God te midden van alle krakkemikkigheid

Elk blad ademt de boom tot leven

San Salvatorgemeenschap 20 maart 2016
Thema: God te midden van alle krakkemikkigheid
Voorganger: Erick Mickers
Muzikale ondersteuning: De Cantorij

Openingslied: Zijt Gij mijn God een herder

 

Welkom
Lieve mensen, het licht wil ons weer begroeten, een nieuwe dag. Van harte welkom allemaal; welkom op dit feest van Palmpasen.
Het feest waar Jezus wordt toegejuicht, omdat Hij komt in de naam van de Eeuwige. Mogen ook wij in dit samenzijn Jezus ontvangen, en openstaan voor het Leven dat aan ons en in ons gebeurt, samen vierend in de naam van, de Vader, de Zoon en de heilige Geest.

Openingswoord

Het is een bijzondere viering vandaag, een viering als voorbode op Pasen, een begin van een zware weg van Jezus, die leidt tot zijn dood, maar uitmondt in het Licht, hernieuwde hoop voor de hele mensheid.
Het voelt ook als bijzonder dat ik vandaag voor ´t laatst binnen onze gemeenschap zal voorgaan.
Het thema van vandaag heeft echter, ook al mocht u anders denken, alles met het evangelie van doen,
en niets met mijn afscheid. Laten we ons maar openstellen voor de stilte, zodat wij de Ene mogen ontvangen, zodat wij ons door de Ene gedragen mogen weten.

Gebed
Alom Aanwezige, we komen hier samen,
ieder met onze eigen gevoelens en gedachten.
Als geen ander weet Jij wat onze ziel zo beroert.
Neem van ons weg de lasten die wij dragen,
breng zachtheid waar we zijn verhard,
laat vreugde ons leven bezingen,
laat jouw licht ons licht zijn,
een bron van leven, bron van liefde.
Acclamatie: Bij u is de bron van het leven

1e lezing
Toen Jezus dicht bij Betfage en Betanië kwam, bij de zogeheten Olijfberg, stuurde Hij twee van zijn leerlingen eropuit met de opdracht:
‘Ga naar het dorp daar vlak voor je. Als je er binnenkomt zul je een veulen vinden dat vastgebonden staat en waarop nog geen mens heeft gezeten. Maak het los en breng het mee. En als iemand jullie vraagt: “Waarom maken jullie dat veulen los?”, zeg dan: “De Heer heeft het nodig.” ’
Met deze opdracht gingen ze weg, en ze troffen het zo aan als Hij hun gezegd had. Toen ze het veulen wilden losmaken, riepen de eigenaars: ‘Waarom maken jullie het veulen los?’ Zij antwoordden: ‘De Heer heeft het nodig.’ En ze brachten het naar Jezus, legden hun kleren op het veulen en hielpen Jezus erop. En waar Hij reed, spreidden ze hun kleren op de weg.
Hij kwam steeds dichter bij de stad. Waar de weg de Olijfberg afgaat begonnen al zijn leerlingen vrolijk en uit volle borst God te prijzen om alle machtige daden die ze hadden gezien. Ze riepen: ‘Gezegend is de koning, die komt in de naam van de Heer! In de hemel vrede, glorie in de hoogste hemel!’ Enkele farizeeën in de menigte zeiden tegen Hem: ‘Meester, wijs uw leerlingen terecht.’ Hij antwoordde: ‘Ik zeg u, als zij zwijgen, zullen de stenen schreeuwen.’
Toen Hij, vlakbij gekomen, de stad zag liggen, barstte Hij om haar in tranen uit. Hij zei: ‘Zag u op deze dag maar de weg naar de vrede; maar die is verborgen voor uw ogen. Er zal een tijd komen dat uw vijanden een wal tegen u opwerpen, u omsingelen en u van alle kanten insluiten. Ze zullen u tegen de grond slaan en ook uw kinderen, en ze zullen van u geen steen op de andere laten, omdat u, toen God naar u omkeek, dat niet hebt onderkend.’
Lied: Gij komt tot ons waar niet verwacht

