar ik er nog toe zou doen. In de San Salvator kerk kon je bijna stiekem ergens achter in de kerkbanken verdwijnen. En daar in die viering gebeurde iets.  Er klonk een tekst over Elia. God is niet in de storm, niet in het vuur, maar in de zachte bries.  Dat raakte me. Die aanwezigheid in die zachte bries, in het kleine, in het alledaagse. In het gevoel dat ik er op mijn eigen kleine – ja soms inderdaad irritant sombere- manier wel toe deed.
Ik denk niet dat geloof, Jezus, bijbel of bidden een wondermiddel zijn. Niet tegen blindheid, niet tegen depressie. Ik denk wel dat wij als geloofsgemeenschap iets bijzonders doen. Iedere week opnieuw vieren we kwetsbaarheid. Zoals wij geloof met elkaar invullen, klinken hier geen halleluja verhalen of triomfantelijke overwinningen op tegenslagen. Nee. Hier gaat het om klein zijn. Om kwetsbaarheid. Om een mens die zich zo kwetsbaar opstelde dat hij daarbij het leven liet. Een kwetsbaarheid die niet het einde bleek, maar juist nieuw leven, kracht, in zich droeg.
Op de avond over depressie keken we naar een stukje van een lezing van de Vlaamse psychiater Dirk de Wachter. Hij vraagt zich af waarom we met z’n allen zo massaal naar therapeuten, psychologen en psychiaters lopen. We hebben het nog nooit zo goed gehad en zijn nog nooit zo ongelukkig geweest. Misschien wel zo zegt hij, zijn we als samenleving, als mensen, te zeer in de ban geraakt van geluk. Alles moet mooi, fijn, gelukkig, succesvol zijn. De rafelranden van het leven worden daarmee weggedrukt en lijken niet meer bij leven te horen. Ik hoop dat deze plek, deze gemeenschap een plek mag zijn waar we niet bang zijn voor die rafelranden van het leven. Waar verdriet, rouw, verlies, tranen, depressie, ziekte en wat allemaal nog meer nooit een reden zijn waarom mensen niet mee tellen. Kwetsbaarheid hoort bij het leven. Misschien hoort het wel bij onze opdracht dat we juist met deze kwetsbare kant van onszelf en van het leven leren omgaan. En het verhaal blijven vertellen dat ook deze kant bij het mensen-zijn hoort. Dat we blijven vertellen dat hier, in deze gemeenschap van mensen, mensen van God, hier mag jij er zijn. Jij met de donkere en lichten kanten, krachtig en kwetsbaar. En in dat  Jij-mag-er zijn-is alles op voorraad.

GELOOFSLIED:
zat. Toen hij de blinde man genas | Zo Hij die de blinden weer deed zien
COLLECTE

VOORBEDE
     Eeuwige, vandaag bidden we voor al die mensen die lijden onder een depressie. We vragen je hen bij te staan door liefdevolle mensen om hen heen. Laat toch jouw tederheid stromen als houvast in de zovele donkere dagen van hen die jouw liefde zo nodig hebben. Als alles duister is

Eeuwige, voor mensen rondom depressieve mensen is het leven niet altijd gemakkelijk. Zien hoe jouw dierbare lijdt doet ook jezelf lijden. Wilt u hen vertrouwen en hoop geven op een zonniger toekomst waarin lijden naar de achtergrond verdwijnt?   Als alles duister is

Eeuwige, vandaag bidden we ook voor die miljoenen mensen die onder erbarmelijke omstandigheden ook te maken hebben met psychische problemen. In vluchtelingenkampen, sloppenwijken en oorlogen. Geef ook hen jouw liefdevolle genade in mensen die hen, ondanks tegenwerking, weten te bereiken. Als alles duister is

Eeuwige  we vragen aandacht voor alles wat er in ons diepste binnenste leeft. Dingen die we niet altijd gemakkelijk onder woorden kunnen brengen. Ons intentie boek is een plek waar dingen aan worden toevertrouwd in de wetenschap dat jij ze hoort en ziet. We bidden voor zieken en stervenden dat zij zich gedragen mogen weten door jouw zachte kracht. We staan stil bij de mensen van wie we afscheid moesten nemen. Mensen die met ons verbonden blijven over de grenzen van de dood heen. Als alles duister is

