Kerstavond: Vertel het maar

San Salvatorgemeenschap
Kerstavond 24 december
Thema:
Vertel het maar: er gaat iets nieuws beginnen
Voorganger: Mignon van Bokhoven
Muzikale ondersteuning: 19.30 uur Melodiek
22.00 uur De Cantorij

Vooraf aan de viering zingen we
19.30 uur Nacht is om de huizen heen – Stille nacht – Kom tot ons de wereld wacht
22.00 uur Het volk dat in duisternis gaat – Nu zijt wellekome

Openingslied
19.30 uur Door het donker hier gekomen
22.00 uur Vanwaar zijt Gij gekomen

Welkom
Welkom lieve mensen, op deze kerstavond. Welkom. Ook als u hier gewoon bent te komen, vanavond een bijzonder welkom. Welkom als iets u vanavond hier naar de kerstviering bij de San Salvator geroepen heeft, misschien omdat het u even terug brengt naar vroeger, een gevoel van vertrouwdheid. Of misschien verwacht u wel een heel nieuwe kijk op dat oude kribje in de stal. Iedereen is welkom, met welke verwachting u hier ook bent. Het is fijn om u hier te mogen verwelkomen. Hier, in Cello, een plek waar je zomaar mag zijn. Zo nodig voor iedereen en soms zo vreselijk ver weg. Welkom om dit uur, in deze herberg een rustpunt te vinden. Met elkaar en met de ene barmhartige God die wij noemen Vader, Zoon en Heilige Geest.

Openingsgebed
Goede God,
in het donker zijn we samen gekomen.
Omdat wij uitzien naar licht,
naar vrede, naar een huis, naar een thuis.
Maar met een gevoel van
– ik weet het zo net nog niet –
Met de vraag van – kan het nog erger?
Met het verlangen – vertel het maar:
het verhaal van hoop
het verhaal van nieuw begin

Geef ons vanavond een
luisterend oor en een open hart
voor de verkondiging van
Uw nieuwe begin met mensen
Uw licht in de donkere tijd
Uw fluistering van de vrede.
Amen

Acclamatie 19.30 uur Sla uw ogen op naar het licht
22.00 uur Heel het duister is vol van luister

1e lezing Jesaja 9:1-6
Het volk dat in duisternis wandelt,
ziet een schitterend licht.
Zij die in het donker wonen
worden door een helder licht beschenen.
U hebt het volk weer groot gemaakt,
diepe vreugde gaf u het,
blijdschap als de vreugde bij de oogst,
zij jubelen als bij het verdelen van de buit.
Het juk dat op hen drukt,
de stok op hun schouder, de zweep van de drijver,
u hebt ze verbrijzeld, zoals Midjan destijds.
Iedere laars die dreunend stampte
en elke mantel waar bloed aan kleeft,
ze worden verbrand, een prooi van het vuur.

Een kind ons geboren,
een zoon ons gegeven;
de heerschappij rust op zijn schouders.
Deze namen zal hij dragen: Man van Gods hart,
Goddelijke held, Eeuwige vader, Vredevorst.
Groot is zijn heerschappij,
aan de vrede zal geen einde komen.
Davids troon en rijk zijn erop gebouwd,
ze staan vast, in recht en gerechtigheid,
van nu tot in eeuwigheid.
De vurige liefde van de HEER van de machten
zal dit teweegbrengen.
Lied 19.30 uur Midden in de winternacht
22.00 uur De nacht loopt ten einde

2e lezing
In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Jozef ging van de stad Nazareth in Galilea naar Judea naar de stad van David die Bethlehem heet, aangezien hij van David afstamde, om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad. Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken. De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de Messias, de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt.’ En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: ‘Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.’ Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten we naar Bethlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt. Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hen over dat kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef er over nadenken. De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd.
Acclamatie 19.30 uur Vrienden hoor ik deel u mede
22.00 uur Kind ons geboren

