Half-vasten

Elk blad ademt de boom tot leven

San Salvatorgemeenschap 25-26 maart 2017
Thema: Half-vasten
Voorganger: John Parker
Muzikale ondersteuning: Melodiek.

Openingslied: Licht dat ons aanstoot

Inleiding

Welkom iedereen…
Vastentijd. Halfvasten. Halverwege onze reis naar het Paasfeest.
De keuzes die we maken: wij maken ze voor onszelf, ons eigen welzijn, of dat van anderen, soms ten bate van onbekenden, of van onze wereld.
Wij willen zo graag altijd lief zijn, geliefd door anderen; wij willen zo graag altijd rechtvaardig handelen. Rechtvaardigheid is geen gemakkelijk idee. Ik hoorde laatst iemand zeggen dat rechtvaardigheid zoiets is als iemand behandelen zoals jezelf zou behandeld willen worden. Iemand behandelen zoals jezelf behandeld zou willen zijn door God.

Even ter bezinning, een kort e tekst, geplukt van internet, schrijver onbekend.

Licht
Moge het licht der gerechtigheid u beschijnen. Het licht zal vroeg in de morgen gaan schijnen in de avond zal het licht weer verdwijnen. Het licht kan zoveel moois voor je betekenen. Licht heb je nodig om te leven, anders wordt het zo moeilijk gegeven. Licht maakt ieder mens blij. Licht geeft je een gevoel van een mooi werkelijkheid.
Acclamatie za:  Licht zal ons leven zijn – zo: Die ons voor het licht gemaakt

1e lezing: Rechtvaardigheid   van Sabine Vess
Rechtvaardig te worden bejegend – de ander bejegenen – of niet, raakt je diep, al ben je nog zo klein en weet je niet eens wat rechtvaardigheid is.
De straat is toevlucht van kinderen en jongeren die voor deze stap kiezen, en eerste verslaving. Weg, alleen maar weg van dat dagelijkse geruzie, die klappen en het seksueel geweld door familieleden. Op de verslaving straat volgt die aan drugs. En je gaat jatten voor je eten, je drugs. En dan biedt je je lijf aan, dat gaat sneller. Niet weinigen worden al vroeg door hun families de straat op gestuurd. Je mag weliswaar onder je zestiende niet werken, dat is kinderarbeid, je lijf aan te bieden voor wat centen, meestal voor je familie of lover boy, valt daar buiten.
Ook oorlog en vlucht slingeren kinderen en jongeren op straat, als het ons niet lukt samen met hen nieuwe wegen te vinden – integratie is altijd vernieuwing van het geheel; in het klein en in het groot.
Bij Generación werden alle straatkinderen van meet af aan als gelijken onder gelijken bejegend, vol liefde, wetende, dat je liefde weliswaar onvoorwaardelijk kunt aanbieden maar niet kunt eisen dat ze wordt geaccepteerd, laat staan wordt beantwoord. Voor een hap eten willen ze nog wel een tweede lied zingen: gaan we nu eten?
In de huizen van Generación zijn de kinderen vrij, dat is ook de eerste zin van het theater over hun levens:
‘Het is de vrijheid die je hier hebt, wil je blijven blijf je, wil je gaan, ga je.
Want er zijn huisregels, mede opgesteld door de straatkinderen zelf, gebaseerd op hun ervaringen, en je moet naar school of een opleiding volgen. Dat functioneert niet allemaal op slag en soms helemaal niet. Dan zoeken we ze op, gaan we rappen en tekenen op straat.
Lucy staat midden in de nacht op, om weggelopen kinderen te zoeken, voor hen op de bres te staan. Ik prijs me gelukkig deel uit te maken van die grote familie, die de weg niet oplegt maar samen met de kinderen en jongeren aan de slag gaat om aan een toekomst te werken.
Lied za:  Wij leven op aarde – zo: Dat een nieuwe wereld komen zal

