In verlangen vertrouwen

Elk blad ademt de boom tot leven

San Salvatorgemeenschap 13 dec 2015
3e zondag van de Advent

Thema: In verlangen vertrouwen
Voorganger: Maria van den Dungen
Muzikale ondersteuning: de Cantorij

Openingslied za: Nacht is om de huizen
zo:
Zo vriendelijk en veilig..

Welkom
Welkom dit uur, hier in deze ruimte. Even alles achter ons gelaten, weg van eigen huis, weg van ons dagelijks leven. Even een uur om op het spoor te komen van de zin van dat leven.
Een uur samen luisteren naar vertrouwde woorden, samen zingen en de stilte ervaren. Fijn dat u er bent.
Welkom bij elkaar en bij de Eeuwige, die in ons het verlangen heeft gewekt
naar gerechtigheid en vrede.
Welkom in zijn Naam: Vader, Zoon en heilige Geest.

Inleiding
De dagen zijn kort, de nachten lang; de winter heeft het overgenomen van de herfst. Maar zelfs in het donker van de winter komt elke morgen de zon op en dat licht breekt onstuitbaar door. Als je in deze dagen vroeg op bent kun je een licht roze hemel zien en laat dat nu net de liturgische kleur zijn voor dit weekend: roze in plaats van het zware paars. Dit derde weekend van de Advent draagt de naam: Verheugt u, verblijdt u, Gaudete.
Een weekendlang stuurt het licht van Kerst zijn stralen vooruit. Gods licht en vreugde zullen op aarde dóórbreken. Laat je raken In je ziel door deze hoopvolle boodschap, juist in deze tijd.
Beelden van terreur en het afslachten van onschuldige burgers, volkeren die verwikkeld zijn in broederstrijd, honderdduizenden vluchtelingen, afkalven van sociale zekerheden, mensen zonder werk en toekomst, zure regen en een smeltende ijskap veroorzaken gevoelens van machteloosheid, maar ook onverschilligheid: het zal mijn tijd wel duren!
Een tijd vol angst en duisternis….maar sterker dan ooit verlangen we naar bevrijding, naar vrede.
Vrede voor iedereen, ook voor de massa’s die op drift geraakt zijn met het zelfde verlangen naar toekomst en vrede.

Gebed
Zie, kijk hoe vanuit vertrouwen in de liefde
de hoop groeit in een wereld waarin zoveel donker is.
Eeuwige, sterk in ons het verlangen
om ons vol vertrouwen over te geven aan Uw liefde.
Ruimte te maken voor de verwachting van Uw Mensenkind
Wij bidden dat er licht mag zijn;
Licht in alle hoeken van de wereld,.
Licht in elke samenkomst van mensen,
om elkaar bij te lichten in vertrouwen op Hem
Verlangend kijken we uit naar zijn komst,
en steken daarom een derde kaars aan.

De derde adventskaars wordt aangestoken
Adventslied za: Als alles duister is – zo: Gij die ooit en eeuwig

Eerste lezing: profeet Sefanja 3:14-20 – Hertaling van Peer Verhoeven.
Sion, wees een stad die bruist van leven. Israël, wees een volk dat danst van blijdschap. Jeruzalem, verheug U van ganser harte. Want het vonnis over U is nietig verklaard. De vijand is weg. Er is geen onheil
meer te vrezen, want God de Heer is met U.
Wees niet beducht, kijk niet bedrukt. Steek de handen uit de mouwen, want God de Heer, de reddende engel, is met u. Hij is om u bovenmate blij en zijn liefde doet u herleven. Echt, gij bent Gods lief.
Lied za: De nacht loopt ten einde – zo: het volk dat in duisternis gaat

