Je hart volgen

Elk blad ademt de boom tot leven

SAN SALVATORGEMEENSCHAP 5-6 april 2014

Thema: Je hart volgen
Voorganger: Erick Mickers
Muzikale ondersteuning: de Cantorij

Openingslied: Zomaar een dak

Gebed
Geraakt door een mens,
die deed wat ondenkbaar is,
die ons vroeg te doen wat hij deed,
daarom zijn wij hier vandaag,
om te vieren, te breken en te delen,
al wat ons lief is  met elkaar
en met de Ene  die wij noemen
de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen.

Welkom
Van harte welkom allemaal vandaag in deze bijzondere viering.
Samen met mensen van de stichting Doverzorg Malawi
hebben we deze viering voorbereid.
Een viering die in het teken staat van op reis gaan, je hart volgen,
tot leven komen, in het voetspoor van Jezus treden en van thuiskomen.
Geert Smulders, Vincent Elemans en Philip van Eekeren nemen ons daarin mee.

Openingswoord door Philip
Het was ergens in 1979 dat broeder Hubrecht op bezoek kwam bij het doveninstituut in Gestel, waar Henk van Heck uit Veghel, ofwel broeder Wladimir, al 24 jaar werkzaam was als leerkracht.
“Waarom kom je niet naar Malawi?” vroeg hij aan broeder Wladimir.
“Malawi?, Wat moet ik daar gaan doen?”
“We hebben in Malawi ook een school voor dove kinderen.”
“ Oh ja,, nou je het zegt. . . . daar heb ik eigenlijk nog nooit aan gedacht.”
De gedachte om naar Malawi te gaan liet hem niet meer los. Een paar maanden later werd hij vijftig jaar en hij dacht: “Als ik het nu niet doe, doe ik het nooit meer.” Hij nam contact op met zijn overste en op 15 december 1980 ging hij op reis. Op weg naar Malawi, zijn hart volgend.
Broeder Hubrecht stond hem met een bus vol dove kinderen op Chileka Airport, het vliegveld van Blantyre, op te wachten.
Ergens in 1979 ontdekten we dat onze zoon Bart doof was. We vonden uit dat er in Sint-Michielsgestel een uitstekende school voor dove kinderen was. Dus gingen we op reis… van Hamburg naar Gestel.
Bart was toen 2 jaar en ging naar de wisselklas van de voorschool.
Een jaar later , najaar 1980, kwam hij thuis van school en wij vroegen wat hij die dag gedaan had. Hij kon amper een paar woorden spreken, maar weet je wat zei hij? …. “Malawi”.
Broeder Wladimir stond op het punt om naar Malawi te vertrekken. Niet alleen een groots gebeuren voor broeder Wladimir, maar voor iedereen op het instituut. Allerlei acties werden georganiseerd op het Instituut voor Doven om wat geld bij elkaar te sprokkelen, zodat hij niet met lege handen aan zou komen.
Het mocht niet bij een eenmalige actie blijven, volgens zijn collega Vincent Elemans. Vanaf het vertrek van broeder Wladimir startte hij de jaarlijkse tientjesactie, waarbij collega’s van het Instituut voor doven, oud-leerlingen van Wladimir, familie, vrienden en bekenden gevraagd werden om een tientje voor Malawi. Tot op de dag van vandaag is dat door gegaan en zijn de acties in de Stichting Dovenzorg Malawi ondergebracht. Tot op de dag van vandaag blijven wij geraakt door de inzet van broeder Wladimir en zijn opvolgers en dragen wij de mensen uit Malawi een warm hart toe. Die begeestering willen wij vandaag graag met u delen.

