San Salvatorgemeenschap 7/8 jan 2017
Thema: Er gaat iets nieuws beginnen..veranderd
Voorganger: John Parker
Muzikale ondersteuning: Melodiek

Openingslied: Vanwaar zijt Gij gekomen

Inleiding:
Welkom, wie je ook bent, wat je ook komt zoeken. De kerstboom is weg; het kerstfeest is voorbij. Nog een paar weken voordat het licht terugkomt, voordat de akkers worden bewerkt, zaad wordt gezaaid; het leven keert terug.
Maar als laatst deel van het Kerstverhaal wordt ons het feest van 3 koningen aangeboden. Een mooi verhaal, maar wat heeft het met het verhaal van een joodse Messias te maken? De omstandigheden zijn anders als dit verhaal geschreven werd. Er is iets veranderd in het bewustzijn van die eerste christenen. Ze hebben iets meer begrepen van de boodschap van die mooie mens Jezus. Een nieuw inzicht.

Voordat we naar onze lezingen uit de Schrift luisteren, laten we even stil worden, laten we ons hart spreken.

Bezinning:
Eeuwige, Levende, wij herhalen oude woorden, eeuwenoude verhalen die onze voorouders en ons over jou willen vertellen, die jou willen omschrijven, die jou dichterbij ons willen brengen, aanwezig onder ons. Alleen redden wij het niet; wij hebben een droom nodig, iets groots, iets goeds, en de woorden die over jou spreken en zingen voeden onze droom, geven ons hoop en vrede. Wees gezegend, wees een zegen, aanwezig hier bij ons. Amen.
Acclamatie: Wees hier aanwezig

1e lezing: Jesaja 60, 1-6
Sta op en schitter, je licht is gekomen,
over jou schijnt de luister van de Heer.
Duisternis bedekt de aarde, en donkerte de naties,
maar over jou schijnt de Heer, zijn luister is boven jou zichtbaar,
Volken laten zich leiden door jouw licht, koningen door de glans van je schijnsel.
Open je ogen, kijk om je heen; ze stromen in drommen naar je toe, je zonen komen van ver, je dochters worden op de heup gedragen.
Je zult stralen van vreugde als je het ziet, je hart zal van blijdschap overslaan.
De schatten van de zee zullen je toevallen, de rijkdom van vreemde volken valt je in de schoot.
Een vloed van kamelen zal je land overspoelen, jonge kamelen uit Midjan en Efa.
Uit Seba komen ze in groten getale beladen met wierook en goud.
Zij verkondigen de roemrijke daden van de Heer.
Lied za: De lucht is een wonder – zo: Een stad zal uit de hemel dalen

2e lezing: Matteus 2, 1-12
Toen Jezus geboren was in Betlehem in Judea, ten tijde van koning Herodes, kwamen er uit het Oosten magiërs in Jeruzalem aan. Ze vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Want wij hebben zijn ster zien opkomen en wij zijn gekomen om Hem te huldigen.’ Toen koning Herodes hiervan hoorde, schrok hij, en heel Jeruzalem met hem. Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen en wilde van hen weten waar de Messias geboren zou worden. Ze zeiden hem: ‘In Betlehem in Judea. Want zo staat het geschreven bij de profeet: Betlehem, land van Juda, u bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda, want uit u zal een leider voortkomen, die herder zal zijn van mijn volk Israël.’
Toen riep Herodes de magiërs in stilte bij zich en vroeg nauwkeurig naar de tijd waarop de ster verschenen was. Hij stuurde hen naar Betlehem met de woorden: ‘Ga een nauwkeurig onderzoek instellen naar het kind. Wanneer u het gevonden hebt, laat het mij dan weten; dan kan ook ik het gaan huldigen.’ Toen ze de koning aanhoord hadden, gingen ze weg. Opeens ging de ster die ze hadden zien opkomen voor hen uit, tot ze bleef staan boven de plaats waar het kind was. Toen ze de ster zagen, werden ze met buitengewoon grote vreugde vervuld. Ze gingen het huis binnen en zagen het kind met zijn moeder Maria. Ze vielen op hun knieën en huldigden het. Ze haalden hun schatten tevoorschijn en gaven Hem goud, wierook en mirre als geschenk. En omdat ze in een droom gewaarschuwd waren om niet naar Herodes terug te keren, namen ze de wijk en gingen ze langs een andere weg naar hun land terug.
Acclamatie: Blijf niet staren op wat vroeger was

Overweging
Soms word ik gedwongen om dingen bij te stellen; gedachten, ideeën, zelfs meningen. Je wordt ouder, je hebt meer ervaring, je leert dat je niet altijd gelijk hebt, dat je niet alles weet, of dat je niet meer zoveel weet als je dacht te weten. Iets dat we allemaal gemeen hebben.

