Leef alsof het je laatste dag is

Elk blad ademt de boom tot leven

San Salvatorgemeenschap 22-23 nov 2014
Thema: Leef alsof het je laatste dag is
Voorganger: Franneke Hoeks
Openingslied za: Hier wordt een huis – zo: Dit huis vol mensen

Welkom
Welkom. Wat fijn dat u er allemaal bent, dat jullie er hier nu zijn. We vieren vandaag de laatste zondag van het kerkelijk jaar. Volgende week beginnen we met de eerste zondag van de advent aan een nieuw kerkelijk jaar.
Het wordt geen gemakkelijke ochtend. De teksten die we met elkaar lezen, liegen er niet om. Ze spreken over moeilijke, verwarrende tijden en er worden weerbarstige woorden gebruikt. We kunnen ons helemaal vastzetten in alles wat moeilijk en zwaar is. Maar een wijze zuster met wie ik ooit mocht samenwerken, hield mij voor dat je beter kunt spreken van uitdagingen. Dat wens ik ons allemaal toe: een viering vol uitdagingen.

Gebed
God, aan het begin van deze viering willen wij jou vragen:maak het stil in ons opdat wij kunnen luisteren naar jouw woord. Ga met ons mee dit uur,wees steun en toeverlaat in moeilijke tijden. Keer ons om, laat ons leven
Acclamatie za: God bewaar mij – zo: Gij die een en eeuwig zijt

Eerste lezing uit Daniel, 12 1-4
Een kleine waarschuwing vooraf: we lezen een tekst uit één van de visioenen van Daniel. Het boek Daniel is geschreven in een tijd waarin het Joodse volk te kampen had met zware vervolgingen. Door deze omstandigheden vonden mensen het moeilijk om in Gods nabijheid te geloven. Daniel wil met zijn visioenen laten zien dat ook als de ondergang nabij lijkt, hoeft men niet te wanhopen. God laat zijn volk niet in de steek. Als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Met deze situatieschets in ons achterhoofd luisteren we naar de woorden van Daniel.
In die tijd zal de grote vorst Michaël opstaan om de kinderen van uw volk te beschermen. Want het zal een tijd van nood zijn, zoals er eerder nog geen is voorgekomen zolang er volken bestaan. Maar al degenen van uw volk die in het boek staan opgetekend, zullen in die tijd worden gered. En velen van hen die slapen in het land van het stof zullen ontwaken, sommigen om eeuwig te leven, anderen om de vernedering van een eeuwige schande te ondervinden.
Dan zullen de wijzen stralen als de glans van het uitspansel en degenen die de mensen op het rechte pad hebben gebracht zullen schitteren als de sterren, voor eeuwig en altijd. Daniël, u moet deze dingen geheim houden en het boek verzegelen tot de eindtijd; velen zullen verdwalen en het kwaad zal toenemen
Tussenzang za: Wachten, weten van dingen – zo: Van God is de aarde

Tweede lezing uit Mattheüs 24, 14- 32
Deze goede boodschap van het koninkrijk zal verkondigd worden in heel de wereld als een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde komen. Wanneer je de huiveringwekkende gruwel, waarover gesproken is bij monde van de profeet Daniël, op de heilige plaats ziet staan,’ – let op, lezer – ‘dan moeten de inwoners van Judea de bergen invluchten. Wie op het dak is, moet niet naar beneden komen om nog dingen uit zijn huis te halen, en wie op het land is, moet niet teruggaan om zijn jas te halen. Wee de vrouwen die dan zwanger zijn of een kind aan de borst hebben in die dagen! Bid dat jullie vlucht niet plaatsvindt in de winter of op sabbat. Want het zal dan een grote verschrikking zijn, zoals er vanaf het begin van de wereld tot nu toe nog niet geweest is en er ook niet meer zal komen. Als die dagen niet ingekort zouden worden, zou niemand gered worden. Omwille van de uitverkorenen zullen die dagen ingekort worden. Als iemand dan tegen jullie zegt: “Kijk, hier is de Messias”, of: “Daar”, vertrouw het niet. Want er zullen valse messiassen en valse profeten opstaan, en ze zullen grote tekenen en wonderen laten zien om, als het mogelijk zou zijn, zelfs de uitverkorenen op een dwaalspoor te brengen. Kijk, Ik heb het jullie van tevoren gezegd. Als ze jullie dan zeggen: “Kijk, Hij is in de woestijn”, trek er niet opuit; “Kijk, Hij is ergens binnenskamers”, vertrouw het niet. Want zoals de bliksem vanuit het oosten komt en tot in het westen zichtbaar is, zo zal het zijn met de komst van de Mensenzoon. Waar het kadaver ligt, daar verzamelen zich de gieren.
Meteen na die dagen van verschrikking zal de zon verduisterd worden en de maan haar licht niet meer laten schijnen; de sterren zullen van de hemel vallen en de hemelse machten zullen wankelen. Dan zal het teken van de Mensenzoon aan de hemel verschijnen, en alle stammen op aarde zullen jammeren en ze zullen de Mensenzoon zien komen op de wolken van de hemel, met veel macht en heerlijkheid. Dan zal Hij zijn engelen uitzenden onder luid trompetgeschal, en zij zullen zijn uitverkorenen verzamelen uit de vier windstreken, van het ene uiteinde van de hemel tot aan het andere.
Leer van het beeld van de vijgenboom: Als zijn twijgen zacht worden en zijn bladeren zich ontvouwen, dan weten jullie dat de zomer in aantocht is. Zo moeten jullie ook weten, wanneer je dat allemaal ziet, dat het dan vlak voor de deur staat. Ik verzeker jullie, deze generatie gaat niet voorbij voordat dit allemaal gebeurd is. Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden gaan niet voorbij.
Acclamatie za: Oren en ogen gaan open – zo: Wait for the Lord