Acclamatie: Licht op mijn weg

1e lezing: de eerste lezing bestaat uit 2 verhalen, gelezen door Geert en Philip.
Geert vertelt het verhaal van Dickisoni, Philip het verhaal van Masikini

Dickisoni, zomaar een dorp in Malawi
Van de bijna honderd mensen in dit dorp staan er zes bekend als dronkaard, drie als vrouw van lichte zeden. Dat zegt het dorpshoofd, van wie er maar één kan zijn.
Volwassen mannen zijn er: vierendertig. Een is de rijkste. Een draagt een leesbril. Een is ziekelijk jaloers. Engels spreken er vier, zoals er vier in een huis van baksteen wonen en vier bier brouwen. Niet steeds dezelfde vier. Een is een leugenaar. Een slaapt in jute zakken. Een maakt ruzie op het feest van een vriend. Een is onvruchtbaar. Ten minste een.
Volwassen vrouwen zijn er negenveertig. Zeven zijn gescheiden. Vijf zijn weduwe. Vier delen er twee mannen. Allen negenveertig zijn ze verloren zonder man. Een bleef kinderloos, al was ze acht keer zwanger.
Een drinkt om te vergeten. Een aast op liefdesmedicijn. Een ontvlucht het dorp.
Kinderen tellen niet in het dorp. Kinderen tellen ze niet. Ze verloren er vijfennegentig. Ze stierven een voor een.
Veilig waant zich in dit dorp niemand. Veilig is er niet een.

Masikini, niet zomaar dorp in Malawi.
Van de mensen in dit dorp heb ik veel geleerd, ik heb leren luisteren. Ik heb me een beetje leren inleven in hun situatie. Ik heb geprobeerd in hun schoenen te gaan staan, ook al hebben ze die vaak niet. Dat zegt broeder Wladimir, van wie er maar één kan zijn.
Volwassen mannen zijn er, bedelend op de stoep om een heitje voor karweitje; klagend omdat wederom de salarissen van de timmerman, de naaister, de varkenshoeder, de tuinman en de nachtwakers niet betaald zijn door de regering;
mopperend dat de auto niet meer op de weg mag komen zonder nieuwe banden;
woedend dat het water voor de zoveelste keer is afgesloten,
een ontvangt zijn heitje voor een karweitje op school;
een ontvangt een voorschot op salarissen; een ontvangt nieuwe banden; een ontvangt voldoende geld voor het waterschap; niet één die niets ontvangt.
Volwassen vrouwen zijn er, klagend dat er geen geld is voor mais;
dat de motor van de waterpomp is doorgebrand;
dat hun kinderen geen schooluniform hebben en naar huis zijn gestuurd;
dat er iemand ernstig ziek thuis ligt;
dat ze de kunstmest niet kunnen betalen;
zakken mais liggen klaar;
de monteur wordt geroepen;
de naaister maakt nieuwe uniformen;
vervoer naar het ziekenhuis wordt geregeld;
de kunstmest is besteld;
niet één die met lege handen wordt weggestuurd.

600 dove kinderen vinden hun plek in drie internaten. Meer dan 1000 weeskinderen genieten van een grote kerstmaaltijd. Technisch onderwijs wordt aangeboden om een vak te leren. Vervoer wordt vergoed zodat elk kind tijdens de vakantie naar huis kan gaan.
Zeven intelligente meisjes krijgen de kans een verpleegstersopleiding te volgen. “Ik voel me schuldig als hier in Masikini één kind sterft aan ondervoeding.” Zegt broeder Wladimir. “Dit moeten we proberen te voorkomen. Koste wat het kost.”
We blijven vechten voor voedsel en onderdak, voor aandacht en menselijke waardigheid, voor medicijnen, werk en recht.
Elke glimlach op een blij gezicht geeft weer hoop.
Lied: Gij die van ons verlangt ’n nieuw lied

2e lezing: Evangelie volgens Johannes
Hierbij blijven we zitten omdat we zo beter kunnen luisteren uit respect voor het evangelie. Er worden namelijk geen boekjes gebruikt. Van mensen wordt daardoor verwacht dat ze zich willen concentreren op het gesproken woord.

