Zing een lied voor de Heer

18 juni 2023

Voorganger: Wilton Desmense
Lectoren: Maria Hoitink en Liesbeth van Leijen
Muzikale begeleiding: Melodiek

 

 

 

Openingslied: Hier wordt een huis voor God gebouwd

Welkom en bede
Goede morgen, fijn dat we hier samenzijn,
wij die zus gelovig, of zo gelovig zijn,
en ons soms misschien wel ongelovig afvragen
of we het nog eens kunnen zijn met alles wat we hier horen.
Zo veel verschillende mensen,
met onze eigenheden en eigenaardigheden,
maar wel gelijkgezind en vergevingsgezind.
Mogen we hier, als dat nodig is,
weer moed krijgen en vertrouwen,
zoals iemand geniet van fris water uit een bron.
Laten die woorden ons openingsgebed zijn
en tevens een vooruitblik
naar het gebed dat Jesaja in de eerste lezing
iemand in de mond legt.
En laat ons daarom zingend zoiets vragen
als ‘heb mij lief’.

Acclamatie: Dan nog

Voorbereiding op de lezingen
De Bijbel is nu geopend bij het boek Jesaja, hoofdstuk 12, dat Maria zo dadelijk zal voorlezen.
Jesaja is in het bijbelrooster kind aan huis. Er is een lector die de neiging heeft te turven,
hoe vaak die al Jesaja voor de kiezen heeft gekregen. Want als lector heb je weinig te kiezen.
Maar dat terzijde.
Die populariteit van Jesaja is toe te schrijven aan het feit dat er in het Nieuwe Testament
regelmatig verwezen wordt naar Jesaja. Maar omgekeerd stond in het Oude Testament
de deur al open naar het Nieuwe, zoals een uitspraak van de kerkvader Augustinus luidt.
Jesaja leefde in de 8e eeuw voor Christus. Hij profeteerde dat er een nieuwe koning zou komen.
Deze zou vrede brengen. Zijn voorspelling gaat onmiddellijk vooraf aan de tekst van de eerste lezing.
Laten de woorden van de tweede lezing, die Liesbeth zal lezen, zonder nadere introductie tot ons komen.

Maria
Lezing 1:
(Jesaja 12: 1-6)
Als de nieuwe koning komt, zal iemand van Gods volk zeggen:
“Ik wil u danken, Heer.
U bent kwaad op mij geweest,
maar dat is nu voorbij.
U geeft mij weer moed.
God, u bent mijn redder,
op u vertrouw ik.
Ik ben niet bang meer,
want u geeft mij kracht, Heer.
U beschermt me,
u hebt me bevrijd.”
Het volk van de Heer zal blij zijn als de Heer hen bevrijd heeft.
Dan genieten de mensen weer van het leven,
zoals iemand geniet van fris water uit een bron.
Als de nieuwe koning komt, zullen ze zeggen:
“Dank de Heer!
Maak overal bekend wie hij is.
Vertel aan alle volken wat hij gedaan heeft.
Zing een lied voor de Heer,
want hij heeft grote dingen gedaan.
De hele aarde moet het weten.
Inwoners van Jeruzalem, juich,
want de God van Israël is machtig,
de heilige God die bij jullie woont.”

Tussenzang: Een stad zal uit de hemel dalen

Lezing 2:  (Matteüs, gedeelten uit 9,35-10,15)
Jezus reisde rond. Hij ging naar alle steden en dorpen.
In de synagogen gaf hij de mensen uitleg over God.
Hij vertelde hun het goede nieuws over de nieuwe wereld.
En hij maakte iedereen beter die ziek was of pijn had.

Toen Jezus al die mensen zag, kreeg hij medelijden met hen.
Hij dacht: Die mensen hebben het moeilijk. Niemand helpt hen.
Ze lijken op schapen zonder herder.
Daarom riep Jezus zijn leerlingen bij zich.
Hij wilde hen op weg sturen en hun vertellen
wat ze moesten doen. Hij zei:
“Het goede nieuws moet overal verteld worden.
Jullie moeten naar de mensen van Israël gaan,
want zij zijn net verdwaalde schapen.
Overal waar je komt, moet je zeggen:
‘Gods nieuwe wereld is dichtbij.’
Maak zieke mensen beter en maak dode mensen weer levend.
Jullie krijgen die macht van God. Help daarmee andere mensen
en vraag er niets voor terug.
Neem ook geen tas mee, geen extra kleren,
geen schoenen en geen stok.
Je krijgt wel wat je nodig hebt, want jullie werken hard.”