Overweging
Waar zullen we eens beginnen. In dit oude verhaal. Vertel het maar. Ieder van u heeft waarschijnlijk een ander woord, een andere zinsnede die even oplichtte in uw hoofd. Of een beeld dat werd opgeroepen. Misschien iets uit het nieuws, misschien iets uit uw kindertijd. Het kan iets verdrietigs zijn, of juist een warme herinnering. Zo gaat dat met het horen van woorden, met verhalen die we steeds opnieuw mogen beluisteren. Beelden die bij mij een plaatje in mijn hoofd maken is het volk dat wandelt in duisternis, de laars die stampt. In die duisternis zien we ook de herders op het veld, we zien Maria en Jozef, die samen met vele anderen onderweg zijn omdat heel het volk moet zijn ingeschreven, de engelen verschijnen aan de hemel, een groot licht. En dan, heel langzaam, condenseert al die beweging naar één punt, een rustpunt in het beweeglijke verhaal. Het kind in de voederbak.
Deze adventstijd was het thema dat met ons meeging ‘Er gaat iets nieuws beginnen.’
Iets nieuws beginnen. Iets nieuws. Nogal nieuw is natuurlijk het scheppingsverhaal. Het allernieuwste waar ooit mee begonnen is, is de schepping. Het verhaal van hoe alles tot leven kwam. Ik moest daarbij denken aan een artikel dat twee weken geleden in Trouw stond. Een wetenschappelijk verhaal met de intrigerende titel ‘In leven komt de aarde tot rust’. ‘In leven komt de aarde tot rust’ deze theorie gaat ervanuit dat de aarde voor alle begin van leven een planeet was die heel snel om zijn as draaide. Die energie en beweging, de elektronen moest een plaats vinden, een uitweg, moest zich verbinden. En die verbinding werd gevonden in de koolstof. Een beetje technisch maar koolstofverbindingen hebben met stofwisseling te maken. Het eerste leven was stofwisseling. Ik werd gegrepen door de titel van het verhaal ‘in leven komst de aarde tot rust’. Vanuit beweging, vanuit geestdrift komt het levende tevoorschijn.
Dat beeld heeft voor mij te maken met het scheppingsverhaal. Vanuit de geestdriftige liefde van God is de schepping ontstaan. Vanuit zijn overvloeiende liefde kon Hij niets anders dan scheppen. Niet alleen de aarde, met zijn dieren en planten en mensen. Vanuit zijn grote liefde voor is ook zijn zoon Jezus geboren. In leven komt de aarde tot rust. In dit nieuwe leven, deze nieuwe geboorte in de verwarrende onrustige tijd komt de aarde even tot rust. In het nieuwe leven komt God tot rust. In zijn scheppend werken met de mens komt God tot rust.
En die rust is zo nodig. Er zoveel onrust, zoveel geweld. Zoveel heftige meningen. Heetgebakerde uitspraken. In de tijd van Jozef en Maria was dat niet veel anders. Net zo onrustig, partijen die tegenover elkaar staan. Mensen op de vlucht, zonder huis, zonder thuis. Grote en kleine slachtoffers overal, zonder winnaars, nergens.
Dit Syrische meisje, ik zag haar een paar weken geleden op het jeugdjournaal. Even zag erin een kleine Maria, in rood en blauw, die haar pop veilig in haar armen probeert te beschermen. Maar toen ik goed keek zag ik dat het niet haar pop was, maar kostbaar eten. Ze koestert het, ze is er blij mee, eindelijk weer wat te eten. Zij werd voor mij het symbool van de onrustige tijden. Voor haar en voor alle kinderen moeten we de rust bewaren. Ons niet mee laten nemen in de onrustige bewegingen, in harde woorden, in wij en zij denken. Lak hebben aan verdeeldheid, maar vrede uit blijven stralen, samen met kinderen als Tijn, als Amira, kinderen, ondanks alles zo stralend.
Laten we de stal binnen gaan en als de herders een knieval maken. Door de gebrokenheid zien dat er nieuw leven is. Laten we de stal binnen kijken als de engelen. Het kind in de ogen zien. Gods overvloeiende liefde heeft een rustplaats gevonden in deze nieuwe mens van licht en vrede. Voor even, want Jezus’ geboorte is geen eeuwig rustmoment.
Jozef en Maria moeten op de vlucht naar Egypte, Jezus zal tijdens zijn leven overal beroering veroorzaken door steeds de kant te kiezen van de mensen die in verdrukking zijn, hij zal door het land gaan, steeds onderweg. Maar nu op dit moment in de stal is er rust, vrede, hoop en licht. Verbinding tussen hemel en aarde, verbinding tussen mensen. Dat kan. De herders gaan weer op weg. Zij zijn blij. God is met hen iets nieuws begonnen, God is met ons iets nieuws begonnen. Elk woord, elke pas, elk woord, elke pas. Vertel dat maar verder.
Geloofslied 19.30 uur Vanwaar zijt Gij gekomen
22.00 uur God rest you merry gentlemen

De gaven van brood en wijn worden op tafel gezet
Er klinkt muziek

Voorbeden
Goede God,
Wij bidden voor mensen die in deze heilige nacht ergens op de wereld op de vlucht zijn.
Voor de moeders die hun kind in vochtige dekens te slapen hebben moeten leggen.
Voor de vaders die geen dak hebben voor hun gezin.
Voor de kinderen die desondanks blijven spelen met lappen en ballen.
Dat er voor hen, net als voor de moeder, de vader en het kind in de stal een warme fijne plek mag komen.

