… en het licht niet haat

Elk blad ademt de boom tot leven

Voorganger:  Gepke Kerssen
Zaterdag: Cantor Hans Moerman en pianist Cor Rademaker
Zondag m.m.v. het koor Melodiek o.l.v. Hans Waegemakers
Pianist Marc Baghuis en fluitiste Maria Werner

 

Openingslied: za.: Zomaar een dak; zo.: Licht, dat ons aanstoot in de morgen

Welkom en inleiding

Welkom in deze viering, wie je ook bent, hoe het  ook met je is. Goed dat je er bent. Welkom als je je hier thuis voelt, welkom als het onwennig is hier. Ik hoop dat er op deze laatste dag van de week van gebed voor de eenheid ook mensen uit de andere kerken van Den Bosch hier zijn.
In de eerste lezing horen we zinnen waar we over struikelen:  over ter verantwoording worden geroepen als je niet luistert naar de goede profeet en over valse profeten die ter dood gebracht worden. Een bijzondere tekst die we voorgelegd krijgen aan het eind van de week van gebed voor de eenheid. Er heeft in de 16e eeuw wat bloed gevloeid vanwege de waarheid. Maar het gaat niet om de juiste leer, maar om het juiste handelen, een heilzame manier van omgaan met de ander.
We lezen het verhaal van Jezus die met gezag spreekt tot iemand er doorheen schreeuwt. Soms kan het zo donker zijn in je leven dat je het licht niet verdraagt: dat je geen mooie woorden kunt horen. Een valse stem van binnen wil je laten geloven dat het licht niet voor jou bedoeld is. Zo vernietigend kunnen valse woorden, valse profeten zijn. Kun je zo’n negatieve stem laten zwijgen?

Openingsgebed:

Zoveel stemmen in ons hoofd
De stem die aandringt op zekerheid, op die ene waarheid
Die ons vertelt dat wij beter zijn dan zij
De stem die ons klein maakt
ons vertelt dat het toch nooit beter wordt
dat het goede leven niet voor ons is weggelegd
sterke, harde stemmen

We verlangen naar stilte in ons hoofd
vrede in ons hart
liefdevolle God.
Dat wij uw stem horen
Die zachte stem van de liefde

Accl.: za.: Wij treden biddend in uw licht: zo.: Herschep ons hart, heradem ons verstand

 Eerste lezing

Als Mozes weet dat hij gaat sterven, stelt hij zijn volk gerust met de volgende woorden: Deuteronomium 18:15-22:
Hij zal in uw midden ​profeten​ laten opstaan, ​profeten​ zoals ik..
naar hen moet u luisteren. U hebt de HEER daar immers zelf om gevraagd, toen u bij de ​Horeb​ bijeen was? U zei: ‘Wij kunnen het stemgeluid van de HEER, onze God, en de aanblik van dit enorme vuur niet langer verdragen, dat overleven we niet.’
De HEER heeft toen tegen mij gezegd: “Zij hebben goed gesproken. Ik zal in hun midden ​profeten​ laten opstaan zoals jij. Ik zal hun mijn woorden ingeven, en zij zullen het volk alles overbrengen wat ik hun opdraag. Wie niet wil luisteren naar de woorden die zij in mijn naam spreken, zal ik ter verantwoording roepen. Maar als een ​profeet​ de euvele moed heeft om in mijn naam iets te zeggen dat ik hem niet heb opgedragen, of om in de naam van ​andere ​goden​ te spreken, dan moet hij ter dood gebracht worden.”  Misschien vraagt u zich af: Is er een manier om te bepalen of een ​profetie​ al dan niet van de HEER komt? Die is er inderdaad: als een ​profeet​ zegt te spreken in de naam van de HEER, maar zijn woorden komen niet uit en er gebeurt niets, dan is dat geen ​profetie​ van de HEER geweest. Heb geen ​ontzag​ voor een ​profeet​ die zich dat aanmatigt.

Lied: za.: Hoe zal ik u blijven noemen; zo.: Hoor, maar ik kan niet horen

Inleiding Evangelielezing
Marcus schrijft een evangelie zonder een verhaal over de geboorte van Jezus. Hij begint als Jezus in de openbaarheid treedt. Wat had hij de mensen toen te zeggen? Wat is belangrijk voor de mensen in de tijd van Marcus, voor mensen van nu? Nadat Johannes was gevangen genomen ging Jezus naar Galilea en verkondigde er Gods Blijde Boodschap. Hij zei: “De tijd is vervuld en het Rijk Gods is nabij; bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap.”