2e lezing:  Johannes 9, 1-9, 26-39
In het voorbijgaan zag ​Jezus​ iemand die al vanaf zijn geboorte ​blind​ was. Zijn ​leerlingen​ vroegen: ‘Rabbi, hoe komt het dat hij ​blind​ was toen hij geboren werd? Heeft hij zelf gezondigd of zijn ouders?’  ‘Hij niet en zijn ouders ook niet,’ was het antwoord van ​Jezus, ‘maar Gods werk moet door hem zichtbaar worden. Zolang het dag is, moeten we het werk doen van hem die mij gezonden heeft; straks komt de nacht en dan kan niemand iets doen. Zolang ik in de wereld ben, ben ik het licht voor de wereld.’ Na deze woorden spuwde hij op de grond. Met het speeksel maakte hij wat modder, hij streek die op de ogen van de blinde en zei tegen hem: ‘Ga naar het badhuis van ​Siloam​ en was u daar.’ De man ging weg, waste zich, en toen hij terugkwam kon hij zien.
Zijn buren en de mensen die hem kenden als bedelaar zeiden: ‘Is dat niet de man die altijd zat te bedelen?’ De een zei: ‘Ja, die is het,’ en de ander: ‘Nee, maar hij lijkt er wel op.’ De man zelf zei: ‘Ik ben het echt.’
Ze drongen aan: ‘Wat heeft hij met je gedaan? Hoe heeft hij je ogen geopend?’ ‘Dat heb ik u toch al verteld,’ zei hij, ‘maar u luistert niet! Wat wilt u nog meer horen? Wilt u soms ​leerling​ van hem worden?’ Nu vielen ze tegen hem uit: ‘Je bent zelf een ​leerling​ van hem! Wij zijn ​leerlingen​ van ​Mozes. Van ​Mozes​ weten we dat God met hem gesproken heeft, maar van deze man weten we niet waar hij vandaan komt.’ De man antwoordde: ‘Wat vreemd dat u niet begrijpt waar hij vandaan komt, terwijl hij mijn ogen geopend heeft. We weten dat God niet naar zondaars luistert, maar wel naar iemand die vroom is en zijn wil doet. Dat de ogen van iemand die ​blind​ geboren is geopend worden – dat is nog nooit vertoond! Als die man niet van God kwam, zou hij dit toch niet hebben kunnen doen?’ Toen riepen ze: ‘Jij, sinds je geboorte een en al ​zonde, wil jij ons de les lezen?’ En ze joegen hem weg.
​Jezus​ hoorde dat en zocht hem op. Hij vroeg: ‘Gelooft u in de ​Mensenzoon?’ ‘Als ik wist wie het was, ​heer, zou ik in hem geloven,’ zei hij. ‘U kijkt naar hem en u spreekt met hem,’ zei ​Jezus. Toen zei de man: ‘Ik geloof, ​Heer,’ en hij boog zich voor ​Jezus​ neer. ​Jezus​ zei: ‘Ik ben in de wereld gekomen om het oordeel te vellen. Dan zullen zij die niet zien, zien en zij die zien, zullen ​blind​ worden.’
Acclamatie: Oren en ogen gaan open