Overweging
Twee verhalen waarin gesproken wordt over moeilijke en verwarrende tijden, situaties waarin mensen niet meer weten waar ze aan toe zijn. Al het vertrouwde is wankel, lijkt op losse schroeven te staan.
In het Mattheüs verhaal belanden we midden in een gesprek tussen Jezus en de leerlingen. Jezus is net uit de tempel van Jeruzalem vertrokken en heeft aangekondigd dat geen steen op de andere gelaten zal worden. De leerlingen snappen deze opmerkingen niet, maken zich ongerust en vragen Jezus hoe de toekomst eruit zal zien. Wanneer en hoe zal Jezus terugkeren? Waar mogen ze op rekenen? Wat kunnen ze verwachten? En wanneer zal dat dan gebeuren? De lezing van vandaag is één gedeelte van het antwoord dat Jezus op deze vragen van de leerlingen geeft.
De vragen van de leerlingen klinken mij niet vreemd in de oren. Het is mensen eigen dat we liever niet in het onzekere blijven daar waar het onze toekomst betreft. Zeker als de toekomst niet zo vanzelfsprekend lijkt te zijn als we misschien gedacht of gehoopt hadden.
We horen Jezus praten over gruwelijke gebeurtenissen, verschrikkingen die in het verschiet liggen. Mensen die moeten vluchten, geconfronteerd met verschrikkingen zoals de mensheid nog nooit gekend heeft. De woorden uit het visioen van Daniel klinken daarin door. Wat moeten wij met dit soort apocalyptische taferelen? Staat dat niet ver bij ons vandaan? Dat is toch niet van nu?
Als ik de krant opensla of naar het journaal kijk, bekruipt mij af en toe het gevoel van ‘in wat voor tijd leven we toch?’. Het gaat niet goed met onze economie: zoveel mensen op zoek naar werk. De veranderingen in de zorg, transities noemen we dat, die voor veel onduidelijkheid en onrust zorgen, vaak heel dicht bij huis. Het milieu staat onder zware druk, de Ebola epidemie in Afrika, de dreiging van IS ….. zomaar een greep uit het dagelijks nieuws. Wij noemen dat geen gruwelijkheden, zoals in de verhalen van vandaag, maar het voelt soms wel een beetje alsof we afstevenen op het einde van onze vertrouwde zekerheden, het einde van onze vertrouwde wereld.
Stel nou eens dat het echt zou aflopen? Wat zouden we dan doen? Wat zou jij doen als het vandaag de laatste dag zou zijn? Een vraag waar mensen die dodelijk ziek zijn, keihard mee geconfronteerd worden. De lezingen doen ons vandaag allemaal nadenken over de vraag wat we zouden doen als het vandaag de laatste dag was. Breng je die door met je geliefden, je familie of je vrienden ? Ga je iets doen waar je echt zin in hebt? Nog een keer terug naar die plaats waar je gelukkig was? Zoek je de stilte op of probeer je op die laatste dag nog iets voor een ander te beteken?
De vraag wat zou jij doen als het vandaag de laatste dag was plaatst ons in het hier en nu. Blijven hangen in het verleden, hoe goed het vroeger ook was, heeft geen zin en is zonde van de dag die je gegeven is. Maar ook uitstellen en blijven dromen van alles wat je nog wilde doen, is geen optie meer. De vraag daagt ons uit om te zorgen dat de dag van vandaag telt. Hij doet er toe.
De leerlingen krijgen geen antwoord op hun vragen over het hoe en het wanneer. Sterker nog Jezus lijkt te zeggen dat ze alert moeten blijven. Hij waarschuwt voor valse messiassen. Hij lijkt te zeggen: in woelige tijden, regeren onderbuik gevoelens. Mensen voelen zich in hun bestaan bedreigt – vaak terecht – en lijken dan blindelings achter degene aan te lopen die hun een betere toekomst beloofd. Terug naar de oude zekerheden, hoe heerlijk zou dat zijn.
En toch is er ander perspectief dat Jezus en Daniel ons voorhouden. God blijft bij ons, dwars door de onduidelijkheid en verwarring heen, blijft er het vertrouwen , is er hoop, verlangen, liefde. Jezus laat zich door zijn leerlingen niet verleiden om iets te zeggen over wanneer het einde zal komen. Dat blijft een mysterie, een geheim dat ons bij de les houdt. Iedere dag zou het kunnen gebeuren. Ik lees deze verhalen niet als een doemscenario maar als een opdracht om wakker te blijven en mezelf niet te verliezen in de waan van de dag.
Geard Zuidberg schrijft in zijn boekje In het spoor van de barmhartige ‘Probeer van je leven nu iets te maken. God kan zich vandaag, hier en nu, laten zien. De mensenzoon, symbool van hen in wie God een glimp van zichzelf laat zien kan zich vandaag laten kennen. Dat is altijd onverwacht. Het gaat niet alleen om het einde van ons bestaan of het einde van de wereld. Het gaat om het onverwachte van het leven elke dag opnieuw. De mensenzoon komt elke dag, nu hier, daar waar mensen opengaan voor wat het leven de moeite waard maakt.’
Een prachtige gedachte: wij mensen zijn het, die Jezus iedere dag opnieuw tot leven kunnen wekken door er hier en nu iets goeds van te maken voor en met elkaar. Als dat geen boodschap van hoop is.
Wij willen mensen zijn van geloof, die dwars tegen doom en dood in blijven geloven in leven, in liefde. Dat horen we terug in het slot van de evangelie, in de tekst over de vijgenboom. In Palestina blijven bijna bomen en struiken het hele jaar groen. Er is één uitzonderling: de vijgenboom. Die verliest namelijk ieder jaar zijn blad en staat dan dor en droog in het landschap. Maar ieder voorjaar lopen de takken uit en zo laat de vijgenboom zien dat de zomer in aantocht is. De boom groeit en met zijn grote groene bladeren leeft hij weer volop, biedt bescherming tegen de zon en geeft vruchten af.
Met deze gelijkenis onderstreept Jezus dat er verandering op komst is. Een verandering die je niet in tijd en plaats kunt aangeven, maar een verandering waar ieder van ons wel een bijdrage aan kan leveren. Laten we met elkaar dan ook zorgen dat iedere dag een dag is die er toe doet, een dag die telt.
Geloofslied za: Dagen van hopen – zo: Boom, je stam was koud en bloot