Er was iemand ziek, een zekere Lazarus, de broer van Martha en Maria uit Betanië. De zusters stuurden Jezus de boodschap: ‘Heer, hier is iemand ziek, iemand van wie U houdt.’
Toen Jezus dit hoorde, zei Hij: ‘Deze ziekte loopt niet uit op de dood, maar op de verheerlijking van God, want de Zoon van God moet erdoor verheerlijkt worden.’
Bij de aankomst van Jezus bleek Lazarus al vier dagen in het graf te liggen.
Zodra Maria Jezus zag, wierp ze zich voor Hem neer en zei: ‘Heer, als U hier geweest was, zou mijn broer nooit gestorven zijn.’ Toen Jezus zag hoe ze weeklaagde en hoe ook de Joden die haar vergezelden weeklaagden, ontstak Hij in toorn en wond zich op.
‘Waar hebt u hem neergelegd?’ vroeg Hij. ‘Komt u maar kijken, Heer’, zeiden ze.
Jezus begon te huilen, zodat de Joden zeiden: ‘Hij moet wel veel van hem gehouden hebben!’ Maar sommigen merkten op: ‘Had Hij dan niet kunnen zorgen dat hij niet doodging? Hij heeft toch ook de ogen van de blinde geopend?’
Opnieuw in toorn ontstoken, ging Jezus naar het graf. Het was een grot, die met een steen was afgesloten. ‘Neem die steen weg’, beval Hij. Marta, de zuster van de gestorvene, zei: ‘Maar Heer, de stank! Hij ligt er al vier dagen!’ Jezus antwoordde: ‘Heb Ik je niet gezegd dat je de heerlijkheid van God zult zien als je maar gelooft?’
Toen nam men de steen weg.
Jezus sloeg de ogen op en bad: ‘Vader, Ik dank U dat U Mij aanhoord hebt. Voor Mij stond het vast dat U Mij altijd aanhoort, maar Ik spreek zo met het oog op al die mensen hier, opdat ze mogen geloven dat U Mij gezonden hebt.’
Na dit gebed riep Hij met luide stem: ‘Lazarus, kom naar buiten!’
En de dode kwam naar buiten, zijn voeten en handen gebonden met zwachtels en zijn gezicht in een doek gewikkeld.
‘Maak hem los,’ beval Jezus, ‘en laat hem gaan.’
Acclamatie: Voor kleine mensen

