Rechtvaardigheid en vrede

Elk blad ademt de boom tot leven

San Salvatporgemeenschap 16 – 17 feb 2013
BRONNEN VAN LEVEN
Thema: Rechtvaardigheid en vrede
Eerste weekend van de vastentijd
Voorgangers: Werkgroep Vastenaktie en Erick Mickers

Openingslied: Voor mensen die naamloos

Welkom
Afgelopen woensdag waren we met een klein gezelschap hier bijeen. Met elkaar hebben we stil gestaan bij onze eigen woestijnen en onze oases. Het is de woestijn die leidt tot het inzicht van onze eindigheid en onze kwetsbaarheid. Het is de oase die ons doet beseffen dat het gaat om het leven, hier en nu.
We hebben nagedacht wat onze kleine en grote beproevingen zijn van het leven. Wat ons klein maakt en weerhoudt echt te leven hebben we letterlijk achter ons verbrand om opnieuw te beginnen. Het was het officiële begin van de vastentijd. Een begin waarbij we ons zelf uitdagen om actief met het leven bezig te zijn. Ons eigen leven en dat van anderen. Dat is de vastentijd. En.. zoals het ons wordt gezegd in de Bijbel, dat we doen op een vreugdevolle manier. Aan ons zal niemand zien dat wij vasten. Want wat is er nu mooier om het leven tot haar recht te laten komen.
Met elkaar willen we dat in de komende weken proberen. We gaan op zoek naar bronnen van leven.
Geestelijke bronnen die ons worden aangereikt door verhalen uit de Bijbel, door ons samenzijn en met elkaar biddend en zingend het leven te vieren.
Praktische bronnen die heel concreet bijdragen aan het goede leven. We gaan ontdekken dat het Indian Institute for Mother and Child verschillende bronnen van leven aanreikt aan moeders en kinderen in India. U ziet ze daar al staan op het bronnendoek. En wij gaan hen daarbij helpen. De folder die u op uw stoel vond geeft informatie over onze vastenactie van dit jaar. Elke week besteden we daar aandacht aan. Vandaag wordt een eerste aanzet gemaakt door Arie Kramer, Charles Verhoeven en Diny Heijmans die actief zijn in de werkgroep vastenactie. Zij hebben deze viering samengesteld en gaan vandaag mee voor. Daarnaast hebben zij hebben er ook voor gezorgd dat uw bijdrage met 50% wordt verhoogd door Cordaid. Dat wil dus niet zeggen dat u minder hoeft te geven, maar vooral dat er meer waterpompen of toiletgroepen gemaakt kunnen worden.
Vandaag een eerste aanzet, met elke week terugkerende aandacht voor de bronnen van leven.
In het vijfde weekend van de vasten zullen mensen van de Nederlandse afdeling van Indian Institute for Mother & Child aan het woord komen. Ik denk dat de meesten van u hen wel kent, namelijk Ben en Rieky van Houten en Peter Thijssen. In dat weekend kunt u, naast wat u vandaag en de komende weken per bank overmaakt, u portemennee helemaal leegschudden ten behoeve van dit project.
Mogen de komende vieringen bronnen van leven zijn voor ons en mensen in India.
Opdat er vrede en rechtvaardigheid is voor iedereen.
Mogen we dat elkaar toe wensen,  en met gebed de viering openen:
in de naam van de vader, de Zoon en de heilige geest. Amen.

Gebed
God van alle leven, bidden is mij niet gegeven,  als ik kinderen in ontwikkelingslanden zie,
misbruikt door westerse toeristen,  als werkslaven dag aan dag uitgebuit,
gebroken en nauwelijks te eten.
Het huilt in mij, als ik daaraan denk.
Laat mijn huilen maar mijn bidden zijn.

God van alle leven, bidden is mij niet gegeven,  als ik de vrije markt zie heersen,
de sterken over de zwakken,  de kleine man en vrouw op de plantages,
gekleineerd en nooit zeker van de dag van morgen.
Het breekt in mij, als ik daaraan denk.
Laat dan mijn breken maar mijn bidden zijn.

God van alle leven, bidden is mij gegeven,  als ik huilen kan,
als ik breken leer  om zoveel onrecht en zoveel leed,
als uw visioen van een menswaardig leven
ook in mijn hart kan bestaan.
Lied: een schoot van ontferming