Overweging
Voordat Jezus met zijn vrienden op weg gaat naar Jeruzalem, vertelt hij het verhaal van een koning van adel.
Die koning gaat op reis en geeft zijn dienaren ieder tien pond. Als de koning terug komt geeft hij diegenen die het meest verdiend hebben een grote beloning. Diegenen die weinig of niets verdiend hebben pakt hij datgene af wat ze nog hebben en geeft het aan de rijken. En tenslotte laat die koning van adel allen doden die hem niet als koning willen hebben.
Nadat hij dit verhaal vertelt heeft gaat Jezus verder en stuurt dan twee van zijn leerlingen uit om een ezelsveulentje te gaan halen.
Bij dit verhaal over zijn intocht hoor je vaak hoe nederig Jezus is door op een ezeltje Jeruzalem in te trekken. We denken allemaal dat ezels sterke dieren zijn, maar in feite kunnen ezels pas bereden worden als ze volwassen zijn. Jezus kiest voor een veulen, zoals in de Thora beschreven staat. Een veulen dat je amper kunt berijden, dat nog weerloos en breekbaar is, kwetsbaar. Eentje, waar bij je, als je er toch op gaat zitten, de grond nog raakt met je voeten. Als je er bij stil staat wat hier gebeurt dan heeft het meer met armetierigheid en krakkemikkigheid te maken. Krakkemikkig in de zin van broos, wankel, kwetsbaar, zwak.
Jezus had er ook voor kunnen kiezen om op een waardige manier te voet met zijn vrienden Jeruzalem binnen te gaan. Het lijkt of hij een statement wil maken. Door bewust te kiezen voor deze entree maakt hij van zijn alom verwachte koningschap één grote schertsvertoning. Het wordt een hilarisch schouwspel met dat ezeltje. Zijn vrienden doen er nog een schepje bovenop door God uit volle borst te prijzen, vrolijk te zingen, mantels neer te leggen en hem toe te juichen met de woorden: gezegend is de koning die komt in de naam van de Heer! Zeg meester, roepen de farizeeën dan, zou je je leerlingen niet eens terecht wijzen.
Maar Jezus kan niet anders dan zeggen dat het nou precies hier om gaat. Jezus wil beslist niet gezien worden als een koning van adel, die degenen die het meest hebben nog meer geeft en die minder hebben dat weinige nog afpakt. En ook niet als een koning die zijn vijanden dood. Het tegenovergestelde zal gebeuren.
Van hem zal alles worden afgepakt en uiteindelijk zal Hij gedood worden.
Bij het zien van Jeruzalem begint Jezus te huilen. Kijkend naar het centrum van de wereld ziet hij hoe ver de mensen verwijderd zijn van de vrede. Een koning die komt in de naam van de heer houdt zich blijkbaar niet bezig met het lot van zichzelf, maar met het lot van de anderen.
Jezus haalt wat broos is naar zich toe, laat zich daardoor dragen en meenemen, hij stelt zich kwetsbaar op en trekt zich het lot aan van mensen. Dat is wat liefde doet. Die liefde heeft Hij laten zien in de laatste jaren van zijn leven, die laat Hij zien met zijn ezeltje tijdens zijn tocht naar Jeruzalem en die zal hij uiteindelijk ook laten zien als Hij in Jeruzalem is.
Als God liefde is, dan laat God zich zo zien en kijkt God zo om naar mensen. Gods’ liefde laat zich zien te midden van alle krakkemikkigheid, ontvangt wat kwetsbaar is, laat zich daardoor dragen, stelt zich kwetsbaar op en kijkt om naar al wat weerloos is.
Als je dat durft te onderkennen, zegt Jezus, dat onder ogen kunt zien en niet wilt verzwijgen, dan zie je de weg van de vrede. Dan valt er zelfs nog te lachen en te zingen.
Het is dat wat mij telkens weer zo raakt, hoe mensen in al hun sores, in hun broze bestaan, vol liefde in het leven kunnen staan, en anderen daar mee kunnen bemoedigen.
Ik zie dan mensen in hun rolstoel, blind of moeilijk ter been die ondersteund worden, die op hun beurt zich weer bekommeren om het lot van anderen. Ik zie de ouders van hun doodzieke dochter die elkaar wekenlang afwisselen om bij haar te waken, dankbaar zijn voor elk bezoek en nog de moeite vinden een kaartje te sturen naar iemand die jarig is. Ik zie broers en zussen met hun partners om de keukentafel zitten, verdrietig om hun overleden moeder, maar trots om wie zij was, hoe zij bijna blind op de tast het onkruid uit de tuin haalde, hoe ze kon huilen om het onrecht in de wereld. Ik zie dan hoe zij, in al hun broosheid, gezegende mensen zijn, mensen die als koningen en koninginnen zich gedragen weten door de liefde, hun liefde voor elkaar en de ander uitdragen.
Tegelijkertijd zie ik ook dat mensen zich willen onttrekken aan het leed in de wereld, de gebrokenheid van het bestaan. Hoe een ontmoedigingsbeleid wordt gevoerd om zo min mogelijk gevluchte mensen op te hoeven vangen. Hoe de gen-techniek wordt gebruikt om afwijkingen op te sporen, te voorkomen of te elimineren en een ideaal te creëren. Hoe jonge ouders voor de keuze worden gesteld om een kind met een afwijking wel of niet geboren te laten worden. Ik zie dan, hoe we een wereld willen maken, die er ongeschonden en ideaal uitziet, maar die gevrijwaard is van elke inspanning voor elkaar. In het willen ontlopen van de gebrokenheid, het zwakke, ontlopen we ook de kans op de liefde die daaruit kan ontstaan.
Hoe moeilijk is het voor ons om te kiezen voor die eerste weg, de weg van de vrede. Wat zou ik doen als ik van tevoren wist dat ik mijn huis moest delen met een vreemdeling? Ik weet het niet.
Wat ik wel weet is dat er nu jonge gezinnen zijn die hun huis openstellen om vluchtelingen te ontvangen, om hen onderdak, eten en warmte te geven. Ik hoor hun vanzelfsprekendheid in deze en het zet mij aan het denken.
Wat zou ik doen als ik van tevoren via gen-techniek wist dat mijn vrouw op jonge leeftijd MS zou krijgen? Ik weet het niet. Wat ik wel heb gezien is hoe liefdevol mijn nichtje met MS door haar man wordt verzorgd, hoe zij elkaar waarderen en op handen dragen. En toch weet ik dat zij hun leven zo graag anders hadden ingevuld.
Wat zou ik doen als ik van tevoren had geweten dat mijn kind gehandicapt zou zijn? Ik weet het niet. Wat ik wel ervaar is de rijkdom en de liefde die onze oudste dochter ons geeft en bij ons en anderen genereerd. Zij is met haar manier van zijn, volop van betekenis voor velen. Er wordt heel wat afgezongen en met haar fratsen heel wat gelachen. Maar ondanks dat ik van haar net zoveel hou als van de andere kinderen, gun ik niemand een dochter of een zoon die zo ernstig beperkt is.
Dat de gebrokenheid zo veel liefde met zich meebrengt, wil niet zeggen dat we die gebrokenheid dan maar moeten toejuichen. Maar in de gebrokenheid, te midden van alle krakkemikkigheid, ziet God naar ons om.
Dat laat Jezus ons zien, op zijn weg naar het centrum van de wereld. Hij houdt ons een nieuwe weg voor, een weg van durven te vertrouwen op de liefde voor elkaar en op het leven zelf. Laten we die weg met elkaar toejuichen, een weg van de vrede, een nieuwe toekomst tegemoet, kome wat komt.
Geloofslied: Onze Vader verborgen

