Hij is vriendelijk en hij rijdt op een ezel

SAN SALVATORGEMEENSCHAP
9 juli 2023

Voorganger: Wilton Desmense
Lectoren: Marga van de Koevering en Toon van Mierlo
Muzikale begeleiding: Joost Boekhoven, Maria Werner
Cantor: Machteld Terlingen

Thema: Hij is vriendelijk en hij rijdt op een ezel

Openingslied: Wij zoeken u als wij samenkomen

Inleiding

Wij zoeken U als wij samenkomen en bidden dat u aanwezig zult zijn: ons openingslied is tevens onze openingsbede.
Goede morgen, fijn dat we hier samen zijn gekomen, zoekend naar dat gevoel, dat ons drijft van huis uit en van binnenuit en dat we hier hopelijk vinden.
Daarbij ontsteken we het licht van de paaskaars en het licht van de vredeskaars.

Het thema van de zondagsviering is meestal vóór het begin van de viering te zien op de openingsdia. Daarna is het op de achtergrond aanwezig als de rode draad die het geheel verbindt, maar staat als zodanig niet in de schijnwerpers. Vandaag wil ik het thema vanaf het begin wat meer voor het voetlicht brengen: Hij is vriendelijk en hij rijdt op een ezel. De combinatie van die ‘hij’ en die ‘ezel’ wekte bij mij associaties op. Eerst met Palmzondag, toen Jezus naar Jeruzalem kwam: mantels op de grond als een rode loper, wuivende palmtakken, hosanna, hey sanna, sanna sanna ho.
Die gedachte werd verdrongen door de herinnering aan een eerdere ezel, of liever ‘ezeltje’. Het wordt bezongen in een kinderliedje. Dat begint zo: ‘Sjok, sjok, sjok liep het ezeltje, helemaal naar ….’  Juist! U kent het, of misschien ook niet. Maar ik kan u verzekeren, dat het nog steeds actueel is. In dat liedje gaat het namelijk over vluchtelingen en asielzoekers, die in minder gastvrije oorden kunnen belanden. Is dat niet herkenbaar?! Het is het startpunt van deze viering en laten wij vanuit dit gevoel zingend bidden, de Bijbel openen en daarin hopelijk inspiratie vinden.

Acclamatie: Groot is de wereld en lang duurt de tijd

We leggen de Bijbel open bij Zacharia 9 en lezen daaruit.

Lezing 1: (Zacharia 9: 9-12)

Dit zegt de Heer:”Op de berg Sion moet iedereen juichen!
In Jeruzalem moet iedereen vrolijk zijn! Want jullie koning komt eraan.
Hij is rechtvaardig, en hij overwint zijn vijanden.
Hij is vriendelijk. En hij rijdt op een ezel, op een jonge ezel.
Dàn komt er een einde aan alle oorlog. Alle wapens worden vernietigd.
En er zullen geen strijdwagens en geen paarden meer zijn in Israël en Jeruzalem.
Jullie koning zal zorgen dat er vrede komt tussen de volken.
Hij zal heersen over de hele aarde: van het oosten tot het westen, van het noorden tot het zuiden.”
Dit zegt de Heer tegen de inwoners van Jeruzalem: “Jullie zijn mijn volk, en ik ben jullie God.
Ik haal alle mensen terug die nog gevangen zitten in Babylonië.
Ze krijgen, waar ze naar verlangen: ze mogen terugkeren naar Jeruzalem. Daar zullen ze veilig zijn.
Ze hebben het heel moeilijk gehad, maar nu zal ik zorgen dat ze weer gelukkig worden.
Ik zal jullie gebruiken als wapens in het gevecht.
De mensen uit Juda en Israël zijn mijn pijl en boog, de mensen uit Jeruzalem zijn mijn zwaard.
Met jullie zal ik de Grieken verslaan.”

Tussenzang: Jerusalaim stad van God

Voor de tweede lezing wordt nu het boek open gelegd bij de evangelist Matteüs, hoofdstuk 11.

Lezing 2:  (Matteüs, gedeelten uit 11: 25-30)

In die tijd zei Jezus:
“Vader, Heer van de hemel en de aarde, ik dank u!
Want u hebt al die dingen bekendgemaakt aan heel gewone mensen.
Maar voor wijze en verstandige mensen hebt u die dingen verborgen.
Ja, Vader, zo wilde u het doen.”
Daarna zei Jezus:
“Alle macht die ik heb, heeft mijn Vader aan mij gegeven.
Alleen de Vader kent de Zoon. En alleen de Zoon kent de Vader.
En de Zoon vertelt over zijn Vader aan de mensen die hij uitkiest.”
Jezus zei tegen de mensen:
“Vind je het moeilijk om te doen wat God wil?
Is het een te zware eis voor je? Kom dan bij mij.
Ik zal je rust geven. Doe wat ik je zeg, en leer van mij.
Je moet vriendelijk zijn, net als ik, en jezelf niet het belangrijkste vinden.
Dan zul je werkelijk rust vinden.
Wat ik van je vraag, is eenvoudig. Wat ik van je eis, is niet zwaar.”