Marcus 1: 21-28
Ze gingen op ​weg​ naar ​Kafarnaüm, en op de eerstvolgende ​sabbat​ ging ​Jezus​ naar de ​synagoge​ en onderwees er de mensen. Ze waren diep onder de indruk van zijn onderricht, want hij sprak hen toe als iemand met gezag, niet zoals de ​Schriftgeleerden. Er was in de ​synagoge​ ook een man die ​bezeten​ was door een ​onreine geest, en hij schreeuwde: ‘Wat hebben wij met jou te maken, ​Jezus​ van ​Nazaret? Ben je gekomen om ons te vernietigen? Ik weet wel wie je bent, de ​heilige​ van God.’ Jezus​ sprak hem streng toe en zei: ‘Zwijg en ga uit hem weg!’ De ​onreine geest​ deed de man stuiptrekken en verliet hem met een luide schreeuw. Iedereen was zo verbijsterd dat ze tegen elkaar zeiden: ‘Wat is dit allemaal? Een nieuwe leer met groot gezag! Zelfs als hij onreine geesten een bevel geeft, wordt hij gehoorzaamd.’ Het nieuws over ​Jezus​ verspreidde zich algauw overal in Galilea.

accl.: Wek mijn zachtheid weer

Overweging
De nieuwe wereld is heel dichtbij, geloof het maar!
Jezus vertelt het goede nieuws binnen de geloofsgemeenschap van Kafarnaum. De mensen zijn komen luisteren naar die nieuwe voorganger. Wat Jezus hen vertelt klinkt zo anders dan de boodschap die ze andere weken horen. Het raakt hen, het is echt als goed nieuws voor hen. Alsof God zelf tot hen spreekt en hen vertelt over de goede toekomst die ze tegemoet gaan. Leven waar ze naar verlangd hebben, hun leven lang. Ze zijn zo onder de indruk dat deze viering zomaar een omkeer in hun leven zou kunnen betekenen.
Maar dan opeens staat er iemand op. Hij roept: jij maakt alles nog erger. Mijn leven ís geen leven. Met jouw mooie verhalen over het goede leven, maak je het nog moeilijker. Jíj staat dicht bij God, maar tussen jouw wereld en mijn wereld gaapt een diepe kloof.
De stilte vol verwachting die was ontstaan door de woorden van Jezus, wordt nu een beklemmende stilte. Zo donker kan het leven zijn dat je niet kunt hóren over het goede leven. Dat is er immers niet voor jou.
Je hebt het gevoel dat je jezelf niet meer bent. Je hebt tegenslag op tegenslag te verduren gekregen en ziet nu geen uitweg. Of dat je je altijd al anders hebt gevoeld dan anderen, stiller of drukker. De anderen hadden elkaar, leken op elkaar. Je kwam er niet tussen. Niet goed genoeg. Het kan ook zijn dat je je werk doet, je huishouden, maar je afvraagt wat de zin ervan is? Of dat je zo veel aan je hoofd had dat je nu helemaal opgebrand bent: leeg, weggegeven. Ook de omstandigheden in je land kunnen zo zijn dat je het samen met heel veel anderen niet meer ziet zitten. Van de politiek verwacht je niets meer als teleurgestelde en bange Groninger. De moed ontbreekt ook bij veel mensen in Syrië, in dat stukje van het land dat veilig leek, of in Damascus, waar mensen worden uitgehongerd door regeringstroepen.
Wie kan er nog licht brengen als het zo donker is? Wie stopt de krachten die mensen kapotmaken? Je hebt het gevoel dat ook God hier niets kan uitrichten. Je roept naar de hemel en de hemel zwijgt. En nu is daar Jezus met zijn verhaal over een bijna hemelse aarde in plaats van de hel die jij ervaart.

De mensen kijken naar Jezus.
Wat zal hij doen?
Ergert hij zich omdat de viering is verstoord?
Zegt hij: Vervelend voor u, maar ik ben geen psychiater!
Of: Er zijn al zo veel mensen die wachten op hulp. Over 8 weken heb ik pas tijd.
Nee, Jezus reageert meteen op de diepe nood van deze man.
Hij zet tegenkracht in en nodigt ons uit om hetzelfde te doen.