Tweede lezing: Lucas 3: 7-18
Optreden van Johannes
In het vijftiende jaar van de regering van keizer Tiberius, ging Johannes in de omgeving van de Jordaan verkondigen dat de mensen zich moesten laten dopen en tot inkeer moesten komen, om zo vergeving van zonden te verkrijgen.
Johannes zei tegen de mensen die massaal uitliepen om zich door hem te laten dopen: ‘Addergebroed, wie heeft jullie wijsgemaakt dat je veilig bent voor het komende oordeel? Breng vruchten voort die een nieuw leven waardig zijn, en zeg niet meteen bij jezelf: Wij hebben Abraham als vader. Want ik zeg jullie: God kan uit deze stenen kinderen van Abraham verwekken! Ja, de bijl ligt al aan de wortel van de boom: iedere boom die geen goede vruchten draagt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen.’
De mensen vroegen hem: ‘Wat moeten we dan doen?’ Hij antwoordde: ‘Wie twee stel onderkleren heeft, moet delen met wie er geen heeft, en wie eten heeft moet hetzelfde doen.’ Er kwamen ook tollenaars om zich te laten dopen, en die vroegen hem: ‘Meester, wat moeten wij doen?’ Hij zei tegen hen: ‘Vorder niet meer dan wat jullie is opgedragen.’
Ook soldaten kwamen hem vragen: ‘En wij, wat moeten wij doen?’ Tegen hen zei hij: ‘Jullie mogen niemand afpersen en je ook niet laten omkopen, neem genoegen met je soldij.’
Het volk was vol verwachting, en allen vroegen zich af of Johannes misschien de Messias was, maar Johannes zei tegen hen: ‘Ik doop jullie met water, maar er komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om de riemen van zijn sandalen los te maken. Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur; hij houdt de wan in zijn hand om de dorsvloer te reinigen, het graan zal hij bijeenbrengen in zijn schuur en het kaf in onblusbaar vuur verbranden.’
Op deze en andere wijze spoorde hij de mensen aan en verkondigde hij hun het goede nieuws.
Acclamatie za: Kwam van Godswege – zo: Omdat gij het zijt

Overweging
Er was eens – zo beginnen de meeste sprookjes; de bijbel doet het anders, is concreter.
Aan de evangelielezing van vandaag ging vooraf: ‘in het vijftiende regeringsjaar van keizer Tiberius‘ zodat de lezer kan weten hoe de situatie was. Ook: “in die dagen” is zo’n aanduiding die ons wil laten weten: dit staat er niet zomaar, de omstandigheden doen ertoe.
Hier is sprake van een land dat al geruime tijd bezet was door de Romeinen, waar corruptie heerste en zelfs de tempeldienaren uit waren op eigen voordeel. De mensen verlangen naar bevrijding, zij hopen vol vertrouwen op de komst van de Messias. Sommige groepen joden verwachten het einde der tijden.
In die tijd komt Johannes uit de dorre woestijn en gaat aan de vruchtbare oevers van de Jordaan als boeteprediker optreden. En hij heeft succes met zijn prediking, vanuit alle lagen van de bevolking komt men naar hem toe. Hij is trendy, je moet hem gezien hebben om erbij te horen. Velen laten zich dopen, maar wil men zijn boodschap echt horen? – dat is ook de vraag voor Johannes. Hij waarschuwt zijn toehoorders: Niemand is veilig voor het komend oordeel, zelfs niet al laat je je dopen; tenzij je je bekeert en anders gaat leven.
Johannes sprak ook koning Herodes en de kerkelijke leiders aan op hun verantwoordelijkheid. (En zoals we weten heeft hem dat letterlijk de kop gekost).
Net als in de tijd van Johannes heerst er nu hier een gevoel van onrust, een latente dreiging, die het doen en laten van mensen beïnvloedt. Sinds de gebeurtenissen in Parijs is het aantal bezoekers daar drastisch gedaald, maar ook over naar Brussel gaan wordt geaarzeld. Veel mensen mijden drukke evenementen uit voorzichtigheid, uit angst. Dat zal wel slijten, het leven gaat weer verder, maar het onderliggende gevoel blijft nog lang hangen.
Wij hebben allemaal de neiging om – als we misstanden zien – om ons heen te kijken naar wie daar verantwoordelijk voor is: de banken, de overheid, de bisschoppen de auto-industrie of de zorgmanagers. En dat kan ook wel kloppen, maar spelen wij zelf dan geen enkele rol?
Johannes geeft het voorbeeld: hij leidt hij een sober leven en dat wekt vertrouwen. “Wat moeten wij doen” vragen de mensen hem.
En dan blijkt dat het heel concreet is, dicht bij ons leven van alledag.
De wereld van God is niet die van grootse projecten, van met veel tamtam aangekondigde gebeurtenissen: Jezus wordt geboren in een stal, zegt de overlevering, hij groeit op in Nazareth, zoon van een timmerman.
Johannes heeft voor de mensen, die naar hem komen luisteren, een boodschap, die vooral praktisch is. “Breng vruchten voort waaruit bekering blijkt…Wie twee stel kleren heeft, moet delen met iemand die niets heeft, en wie te eten heeft moet hetzelfde doen”.
Dat geldt voor iedereen: voor de soldaten, de tollenaars en voor ons. Neem niet meer dan je toekomt en deel met anderen. Gebruik je positie niet voor eigen voordeel, maar ten bate van anderen.
We mogen niet met de handen in de schoot passief blijven wachten op een wonder: dat wonder moeten wij zelf teweeg brengen.
Niet alleen God vragen dat hij de mensen troost, maar zelf eens een bezoek brengen en luisteren naar het verdriet. Niet alleen om gerechtigheid bidden, maar in je dagelijks leven het welzijn van anderen bevorderen.
Zoals Kennedy zei: Vraag niet alleen wat je land voor jou kan doen,
vraag ook wat jij voor je land kunt doen.
Met de vraag: Wat moet ik doen? verbinden wij ons met God’s plan voor een Hemel op aarde.
Johannes spreekt woorden die oproepen tot omkeer van duister naar licht.
Ook vorige week hoorden we al taal van hoop en haalbaarheid: maak kromme paden recht met wat binnen jouw vermogen ligt. Ook de profeet Sefanja jubelde over een God die zijn mensen nooit zal laten vallen.
Belofte van hoop en verzoening. Laten we hun weg maar gaan de komende weken. Dan zal de nacht ten einde lopen, de dag aanbreken.
Dat is waar we vol vertrouwen naar verlangen.
Geloofslied za: Uit uw hemel zonder grenzen – zo: Het licht valt uit de dagen