Eerste lezing: Tegen wil en dank – door Jan van Opbergen naar de profeet Jeremia, hfdst.20
God, U bent me er een!  Ik Jeremia mag het zeggen, maar U blijft buiten schot.  U hebt mij verlokt met uw gedachten van vrede en gerechtigheid.
Maar ik zit met onbegonnen werk.  Af en toe denk ik: was ik er maar nooit aan begonnen  en had ik u maar uit mijn gedachten gebannen;
een streep door mijn roeping, het mes in mijn herinnering.
Maar God, u hebt mij verlokt en ik liet mij verlokken.  U was mij te sterk. U hebt gewonnen en houdt mij gevangen  in het kielzog van uw meeslepende gedachten!
Van mijn baan lusten de honden geen brood  en de mensen lachen mij uit en zeggen: te gek, of simpele ziel.  Dus nam ik mij voor: ik stop er mee en schrijf gerechtigheid en vrede
als veel te grote woorden in het boek van ‘stil vergeten’.  Maar het bloed bleef kruipen waar het niet kan gaan,  en U bleef woeden in mijn hart als een laaiend vuur.  En zo moet ik toch van U spreken, tegen wil en dank.  Maar mag ik dan ook rekenen op U,  en wilt U mij terzijde staan om het vol te houden?
Dan wil ik toch blijven zeggen:  dat U de toekomst bent voor de armen,  dat onder de mensen vrede en gerechtigheid elkaar zullen ontmoeten  en meer van die onmogelijke en ondenkbare zingen.

Tussenzang za: Voor kleine mensen – zo: Wat in stilte bloeit

Tweede lezing uit de Brief van Jacobus 2:1-5 en 14-18
Broeders en zusters, het geloof in Jezus Christus staat niet toe, dat u mensen op hun uiterlijk beoordeelt. Stel dat uw samenkomst wordt bezocht door iemand die prachtige kleren en gouden ringen draagt, en tegelijkertijd door een arme in vodden.
Als u dan de eerste met alle zorg omringt en tegen hem zegt: ‘Neemt u plaats, hier zit u goed’, terwijl u tegen de tweede zegt: ‘Ga daar maar staan of ga maar bij mijn voetenbank op de grond zitten’,
maakt u dan geen ongeoorloofd onderscheid en wordt uw oordeel niet door verkeerde overwegingen bepaald?
Broeders en zusters, wat heeft het voor zin als iemand zegt te geloven maar hij handelt er niet naar? Zou dat geloof hem soms kunnen redden? Als een broeder of zuster nauwelijks kleren heeft en elke dag eten tekort komt, en een van u zegt dan: ‘Het ga je goed! Kleed je warm en eet smakelijk!’ zonder de ander te voorzien van de eerste levensbehoeften – wat heeft dat voor zin?
Zo is het ook met geloof: als het zich niet daadwerkelijk bewijst, is het dood. Maar dan zegt iemand: ‘de een gelooft, de ander doet’. Laat mij maar eens zien dat je kunt geloven zonder daden; ik zal u door mijn daden tonen dat ik geloof.
Acclamatie: Groot is de wereld

Overweging
Het gebeurde op een gewone doordeweekse dag in een gezin van gelovige mensen. Vader bad aan tafel voor het eten: “Heer wij danken U voor deze gaven die wij van uw mildheid ontvangen.” Dit was dagelijks gebruik. Tot op een avond een van de kinderen zegt: “Papa, hebben de kinderen in Afrika een andere God dan wij?” “Hoe bedoel je dat”, reageert vader die zo gauw geen antwoord weet. “Nou, als wij God bedanken voor al het eten dat we van Hem krijgen, dan is het niet eerlijk. De meneer op school zei, dat er in Afrika honderdduizenden kinderen zijn die dood gaan van de honger. Dan hebben zij daar zeker een andere God.”
Kinderen kunnen in alle eenvoud vaak onthutsende vragen stellen. Wij hebben in deze vastentijd als concreet ontwikkelingsproject Mother and Child, Moeder en Kind, in India. Wij vinden het hier in Nederland vanzelfsprekend dat we elke dag te eten hebben. Als het erg moeilijk wordt hebben we de voedselbank. Maar voor de duizenden kinderen in de dorpen in het werkgebied van dat project Mother and Child is elke dag eten in de meest letterlijke zin een onmisbare “bron van leven”. En het thema van onze vastenaktie is dit jaar “Bronnen van Leven”. Wij bidden “Geef ons heden ons dagelijks brood” ook weer in deze viering, bijna achteloos. Zeggen wij daarvoor dank aan de Heer, dank voor zijn mildheid?
Toch willen wij die jongen niet afvallen. Hij verbaast zich er over dat God aan de westerse mensen dagelijks eten geeft en niet aan talloze kinderen en hun moeders in Afrika en Azië. Daar klopt iets niet.
Het zo vertrouwde beeld van God als de schenker van alle goeds hebben we in ons taalgebruik los gemaakt van onszelf. Wij zeggen wel vaak dat wij de handen en voeten van God zijn, maar dan onthoudt niet God maar wij mensen het noodzakelijke voedsel aan vele mede-mensen. Niet God verdeelt het voedsel op deze wereld maar wij mensen worden geacht dat te doen.
Als rechtvaardigheid een bron van leven is, moeten wij zelf die bron willen zijn. We moeten vooral niet te makkelijk God er bij halen. Als we dat in het Onze Vader doen, dan is dat geen vrijblijvend gebed. Die jongen in het verhaal vond het niet eerlijk van God; maar de oneerlijkheid zit bij mensen. De moeders en kinderen in het project Mother and Child in India mogen rekenen op ons. En dat kunnen zij doen met groot vertrouwen als wij ruimte geven aan Gods goede Geest die als een laaiend vuur brandt in ons hart, zoals we in de eerste lezing hoorden. Er is toekomst voor de armen als God niet wordt losgemaakt van ons mensen, als vrede en gerechtigheid elkaar ontmoeten als stromende bronnen van leven.
Geloofslied: De woorden die wij spraken

Collecte met muzikaal intermezzo

Voorbeden met: Kom adem ons open
God van alle leven,
ga met ons mee in de zorg voor een wereld,
zoals kinderen die van ons verwachten.