Want die kwade stem, die zegt dat God niets te maken wil hebben met iemand die het zo moeilijk heeft, die stem moet het zwijgen opgelegd worden. God heeft juist te maken met die mens die het niet meer ziet zitten. God die ooit het donker verdreef door het licht tevoorschijn te roepen en steeds opnieuw roept. Voor die tegenkracht is nodig dat je de nood ziet van de ander of van jezelf en dan niet je ogen geschrokken afwendt, maar blijft roepen naar de hemel en blijft zoeken naar het licht in je zelf, in de ander, om je heen. Om je ogen te richten op het goede dat ons beloofd is. Ernaar uit te kijken. Het te benoemen als je het in de verte ziet. Met elkaar met vallen en opstaan een weg te zoeken. Niet bang zijn dat het goede leven niet voor jou is weggelegd, maar kijken naar wat je nodig hebt, om toch weer iets van dat goede leven te ervaren.
Niet altijd zal dat zo snel gaan als bij Jezus die het donker verjaagt en zo het licht tevoorschijn roept. Denk maar aan hoe de macht in onze wereld zich verzet tegen mensen die zich inzetten voor een beter leven, een schoner milieu. Denk maar aan de bureaucratie, waardoor mensen vaak niet de hulp krijgen die ze nodig hebben. We zien in het verhaal hoe de donkere krachten zich hevig verzetten. Maar ook in jezelf is die vernietigende kracht niet meteen weg. Angst en wanhoop, somberheid verdwijnen niet zomaar uit je hoofd en uit je lijf. Je durft je niet onmiddellijk toe te vertrouwen aan het licht. Maar er kan iets gebeuren, waardoor je de eerste stap kunt zetten: een woord, een duwtje in de rug, het vertrouwen van de ander in jouw kracht.

Vol verwondering hebben de gelovigen de verandering gezien.
De woorden die Jezus sprak over de donkere machten die hun kracht verliezen, zijn waar geworden, kunnen steeds weer waar worden ook onder ons.
Nog heerst er een taboe op psychisch lijden, maar er zijn mensen die zich inzetten om het taboe te laten verdwijnen, die zich inzetten voor goede hulp, zodat je minder eenzaam bent, je misschien net dat duwtje in de rug krijgt de goede kant op. We kunnen geen aardbevingen voorkomen, maar wel een Deltaplan opstellen om ze zoveel mogelijk te voorkomen en de pijn van de Groningers te verzachten. Het komt er op aan dat we gehoor geven aan de stem die het goede teweeg brengt en ons oproept om hetzelfde te doen. Dan worden de stemmen die je naar beneden trekken steeds zwakker. Valse profeten die mensen uit elkaar drijven, vinden geen gehoor en verdwijnen. Er zijn mensen nodig die blijven vertrouwen op het licht. Licht dat sterker is dan het donker. Mensen die zich niets aantrekken van kerkgrenzen, maar samen vertrouwen op het licht, samen licht brengen. Ik denk dat dat de eenheid is waarvoor we deze week en alle dagen bidden: dat we eensgezind met elkaar uitkijken naar de wereld waar mensen waardig leven mogen en waar elk zijn naam in vrede draagt.

Geloofslied: za.:Licht dat ons aanstoot; zo.: Zij die stom zijn

We maken de Tafel klaar en collecteren.

Voorbeden
U, die ons steeds weer aanraakt met uw licht,
wij bidden U voor mensen voor wie het leven donker is geworden:
Voor mensen die niet zichzelf kunnen zijn, diep in de put zitten.
Raak hen aan met uw licht.
Dat zij zich gedragen mogen voelen door U en door mensen,
Dat zij zichzelf terug mogen vinden als nieuw en weer toekomst zien.

Barmhartige Heer / Heer ontferm U

Voor grote groepen mensen die lijden door wat er in hun omgeving gebeurt
De mensen in Groningen, die al te veel verloren,
die bang zijn voor hun veiligheid.
Dat zij niet langer de prijs hoeven te betalen voor onze welvaart,
dat de bevingen worden tegengegaan en er ondersteuning komt.

Barmhartige Heer / Heer ontferm U

Voor de mensen in het noorden van Syrië,
Geef de leiders wijsheid, dat zij niet hun eigen belangen nastreven,
maar oog hebben voor kwetsbare mensen

Barmhartige Heer / Heer ontferm U

Wij bidden voor ons als christenen,
dat wij de grenzen van onze kerken en landen overstijgen
in ons verlangen naar een nieuwe wereld.
Dat wij eensgezind zijn in ons opkomen voor gerechtigheid, vrede,
een goede aarde voor iedereen

Barmhartige Heer / Heer ontferm U

Wij bidden voor wat geschreven staat in ons intentieboek
en voor wat er leeft, diep in ons hart
Wij noemen de namen van wie ons zijn voorgegaan

Wij mogen vertrouwen dat zij zijn opgenomen in uw licht
en dat er ook licht zal zijn voor wie achterbleven.