Jezus zei verder: “Als je een huis binnenkomt,
wens dan de mensen die er wonen, vrede toe.
Als ze bij mij willen horen, dan zullen ze die vrede krijgen.
Maar als ze niet bij mij willen horen, dan krijgen ze die vrede niet.
Maar stel dat je ergens niet wordt binnengelaten,
of dat mensen niet naar je luisteren.
Dan moet je weggaan bij dat huis en uit die stad.
Je moet dan zelfs het stof van je voeten vegen.”

(Beide Bijbelteksten zijn ontleend aan de Bijbel in Gewone Taal,
© Nederlands Bijbelgenootschap 2014)

Acclamatie: Bij u is de bron van het leven

Overweging
De eerste lezing begon met de woorden
‘Ik wil u danken, Heer’.
En verderop hoorden we:
‘Als de nieuwe koning komt, zullen ze zeggen:
“Dank de Heer!” ‘
Ja, hoofdstuk 12 van Jesaja is eigenlijk een danklied.
Dat is voor ons hier samen een vertrouwd verschijnsel.
De meesten van ons kennen – denk ik – het lied
‘Dank U voor deze / voor alle ….’ vul maar in.
En het laatste couplet eindigt –
en dat behoort het meest uitbundig te worden gezonden –
met ‘Dank U, o God, ik wil U danken,
dat ik danken kan’.
Het danklied uit Jesaja is een lied van opluchting en bevrijding,
het geeft uiting aan gevoelens van onbeschrijfelijke vreugde.
Wij kunnen de intensiteit ervan nauwelijks bevatten,
als we geen oorlog hebben meegemaakt,
geen onderdrukking, geen rechteloosheid en wreedheid,
geen honger,
zoals in de jaren van de Tweede Wereldoorlog.
Wij tellen onze zegeningen,
wij bidden dat een nieuwe wereld komen zal
voor medemensen die geteisterd worden
door het kwaad waar woorden voor tekort schieten.

Iedereen die ziek is of pijn heeft kan beter worden,
iedereen die ziekt maakt of pijn veroorzaakt kan beter worden.
Dat is het goede nieuws dat verteld moet worden,
zelfs als er te weinig zijn om het te verkondigen.
Er hoeven er maar twee of drie bij elkaar te komen
in naam van het goede nieuws,
of om geen blad voor de mond te nemen:
in naam van het evangelie.
Verkondig die boodschap en wens elkaar vrede toe.
Hoe simpel is het.
En toch: Jezus was ook een realist!
Stel dat je ergens niet wordt binnengelaten,
of dat mensen niet naar je luisteren:
dan moet je weggaan en zelfs het stof van je voeten vegen.
Niet alles zal rozengeur en maneschijn zijn.
Dat klinkt misschien niet als de Jezus,
zoals wij hem vooral kennen.
Maar toch waren dat ook zijn woorden,
die een weg wezen om verder te kunnen komen:
laat ze links liggen en veeg het stof van je voeten.
Soms is dat beter, soms keert het zelfs ten goede,
als het inzicht komt dat spreekt uit de woorden van de dichter Hoornik:
Op school stonden ze op het bord geschreven,
het werkwoord hebben en het werkwoord zijn;
hiermee was de tijd, was eeuwigheid gegeven,
de ene werkelijkheid, de andre schijn.

Geloofslied: Zijt Gij mij God een herder

Collecte met muziek

Voorbeden
1. Wij bidden om adem van leven,
schone lucht, toekomst voor deze aarde,
een gevoel van herlevende jeugd in onze harten.

Acclamatie: Eeuwige, onze God, hier, nu 1

Eeuwige onze God hier nu
die ons geeft adem van leven
gezegend zijt Gij om dagen van morgen –
toekomst die wij verwachten
zoals staat geschreven:
Gij roept mijn leven weg uit het graf
en als een arend herleeft mijn jeugd.

2. Wij bidden om eerbied voor het leven,
helder licht aan het firmament,
perspectief voor de mensen van goede wil,
dat wij elkaar zien staan en aankijken
met vriendelijke en dankbare ogen.

Acclamatie: Eeuwige, onze God, hier, nu 2

Gezegend Gij
die boven onze woorden uit
moeder vader bron van leven zijt
Gezegend om licht dat Gij geroepen hebt in den beginne
Gezegend dat Gij de chaos getemd hebt en deze aarde gegrondvest.

3. Wij bidden voor hen die geen plaats krijgen tussen de mensen,
voor die honger, verdriet en zorgen hebben.
Wij bidden om rentmeesters te kunnen zijn
van deze schepping, behoeders van de schoonheid.
Eeuwige, onze God, hier, nu 3
Gezegend Gij dat er nog licht is
dat er nog nacht is en dag
dat nog het water stroomt
dat wij de sterren nog zien
geef ons nog tijd
Uw meesterwerk te behoeden
Gezegend Gij dat wij nog leven.