Zegening van de palmtakken
Goede God, ín al wat leeft, groeit en bloeit, in al wat is,
zien wij een teken van jouw aanwezigheid.
Uit donkere winter en harde grond,
komt helder groen en nieuwe lente.
Deze groene takken zijn een voorbode van nieuw leven.
Dit groen is een uitnodiging tot Pasen,
een oproep om verder te zien,
om meer te beminnen, om sterker te hopen.

Maak dat wij mensen, in alle eenvoud
durven te vertrouwen op jouw zachte kracht,
die door alles heen leven brengt.

De takken die hier liggen willen we besprenkelen met water.
Water waarmee we onze kinderen dopen.
Water waarmee de lichamen van onze doden gezegend worden.
Water als teken van een nieuwe geboorte.

Mogen deze takken,
een teken van Jouw zegen zijn,
voor hen die ze een plaats geven in huis,
voor hen die verlangen naar hoop en levenskracht,
voor ons zelf en voor elke mens, waar ook ter wereld.

Mag het water over deze takken, zijn als een zegen,
verfrissend en leven gevend.
Water, water,  water een levende bron,
levend water waarmee ons leven begon.

Zegening van de mensen
Mag er zegen zijn, voor ieder van ons,
dalend als regendruppels over ons heen,
tot vreugde en vrede, elke dag weer opnieuw.
Lied: Laudate omnes gentes

De tafel wordt klaargemaakt en er wordt gecollecteerd
Er klinkt muziek

Voorbede
Goede God, wil Jij er zijn te midden van die mensen,
die worstelen met hun leven,
vanwege ziekte of verslaving,
vanwege onderdrukking of geweld.
vanwege armoede of eenzaamheid.
Breng hen bronnen van hoop,
mensen van liefde.