Accl zondag: Gij die het sprakeloze bidden hoort

Tafelgebed
Wij danken u
dat u steeds weer orde schept in de chaos,
het donker zijn grens wijst,
ons grond onder de voeten geeft,
mensen op ons pad brengt
die ons leven zin en kleurgeven.

Wij danken U
dat u steeds weer profeten roept,
die wegen wijzen uit het onrecht,
die wat krom was recht maken
en helen wat gebroken is.

Nooit was liefde zo krachtig als in hem,
Jezus van Nazareth,
die kwade stemmen het zwijgen oplegde,
mensen deed opstaan,
hun het leven terug gaf.

Boze stemmen probeerden zijn stem te doen zwijgen,
donkere machten het licht te verdrijven,
maar  het licht was sterker

Hij ging tot het uiterste
Hij wist dat de macht zou toeslaan
Toen hij het feest van de bevrijding vierde met zijn leerlingen,
nam hij het brood, dankte daarvoor, brak het en zei:

Dit brood dat ik met jullie deel is als mijn leven:
met jullie gedeeld, voor jullie gegeven
Hij nam de beker, dankte voor deze gave
en zei: Dit is de wijn van de nieuwe wereld.

Blijf je leven met elkaar delen, vreugde en verdriet,
met als teken daarvan het brood en de wijn.
Als je dat doet, dan ben ik bij jullie.

Hierna werd hij opgepakt
Zijn lichaam werd geschonden, gedood,
maar hij stond op,
staat op waar mensen hem gedenken
hem zichtbaar maken in hun leven

Dat wij in zijn geest mogen leven:
Met een open oog voor de ander,
opstandig tegenover krachten die het leven kapot maken,
helend voor wie gekwetst is.

Vredeswens
dat wij vrede mogen vinden
en vrede mogen brengen in het leven van anderen

Vredeslied za.:Samen hem achterna; zo: Dona nobis pacem in terra

Breken en delen
Brood als een teken van verbondenheid met Hem en met zijn leven
teken van het leven dat wij samen delen, lief en leed, inspiratie
De wijn doet ons proeven van het land van vrede en recht.
U bent van harte welkom aan deze tafel

Communielied: za.:Wie als een god wil leven; zo.: Zoudt Gij ooit mij beschamen

Dankgebed
Wij danken u dat wij hier mogen delen
wat ons dwarszit en wat ons hoop geeft
wat ons in verzet brengt
en wat maakt dat wij het anders gaan doen
houdt het vuur in ons brandend
Dat wij ook in anderen
de vlam van de hoop mogen ontsteken

Mededelingen en bloemetje

Slotgedachte: Het land van geluk
Een reiziger ging op weg naar het land van geluk.
Zijn zware rugzak hinderde hem echter op de lange reis.
Iemand vertelde hem zijn goud eruit te halen.

“In het land van geluk is rijkdom niet belangrijk.“
Nog was de rugzak te zwaar.
Iemand raadde hem aan zijn trofeeën eruit te halen.
“In het land van geluk gaat het niet om wat je bent, maar wie je bent.”
Na een lange reis kwam de reiziger bij het doel van zijn reis.
Hij hoefde alleen nog een brug over te steken,
die boven een kolkende rivier hing.

Toen de reiziger een stap op de brug zette,
kraakte deze echter vervaarlijk.
Er klonk een stem die zei:
“Doe de angst weg uit je hart.”
Op het moment dat de reiziger dát deed,
kwam hij aan in het land van geluk.

Zegen
Mogen wij voor elkaar een zegen zijn,
bij alles wat ons te doen staat,
alles wat we beleven mogen,
alles wat ons overkomt.
Mogen wij voor elkaar een zegen zijn,
in het leven dat we samen delen,
zo kwetsbaar als het is.
Dan zal God ons zegenen in Zijn Naam:
die wij noemen Vader, Zoon en heilige Geest.
Amen.

Slotlied za.: Wie ten einde toe; zo.: Leven is van zeven dagen

 

 

Nog geen reacties

Reactie plaatsen