Mens worden onder een open hemel

Elk blad ademt de boom tot leven

San Salvatorgemeenschap 24 dec 2017.
Thema: Mens worden onder een open hemel
Voorganger 19.30 uur: Jack Steeghs
Koor: De Cantorij
Voorganger 22.00 uur: Gepke Kerssen
Koor: Melodiek

Liederen vooraf
19.30 uur: Comt verwondert u hier mensen;
Stille nacht
22.00 uur: Maria durch ein Dornwald ging;
All my heart this night rejoices

Openingslied 19.30 uur: Wij komen tezamen
22.00 uur: Door het donker hier gekomen

Openingswoord
Hartelijk welkom op deze bijzondere avond. Of je nu vertrouwd bent met deze geloofsgemeenschap of niet, wees vooral welkom. Straks klinkt er het verhaal over vrede en hoop op een betere, mooiere wereld. Een wereld die hunkert naar plaats voor een pasgeboren mensenkind. Misschien bent u voor het kerstverhaal naar deze viering gekomen. Misschien zit u hier om de vertrouwde sfeer van weleer te proeven. Misschien heeft u het momenteel niet gemakkelijk, om wat voor reden dan ook.
Daarom is het goed dat u gekomen bent. Weet u vooral welkom.

Drie weken lang keken we uit naar Kerstmis. Mens worden was elke viering het thema.
Vanavond is het thema: mens worden onder een open hemel. Ik hoop dat we dat met elkaar mogen ervaren: dat de hemel ook voor ons open gaat.
Laten we nu, alvorens we met de viering beginnen, met elkaar een moment stil zijn.
Stilte

Gebed
Goede God,
op deze bijzondere avond komen wij samen
omdat wij gelóven
dat niet macht en aanzien het laatste woord hebben
maar ontvankelijkheid en zachtheid.

Schenk ons de ogen van een kind,
open uw hemel
en kom naar ons toe.
In de naam van de vader, de zoon en de heilige geest, Amen.
Acclamatie Wek mijn zachtheid weer

Eerste lezing, Jesaja 8, 23b – 9, 7
Zoals het land van Zebulon en Naftali
in het verleden smadelijk bejegend is,
zo wordt weldra ​eer​ bewezen aan de kuststreek,
het Overjordaanse en het domein van andere volken.
Het volk dat in duisternis ronddoolt
ziet een schitterend licht.
Zij die in het donker wonen
worden door een helder licht beschenen.
U hebt het volk weer groot gemaakt,
diepe vreugde gaf u het,
blijdschap als de vreugde bij de oogst,
zij jubelen als bij het verdelen van de buit.
Het ​juk​ dat op hen drukte,
de stok op hun schouder, de zweep van de drijver,
u hebt ze verbrijzeld, zoals Midjan destijds.
Iedere laars die dreunend stampte
en elke ​mantel​ waar ​bloed​ aan kleeft,
ze worden verbrand, een prooi van het vuur.
Een ​kind​ is ons geboren,
een zoon is ons gegeven;
de heerschappij rust op zijn schouders.
Deze namen zal hij dragen: Wonderbare raadsman,
Goddelijke held, Eeuwige vader, Vredevorst.
Groot is zijn heerschappij,
aan de ​vrede​ zal geen einde komen.
Davids​ ​troon​ en rijk zijn erop gebouwd,
ze staan vast, in recht en ​gerechtigheid,
van nu tot in eeuwigheid.
Daarvoor zal hij zich beijveren,
de HEER van de hemelse machten.
De Heer heeft zijn woord op Israël afgestuurd,
het heeft ​Jakobs​ volk getroffen.
Lied: Kind ons geboren

Tweede lezing, Lucas 2, 1 – 20
In die tijd kondigde ​keizer​ Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Jozef​ ging van de stad Nazareth in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Bethlehem heet, aangezien hij van David afstamde, om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad.

Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken. De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de Messias, de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren ​kind​ vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt. ’En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden:

‘Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.’

Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten we naar Bethlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de ​Heer​ ons bekend heeft gemaakt.’ Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken. De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd.
Lied 19.30 uur: Minuit sonne au clocher Blanc
22.00 uur:
Het licht keert nu de duisternis

Overweging
Het kerstverhaal begint bij de wereldgeschiedenis, midden in de maatschappij waarin wij leven. Het is buiten donker. Een donker dat wordt veroorzaakt door machtige koningen, keizers en presidenten. Zij zijn van alle tijden: zij geloven in een systeem dat draait om geld, waarbij gezegd wordt: ‘het kan niet anders!’ Dát systeem heeft zich vastgezet in ons denken, voelen en handelen. Ook de bureaucratie uit de tijd van het kerstverhaal lijkt op de onze, ook wij moeten ons laten registreren via wachtwoorden en intakegesprekken. Maar het kan anders: een samenleving die begint bij de vragen van mensen. die aansluit bij wat mensen nodig hebben om tot hun recht te komen.