Overweging
Ons evangelieverhaal is een ingekorte versie van een van de lange verhalen van Johannes. Verhalen met een boodschap; vele gesprekken over geloof, over visie. Denk aan dat verhaal met de Samaritaanse vrouw bij de waterput, of dat verhaal met de farizeer Nicodemus, over de ware afkomst van Jezus.
Ons verhaal vandaag gaat weer over de vraag: “Wie is Jezus? Wat maakt hem zo bijzonder. Wat zegt hij, wat doet hij dat het de moeite waarde maakt om hem te volgen?”
In ons verhaal geneest hij een man, blind vanaf zijn geboorte. Zijn blindheid heeft niets te maken met straf voor gemeende zonden. Zo is God niet, zo handelt God de mens niet. In het gesprek vecht Jezus tegen de algemene opvatting van toen, dat de mens zelf verantwoordelijk is voor alles dat verkeerd loopt in het leven. Zoals wij in het verhaal van Johannes lezen, de joodse gemeenschap meende dat een lichamelijk gebrek een straf was voor zonde, of van de mens zelf, of van een vroeger familielid.
Eenzelfde idee kwam ik tegen van een bepaalde stam in Burkina Faso. Niet christen, de mensen geloofden dat een menselijk gebrek het gevolg was van iets fouts gedaan, door iemand van de familie. De hele familie leed onder de schuld, en ondanks offers van allerlei soorten kwamen mensen er niet vrij van.
Het christelijk geloof wordt vaal afgetekend als schuldopleggend aan mensen, maar als ik keek naar de christenen in andere dorpen, ze leken vrij van dat vastklevende schuld van hun voorouders. Vrij om te leven, om zelf keuzes te maken, beslissingen te nemen.
Als ik het over schuld heb, dan lees ik weer dit verhaal van Johannes en ik zie een Jezus die een mens vrij maakt. Vrij van zijn lichamelijke beperking, en vrij van de schuldlast die hij dragen moest. Vrij om verder zijn leven te gaan, vrij om verder in het licht te leven.
De boodschap van Jezus is duidelijk; Augustinus heeft het honderden jaren geleden vertolkt als: heb lief, en je kunt niet verkeerd lopen. Heb lief: wees goed voor jezelf, voor anderen, voor de wereld waarin je leeft. Doe goed, doe alles zoveel mogelijk uit liefde; handel rechtvaardig. Geen legaal uitdrukking, maar een woord vol hoop. Handel uit liefde, en het is goed.
De man die Jezus genezen heeft werd door de leiders van zijn volk uit de synagogue gezet. Dus, uit de gemeenschap gezet, verbannen uit de samenleving. Voor de leiding van zijn eigen volk bestaat hij niet meer. Jezus laat hem zien dat dit niet juist is, niet rechtvaardig. Zo mag je een mens niet behandelen. Jezus jaagt niemand weg; hij nodigt uit om in zijn visie te delen: van een wereld goed voor alles en allen; van mensen goed voor zichzelf en voor elkaar. Een visie, misschien een droom, en een plan. Niemand buitensluiten, iedereen welkom.

Een joodse gemeenschap die een gemeende zondaar uitzet. Een christelijke kerk die zoiets zou doen, die zich zo aan zijn eigen mening vastklampt dat er geen ruimte over is voor mensen; zo ’n kerk zou de boodschap van zijn stichter zeer te kort doen. Blind zijn, het licht niet zien, in het duister struikelen.
De blinde man van ons verhaal vond zich alleen, zonder gemeenschap, zonder familie, zonder vrienden. Hij kwam Jezus weer tegen en vond een welkom en warmte. De buitengeslotenen van de samenleving hebben ook recht op een welkom , zeker bij elke gemeenschap die zich aftekent als volgeling van Jezus.
Daarom is het fijn dat er zoveel van de leden van onze geloofsgemeenschap zich inzetten voor diegene die zich buitengesloten voelen van de maatschappij. En als we onze nieuwe ruimte betreden zullen er nog meer mogelijkheden om onze opdracht voort te zetten.
Onze Vastenaktie is nog een manier voor ons om ons in te zetten voor anderen die het moeilijk hebben. Ons project in Lima, zoals we hebben gehoord is voor kinderen, straatkinderen, verwaarloosd en kansarm Door ons licht op hen te laten schijnen erkennen wij hen, geven wij hen een kans om ook in het licht te mogen leven.
Geloofslied za: O schoonheid – zo:  Ik zal in mijn huis niet wonen

De tafel wordt klaargemaakt en er wordt gecollecteerd

Voorbede
Eeuwige, wij bidden:
voor allen die bezig zijn wantoestanden in de wereld te bestrijden,
die strijden tegen machtsmisbruik, anarchie en rechteloosheid,
die oplossingen zoeken ter verbetering van de situatie van medemensen.