De schrijver van ons verhaal uit het evangelie heeft dit ook mee gemaakt. Hij heeft Paulus hun wereld door zien reizen, de boodschap van Jezus aan allerlei volkeren zien verkondigen, ook aan niet-Joden dus. Een grote verandering, want voor de jonge Mattheus was Jezus dé Messias, de redder van Israël, van het joodse volk. De eerste verkondiging was gedaan met de bedoeling de joden te overtuigen van de komst van de beloofde Messias in de persoon van Jezus. Heel vroeg werd de boodschap van Jezus aan niet-Joden doorgegeven, en aangenomen, en er kwam een conflict tussen de 2 groepen verkondigers. In het concilie van Jeruzalem werd er besloten dat ook niet-joden recht hadden om het goede nieuws te horen, zonder verplicht te zijn om joods te worden. Een hele verandering in de mentaliteit, in het geloof zelf. De 2 kanten van dat conflict zijn in het evangelie terug te vinden. Bijvoorbeeld, in een verhaal zegt Jezus dat hij alleen voor de kinderen van Israël gekomen is; in ons verhaal vandaag horen we de andere kant: ook vreemdelingen mogen erbij zijn. Iedereen van goede wil mag erbij horen.
Her duurde lang voordat deze verandering door iedereen geaccepteerd werd. En door de eeuwen heen zijn vele dingen veranderd binnen het christelijk geloof. Zelfs in tijden waar het geloof stil lijkt te staan, komt er uiteindelijk verandering, vernieuwing. Meestal stapsgewijs, meestal begint het onderaan bij gewone mensen, kleine groepen, geloofsgemeenschappen. En het groeit, als het goed is, en juist, en trouw aan het goede nieuws van het begin. Als de maatschappij verandert, als het zich ontwikkelt en groeit, zou ook zo de manier van geloven kunnen groeien. Gelovigen hebben zoveel groots gedaan: in het onderwijs, in de gezondheidszorg, in het helpen van de kleinsten der aarde om een beter leven te mogen hebben. Deze laatste heeft ook veel groei gemaakt door de jaren heen. 50 jaar geleden was de insteek heel anders als vandaag.

Even tussendoor: heel fijn dat er overal in organisaties die opkomen voor de medemens, Salvatorianen te vinden zijn. Ook goed om te noemen is dat velen pastoraal bezig zijn; dat wil zeggen, open, luisterend naar wat de ander wil zeggen, ook bereid om hun eigen verhaal af en toe te uiten.

Andere dingen nemen blijkbaar meer tijd om te veranderen. Er zijn nog steeds delen van de christelijke geloofsgemeenschap bijvoorbeeld, waar vrouwen geen gelijkwaardige plaats hebben aan mannen. Er zijn nog steeds delen van de christelijke geloofsgemeenschap waar het verboden lijkt om na te denken, waar de bevestigde orde wordt kost wat kost in stand gehouden.
Misschien verandert het geloof niet, maar de mens en de maatschappij blijven zich ontwikkelen. Hoe een mens het geloof bekijkt ontwikkelt zich ook. Toen ik een kind was dacht ik als een kind; nu ben ik ouder en ik kijk anders naar het geloof, om woorden van Paulus te gebruiken.
Om kracht te geven aan zijn verhaal heeft de schrijver oude beelden van de profeten van Israël geleend. Jesaja had gesproken, in onze eerste lezing, van de terugkeer van ballingen naar Israël, en de komst van vreemdelingen om de herbouwde stad Jeruzalem te bejubelen. Om de heilige stad te eren komen ze met goud en wierook, koninklijke cadeaus. Dezelfde cadeaus brengen de magiërs om het kindje in Bethlehem te eren, met iets extra’s: mirre, om het kind te zalven, symbool van de zalving van Jezus na zijn dood. Een voorspelling van het einde van het verhaal van Mattheus, de dood van Jezus.
Maar zover zijn wij nog niet. Onze verhalen vandaag gaan over openheid, over vernieuwing, over verandering, over groei. Groei als mens, groei als gemeenschap, groei als gelovigen.
Geloofslied za: Licht dat ons aanstoot – zo:   Dat een nieuwe wereld komen zal

De tafel wordt klaargemaakt en er wordt gecollecteerd.

Voorbede
God, die heeft gezegd met ons te zijn, wij vragen jouw zegen voor al jouw schepping, voor mensen die angstig wachtend hopen op een gunstige uitslag: vluchtelingen, patiënten, ouders, werkzoekenden; dat zij vertrouwen krijgen en steun mogen ervaren van lieve mensen die met hen meeleven.

Laat onze woorden stijgen

Eeuwige, wij vragen zegen voor allen die een belangrijke invloed uitoefenen op het welzijn van anderen: politici, rechters, artsen, hulpverleners, opvoeders; dat zij in de uitoefening van hun werk bescheiden, betrokken en dienstbaar zijn.

