Met hart en ziel, met huid en haar

Elk blad ademt de boom tot leven

San Salvatorgemeenschap 19 apr 2015
Thema: Met hart en ziel, met huid en haar
Voorganger: Corrie Dansen
Muzikale ondersteuning: de Cantorij

Vooraf aan de viering klinkt er muziek
 Lied: “Ken je mij?”

Welkom
Lieve mensen, van harte welkom bij deze viering in het tweede weekend na Pasen. Voelen we het nog, de vreugde en de hoop die we met Pasen ervaren hebben bij de ontdekking dat leven sterker is dan de dood? Of raakt die ervaring al weer wat op de achtergrond? “ Ken je mij, wie ken je dan, weet je mij beter dan ik.” Een lied van verlangen naar gekend worden, aanvaard, met al je mooie en schaduwkanten. Een lied van tot leven komen. Meer dan tweeduizend jaar geleden werd dat andere lied van verlangen gezongen, het Hooglied. We luisteren vandaag naar de prachtige poëzie van dat lied. Ter ere van het Hooglied is er in deze ruimte vandaag speciaal aandacht voor onze zintuigen.  We luisteren ook naar de eerste brief van Johannes. Laten we ontdekken wat deze lezingen ons kunnen vertellen over leven en tot leven komen. Worden we eerst stil om ruimte te laten ontstaan in onszelf.

Gebed
Lieve God, Jij, de enige voor wiens ogen
niets is verborgen van onze naaktheid,
mogen we in de ruimte van ons hart ons
verbonden voelen met Jou en met elkaar.
Lied za: Laat onze woorden stijgen – zo: Weet je waarom ik er ben

Luisteren we naar het lied over de liefde en naar wat Johannes ons wil vertellen. In het Hooglied wordt de liefde tussen een man en een vrouw bezongen. Wij denken niet dat het geslacht er iets toe doet. Ik vind het in dat verband wel mooi dat er dit weekend alleen vrouwelijke lectoren zijn.

Eerste lezing: Hooglied 1:2 – 17
Zij
Laat hij mij kussen, laat zijn mond mij kussen! Jouw liefde is zoeter dan wijn, zoet is de geur van je huid, je naam is een kostbaar parfum. Daarom houden de meisjes van jou. Neem mij met je mee. Laten we rennen!
Mijn koning brengt mij in zijn kamers.
Laten we juichen en zingen om jou!
Laten we jouw liefde prijzen, meer nog dan wijn.
Natuurlijk houden de meisjes van jou!
Meisjes van Jeruzalem, donker ben ik, en mooi, als de tenten van Kedar, als het doek van Salomo’s tenten. Kijk niet op mij neer omdat ik donker ben, omdat de zon mij heeft gebrand. Mijn moeders zonen waren hard voor mij: ik moest hun wijngaarden bewaken. Mijn eigen wijngaard heb ik niet bewaakt.
Zeg mij toch, mijn allerliefste, waar laat jij je kudde weiden, waar laat jij die ’s middags rusten? Laat me toch niet dwalend langs de kudden van je vrienden gaan.
Hij
Als je mij niet vinden kunt, mooiste van alle vrouwen, volg dan het spoor van de kudde, weid je geiten waar de herders schuilen.
Vriendin van mij, met een merrie voor farao’s wagen vergelijk ik jou! Hoe lieflijk zijn je wangen en je ringen, hoe sierlijk zijn je hals en je ketting. Laten we een gouden sieraad voor je maken, bezaaid met zilveren stipjes.
Zij
Nu mijn koning op zijn rustbed ligt, geurt mijn nardus zoet. Mijn lief is mij een bundel mirre, hij slaapt tussen mijn borsten. Mijn lief is mij een hennatros in de wijngaarden van Engedi.
Hij
Je bent zo mooi, vriendin van mij, je bent zo mooi! Je ogen zijn duiven.
Zij
Wat ben je mooi, mijn lief, wat ben je bekoorlijk. Het groen is ons bed, de balken van ons huis zijn ceders, de binten zijn cipressen.
Lied za: Al heb ik hoge woorden – zo: Kom in mij