Overweging
Drie verhalen die ons op weg helpen om het Pasen te laten zijn.
Het verhaal van Dickisoni is een verhaal van gelatenheid, van berusting.
Het verhaal van Masikini is een verhaal van hoop, van vertrouwen op.
Een wereld van verschil.
Deze twee werelden zijn verenigd in het onwaarschijnlijke verhaal dat Lazarus op staat uit de dood.
De zussen doen een beroep op Jezus, maar al wie er komt, geen Jezus. Lazarus sterft. En als hij dan komt, dan krijgt hij het ene na het andere verwijt. Als je er was geweest, had hij nog geleefd. Had hij dit nu niet kunnen voorkomen, hij heeft toch ook de ogen van de blinde weer geopend. Jezus wordt boos, uit ergernis om alle verwijten. Hij wordt verdrietig, want vanaf het begin heeft hij gelooft dat de ziekte niet naar de dood zou leiden, maar toch….
Hij wordt direct daarop weer kwaad en weigert te geloven wat anderen hem zeggen.
Lazarus is niet dood, kijk maar…
Ja maar, roept Martha nog.
“Nee, ‘Heb Ik je niet gezegd dat je de heerlijkheid van God zult zien als je maar gelooft?’
Kijk maar”.
Geloven is niet gelaten afwachten op goddelijke hulp van buitenaf, maar geloven is hoopvol vertrouwen op leven van binnenuit. Dan zul je de heerlijkheid van God zien.
Wat Johannes ons voorhoudt is niet dat elke ziekte te overwinnen is, als je er maar in gelooft, maar dat geloven mensen bevrijdt tot nieuw leven.
‘Maak hem los,’ beval Jezus, ‘en laat hem gaan.’
Bevrijdt de mens waarin hij vast zit en laat het leven zijn weg vinden. Bevrijdt jezelf waarin je vastzit en durf te leven van binnenuit. Dat is geloven.
Maak los wat je weerhoudt te leven, zodat het leven stromen kan. “Maak hem los en laat hem gaan. “
Laat oude denkbeelden los, ontwikkel en leef. Durf een pelgrim te zijn, met open ogen, open oren en open hart het onbekende tegemoet. Durf op reis te gaan, van je hoofd naar je hart.
Pelgrim zijn is tot inkeer komen, om uit te kunnen dragen wat jou bezielt. Pelgrimeren is het vaste waarop je steeds terugvalt, achter je laten, zo schrijft Marinus van den Berg in het boek: vormen van geluk.
Dat geldt voor ieder van ons, dat geldt ook voor ons als gemeenschap. De tocht begint in jezelf, en wordt gaandeweg een innerlijke houding van overgave en vertrouwen.
Pelgrimeren is je hart volgen, je weg gaan die het leven jou wijst. Op reis gaan, naar Malawi. Thuis blijven, bij de mensen die jou nodig hebben. Thuiskomen, bij jezelf.
Bij de vraag aan broeder Wladimir wat hem motiveert dit werk te doen, vertelt hij: “Och, gewoon doen wat je niet laten kunt.
Is het beschikbaarheid, dienstbaarheid?
Och, ik ken vrouwen in de omliggende dorpen die naast de zorg voor zichzelf, een ouder, het gezin, dag en nacht voor iedereen klaar staan. Gewoon doen wat gedaan moet worden. Niet te veel vragen stellen en zeuren van waarom?
En hoeveel? En heeft het wel zin? En kan dat nou wel? En is de hulp wel structureel?
Och, doe het maar wel en kijk maar niet om. Erger je niet. Durf risico’s te nemen. Vallen en opstaan. Begin opnieuw. Kop in de wind. Blijven vechten voor iets meer rechten, voor iets meer mensen. Bedrogen worden en vergeven, en opnieuw bedrogen worden en opnieuw vergeven. 70 x 7 keer. En dan denk ik aan de lijfspreuk van broeder Bernardus Hoecken uit de 19e eeuw
“en gij broeders, wordt niet moede het goede te doen.”
Een beetje goed gek zijn. Liever tien keer bedrogen worden dan een keer iemand, die echt hulp nodig heeft, met lege handen wegsturen. Liever een negatieve ervaring, dan helemaal geen ervaring. Ik voel me schuldig als hier in Masikini één kind sterft aan ondervoeding. Dit proberen te voorkomen. Kostte wat het kost. Dat houdt me gaande.”
En op de vraag wanneer hij voorgoed naar huis komt, zegt hij: “och, ik ben al thuis en zolang ik hier niet in de weg loop en de mensen graag hebben dat ik blijf, gaan we maar gewoon door. Misschien mogen we hier wel doodgaan. Wie zal het zeggen. Dat laten we maar open.”
Het is in de voetsporen van Jezus, hoopvol blijven vertrouwen op het leven van binnenuit, mensen bevrijden opdat er leven is, telkens opnieuw beginnen, met alle risico van dien.
Met uw steun aan de stichting Dovenzorg Malawi, aan broeder Wladimir en zijn opvolgers, kunnen mensen zich bevrijd voelen, om hun eigen weg te kunnen gaan.
Ik nodig u daarbij uit om uw hart te laten spreken, daar naar te luisteren en uw hart te volgen. Dan zal het vandaag al Pasen zijn.
Geloofslied: Voor kleine mensen
Hierbij gaan we staan, om beter te kunnen zingen en zichtbaar te maken waar we voor willen staan.

De gaven worden klaargezet en iedereen wordt uitgenodigd een persoonlijke bijdrage te geven via de collectevorm
Er is een collecte voor de gemeenschap en
een aparte bus voor de stichting dovenzorg Malawi, liever per bank via de San Salvator in Beweging.
Instrumentale muziek

Voorbede
Er zijn mensen, die hun hart volgen en zich ten dienste stellen van hun medemens.
Zij ontvangen door te geven, zonder daar op uit te zijn.
Heer, zegen hen die hun hart volgen.

Heer ontferm u

Er zijn mensen die in beweging komen
bij het zien van medemensen, die hun steun nodig hebben.
Zij gaan op reis, kijken niet naar wat ze achterlaten, m
aar richten zich op hetgeen voor hen ligt.
Heer, zegen hen die op reis gaan.

Heer ontferm u

Er zijn mensen die op reis gaan, los van de drukte, van het alledaagse,
om zichzelf te zoeken, om tot inkeer te komen,
om mensen te ontmoeten die zij toevallig op hun weg tegenkomen.
Heer, zegen hen die tot inkeer willen komen.