De tafel wordt klaargemaakt en er wordt gecollecteerd

Voorbede
God van leven en toekomst, wij bidden tot jou
voor al die mensen die zich, in de wirwar van veranderingen
gevangen voelen in onzekerheid en aan hun lot voelen overgelaten.
Wees voor hen een bron van hoop en licht.

Zegen ons met het licht van uw ogen, Heer onze God.

God van leven en toekomst, wij bidden tot jou
voor alle mensen die moeten leven alsof het hun laatste dag is,
vanwege ziekte of uitzichtloze situaties.
Wees voor hen een bron van hoop en licht.

Zegen ons met het licht van uw ogen, Heer onze God

God van leven en toekomst, wij bidden tot jou
voor al die mensen die er, in grote en kleine dingen,
zijn voor een ander en zo jouw boodschap ‘ik zal er zijn’
van dag tot dag zichtbaar maken.
Wees voor hen een bron van hoop en licht.

Zegen ons met het licht van uw ogen, Heer onze God

God van leven en toekomst wij bidden tot jou
voor onze eigen intenties, voor de intenties in dit boek geschreven ,
en voor alle mensen die ons ontvallen zijn.
Lied za: Zegen ons met het licht van uw ogen – zo: Koester de namen.

Gebed aan tafel
God, Jij die voor ons zo onbegrijpelijk en ver weg bent,
maar die ons nabij wil zijn, wees aanwezig in ons midden
en vervul ons hart met jouw goede Geest
waar wij de tekenen van jouw aanwezigheid verstaan.
Jij hebt tot mensen gesproken in dromen en visioenen,
in een roep en een ideaal die hun de kracht gaven jouw weg te gaan.
Jij hebt hen gemaakt van stotteraars tot enthousiaste redenaars,
van laffe kleine mensen tot mensen vol geloof, die bergen konden verzetten.
Zo heb Jij ook tot ons het woord gericht, uitgesproken door Jezus:
beeld van jouw goedheid, beeld van jouw droom over de mens.
Hij leefde onder de mensen en droomde
van een volk van nieuwe mensen die,
één van geest en één van hart, zich geroepen wisten tot elkaars geluk

Op de avond, toen Zijn tegenstanders hem naar het leven stonden,
heeft Hij brood in Zijn handen genomen,
zijn ogen opgeslagen naar Jou,
de zegen uitgesproken,
het brood gebroken en met zijn leerlingen gedeeld in de verwachting
dat zij dit gebaar begrepen en het voortdurend zouden herhalen.