Tweede lezing: 1 Johannes 1- 7a
Wat er was vanaf het begin, wat wij gehoord hebben, wat wij met eigen ogen gezien en aanschouwd hebben, wat onze handen hebben aangeraakt, dat verkondigen wij: het Woord dat leven is. Het leven is verschenen, wij hebben het gezien en getuigen ervan, we verkondigen u het eeuwige leven dat bij de Vader was en aan ons verschenen is. Wat wij gezien en gehoord hebben, verkondigen wij ook aan u, opdat ook u met ons verbonden bent. En verbonden zijn met ons is verbonden zijn met de Vader en met zijn Zoon Jezus Christus. Wij schrijven u deze brief om onze vreugde volkomen te maken.
Dit is wat wij hem hebben horen verkondigen en wat we u verkondigen: God is licht, er is in hem geen spoor van duisternis. Als we zeggen dat we met hem verbonden zijn terwijl we onze weg in het duister gaan, liegen we en leven we niet volgens de waarheid. Maar gaan we onze weg in het licht, zoals hijzelf in het licht is, dan zijn we met elkaar verbonden.
Acclamatie: za: Licht zal ons leven zijn – zo: Bij u is de bron van het leven

Overweging
Lieve mensen, ervaren jullie dat ook, hoe mooi het Hooglied is? Het lied der liederen, een gedicht over twee geliefden. Hun verlangen naar elkaar, een zoektocht, vol gevaar soms, met allerlei emoties: van wanhoop, hoop, jaloezie, onzekerheid en zeker weten “wij horen bij elkaar”. Een tekst die een beeld schetst van passie, zinnelijkheid en vreugde. Van liefde vol overgave, met hart en ziel, met huid en haar zich aan elkaar toevertrouwend. De tekst zindert, roept alle mogelijke kleuren op, raakt alle zintuigen, is een beeld van leven en vruchtbaarheid. Het Hooglied is te mooi om zomaar een keer bij stil te staan. Ik zie het al voor me: een speciale bijeenkomst, waarbij we het met ons allen zingen, dansen en zeggen. Een idee voor een zondagmiddag deze zomer?
Toen ik een jaar of twaalf, dertien was hebben we eens met een groepje vriendinnen elkaar voorgelezen uit het Hooglied. We zijn vast niet de enigen geweest die zoiets gedaan hebben. Het voelde spannend en een beetje verboden. We werden er giechelig van, het deed ons hart sneller kloppen. En dat doet het nog steeds, het Hooglied blíjft een lied dat dat doet. Mocht de boodschap van Pasen al een beetje op de achtergrond zijn gedrongen, dan voel je nu weer dat je leeft, dat het bloed weer tot in je vingertoppen tintelt. Zo geeft het Hooglied een nieuwe impuls tot leven. En er is meer.
De geliefden hoeven geen van beiden te voldoen aan een reclameplaatje van hoe de ideale man of vrouw er uit hoort te zien. Misschien is zij wel te donker zon gebrand door haar werk buiten en is hij niet zo mooi als de schoonheidswetten voorschrijven. Misschien heeft een van tweeën puistjes of haar dat niet zitten wil. Misschien is hun lichaam oud, zijn hun handen gekromd, rimpelt hun huid. Maar dat doet er niet toe. Wat telt is dat ze van elkaar houden en naar elkaar verlangen. Dat ze houden van wie ze in wezen zijn. En ze mogen beiden initiatief nemen, er is gelijkwaardigheid tussen hen, de een is niet meer dan de ander. Er is geen dwang, geen machtsvertoon, geen chantage of overheersing. Wat er wel is, is wederzijdse instemming. Er is sprake van vrijwillig toevertrouwen aan elkaar. Zo laat het Hooglied ons zien hoe relaties tussen mensen leven gevend kunnen zijn, namelijk als we recht doen aan onszelf en ons oprecht verbonden hebben met elkaar. En er is meer.
Het Hooglied appelleert op ons als mensen van vlees en warm bloed. Met een lichaam dat ons in staat stelt in contact te treden met de wereld en de mensen om ons heen, hier en nu. Ook Johannes benadrukt het: we hebben het gehoord, met eigen ogen gezien, onze handen hebben het aangeraakt, datgene wat leven geeft. Wij hebben Jezus meegemaakt en met al onze zintuigen ervaren dat wat hij deed leven geeft, dat wij door hem in het licht konden leven.
Wat was het dat Jezus deed, als mens van vlees en warm bloed, als een levend lichaam? Ik stel me voor dat hij zei: “Dit is mijn lichaam. Ik neem je in mijn armen als je getroost wil worden. Ik neem je in mijn armen als ik je wil laten merken dat ik om je geef. Neem jij mij in je armen als ik getroost wil worden? Als je om me geeft? Ik streel je arm, geef een klop op je schouder als je ven contact wil.  Doe jij dat bij mij als je ziet dat ik dat nodig heb? Ik hoor de eenzaamheid in je stem en geef je een blik van verstandhouding. Ik zie je levensvreugde en geef je een knipoog. Wil jij dat bij mij doen? Het maakt niet uit of je lichaam mooi of lelijk is, oud of jong, ongeschonden of beschadigd, je bent een mens, een levend lichaam. Daarom houd ik van je. Houd jij van mij? Ook als ik oud en lelijk en geschonden ben? Ook ik ben een mens ….Net als jij, wij samen, mensen die om warmte gaan, om zachtheid en liefde”.
(met dank aan Syb de Lange)
Geloofslied: Om warmte gaan we een leven

