Waar het hart vol van is

Elk blad ademt de boom tot leven

San Salvatorgemeenschap 23-24 mei 2015
Pinksteren
Thema:
Waar het hart vol van is
Voorganger: John Parker
Muzikale ondersteuning: Melodiek

Openingslied: Wat altijd is geweest

Inleiding
Welkom allemaal, welkom iedereen. Welkom bij het vieren van Pinksteren. De tijd van Jezus is voorbij, de deur staat open naar de toekomst. De tijd van Geest. Een nieuw tijdperk, hernieuwde tijd. Dus, welkom iedereen. Het maakt niet uit wie je bent; wees jezelf en wees welkom.
Wij luisteren naar dezelfde verhalen, maar wij horen ieder iets anders. Wij zingen samen dezelfde noten, en ieder ziet een ander beeld bij de woorden die we zingen. Ik sta hier vandaag, samen met …en ieder heeft andere verwachtingen, een ander beeld bij dit samenzijn. Belangrijk is dat we samen zijn, dat we samen vieren. Dus, welkom iedereen.
Ons thema luidt: ‘Waar het hart vol van is’. Dat wat je bezig houdt, dat wat je inspireert, je energie geeft. Wij vieren vandaag de Geest die in mij leeft, die in ieder van ons leeft. De Geest die ons hart vult.

Bezinning
De Geest van God is geen spookbeeld of hersenschim.
Hij is onder ons aanwezig, voelbaar en tastbaar.
Hij spreekt soms uit de blik in onze ogen.
Je ziet hem in de mensen die verdraagzaam zijn
en respectvol omgaan met elkaar.
Je voelt hem in dat liefdevolle gebaar
of die hartelijke handdruk.
De Geest van God is de scheppende kracht
die bruggen slaat over de diepste kloven,
die mensen bij elkaar brengt
en conflicten ombuigt
in begrip en verzoening.
Het is de energie die bergen kan verzetten
en mensen boven hun kleinheid uittilt
– de levensadem van God
die mensen bezielt en in beweging zet.

Acclamatie za: Dat wij volstromen – zo: Alles wacht op U vol hoop

1e lezing: Johannes 14, 8-14
Filippus zei tegen Jezus: “Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen we niet.” Jezus zei: ”Ik ben nu al zo lang bij jullie, en nog ken je me niet, Filippus? Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Waarom vraag je dan om de Vader te mogen zien? Geloof je niet dat ik in de Vader ben en dat de Vader in mij is? Ik spreek niet namens mezelf als ik tegen jullie spreek, maar de Vader die in mij blijft doet zijn werk door mij. Geloof me: ik ben in de Vader en de Vader is in mij. Als je mij niet gelooft, geloof het dan om wat hij doet. Waarachtig, ik verzeker jullie: wie op mij vertrouwt zal hetzelfde doen als ik, en zelfs meer dan dat, ik ga immers naar de Vader. En wat jullie dan in mijn naam vragen, dat zal ik doen, zodat door de Zoon de grootheid van de Vader zichtbaar wordt. Wanneer je iets in mijn naam vraagt, zal ik het doen.
Lied: Wat vrolijk over U geschreven staat

2e lezing: Handelingen 2, 1-11
Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.
In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde. Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring omdat ieder de apostelen en de andere leerlingen in zijn eigen taal hoorde spreken. Ze waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: “Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken? Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal horen? Wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.” Verbijsterd en geheel van hun stuk gebracht vroegen ze aan elkaar: “Wat heeft dit toch te betekenen?”
Acclamatie za: Oren en ogen gaan open – zo: Kom jij, Beloofd

Overweging
In het aprilnummer van De Roerom staat een artikel van Huub Schumacher “Laat Pinksteren begaan!” Hij schrijft over het Pinksterverhaal waarin de Geest die diep in de mens schuilgaat, die Geest wordt opgehaald, die mens wordt vrij gemaakt en zo kan hij of zij de omgeving vrij en heel maken.
Het verhaal van Pinksteren. Geen verslag van een gebeurtenis, liever het verbeelden van een waarheid. De schrijver vertelt over hoe het met de vrienden van Jezus verder gaat. Na zijn dood zijn ze bang geweest, onzeker. Nu, na een tijd misschien, hebben ze kracht gevonden in zijn woorden en daden. De schrijver heeft al duidelijk gemaakt dat Jezus voorgoed weg is. Zijn hemelvaart-verhaal vertelt ons dit. De vraag was dan: hoe gaat het verhaal verder? Komt er een vervolg of is het mooi verhaal tot zijn einde gekomen? In zijn pinksterverhaal laat hij zien dat het zaad door Jezus gezaaid, of liever het zaad door de Eeuwige in ieder mens gezaaid, dit zaad dat diep in Petrus en de anderen lag, dit zaad ontkiemde, zoals het in Jezus zelf gedaan had. (doop door Johannes, woestijn ervaring..) Dit zaad werd geraakt door de Geest, de Eeuwige en kwam tot bewustzijn, tot verstand, kwam tot actie, kwam tot leven.
De mensen in die kamer, achter gesloten deuren, gingen naar buiten. Het zaad van goedheid, van goed denken, van goed doen, dit zaad kwam tot leven en ging stralen. Deze uitstraling maakte anderen wakker, en zo werd de wereld vervuld van de goede boodschap, die het hart blij maakt.
Een oud verhaal, een mooi verhaal. Er wordt iets opgehaald, naar boven gehaald, iets dat mij als mens aanspreekt, omdat er iets in mij zit, in mijn mens-zijn, iets dat mij blijk, heel kan maken.. Het zaad dat in mijn hart ligt, de vonk die sluimert diep in mij als mens, die komt tot leven, die maakt dat ik op mijn beurt die boodschap door wil geven. Wees niet bang, wees jezelf, wees zo goed als God voor jezelf en voor anderen en voor je wereld.
En dan dat ander verhaal, van Johannes. Woorden van Jezus aan zijn leerlingen, dingen die hij aan hen wil doorgeven. De woorden die hij spreekt komen er niet zomaar. Ze komen uit zijn hart, uit de diepste van zijn mens-zijn, zijn goddelijke kant. Zou het deze eigenschap zijn die hij de Vader noemt? Dat wat het diepste in hem leeft? Dat wat hem mens maakt? Het beeld van God?
Pinksteren: de Geest die de mens tot leven wakkert. Om echt mens te zijn, voor zichzelf en voor de anderen.
Roeach in het Hebreeuws, pneuma in het Grieks; wind, adem, geest in het Nederlands. Iets dat niet vast te pakken is, je kunt het niet in je hand vasthouden. Wel mag je het gebruiken: denk aan windmolens die energie geven, bv. Wel moet je het gebruiken; adem om te leven. En wel moet je de geest in je gebruiken, vrij maken om de blijde boodschap na te leven en door te geven.
Moge die roeach ons hart vullen, die Geest die in ons leeft, die we vandaag vieren.
Geloofslied: De Geest des Heren heeft een nieuw begin gemaakt