God gekomen uit de hoge,
Licht der mensen, wees God-met-ons

Wij bidden voor zieke mensen en voor eenzame mensen,
voor mensen die deze avond ergens op straat moeten doorbrengen,
Voor mensen die hun baan verloren hebben, of om andere redenen in financiële nood gekomen zijn. Dat het licht van hoop voor hen mag schijnen.

God gekomen uit de hoge,
Licht der mensen, wees God-met-ons

Wij bidden ook voor de mensen die deze dagen bereid zijn om er voor een ander te zijn, de telefonische hulpdiensten, de politiemensen, de ziekenverzorgers,
alle helpende en omarmende mensen hier om ons heen en waar ook ter wereld.
Met een dankbaar hart willen wij in gedachten bij hen zijn.

God gekomen uit de hoge,
Licht der mensen, wees God-met-ons

Bidden wij voor alle slachtoffers, van aanslagen, van natuurgeweld, van de dood op volle zee in gammele boten, en voor grote en kleine slachtoffers van huiselijk geweld of ongewenst gedrag.

God gekomen uit de hoge,
Licht der mensen, wees God-met-ons

Maken wij ruimte voor onze eigen intenties en voor de intenties geschreven in dit boek.
Willen wij onze dierbare overledenen in het licht zetten.

Lied: 19.30 uur: Gedenk ons hier bijeen
22.00 uur God gekomen uit de hoge

Tafelgebed
Gezegend jij, God van licht,
in donkere nacht gekomen.
Als teken ons gegeven,
mens geworden,
onvermijdelijk, onlosmakelijk,
onverbrekelijk  verbonden met mensen.

God van leven, van liefde,
Liefde die u geschonken heeft aan uw zoon.
Een liefde zo groot dat hij niet anders kan
dan vredebrenger worden, man van Gods hart.

Gezegend God,
dat uw verlangen
tegen de duisternis in, tegen het onrecht,
tegen de verdrukking in  uitgaat naar mensen.
Dat uit verlangen uw zoon geboren is,
die wij kennen als mens onder de mensen:
Jezus van Nazareth.

Vaak ging hij met zijn vrienden
en al wie hem dierbaar was  aan tafel om te eten.
Dan nam Hij brood, brak het en gaf ieder
een stuk van het brood.
Hij zocht naar woorden en zei:
‘weet je wat leven is?
Jezelf en alles wat je hebt breken als brood
en delen met elkaar
Ook mijn leven is als brood
samen gedeeld met jou en met jou.’

Ook had hij een beker wijn, en vroeg aan
ieder die met hem aan tafel zat:
‘Wordt samen met mij opnieuw geboren,
als wij drinken uit de beker met wijn.
Opdat wij vreugde en verdriet met elkaar
zullen delen, met jou en met jou.’

Moge ons voor waar verschijnen

Gezegend Jij, trouwe tafelgenoot,
mens geworden,
die met ons het leven aan wil gaan.

Spoor in ons op
het licht van jouw ogen,
de vrede van jouw woorden,
de geestdrift van jouw streven,
en bid met ons
Onze Vader. . .

Vredeswens
De herders konden niet anders dan vertellen over de stralende vrede, vol van hartekracht. Tegen de koude in, ontroerd door de eenvoud. Mag ook uw wens in eenvoud en liefde de nacht verwarmen.

Vredeslied 19.30 uur Welkom op de bergen
22.00 uur Es ist ein Ros entsprungen

Iedereen wordt van harte uitgenodigd aan de tafel van brood en wijn.

Communielied 19.30 uur In dulci jubilo |22.00 uur O Jesulein süss

Afsluitend gebed

Slotgedachten De ware Jozef
Als ze Jozef later ernaar vroegen
wat het toch was, wat hij had met dit kind,
dan zei hij altijd: ‘Dat is moeilijk te zeggen,
het is ingewikkeld.
Het heeft me mijn hele leven gekost
om het uit de doeken te doen.
Maar het was zo dat als ik naar het kind keek,
dan was het alsof ik op andere gedachten gebracht werd,
gedachten, zo jong, zo ongebruikelijk
gedachten dat het ook nog heel anders zou kunnen zijn
dan wat wij ervan maken.’
Gedicht van Pieter Holtrop, gelezen op aftellennaarkerst.nl,
digitale adventskalender van de PKN

Zegenwens
Wij wensen u een gezegende kersttijd.
Mogen wij dan van hier gaan,
wetend dat wij
net als het Kerstkind
uw geliefde mensen zijn
die verlangen,
die verwachten,
die zich verwonderen.
Mogen wij daarvan vertellen:
er is iets nieuws begonnen.

Met de zegen van U,
met de zegen van elkaar.
Amen

Slotlied  19.30 uur Nu zijt wellekome
22.00 uur Stille Nacht

Nog geen reacties

Reactie plaatsen