De tafel wordt klaargemaakt en er wordt gecollecteerd
Muzikaal intermezzo

Voorbeden
Laten we bidden dat wij mensen zijn die met warmte een ander tegemoet treden,
Dat wij ons open kunnen stellen om warmte te ontvangen
Dat we mogen ervaren hoe die warmte elkaar tot leven brengt.

 Jij die onze gedachten raadt

Laten we bidden dat wij mensen zijn die met zachtheid een ander bejegenen
Dat wij niet oordelen en veroordelen
Dat wij mogen ervaren hoe we in zachtheid elkaar tot bloei laten komen.

 Jij die onze gedachten raadt

 Laten we bidden dat wij mensen zijn die vanuit liefde leven
Die vanuit gelijkwaardigheid met elkaar om willen gaan
Dat wij mogen ervaren hoe liefde ons weer op doet staan.

 Jij die onze gedachten raadt

Laten we bidden om wat ons beroert in het diepst van onze ziel,
om onszelf, om wie ons dierbaar zijn, om wat er speelt in de wereld.

Laten we bidden voor wat er hier in ons intentieboek geschreven is
En voor hen die ons ontvallen zijn.

 Jij die onze gedachten raadt

 Tafelgebed
In de geest van jouw Liefde zijn wij hier samen,
als vrienden aan èèn tafel,
om Jou te danken voor alles wat groeit en bloeit,
voor de wereld waarop wij wonen,
dat Jij een moeder en vader wilt zijn,
voor grote en kleine mensen,
dat Jij ons roept om goed te zijn,
om brood te delen met elkaar,
dat jij ons samen brengt,
tot verbondenheid met iedereen.

Wij danken Jou voor Jezus van Nazareth,
mens onder mensen, in wie Jij zichtbaar werd,
als die nabije Ander, als vriend begaan met ons,
als broeder uit één familie, verbonden en betrokken
met ieder die op zijn pad kwam.

Zo ging hij ons voor, op weg naar vrede en geluk,
door blinden een gezicht te geven,
door onderdrukten op te tillen,
door stommen een stem te geven,
door verlamden op de been te zetten,
door doden te laten leven.

Zo vroeg Hij ons te doen wat hij heeft gedaan:
het leven met elkaar te delen, in vriendschap en liefde.
Daarom zijn wij hier bijeen, zoals die laatste avond.

Terwijl Hij dankte voor de gaven, brak Hij het brood
en deelde het uit aan zijn vrienden en zei:
Dit is mijn lichaam dit ben ikzelf voor jullie gebroken.
Doe wat ik heb gedaan noem niemand je vijand,
maar iedereen je vriend deel met elkaar
het brood van alledag en blijf samen onderweg.

Toen nam Hij een beker met wijn
gaf die aan zijn vrienden en zei:
Drink uit deze beker mijn bloedeigen leven
deel met elkaar vreugde en verdriet
deel met elkaar de lucht, het water en het land
en alles wat de aarde je te bieden heeft.

Daags daarna is Jezus gestorven, maar niet voorgoed.
Telkens als wij samenzijn, als vrienden aan èèn tafel,
ontmoeten wij Jezus, in het delen van brood en wijn,
voelen we ons door Hem en met Hem verbonden,
herkennen we Hem in elkaar.
Zo houden wij zijn geest levend,
zo kunnen wij leven in zijn geest.
Verbonden met elkaar en met Hem,
bidden we samen het gebed dat Jezus ons gegeven heeft:
Onze Vader

Vredewens
Vredeslied:
Komen ooit voeten gevleugeld

Iedereen wordt van harte uitgenodigd aan de tafel van brood en wijnl
Communielied za: Hij brak het brood – zo: May the road rise

Afsluiting tafelgedeelte

Goed om te weten

Slotgedachte
JA is het woord dat gelijkstaat aan alles wat leeft, de energie in de natuur, het verlangen van de mens, een rivier die naar beneden stroomt, een zwangere regenwolk, een zomerse stortbui, het plezier waarmee kinderen aan het eind van een schooldag een plein op rennen, de oerkracht waarmee een nieuw mens geboren wordt. Leven is ‘ja’. (Berthold Gunster)

Zegenwens
Slotlied:
Uit vuur en ijzer

Nog geen reacties

Reactie plaatsen