Wij hopen allemaal dat we goed onderwijs krijgen, zinvol werk vinden met een redelijk inkomen, dat we een goede woning krijgen en zorg als we die nodig hebben. Toch zien we dat dat voor veel mensen niet op eigen houtje lukt: Er zijn boeren die het niet redden. We eisen van hen dat zij de aarde respecteren, maar willen daarvoor niet betalen.  Jonge mensen zien de zin van het leven niet en zoeken (te) vaak vergeefs naar medemensen die met hen optrekken. We zien mensen met te weinig geld. En er zijn mensen met teveel geld, die zich oprecht afvragen hoe ze hiermee zorgvuldig en goed kunnen leven. Er zijn mensen die het hoge tempo van de maatschappij niet bij kunnen houden. En jonge ouders die het veel te druk hebben. Mensen zonder dak boven hun hoofd, of mensen die leven in opvangkampen.

Zo kan de wereld er voor jou en mij uitzien, waardoor jij het gevoel hebt dat je niet meetelt, dat niemand ziet hoe zwaar jíj het hebt. Je verlangt zó naar een plek waar je mag zijn wie je bent, waar je krijgt wat je nodig hebt, naar een veilige omgeving waar je kind geboren kan worden.

Maar in het Kerstverhaal klinkt ook een ander verhaal: het kleine verhaal van een geboorte: op weg gestuurd door keizer Augustus moet Maria opeens denken aan die tekst van Jesaja.

‘Weet je nog, Jozef,’ zegt ze ‘weet je nog wat Jesaja ons gezegd heeft: de mensen in het donker zullen een groot licht zien. Er is toekomst en die wordt zichtbaar als er een kind geboren wordt, net zoals die engel negen maanden geleden vertelde.’

Jozef en Maria komen aan in Bethlehem en vinden een plekje waar het kind geboren wordt. Een klein, maar bemoedigend verhaal, tegen het decor van het machtige Romeinse rijk. Maar dat kleine verhaal blijkt een verhaal te zijn dat licht in de duisternis van de wereld brengt.

Er zijn mensen nodig om dit Kerstverhaal te gaan vertellen; het zijn herders, mensen van de nacht. Mensen zoals ze ook in onze tijd waken over anderen. Over zieken, over mensen die het zwaar hebben, over mensen die ogenschijnlijk stoer door het leven gaan, maar waarvan de herders weten: die kan wel een luisterend oor gebruiken. Herders zitten naast hen, omdat zij voelen dat ze dit nu moeten doen. En wat dat ‘doen’ is? Wim de Bekker hoorde ik onlangs zeggen: ‘veelsprekend zwijgzaam aanwezig zijn’. Dát is hun werk. En daar waar het kan, zorgen ze voor mensen.

Zorg wordt ook nu slecht betaald, geeft je geen aanzien. In de samenleving van het jaar 0 tellen herders niet mee, ze mogen niet getuigen. En juist voor hén gaat de hemel open, wordt het licht en komt er een boodschap van God over een kind dat geboren is: een boodschap om door te vertellen aan het volk. Een kind dat je leven anders maakt, de wereld nieuw.

Vanuit de hemel daalt een heel leger neer. Nee, geen soldaten, maar een hemels koor dat prachtig zingt over vrede op aarde en over God die plezier in mensen heeft en hen een leven in vrede zo gunt. Ere zij God. De herders krijgen een teken: je zult het kind vinden in doeken gewikkeld en liggend in een voederbak. Niet in een herberg. De logica van koningen, keizers en presidenten is een andere dan die van God.

Wat doe je als je zo’n wonderlijke boodschap hoort? Sta je ervoor open of hoor je het niet?
De herders gelóven het. Ze gaan meteen op weg. Dan zien ze wat God hen beloofd heeft: het kind in de voederbak. En ze kunnen niet anders dan vertellen van dat wonderlijke gebeuren met al die engelen.
Zij mogen getuigen zijn. Vaak hebben mensen met slechte banen of andere slechte omstandigheden het gevoel: ‘ze moeten mij ook altijd hebben’. Nu zijn juist die herders uitgekozen om het goede nieuws te brengen. Deze mensen in het donker – en buiten het gewone aandachtsveld – hebben van God een bijzondere taak gekregen. Door de herders weten wij dat er ook voor jou en mij licht in duisternis zal zijn.
En áls de hemel open gaat, durven wij dan naar ‘Bethlehem’ te gaan om te zien hoe onze toekomst geboren wordt?
Geloofslied 19.30 uur: Vanwaar zijt Gij gekomen
22.00 uur:
Midden in de winternacht

De gaven van brood en wijn worden op tafel klaargezet

Voorbede
Bidden wij voor de machtigen.
Voor de koningen en keizers in hun veilige onderkomen,
dat zij geraakt mogen worden door de kwetsbaarheid van het kind.
Dat zij op herders mogen lijken met zorg voor wie aan hen zijn toevertrouwd.