(De Bijbelteksten zijn ontleend aan de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014)

Acclamatie: Het woord dat ik jou geef

Overweging

U hebt nog een lezing van mij te goed. Deze zou vooraf zijn gegaan aan de eerste lezing. Maar omdat het begrip ‘nulde lezing’ nog niet bestaat, los ik mijn schuld aan u nu in door de overweging te beginnen met een bloemlezing uit het lied van het sjokkende ezeltje dat asielzoekers en vluchtelingen naar Betlehem en Egypte droeg.
Sjok, sjok, sjok ging de vluchteling, zoekend naar een veilig land. O wat was hij bang en moe, hij deed af en toe de ogen toe.
Sjok, sjok, plas, plas, hoe ver nog! En dan op zoek naar onderdak, maar ze zeiden: “Het spijt ons zeer, we hebben helaas geen slaapplaats meer, vannacht zul je buiten moeten slapen”.
Dichtbij was de schutse van een tent, en het gezin sliep als herders in een veld, de beschermde wolf liet het met rust, het kind sliep nog onbewust in moeders schoot.
Zou het ooit goedkomen? Deze nulde lezing had naadloos kunnen overgaan in de eerste lezing: de koning komt eraan, hij rijdt op een jonge ezel, dan komt er een einde aan alle oorlog.
Zal een koning daarvoor kunnen zorgen, zoals een dictator kan zorgen voor oorlog, onvrijheid en ontheemding? Ik heb de neiging om te zeggen: de eerste koning die dat kan moet nog geboren worden. Maar wij geloven daarin en sterker nog, hierin is ons geloven gelijk aan een weten: die koning is al lang geboren, 2000 jaar geleden. Begonnen zonder naam en zonder woorden. Geëindigd zonder kroon, tot ze hem die al spottend een opzetten.
Hij had een droom dat eens … dat eens heel veel mensen, steeds meer mensen, alle mensen dat ook zouden dromen. Zijn droom wordt evangelie genoemd en hij borgde dat voor de eeuwen met woorden zoals Zacharia verkondigde: blijf terugvallen op de wortels, op jullie Jeruzalem, Jeruzalem, hierin óók symbool om Jezus te gedenken en te blijven doen, zoals hij deed.
Want wíj zijn zijn wapens om die droom van hem te doen uitkomen en de duivel in vermomming te weerstaan. Zacharias gebruikte sterke bewoordingen: dat was in zijn tijd niet ongebruikelijk. Matteüs is in de tweede lezing anders getaald, hij staat onze tijd dan ook nader.
En Jezus was hij heel nabij: hoe herkenbaar laat hij Jezus zijn in de eenvoudige, mooie en ware dingen, die hij van hem weergeeft, als hij hem laat zeggen: “ik dank u”, “bekendgemaakt aan heel gewone mensen”, “je moet vriendelijk zijn en jezelf niet het belangrijkste vinden”. Zo kon iemand, zittend op een ezel, Jeruzalem binnengaan en als een koning worden toegejuicht om enkele dagen later zijn kruis te dragen en onsterfelijk te worden. Kom trek naar een beter land: gedreven door dat geloof trekken mensen de zee door. Mogen zij, mogen wij dat land vinden.

Geloofslied: Trek ik de zee door

Collecte en muziek

Voorbeden

Wij bidden dat allen die onderweg zijn naar een veilige wereld deze mogen bereiken en zich er welkom mogen voelen.

Acclamatie: Heer ontferm U

Wij bidden dat de ketenen van allen die onderworpen waren en zijn van hen afvallen door erkenning en bevrijding.

Acclamatie: Heer ontferm U

Wij bidden dat het recht van de sterkste overal als onrecht herkend zal worden en dat de rechten van de mens te allen tijde gerespecteerd zullen worden.

Acclamatie: Heer ontferm U

Wij bidden voor onze eigen intenties en de intenties in het intentieboek.

Tafelgebed

Wonderlijk zijn de wegen die Gij met ons gaat, God, en wij met U.
Mens werden wij uit de nacht van het niets;
en sindsdien proberen wij zoekend en tastend
het wezen van het leven te doorgronden,
nu eens verder, dan weer nader tot U.

Van in den beginne vergezelt U ons
en brengt U ons tot elkaar, van vreemden tot vrienden,
uit den vreemde naar een grenzeloze wereld.

Wij danken U dat Gij licht wilt zijn
naar land waar water verkwikkend is en brood voor alleman.
Wij danken U dat Gij ons Jezus hebt geschonken,
die onze weg is gegaan en onze weg is geworden is,
van oorlog naar vrede, van Bethlehem naar Jeruzalem,
van U tot elkaar.