Zegen ons met het licht van uw ogen

Eeuwige, wij bidden:
voor mensen die berouw hebben over het kwaad dat ze deden,
die verder moeten leven met wroeging en schuldgevoelens,
en die zoeken naar nieuwe mogelijkheden om een beter leven te leiden.

Zegen ons met het licht van uw ogen

Voor onze geloofsgemeenschap,
dat wij ons ogen, oren, handen en hart openhouden
voor allen die het moeilijk hebben
in onze harde en soms verdeelde samenleving.

Zegen ons met het licht van uw ogen

Wij bidden voor de kinderen van onze beide projecten,
dat zij weten zich erkend en gesteund
door ons en door allen die hen helpen.

Intenties:

Koester de namen

 

Tafelgebed
Gezegend Jij,
oorsprong van alle dingen.
Van Jou zijn dag en nacht
de wisseling van seizoenen
het sterven en geboren worden.

Gezegend Jij,
Bron van elk nieuw begin.
Jij draagt ons in liefde
Jij roept ons bij name
wij mensen,
vandaag fris en vrolijk
morgen verdrietig en traag;
nu eens vol geestdrift en elan
dan weer lusteloos en uitgeblust.

Gezegend Jij die ons kent
en ons voor lief neemt
zo naakt, zo verloren.
Zaai je scheppingswoord opnieuw in ons
maak ons wakker, opnieuw geboren.

Gezegend Jij, ons altijd nabij
die midden in de nacht in ons worstelt
om een nieuwe dageraad.

Gezegend Jij,
blind en zo goed als doof.
Jij blijft in ons roepen
om van het woord liefde
een echte mens te maken:
van kortzichtigen: zieners en profeten
van ingeslapenen: herboren mensen
van zwartgalligen: zangers van licht.

Gezegend Jij,
omdat Jouw lied nooit zal verstommen.
Een mens uit duizenden zong Jouw lied
op hoge toon:
Jezus van Nazareth.
Hij hoorde de klanken
van vrijheid en vrede
diep in hem opstijgen.

Hij werd goed nieuws,
stem en instrument van Jouw naam.
Door Jouw Geest bezield
raakte hij snaren aan
die in veel mensen
het diepste geheim deden trillen.

Hij deed hen geloven in zichzelf
en in Jouw goddelijke kracht
die alles draagt.

Gezegend jij om hem die zich liet dopen
tot mens met anderen
tot eindelijk geboren
licht in onze wereld.

Jij droomde dat wij hem zouden volgen
in zijn spoor van liefde.
Jij hoopt nog steeds
dat wij hem herkennen
vooral in dat ene gebaar
dat hij maakte
op die laatste avond voor zijn dood:
toen hij brood nam, het brak
en uitdeelde aan zijn vrienden:
Hier, neemt en eet
Dit is mijn lichaam, gegeven voor jullie
gebroken om te helen.

En hij nam de beker en zei:
Dit is mijn bloedeigen leven
verzoening en vrede
voor jullie allemaal:
een nieuw begin.
Drink er uit en blijf met mij
en met elkaar in liefde verbonden.

Zo gedenken wij hem
die ons de tafel heeft gegeven
om het delen te leren
de honger te stillen van armen
die geen brood hebben
laat staan een beker wijn.

Zo willen wij zijn Geest in ons levend houden.
Bewaar en vernieuw ons
verrijs in ons tot nieuwe mens
begeesterd en herboren.
Onze Vader. . . .

Vredeswens
Vredeslied
: Waar vriendschap heerst en liefde

 Iedereen wordt van harte uitgenodigd aan de tafel met brood en wijn.
Communielied:
  Wat in stilte bloeit

Slotgedachte: van Harold Kushner
Denk niet dat de wereld je rechtvaardig zal behandelen omdat je een goed mens bent.
Je verwacht toch ook niet dat een stier je niet aanvalt omdat je vegetariër bent.

Slotlied: Te doen gerechtigheid.

 

Nog geen reacties

Reactie plaatsen