In dromen en visioenen

Elk blad ademt de boom tot leven

San Salvatorgemeenschap 3-4 april 2016
Thema: In dromen en visioenen
Voorganger: John Parker
Muzikale ondersteuning: de Cantorij

Openingslied: Dat woord waarin ons richting

Inleiding
Al een week sinds het feest van Pasen. Al een week waarin wij hebben geleefd. Mooie momenten, ook misschien minder mooie.
Wie je ook mag zijn, wees hier welkom, als we samen komen om te vieren. Om te vieren dat we leven, in hoop en vertrouwen. De vrienden van Jezus voelen nog de geest van hun vriend en leraar aanwezig in hun midden. Ze beginnen te dromen, te denken hoe hun wereld eruit zou zien als iedereen het voorbeeld van Jezus zou volgen.
Hun dromen zijn uitgekomen, niet altijd en niet overal; hun hoop en vertrouwen in de goedheid van de mens, in de mogelijkheden die ieder mens heeft om zo goed als God te zijn; deze hoop is bevestigd daar waar mensen elkaar vinden. Hun dromen komen eruit daar waar mensen goed zijn voor zichzelf, voor elkaar, voor de wereld waarin wij leven.
Laten we even een moment nemen om over onze eigen sterkste dromen en verlangen na te denken.
Gebed: Levende Eeuwige, wij dromen van een wereld die goed is, waar mensen elkaar niet haten maar liefhebben. Waar mensen kunnen leven gezond en zonder angst. Ooit, zoals U dat wil, zal onze droom werkelijkheid worden. Wij willen helpen dat moment dichterbij te brengen door onze manier van leven, door hoe we met anderen omgaan. Wij hebben geweldige voorbeelden voor ons, in Jezus en zoveel anderen, en wij zijn dankbaar voor ze. Geef ons ook de kracht om trouw te blijven aan U, aan onze hoop, aan onszelf. Amen.
Acclamatie: Wek mijn zachtheid

1e lezing: Genesis 22
Jakob vertrok uit Berseba en ging naar Haran. En hij kwam op een plaats waar hij zou overnachten, want de zon was ondergegaan; en hij nam van de stenen van die plaats, maakte daarvan een hoofdeinde, en legde zich op die plaats neer om te slapen. En hij droomde, en zie een trap werd op de aarde gesteld, waarvan de top reikte tot de hemel. En zie: de engelen van God gingen op en daalden af. En zie, de HEERE stond tegenover hem en zei: Ik ben de HEERE de God van Abraham uw vader, en de God van Izaäk. Dat land waarop u ligt zal ik aan u en aan uw nakomelingen geven. En uw nakomelingen zullen zijn als het stof van de aarde, en u zult uitbreiden naar het westen en oosten, naar het noorden en zuiden. En in uw nakomelingen zullen alle geslachten van de aarde gezegend worden. En zie, Ik ben met u en Ik zal u bewaren overal waar u gaan zult, en Ik zal u terug brengen naar dit land. Want Ik zal u niet verlaten totdat Ik gedaan zal hebben wat Ik tot u gesproken heb.
En Jakob ontwaakte uit zijn slaap en zei: Waarlijk de HEERE is op deze plaats, en ik wist het niet. En hij was bang en zei: Hoe ontzagwekkend is deze plaats! Dit is niets anders dan het huis van God, hier is de poort van de hemel! En Jakob stond vroeg in de morgen op en nam de steen die hij een hoofdeinde gemaakt had, en hij zette die overeind als een opgericht teken en goot olie daarover uit. En hij noemde de naam van die plaats Bethel. En Jakob beloofde een gelofte: Indien God met mij zal zijn en mij zal bewaren op deze weg die ik ga, en mij brood zal geven om te eten en een kleed om aan te trekken, en ik terug keren zal in vrede tot het huis van mijn vader, dan zal de HEERE mij tot God zijn. En deze steen die ik tot een opgerichte steen gesteld heb, zal een huis Gods zijn.
Antwoordzang za: Dit huis is een huis – zo: De wijze woorden