Heer ontferm u

Er zijn mensen die thuis blijven
om te zorgen voor hen die aan hun zorgen zijn toevertrouwd,
hetzij in hun eigen omgeving, hetzij in hun werksituatie.
Heer, zegen hen voor wie ons gebed is gevraagd in dit intentieboek,
zegen hen die thuis blijven.

Heer ontferm u

Na een voltooid of onvoltooid leven. Dat ligt in Gods hand.
Wij noemen de namen van hen die thuis zijn gekomen bij God.
Heer, zegen hen en allen die wij dragen in ons hart,
zegen ook hen die zijn achtergebleven.

Heer ontferm u

De intentiekaars op de tafel wordt aangestoken

Tafelgebed
Gezegend Jij, bron van hoop
die vrijheid schept die warmte geeft
die voelbaar in ons midden er wil zijn
voor elke kleine en grote mens
Gezegend Jij, bron van leven die ruimte schept
die liefde geeft die als een kracht in ons, ons doet opstaan
voor vrede en gerechtigheid
Gezegend Jij, bron van moed
die kansen schept die toekomst geeft
die ogen opent om te zien wat ons te doen staat,
werken aan jouw wereld van menswaardigheid.

Gezegend jij, tot ons gekomen
in Jezus van Nazareth,
belichaming van hoop, leven en toekomst,
die jouw woorden sprak, die jouw daden deed,
om licht te zijn, om mens te zijn,
om God te zijn, om goed te zijn, voor elke mens.

Hij gaf zijn liefde tot het uiterste toe.
Op de avond voor zijn sterven,
nam Hij brood in zijn handen,
sprak een dankgebed, brak het,
gaf het aan zijn vrienden en zei:
ontvang en eet dit brood, als teken van mijn leven,
gebroken en gedeeld, ter wille van u.

Ook nam hij de beker liet hem rondgaan en zei:
neemt deze beker en drinkt er uit
samen aan dezelfde tafel.
Zo zal er vrede komen in stad en land.
Blijf dit doen om mij te gedenken.

Zo willen wij leven, in zijn geest,
zodat er lente komt voor iedereen,
een wereld vol hoop, vertrouwen en medemenselijkheid.
Zo willen wij bidden, als broers en zussen van elkaar,
de woorden die Jezus ons gegeven heeft:
Onze Vader

Vredeswens
Vrede op je tocht, vrede naar buiten, vrede vanuit binnen.
Wensen we dat elkaar toe!
Vredeslied: Weet je waarom ik er ben

Uitnodiging aan de tafel van brood en wijn
Lied: Eet en drinkt van brood en wijn

Mededelingen

Slotgedachte
Wandelen met God is je gezegend weten, met de liefde in je hart,
de ontmoetingen onderweg, het onverwachte, in schoonheid, in grofheid.
is je gezegend weten met de mensen die je uitwuiven,
de mensen die op je wachten, de mensen die je met je mee draagt, intens verbonden, heel nabij.
is je gezegend weten met de stappen die je zet, de een na de ander,
gedragen door moeder aarde, bewogen door de geest, gedreven door jouw ziel.
Wandelen met God, is dag na dag, opnieuw beginnen,
ontvankelijk op weg, zien wat er komt, kijken wat er gaat,
en opnieuw beginnen, voelend, wetend, je wandelt niet alleen.

Zegenwens
Gezamenlijk uitgesproken als zegengroet voor Hans Wagemaekers, die van hieruit zijn pelgrimstocht begint naar Santiago de Compostella.

Ga met God,
jouw adem is zijn adem,
jouw glimlach is zijn glimlach,
jouw liefde is zijn liefde,
jouw weg is zijn weg,
zegen en wees gezegend,
God gaat met jou!

Slotlied: Nu wij uiteengaan

1 reactie

  1. Gerard

    ma 07th apr 2014 at 13:05

    Een viering met inhoud en die ons energie geeft. Daar kunnen we mee op pad. Op weg naar huis fietste ik Hans voorbij, die zojuist aan zijn pelgrimstocht naar Santiago begonnen was. “Goeie reis, Hans!” Benieuwd wanneer hij begroet wordt met “Buen camino!”

    Gerard

    Beantwoorden

Reactie plaatsen