Kinderen dromen van een wereld
waarin zij samen met hun moeders gelukkig kunnen zijn,
en vertrouwen kunnen hebben in de dag van morgen;
help ons zo’n wereld te maken.

Kom, adem ons open

Kinderen dromen van een wereld
waarin de aarde voldoende voedsel voortbrengt,
niemand ellendig van honger,
laat ons daar voor zorgen.

Kom, adem ons open

Kinderen dromen van een wereld,
waarin mensen met elkaar delen, een dagelijks wonder,
niemand alleen gelaten, niemand zonder uitzicht,
laat door ons die droom werkelijkheid worden

Kom, adem ons open

We leggen bij Jou neer,
de gebeden geschreven in dit boek,
de gebeden die klinken in ons hart
de gebeden die gevraagd zijn:
voor de zieken onder ons, en voor diegene die ons zijn ontvallen.
Wil er zijn – met uw licht – opdat er leven is

Tafelgebed
Jij hebt ons gezien vanaf het begin,  alle mensen, geschapen naar jouw idee van leven,
om in vreugde te leven en gelukkig te zijn, om mens te zijn met velen,
dichtbij met dierbaren en vrienden,  veraf met alle mensen en volken,
om te eten uit elkaars handen,  om te sterven in elkaars armen,
om te rusten in elkaars herinnering  tot over de grenzen van de dood.
God, jij hebt ons gezien vanaf het begin,  om op te bouwen een leefbare wereld,
om te slechten de bergen van onrecht,  om te dempen de kloof tussen arm en rijk,
om te beleven dat wij elkaars naasten kunnen zijn,  over alle drempels en grenzen heen.

Geef ons de moed om de weg te gaan  van die unieke mens Jezus van Nazareth,
die ons werd doorverteld, als een broer,  als een lotgenoot van allen die lijden
aan deze nog ongelijk verdeelde wereld.
Die laatste avond ging Hij aan tafel  met zijn vrienden en zei:
Nog één keer wil ik met jullie eten en drinken,  voordat mijn leven is voltooid.
Toen nam Hij brood, brak het,  gaf het aan zijn vrienden en zei:
jullie zullen mij herkennen  in het breken van het brood.
Wees zo ook voor elkaar aanwezig,
deel het leven met elkaar, zo immers heb ik geleefd,
Toen nam Hij een beker, gaf die aan zijn vrienden en zei:
Drinkt allen uit deze beker  de zachte wijn van bemoediging,
de zachte wijn van vreugde en verdriet,  samen gedeeld en beleefd.
Blijft dit doen met elkaar, ook als ik er niet meer ben.
God van alle leven, ga met ons mee,  geef ons de geest van menselijkheid,
in het gebaar dat wij hier maken: brood delen,
opdat de wereld voor allen bewoonbaar wordt,  voor kinderen en volwassenen,
en wij niet scheiden wat jij hebt verbonden,  mensen en volken met elkaar,
gelovige mensen uit vele tradities,  die jou vader noemen,
zoals Jezus van Nazareth dat deed;
daarom bidden wij tot jou:
Onze Vader
Vredeswens met: In het laatste van de dagen

Uitnodiging communie
Communielied: God die goed is

Slotgedachte
Ik ben dr. Sujit.
Mijn organisatie, Institute for Indian Mother & Child, bezoekt veel afgelegen dorpen om voorlichting te geven over o.a. voeding en hygiëne.Voor mij zijn vrede en rechtvaardigheid begrippen die niet los kunnen staan van voorlichting en ontwikkeling.
Laatst in een grensplaatsje vlak bij Bangladesh, zaten 300 moeders en hun kinderen op ons te wachten. We laten de verschillende soorten groente en fruit zien. Vertellen hen dat ze iedere dag iets moeten eten in de kleuren van de Indiase vlag (geel – oranje / wit / groen). We maken duidelijk dat gezondheid te maken heeft met goede voeding, met schoon water en hygiëne. Dat rijst met dal alleen niet genoeg is. Dat ze niet uit de rivier moeten drinken. Gaandeweg komen ook mannen op zo’n bijeenkomst. Iedereen heeft er recht op te weten wat goed voor hen is.
Meer kennis zorgt voor een andere houding. Pas dan ontstaat rechtvaardigheid. Pas dan kun je in vrede met elkaar aan tafel.
Dat doen we ook, telkens als afsluiting van zo’n bijeenkomst. Een gezonde maaltijd voor iedereen.
Zegenwens

Slotlied za: Wonen overal nergens thuis – zo: Te doen gerechtigheid

Nog geen reacties

Reactie plaatsen