2e lezing: Johannes 20,(24-29)
Thomas, een van de twaalf, ook Didymus genaamd, was niet bij de leerlingen toen Jezus kwam. De anderen vertelden hem: “Wij hebben de Heer gezien.” Maar Hij antwoordde: “Als ik niet in zijn handen de tekenen van de nagelen zie, en mijn vinger in de plaats van de nagelen kan steken, en mijn hand in zijn zijde leggen, zal ik het niet geloven.”
Acht dagen later waren zijn leerlingen weer in het huis bijeen, en nu was Thomas er bij. Hoewel de deuren gesloten waren kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: “Vrede zij u.” Vervolgens zei Hij tot Thomas: “Kom hier met uw vinger en bezie mijn handen. Steek uw hand uit en leg die in mijn zijde en wees niet langer ongelovig maar gelovig.” Toen riep Thomas uit: “Mijn Heer en mijn God!” Toen zei Jezus tot hem: “Omdat ge Mij gezien hebt gelooft ge? Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben.”
Acclamatie: Leven weet wegen

Overweging
De meeste dromen zijn bedrog, zong Marco Borsato enkele jaren geleden. Op een bepaald moment komen ze tot een einde, en je wordt teleurgesteld, misschien zelfs gekwetst. Valse dromen, misschien.
Een ander soort dromen zijn die ik zou kunnen beschrijven als levensdromen: ik droom van wereldvrede, ik droom van een einde aan hongersnood, ik droom van een geneesmiddel voor kanker. Deze dromen zullen ooit, op een dag uitkomen. Er moet aan gewerkt worden, het zal lang duren, het kost veel energie en toewijding. Het zijn geen eenmanstaken; ze vragen om samenwerking, om verstand dat niet mag ontbreken.
Jakob in ons eerste schriftverhaal had een droom en we weten dat voor mensen van toen waren dromen een manier om naar de werkelijkheid te kijken. Jakob was op reis, alleen op weg naar een vreemd land. Hij was op de vlucht voor zijn broer die hij bedot had, belazerd had om de laatste zegen van hun stervende vader te kunnen krijgen. Eenzaam, ver van huis, een vluchteling, een balling. Hij valt in slaap; hij droomt. Een ladder neergesteld op aarde, vanuit de hemel. En in zijn droom hoort hij een stem: je bent niet alleen, ik ben er, de God van je voorvaders. Ik zal je bewaren, en op een dag zal ik je terugbrengen naar je land.
Weer die oude belofte: God en zijn volk, die zijn een; God zal zijn volk niet laten vallen. Zoals Nico ter Linden het zei: Jakob is een balling, maar geen balling zonder hoop. Onderweg naar vele eenzaamheden, maar niet alleen. Jakob heeft een droom en ver van huis zal hij daarvan kunnen leven. Ooit keert hij terug.
De vrienden van de gekruisigde Jezus hebben ook hun dromen. Maar sommige van hen hebben minder vertrouwen in hun dromen dan anderen, en vragen om bewijs; ze vragen om praktisch te blijven, om realistisch naar de werkelijkheid te kijken. In ons verhaal is het Thomas die deze vragen stelt. Jezus is dood en begraven; zijn vrienden komen bij elkaar, praten over wat er gebeurd was, praten over wat er zou kunnen gebeuren, door hun verdriet heen dromen over de toekomst, een toekomst waar de woorden van Jezus zouden leven in de harten van mensen de wereld over. Thomas liet zich niet meeslepen in het enthousiasme, in de fantasieën. Hij hoorde bij diegenen die twijfelden, die niet durfden geloven, die niet wilden dromen.
En toch|: de dromers hadden gelijk. De boodschap, het goede nieuws van Jezus zou verspreid worden. Het zou niet gemakkelijk zijn. Wantrouwen, tegenstand, verraad, en ook macht, met al de verleidingen die dat met zich meebrengt. En tot op de dag van vandaag, met de uitgebreide onverschilligheid van velen van onze medemensen. Het is niet gemakkelijk, maar die droom van een vernieuwde aarde wordt reëel en tastbaar op zoveel verschillende momenten en plaatsen. Daar waar mensen bij elkaar komen in vriendschap en liefde. Daar waar een mens zich niet alleen voelt, eenzaam, buitengesloten, maar omarmd door de engelen die neerdalen van de hemel, door medemensen die warmte en vriendschap bieden.
Als geloofsgemeenschap zijn wij dromers. Onze ‘mission statement’, ons doel staat opgeschreven in het Visioen van Liefde, en dat al 5 jaar. De taal van dit document zal misschien vernieuwd kunnen worden, maar het visioen zelf blijft hetzelfde. Wij volgen nog steeds dezelfde weg. Ontdekken wij iedere dag nieuwe manieren om het visioen na te leven, door alles dat op ons pad komt. Wij volgen een droom omdat wij erin geloven. Een droom van warmte, van zachtheid, van liefde. Deze droom houdt ons gaande, deze droom is geen bedrog.
Geloofslied za: Kom en volg mij – zo: Om warmte