De tafel wordt klaargemaakt en er wordt gecollecteerd

Voorbede
Bidden we voor hen die zich aan hun lot overgelaten voelen,
voor mensen die aan de kant van de samenleving geduwd worden.
Dat zij tekenen van hoop zien
in medemensen die het voor hen durven opnemen.

God verscholen

Bidden we voor mensen zonder papieren,
voor vluchtelingen en daklozen,
voor mensen zonder geborgenheid, zonder erkenning.
Dat zij zich verbonden kunnen voelen
met hen die vandaag blijven opkomen voor hun rechten.

God verscholen

Voor allen die het goede nieuws niet meer tot zich durven toe te laten,
voor allen die hun geloof verloren hebben
en heimwee hebben naar het houvast van vroeger
voor allen die open in het leven staan
en op zoek blijven naar de zin van het bestaan
dat ook hen vrede wordt aangezegd.

God verscholen

Bidden we voor hen die politieke verantwoordelijkheid dragen
en voor hen die invloed uitoefenen op de publieke opinie.
Dat zij hun nek durven uitsteken
om onrecht en armoede in onze samenleving efficiënt aan te pakken.

God verscholen

Bidden we ook voor ons zelf,
dat we elkaar helpen vol vertrouwen in het leven te staan,
met open ogen voor het goede dat om ons heen gebeurt
met een hart waarin plaats is voor velen.

God verscholen

Bidden we voor onze eigen intenties
voor de intenties in ons boek
voor de mensen die we missen en ons over de dood heen dierbaar blijven,
dat zij geborgen zijn in het grote licht van Liefde.