Zo nam Hij ook, toen zij gegeten hadden, de beker in zijn handen.
Hij sprak de zegen en het dankgebed,
reikte hem over aan zijn leerlingen en zei:
‘Neem deze beker, en drink hier allen uit,
want dit is de beker van het nieuwe, altijddurende verbond.
Blijf dit doen om Mij te gedenken.’

Nadat Hij gestorven en begraven was,
heb Jij hem als een droom in ons laten verder leven.
Wij vragen Jou:
Laat jouw Geest ons aanzetten om in zijn voetstappen verder te gaan,
doe ons onze roeping in het leven verstaan
en laat die droom werkelijkheid worden.
Dat de eenzamen liefde moge vinden,
dat de rijkdom en de zorgen van het leven ons niet mogen verstikken,
dat wij, ieder op zijn of haar eigen plaats,
de ander weten te versterken en te bevestigen
totdat Jij zelf al onze dromen in vervulling doet gaan.
Zo brengen wij hulde en dank door en met Jezus,
jouw Godsgeschenk, en in de kracht van zijn Geest,
vandaag en tot in eeuwigheid.
Amen
Onze Vader

Vredeswens
Lied: za Vrede voor jou – zo Shalom Aleichem

Communielied za: Het brood in de aarde gevonden – zo: Waar staat een gedekte tafel

De kaars
We zijn bijna aan het einde van deze viering. Alhoewel het jaar nog een paar weken duurt, nemen we vandaag afscheid van het kerkelijk jaar. Met de advent beginnen we aan een nieuw jaar, een tijd van verwachting, uitkijken naar dat wat nog gaat komen. De paaskaars die ons sinds Pasen van licht heeft voorzien, blazen we uit. Het wordt even donker… tot we volgende week de eerste kaars van advent aansteken.
We geven onze Paaskaars met liefde aan Betty mee. Zij zal hem smelten en in een nieuwe kaars tot leven wekken. Deze nieuwe kaars zal ons licht dragen van Kerst tot en met Pasen.

Gebed
Barmhartige god, wij danken jou voor de woorden en de tekens van bemoediging
die hier vandaag geklonken hebben.
Schenk ons de moed en de kracht om, soms tegen de stroom in,
te werken aan een wereld, waarin wij elkaar aansporen te leven alsof het onze laatste dag is.
Leven volgens een spoor, dat jij ons wijst, op weg naar het goede leven voor allen.

Mededelingen

Slotgedachte
Tijdens zijn lessen sprak Lao-Tse ook vaak over het Niets.
Op een dag vroeg één van zijn leerlingen aan hem: ‘Meester, ik weet niet waar u het over heeft. Hoe kan alles nou Bewustzijn zijn? Hoe kan alles uit het niets voortkomen. Dat slaat nergens op.’
Lao-Tse wees naar een vijgenboom en zei tegen hem: ‘Breng me eens een vijg.’ De leerling liep naar de boom en plukte een vijg en bracht die naar Lao-Tse.
Lao-tse zei: ‘Breek die vijg eens open.’ Dat deed hij.  ‘Wat zie je?’ ‘Zaden.’
‘Geef me eens één van die zaden.’ Hij gehoorzaamde. Daarna gaf Lao-Tse hem een mesje en zei: ‘Snij het zaadje open.’ Dat ging nog niet zo gemakkelijk, want het zaadje was heel klein. Maar na een paar keer in zijn vingers te hebben gesneden lukte het hem uiteindelijk toch het zaadje open te snijden.
En Lao-Tse vroeg: ‘En, wat zie je nu?’ ‘Niets! Binnenin het zaadje zit een holte, absolute nietsheid.’
En vulde Lao-Tse aan: ‘Uit dat niets komt heel het universum voort.’

Zegen
De ene zij voor je, om je de weg te wijzen.
De ene zij naast je, om je in de armen te sluiten
De ene zij onder je om je op te vangen als je dreigt te vallen.
De ene zij in je als bron van onvermoede kracht
De ene zij boven je, om je te zegenen.
Zo zegene je, de barmhartige God, vandaag, morgen en tot in lengte van dagen.
Slotlied za: God die ons heeft voorzien – zo In’t laatste van de dagen zal het zijn

 

Nog geen reacties

Reactie plaatsen