4. Wij bidden voor onze eigen intenties,
voor hen die worstelen met het leven
en voor hen wier nagedachtenis wij meedragen in onze harten,
Gevraagd is ons te bidden tot intentie van:
……..
Dat de liefde standhoudt, de goddelijke vonk nooit uitdooft.
Acclamatie: Eeuwige, onze God, hier, nu 4+5
Gezegend zijt Gij van wie geschreven staat
dat Gij gezien hebt en gezien de kinderen van Israël,
gehoord en gehoord hun schreeuwen om uitkomst –
hoor en zie de kinderen der mensen, allen, omwille van uw naam
Gezegend om uw woord dat in deze wereld is
in mensen die het bewaren en doen,
goed tegen kwaad, liefde die standhoudt
vuur dat niet uitdooft.
Zo bidden wij U, met allen die uw Tora betrachten.
Gezegend zijt Gij om uw woord in den beginne dat nu is.
Levende die mij ziet.

Tafelgebed
Gezegend Jij, die er bent voor ons,
die ons enkel het goede gunt,
die ons meeneemt naar plaatsen van rust, vrede en weldaad,
die ons op het spoor brengt van hoop en liefde
en zich zo laat kennen als de Ene,
genoemd: ik zal er zijn.

Gezegend Jij, die ons vertrouwen geeft
in tijden van duisternis en dood,
wanneer wij gaan door diepe dalen,
over wegen van verdriet en onzekerheid,
want jij bent bij ons, als steun en houvast,
jij geeft ons nieuwe moed, om bergen te beklimmen,
nieuwe uitzichten te ontdekken.

Gezegend Jij, die zich laat zien
in de mens tussen mensen,
zoals eens, in Jezus van Nazareth,
die zich liet zien, door er te zijn
voor vreemden en vervreemden,
voor verguisden en ontspoorden,
voor onderdrukten en ongezienen;

de mens, één met Jou,
die zich liet kennen door er te zijn,
puur, begaan, om niet;

zo heeft hij zich aan ons gegeven,
trouw aan zichzelf,
vol vertrouwen in Jou,
het Leven zelf;

zo ging hij ons voor,
door brood te nemen,
dankend tot Jou,
door brood te delen,
door de beker door te geven met de woorden:
deel van dit brood,
drinkt uit deze beker,
als teken van verbondenheid met mij en met elkaar,
om zo verbonden te zijn met de Ene,
die er is en blijven zal,
voor ieder van ons.

In zijn Geest willen wij leven,
brekend en delend,
vertrouwend op jouw goedheid en liefde,
alle dagen van ons leven,
opdat ons huis jouw huis is,
ons lichaam jouw lichaam,
onze naam jouw naam,
ik zal er zijn,
tot in lengte van dagen.

Onze Vader

Vredeswens
Vrede:
het gevoel te wonen in een duin,
het ruisen van de zee nabij,
veilig, beschut, warm.
Wensen wij elkaar toe,
dat wij en de wereld daar zacht in mogen belanden!

Vredeslied: Vrede voor jou (Nada te turbe)

 

Communie
Communie: dat is nader komen,
elkaar in de ogen kijken,
weten dat wij mensen zijn,
met elkaar verbonden.
Communie: dat is wij,
wij zijn communie,
delend en herdenkend,
hoe dan ook,
bijvoorbeeld met wat ons in leven houdt
om lief te hebben.

Communielied: Woord dat ruimte schept

Stilte die ruimte schept

Mededelingen

Epiloog
Dit zijn de woorden van de dichter Ed Hoornik,
die volgden op het eerste deel van zijn gedicht,
waarmee ik de overweging besloot.
Hebben is niets. Is oorlog. Is niet leven.
Is van de wereld en haar goden zijn.
Zijn is, boven de dingen uitgeheven,
vervuld worden van goddelijke pijn.

Hebben is hard. Is lichaam. Is twee borsten.
Is naar de aarde hongeren en dorsten.
Is enkel zinnen, enkel botte plicht.

Zijn is de ziel, is luisteren, is wijken,
is kind worden en naar de sterren kijken,
en daarheen langzaam worden opgelicht.

Wegzending

Een dankzegging tot slot!
Dank U voor alle bloemengeuren,
dank U voor ieder klein geluk,
dank U voor alle heldre kleuren,
dank U voor muziek!
Laten wij in dankbaarheid de wereld en de nieuwe week
weer tegemoet treden, ons slotlied zingend
in de naam van die wij noemen
vader, zoon en heilige geest.
Amen.

Slotlied: Dat een nieuwe wereld komen zal

Nog geen reacties

Reactie plaatsen