Tafelgebed
Naar U zien wij uit, lichtende God
vader en moeder van mensen
bron van liefde,
door wie wij weten wie wij mogen zijn
licht van Uw licht, vol van genade. Beeld van U
zo leven en zijn wij mensen, de eeuwen door
geschapen door U om deze aarde te koesteren
om licht en leven door te geven

Naar u gaat mijn verlangen Heer
Heer mijn God, ik ben zeker van U

Wij zien jou aan het werk in Jezus.
Want de woorden die hij sprak waren jouw woorden
en worden nu ook de onze.
Zijn keuze voor de kleine mensen was jouw keuze
en wordt nu ook de onze.
In hem heb jij jouw lot aan ons verbonden,
jouw droom in ons gelegd:
Dat er voor elke mens leven mogelijk is, leven in overvloed
Hem noemen wij hier onze inspiratie, de rode draad in ons leven
een blijvende oproep om te doen wat hij heeft gedaan.

Naar u gaat mijn verlangen Heer

Daarom nemen wij dit brood en deze beker in onze handen
om met hem verbonden te zijn
zoals hij verbonden was met zijn leerlingen
die laatste avond van zijn leven.
Toen nam hij brood in zijn handen
deelde het met de woorden:
Neemt en eet:  Dit ben ik met hart en ziel
mijn leven met jullie gedeeld.
Ook nam hij de beker, en zei:
Neemt deze beker deelt hem samen en leef
zoals ik probeerde te leven
trouw aan mensen, trouw bij vreugde en verdriet

Naar u gaat mijn verlangen Heer

Beziel ons met zijn geest opdat wij
vanuit zijn droom weten wat recht en krom is.
Opdat wij de fantasie zouden bewaren
en wegen blijven vinden naar de nieuwe toekomst,
die jij ons in handen hebt gegeven.

Beziel ons met jouw geest,
dat wij elkaar bewaren en voortstuwen
in de richting van jouw droom;
Dat wij niet wijken voor macht of eigenbelang;
dat wij oplettend zijn om de tekenen van hoop te zien.
En dat wij zelf zo’n teken mogen zijn.

Daarom bidden wij telkens weer
dat zijn droom waar mag worden
en noemen we God bij zijn liefste naam:
Onze Vader

Vredeswens
Waar mensen bij elkaar vrede en geborgenheid vinden, wordt de wereld nieuw.
Moge wij elkaar die vrede van harte toewensen.
Lied: Samen hem achterna, vogelvrij

Uitnodiging voor de communie
Lieve hemel, ooit van aarde, nu of nooit begint het hier:
wie zijn brood breekt voor een ander
die maakt hier een stukje hemel waar.
Iedereen dus van harte uitgenodigd om te delen.
Communie lied: Het licht keert nu de duisternis

Gebed na communie
God, Vader en Moeder tegelijk,
Wij geloven dat Gij ons nabij wilt zijn
met uw zorgende aandacht.
Geef ons mensen om ons heen
die uw aanwezigheid en uw aandacht
voelbaar maken, telkens opnieuw.
Wij vragen U dit,
dankbaar verwijzend naar Jezus,
uw Zoon die begaan was met het lot van mensen
en die voor ons zijn leven heeft gegeven. Amen.

Mededelingen

Slotgedachte: Vertel het nog eens (Hilde Van Putten)
‘Vertel het nog eens’ zegt het kind eer het wil gaan slapen.
En na het sprookje van eens en lang geleden,
droomt het van morgen, lang en gelukkig …

Vertel het nog eens, fluisteren geliefden,
laat me nog eens horen dat je van me houdt.
En hun woorden worden levend, want hun liefde groeit…

Vertel het nog eens, hopen, bidden, zingen wij hier.
Maak ons opnieuw vertrouwd met dat oude verhaal
over mensen en hun God.
Vertel het keer op keer, tot onze handen eraan beginnen
en onze voeten steeds meer in beweging komen…

Vertel het nog eens, en dat het te doen is, nu. . .

Zending en zegen
En daarop vertrouwend gaan we naar huis, om dat te doen wat nodig is. Met de hulp van elkaar en met de zegen van God die trouw blijft zolang wij hem verwachten.
In de naam van de Vader, Zoon en heilige Geest.
Amen.

Slotlied za: Zonder naam en zonder woorden – zo: In ’t laatste van de dagen

Nog geen reacties

Reactie plaatsen