Acclamatie 19.30 uur: God verscholen in den hoge
22.00 uur:
Gij hart, Gij bron van leven, ontferm U over ons.

Bidden wij voor mensen in het donker.
Voor de mensen op wie neer wordt gekeken
voor de zieken, voor de armen onder ons,
voor mensen voor wie het stil is deze dagen
en die daardoor juist de verlichte feestdagen maar moeilijk doorkomen.
Dat er engelen van mensen voor hen zijn die hun dagen lichter maken.

Acclamatie 19.30 uur:
God verscholen in den hoge
22.00 uur:  
Gij hart, Gij bron van leven, ontferm U over ons

Bidden wij voor allen die onder de blote hemel leven:
daklozen in ons welvarende land, mensen in vluchtelingenkampen,
slachtoffers van natuurrampen.
Dat er een plaats is waar ze kunnen schuilen
tot er een definitieve veilige oplossing voor hen is.

Acclamatie 19.30 uur:
God verscholen in den hoge
22.00 uur:  
Gij hart, Gij bron van leven, ontferm U over ons

Bidden wij voor kinderen.
Dat er mensen zijn die in hen toekomst zien.
Voor ouders, dat zij hun kinderen kunnen geven wat nodig is,
voor al die mensen die toekomst in zich dragen.
Acclamatie 19.30 uur: God verscholen in den hoge
22.00 uur:  Gij hart, Gij bron van leven, ontferm U over ons

Intenties

Acclamatie 19.30 uur: Voor uw aangezicht gedenken wij,
22.00 uur:  
Koester de namen die wij hier gedenken

Tafelgebed
Wij danken U voor de open hemel,
dat U licht brengt in een donkere wereld,
een grootste toekomst belooft
aan kleine mensen,
mensen zo nabij bent
als in het pasgeboren kind,
voor het visioen van vrede
dat steeds opnieuw mensen in beweging brengt.

Wij danken u voor Jezus
die liefde uitstraalde voor mensen,
gebroken mensen heel maakte,
onzichtbare kinderen in het licht zette,
die liet zien dat vrede bereikbaar is
waar mensen zich verbonden voelen met elkaar.

Op de dag van de bevrijding
keek hij met zijn leerlingen uit naar een nieuw wereld.
Hij nam het brood, brak het en zei:
Dit ben ik
als dit brood, gebroken en gedeeld.
Als ik er niet meer ben
blijf mij dan gedenken
door je brood en je leven met elkaar te delen.

(Viering 19.30 uur:)
Het verlangen naar de nieuwe wereld verbindt ons
zit ons in het bloed als deze wijn.

Met zijn licht steekt Hij ons aan
een wereldwijde familie aan één tafel.
In het delen van brood en wijn,
voelen we ons door Hem
en met Hem verbonden,
herkennen we Hem in elkaar.

Zo houden wij zijn geest levend,
zo kunnen wij leven in zijn geest.

Verbonden met elkaar en met Hem,
bidden we samen het gebed dat Jezus ons gegeven heeft:
Onze Vader

Vredeswens
Er is geen betere vrede dan die vanuit jouw hart komt,
en de ander de hand reikt.
Daarom wensen wij elkaar elke week vrede en alle goeds toe.

Lied 19.30 uur: O jesulein süss
22.00 uur:
Welkom op de bergen, de voeten van de bode

Iedereen wordt uitgenodigd aan de tafel van brood en wijn

Communielied 19.30 uur: Unto us is born a son
22.00 uur;
In dulci jubilo

Gebed
Wij danken u voor uw licht dat doorbreekt in onze wereld
Voor nieuw leven,
voor Jezus, mens geworden onder ons
gedeeld als brood en wijn
Aanwezig waar wij mens worden onder de mensen

Slotgedachte
Grote woorden voor een klein kindje: bevrijder, brenger van vrede.
En toch… woorden die je hoop geven.
Verwonderd berg je, net als Maria, die woorden in je hart.
Vrijheid en vrede kunnen klein beginnen,
maar groeien waar mensen de hoop koesteren dat het kan.

Zegenwens

Viering 19.30 uur:
Wees gezegend met het licht van deze nacht,
dat het mag stralen uit jouw ogen,
dat je er anderen mee mag aansteken.
Dat je vrede mag koesteren in je hart
en delen met anderen;
dat je samen mag zien hoe vrede groeit
in de naam van de Vader, Zoon en heilige geest, Amen.

22.00 uur Lied: Gij Levende, Eerste en Laatste

Slotlied 19.30 uur: Midden in de winternacht
22.00 uur:
Nu zijt wellekome

Nog geen reacties

Reactie plaatsen