TAFELGEBED
Goede God, oorsprong van elk zoeken en vinden., verlangen van elk mensenhart. Zelfs in het diepste zwart ben jij er als lichtpuntje en zachte bries die ons laat voelen dat we gedragen worden en er mogen zijn met en voor elkaar.
Jouw wijsheid is  aan het licht gekomen in Jezus van Nazareth.
Hij was zichtbaar vol van Jou en bracht licht bij hen, die het zicht verloren waren. Hij leerde ons kwetsbaarheid te zien als levenskracht.
Laat ons hier nu vandaag samen de woorden spreken
waarmee we dat moment van zijn kwetsbaarheid herdenken.
Op die laatste avond voor zijn dood
zat Hij aan tafel met zijn vrienden.
Hij nam brood in zijn handen,
sprak zijn dank daarover uit,
brak het en deelde het
met de woorden:
neemt en eet,
dit is mijn leven,
mijn liefde voor jullie gege­ven.
Ook de beker liet Hij rondgaan:
Drinkt hieruit, allemaal,
dit is mijn bloedeigen leven,
een nieuw ver­bondenheid
die donker met licht ver­zoent.
Denk aan mij, telkens als je dit
samen in mijn naam doet.
Aangevuurd door zijn Geest
vinden mensen zichzelf en elkaar.
Onmacht en angst
hebben niet meer het laatste woord
want hij liet ons zien wat
vrijheid en samen voor ons betekenen.
Zo groeit dat goede leven
in ons en om ons heen
en wordt zoeken een hoopvolle tocht
naar een land van licht en leven.
Zo bidden wij met woorden door Hem gegeven:
ONZE VADER

VREDESWENS
Het zijn soms de meest kleine dingen die je uit de put helpen. De geur van koffie. De bloemen langs de kant van de weg. Het hoi van de buurkinderen en de hand die naar mij wordt uitgestoken. Laten we elkaar vieren, met onze mooie en minder gemakkelijke kanten. Jij mag er zijn. In die uitspraak is alles aanwezig.  Vrede en alle goeds.

VREDESLIED: zat. Hij gaf aan blinden het gezicht | Zo Vrede zij van God in de hemel

UITNODIGING AAN DE TAFEL VAN BROOD EN WIJN

LIED: zat. Delf mijn gezicht op | Zo Veel te laat heb ik jou lief gekregen

GEBED
Dank voor dit brood en deze wijn, als tekens van liefde
voor dat wat kwetsbaar is,
in onszelf
in de mensen om ons heen
En in de wereld waarop wij leven.
Laat dit brood en deze wijn
tot voedsel zijn voor de dagen die komen.

MEDEDELINGEN

SLOTGEDACHTE Een boer had op zijn erf een put liggen die hij nog niet had dichtgemaakt. Op een dag viel de ezel in de put. De boer vroeg zich af wat te doen. De ezel was toch al oud en de put moest dicht. Hij besloot om samen met de buren de put dicht te gooien met de ezel erin. Ze pakten allen een schop en gooiden zand in de put. De ezel besefte wat er gebeurde en maakte veel kabaal. Totdat het op een gegeven moment stil werd…Een paar scheppen zand verder besloot de boer een kijkje te nemen. Vol verbazing zag hij dat de ezel elke schep zand die op zijn rug kwam, van zich afschudde. Vervolgens ging hij op het afgeschudde zand staan. Met de ladingen zand die erop volgden, kwam de ezel steeds hoger te staan. Totdat de ezel zelf uit de put kon stappen.

ZEGENWENS
Mogen wij voor elkaar een zegen zijn,
bij alles wat ons te doen staat,
alles wat we beleven mogen,
alles wat ons overkomt.
Mogen wij voor elkaar een zegen zijn,
in het leven dat we samen delen,
zo kwetsbaar als het is.
Mogen wij vandaag
voor elkaar een zegen zijn,
in ons verschillen en ons gelijken.
Dan zal God ons zegenen in zijn lieve naam
Vader/Moeder Zoon en Heilige Geest

SLOTLIED:
zat Dagen van hopen |zon Zij die stom zijn

 

Nog geen reacties

Reactie plaatsen