Voorbereiden van de tafel en collecte

Voorbede
Levende Eeuwige, wij bidden U voor allen die niets ervaren van de verrijzenis van het leven;
voor hen die moeten leven in situaties van onrecht en onderdrukking,
van slavernij en uitbuiting;
dat er bevrijding voor hen mag dagen, dat zij kunnen opstaan uit de dood.

Strek naar mij uit u gedachten

Levende Eeuwige, wij bidden U
voor allen die opgesloten zitten in zichzelf, door wat zij meegemaakt hebben,
die het kwaad hun aangedaan niet verwerkt of overwonnen hebben;
dat zij mogen leren zien met nieuwe ogen, dat zij opstaan uit de dood.

Strek naar mij uit u gedachten

Levende Eeuwige, wij bidden U
voor onszelf; voor onze gemeenschap hier aanwezig,
mensen van hoop en verlangen,
dat wij mogen in het licht blijven leven.

Strek naar mij uit u gedachten

Levende Eeuwige, wij bidden voor hen
die wij zo node missen.
Wij noemen met name . . .

Tafelgebed
Levende Eeuwige die ons geschapen hebt
om met elkaar te leven in het nieuwe licht;
wees hier aanwezig en laat oplaaien
de levenskracht van Jezus
opgestaan, doorgegaan,
tot over de grens van duisternis en dood
tot op vandaag..

Wees hier aanwezig, woord ons gegeven
dat ik u horen mag met hart en ziel;
wek uw kracht en kom ons bevrijden

Gezegend Jezus van Nazareth
die opstond voor het leven
en tegen alle onmacht en wanhoop in
een spoor van licht trok, recht en vrede;
die ten dienste van mensen
de weg ging van zovelen:
die kozen voor menswaardigheid
en kwaliteit van leven.

Wees hier aanwezig

Wek uw kracht en bevrijdt ons tot mensen
die zijn licht verder dragen.
Uit kracht van zijn geloof
werd hij de meest vrije mens
die onrecht en kwaad te lijf ging,
als het moest alleen,
maar het liefst met velen samen.

Wees hier aanwezig

Zijn opstandingsgebaar
gedenken wij hier in het brood,
dat Hij nam op die laatste avond,
het brak en het gaf aan zijn vrienden.
‘Neemt en eet’ zei Hij,
‘dit is voor u mijn leven, mijn lichaam’.

En zo gaf Hij ook de beker door om er uit te drinken:
‘Drinkt allemaal uit de beker’.
Het is een nieuw begin
een nieuw verbond om begeesterd te worden
voor een aarde vol vrede.

Zo is Hij levend onder ons
een kracht, die steeds opnieuw  weer opstaat in mensen
tegen alle moeheid en gelatenheid in.
Sta op in ons Geest van verzet
tegen alles wat ons kleineert,  onderdrukt of uitbuit.
Sta op in ons als de nieuwe mens
mondig, moedig en vol geloof,
dat het er eens van komen gaat:
onze wereld opgestaan uit de dood
van geweld, honger en onrecht
en glanzend nieuw als op de dag
van de schepping.

Daarom bidden wij dat visioen  naar ons toe:
Onze Vader

Vredeswens za: Zusters en broeders – zo: Liefde, dal van liefde

Communielied za: Vroeg in de morgen – zo: Kom en volg mij

Mededelingen

Slotgedachte
Een jong meisje zat naar haar moeder te kijken die in de keuken bezig was met de afwas. Opeens merkte ze dat mama enkele grijze haren had gekregen tussen haar gewone donkerbruine haren. “Mama, zegt ze, waarom zijn van jouw haren grijs?” Haar moeder antwoordde: “Wel, iedere keer als jij iets verkeerds doet waar ik bedroefd van word, dan wordt een van mijn haren grijs.” De jongedame dacht hier even over na en vroeg toen: “Mammie, waarom zijn Oma’s haren allemaal grijs?”

Zegen en wegzending

Slotlied za: U zijn de glorie – zo: Voordat ik bomen zag.

Nog geen reacties

Reactie plaatsen