Hij liet ons zien dat leven delen is, in zijn leven en bij zijn afscheid.
Want hij nam brood in zijn handen,
sloeg zijn ogen op naar U, God, die hij vader noemde,
zegende en brak het en deelde het met zijn vrienden
met de woorden: “Neem en eet hiervan, allemaal,
want dit is mijn lichaam, dat voor jullie gegeven wordt”.

Hij nam ook de beker in zijn handen
en reikte ook die zegenend over aan zijn leerlingen.
Hij zei: “Neem deze beker en drink hier allen uit.
Dit is de beker van onze nieuwe, altijddurende verbondenheid;
dit is mijn bloed dat voor jullie en alle mensen
wordt vergoten om de wereld van het kwaad te verlossen.
Blijf dit doen om mij te gedenken”.

Wij bidden U: open ons hart voor wat hij ons heeft gegeven.
Open onze ogen voor vreemdeling en naaste:
dat wij het leven liefhebben
en de aarde tot nieuw land maken
waar brood wordt gebroken voor iedereen
en de beker rondgaat tot ieders vreugde.

Maak dat mensen en volkeren  elkaar bij name noemen
en de vredeshand reiken,
dat het duister van de gewelddadige dood verdwijnt
en dat vriendelijke mensen elkaar groetend
eenvoudig op ezels of fietsen rijden.
Dan zal de toekomst van U zijn.

(bewerking van bron: 4ingen.nl)

Jezus deed ons voor hoe je kunt bidden.
Laten wij hem daarin volgen en de woorden gebruiken, zoals wij ze ooit leerden en dat zingend afsluiten met ‘want van U is de toekomst, kome wat komt’.

Onze Vader

Vredeswens

Water dat we samen drinken, lest onze dorst.
Kleuren die we samen delen, zullen schitteren.
Woorden die we samen vinden, zijn verstaanbaar.
De vrede die we zelf maken, wordt wereldwijd.
Wensen wij elkaar die vrede toe.

Vredeslied: Maak mij tot een bedding van uw vrede

Communie

Laten wij als teken van onze verbondenheid met elkaar en met het evangelie nu brood en wijn delen. Wees welkom!

Muziek

Stilte die ruimte schept

Inleiding op het lied

De melodie van het communielied is uit 1871. Hij behoort bij de zogenaamde Pius Cantate, waarvan de tekst geschreven werd door de priester-dichter-politicus dr. Herman Schaepman. Het lied heet ‘Aan u, o koning der eeuwen’ en was ter ondersteuning opgedragen aan paus Pius IX, die in plaats van de pauselijke draagstoel nooit een ezel gebruikte, maar wel gold als een beminnelijk mens. Later werd het lied in katholiek Nederland gezongen op het hoogfeest van Christus Koning, de laatste zondag van het kerkelijk jaar. Loek Mostertman maakte bij de melodie een eigentijdse versie, die hij opdroeg aan de Acht Mei Beweging. In die versie heb ik de woorden ‘Acht Mei’ vervangen door het woord ‘Vandaag’.

Communielied: Vandaag, een dag van geloven (melodie Aan U, o koning der eeuwen)

  1. Vandaag, een dag van geloven in mensen van vlees en bloed,
    Die samen de Kerk willen vormen in vóór en tegenspoed.
    Ons aantal wordt wel kleiner, maar luider klinkt ons lied:
    De Kerk zal zich vernieuwen, verdwijnen doet zij niet!(2x)
  1. Vandaag, een dag van het hopen op vreed’ en gerechtigheid
    Voor mensen in alle landen, voor nu en voor altijd.
    Een wereld zonder grenzen en zonder haat en nijd,
    Waar geld niet zal regeren en niemand honger lijdt! (2x)
  1. Vandaag, een dag van beminnen al wat God geschapen heeft
    En al wie  de wereld bewonen, al wat op aarde leeft.
    Lust zonder angst en beven, in vrijheid, zonder dwang.
    Gods tent onder de mensen; geluk een leven lang! (2x)

 Mededelingen

Epiloog en wegzending

Hop, hop, hop liep het ezeltje met Jezus naar Jeruzalem.
Daar zong men Hosanna de koning ter eer,
gezegend die komt in de naam van de Heer.
Jeruzalem, o hemelstad, een koning kwam u binnen;
vriendelijk droeg hij zijn kruis, de liefde mocht beginnen.
Kom, trek naar een beter land, ga samen naar de overkant:
land zonder grenzen, zonder haat en nijd,
waar geld niet zal regeren en niemand honger lijdt!
In de naam van die wij noemen vader, zoon en heilige geest. Amen.

Slotlied: Uit vuur en ijzer

Nog geen reacties

Reactie plaatsen