Voorbede
Eeuwige, tot U bidden we:
voor allen die de daad bij het woord willen voegen
om te werken aan een wereld van vrede en gerechtigheid;
kom hen tegemoet met uw krachtdadige Geest.

Kom over ons met uw Geest

Eeuwige, tot U bidden we:
voor mensen die geen rust kennen, die altijd druk in de weer moeten zijn,
kom hen tegemoet met uw rustgevende Geest.

Kom over ons met uw Geest

Eeuwige, tot U bidden wij:
voor ons hier bijeengekomen om een gemeenschap te zijn
die leeft naar Uw Woord
en die wil getuigen van het geloof, de hoop en de liefde;
kom ons tegemoet met Uw liefdevolle Geest.

Kom over ons met uw Geest

Intenties:

Tafelgebed
Gij die uw gemeente bijeenroept hier en waar ook ter wereld,
die ons raakt met uw woord, die ons kent van gezicht
niet vergeet onze namen, kom over ons met uw geest.

Gezegend zijt Gij om licht en levensadem,
woord en geestkracht.
Om mensen die leven uit kracht van U,
om Jezus van Nazareth, uw Joods kind.
Die ons voorbeeld werd,
die tot op het laatst van zijn levensgang
uw Thora volbracht, toegewijd en trouw.

Die ons leerde gaan op de oude weg van uw liefdeswoord,
naar een goed wijd land waar de dood niet heerst.
Die ons een teken heeft gesteld
waar zijn geest in openbaar en werkzaam is tot op vandaag.

Die op de avond voor zijn dood brood gebroken heeft
en aan zijn vrienden uitgedeeld, met de woorden:
‘Neem en eet, dit is voor jullie mijn leven, mijn lichaam’.

Die ook de beker wijn genomen heeft
dankgebed en zegening uitsprak en heeft gezegd:
‘Drink uit deze beker het is mijn bloedeigen leven
een nieuw verbond met de God, die ons bevrijd heeft
uit het slavenhuis uit de macht van de dood.
Blijf dit doen, denkend aan mij’.

Zo doen wij dan wat hij heeft voorge¬daan
we eten en drinken we delen brood en wijn
teken van geloof dat niets bij God niet kan.

Gezegend zijt Gij om Israël uw heilige wijnstok
waaraan Gij ons deel hebt gegeven
door Jezus uw dienstknecht.
Hem noemende gedenken wij uw gemartelde
vermiste, weggegooide men¬sen;
voor uw aangezicht gedenken wij
de namelozen die zijn afgeslacht oorlog na oorlog.

Gij die uw gemeente bijeenroept
hier en waar ook ter wereld
die ons raakt met uw woord die ons kent van gezicht,
niet vergeet onze namen, kom over ons met uw geest.
Lied zo: Onze Vader verborgen

Vredeswens za: Wat altijd is geweest

Communie za: God is die goed is – zo: Lieve vuurwind

Mededelingen

Slotgedicht: van Jan Mul
De Geest drijft op de wind en overstijgt de bergen
en zoekt in diepe dalen het mensenkind
dat in zichzelf verloren, vertwijfeld zwijgt in alle talen,
totdat de adem van Gods Geest
het vlammend vuur ontsteekt
en met zijn warme gloed de tegenstand verbreekt,
dan rijst vanuit de diepte naar omhoog,
een nieuwe schepping voor Gods oog,
als licht dat uit de schaduw van de nacht,
het leven tot bevrijding bracht,
voor tijd en eeuwigheid.

Zegen en wegzending

Slotlied za: Aan wat op aarde leeft – zo: Hierheen Vrouwe ademtocht

Nog geen reacties

Reactie plaatsen