Laat onze woorden stijgen

God, wij vragen zegen voor ons allen hier bijeen, mensen van deze geloofsgemeenschap die geloven dat het in de wereld anders kan, dat wij steun vinden in ons samenzijn, en in onze gemeenschappelijke hoop.

Laat onze woorden stijgen

Er wordt gebeden voor de intenties

Tafelgebed
Jezus:
Het was in de dagen van mijn jeugd
dat mijn vader Jozef vertelde over God.
Hij zei:

Jozef:
De stad waarin wij wonen is niet de stad zoals God die heeft bedoeld.
Maar eens zal die er zijn
de stad van vrede
die de hele wereld omvat
waarin mensen gelukkig zijn
een voor een en allemaal samen.
Eens zal er geen arm of rijk meer zijn
geen koningen, geen slaven
geen honger, geen vijandschap
maar licht en brood genoeg
voor iedereen.
Zo is het visioen van God
Stad van vrede in uw midden

Jezus:
Het was alsof Maria, mijn moeder,
verder zong als ze zei:

Maria:
Mensen bouwen aan die stad door goed te doen.
God is de stem die in mensen spreekt
die hen zegt wat goed is.
Hij spreekt ook in jou, Jezus
je mag Hem noemen met de naam
die jou het liefste is
Vader of Moeder, Liefde, Licht en Herder.
veral zijn er mensen te vinden
die doen wat goed is.
Als je goed kijkt zie je ze gaan
naar een betere wereld.
Er waar mensen gaan, steeds meer
daar wordt het een begaanbare weg.
Jij kunt met ze mee.
Misschien ga je wel voorop
Waarom zou je niet, Jezus.
Waarom zou je altijd maar wachten
op een ander die komen moet?
Als jij voorop zult gaan
zal de stad van vrede dichterbij komen.
Dan mag je roepen:
“Het is al begonnen, merk je het niet”?
Stad van vrede in uw midden

Jezus:
Het was al in de dagen van mijn jeugd
dat we s’avonds aan tafel gingen
en Maria het dankgebed deed.
Dan nam zij brood, brak het,
gaf Jozef en mij een stukje
en bad stilletjes voor zich uit:

Maria:
Gij die God zijt, wij danken U
dat wij mogen eten en drinken
van wat de wereld biedt.
Geef iedere dag aan alle mensen
brood genoeg
en help ons die hier aan tafel zijn
om te breken en te delen:
alles wat we zijn
alles wat we hebben.

strong>Jezus:
En de beker liet zij rondgaan
we dronken er uit
terwijl mijn moeder bad:

Maria:
Eens zullen we drinken met alle mensen
uit dezelfde beker in een nieuwe stad.
God geve ons die nieuwe stad van vrede.

Stad van vrede in uw midden

Jezus:
Zo heb ik van vader en moeder geleerd
om op te staan
een straat, een stad verder te gaan
over het breekbare water van
“kan ik dat wel? Moet ik dat doen”?
Van hen heb ik geleerd
de vermoeiden thuis te brengen
zieken te behouden,
jonge vurige gezichten
in de ogen te zien
en samen met hen te zingen:

“Deze wereld zal eten.
Overal waar gras is
zal ook brood zijn
overal waar doornstruik is
zal regen vallen
’n regen van verzet.
Machtigen worden van hun troon gestoten
en een kind zal koning worden.
Hij die ons aller Vader is
zal ons de kracht geven en de geest
om te doen wat moet gedaan.
Want zo heb ik van thuis-uit leren bidden:
Onze Vader……

Vredeswens
Vredeslied za: Vrede voor jou – zo: Shalom aleichem

Iedereen wordt van harte uitgenodigd aan de tafel van brood en wijn.

Communielied za: Uit uw hemel zonder grenzen
zo:
We three kings of orient are

Goed om te weten

Slotgedachte:  (van H. Boerkamp)
Een man komt bij de hemelpoort met een mooie grote zware edelsteen in zijn hand. Petrus vraagt hem wat dat voor een steen is. “Dat is de waarheid,” antwoordt de man. En op dat ogenblik laat hij hem per ongeluk uit zijn hand vallen. Hij ziet hem tot zijn ontzetting steeds sneller naar de aarde vallen, totdat hij in miljoenen stukjes op de aarde uiteenspat. De man is vreselijk ontdaan. Petrus merkt dat en zegt: “Kalm maar, wees niet zo bedroefd, het is zo erg niet, nu kan iedereen op aarde een klein stukje van de waarheid hebben.”
“Dat weet ik wel,” zei de man, “daar ben ik ook niet zo ontzet over. Het erge is dat nu iedereen zal gaan denken dat zijn kleine stukje de héle waarheid omvat.”

Zegen en wegzending

Slotlied: Nu zijt wellekome.

Nog geen reacties

Reactie plaatsen