Heer ontferm u

Wil Jij er zijn te midden van die mensen,
die teleurgesteld zijn in het leven,
omdat het zo anders loopt dan verwacht,
omdat hen kansen op geluk worden ontnomen,
omdat zij zich niet gezien, gekend en erkend voelen.
Breng hen bronnen van vertrouwen,
mensen van liefde.

Heer ontferm u

Wil Jij er zijn te midden van die mensen,
die opkomen voor menswaardigheid,
waar vluchtelingen opnieuw moeten vluchten
waar ouderen en kinderen aan hun lot worden overgelaten,
waar beperkte mensen worden weggestopt.
Breng hen bronnen van bemoediging,
mensen van liefde.

Heer ontferm u

Wil Jij er zijn
voor wie ons gebed is gevraagd in dit intentie boek,
Wil Jij er zijn voor ons zoals we hier zijn,
met onze vreugde en met ons verdriet,
voor hen die moeten leven met het gemis van hun dierbaren.
Wil Jij er zijn voor alle lieve doden,
dat zij zich in vrede ontvangen weten.
Laat Jouw licht ook hun licht zijn.

Tafelgebed
In al wat is, in al wat leeft,  schuilt jouw zachte kracht,
kom Jij aan het licht  als een zegen voor ons mensen.
Te midden van de chaos  schep Jij nieuwe kansen,
uit het diepste donker  creëer Jij nieuwe hoop,
onverwacht, om niet,  ontstaan bronnen van liefde,
als een zegen voor de wereld.

Van U is de toekomst, kome wat komt.

Ongekend, hoe Jij ons nabij bent,
hoe Jij naar ons omkijkt,  hoe Jij in ons opgaat
in verwondering, in ontroering, in bezieling.

Ongelooflijk, wat Jij in beweging zet,
waar Jij verbinding maakt,
welk gebeuren Jij tot leven brengt, in de natuur,
tussen mens en natuur,  in en tussen mensen.

Van U is de toekomst, kome wat komt.

Dankbaar zijn wij, dat Jij met ons meetrekt,
dat Jij in Jezus aan het licht kwam,
als een zegen voor de wereld.

Eén met Jou deelde Hij zijn visioen van liefde:
hoe wij op Jou mogen vertrouwen,
hoe wij met elkaar kunnen omgaan,
hoe elke mens de moeite waard is  om van te houden,
om samen mee op weg te gaan  als vrienden aan één tafel.
Op de avond voor zijn sterven  nam Hij ons nog eenmaal mee
op zijn weg naar de vrede.

Hij nam een brood, sprak een dankgebed,
en brak het in stukken
en gaf het aan zijn vrienden met de woorden:
“dit is mijn leven, gebroken voor jou”

Ook dankte hij voor de beker wijn,
gaf deze aan zijn vrienden en zei:
“dit is mijn leven, geschonken aan jou”

Zo willen wij Hem blijven herkennen
in de gebrokenheid van het leven,
in het delen van het brood,  in het drinken uit de beker.

Zo vieren wij het leven in zijn geest
vol verwondering en bewondering,
vragend en dankend, brekend en delend,
hoopvol en met vertrouwen
op weg naar klein geluk en vrede, voor iedereen.

In zijn geest willen we bidden met de woorden die Hij ons gegeven heeft:
Onze Vader

Vredeswens
Vredeslied: Daar waar liefde heerst en vrede

Iedereen wordt van harte uitgenodigd aan de tafel van brood en wijn
Deel wat gedeeld moet worden
heel wat geheeld moet worden,
geef wat gegeven moet worden
opdat Gods´ liefde zichtbaar wordt
tot geluk van alles en iedereen”.

De palmtakjes worden uitgedeeld
Lied: Om warmte

Gebed

Mededelingen

Bloemetjes van de week
Een dankjewel voor iedereen.
In de loop van de jaren zijn er al verschillende periodes geweest die ik als een cadeau heb ervaren of nog ervaar. Zo heb ik de afgelopen 5 jaren ook ervaren, als een groot cadeau.
De diverse mooie ontmoetingen, de warmte en de waardering, de kleurrijke mensen met ieder een eigen verhaal. Nu dat ik afscheid neem, geef ik dit cadeau niet terug, maar neem ik het mee, als een kostbaar geschenk in mijn leven.
Ik wil jullie daar allemaal voor bedanken, door het bloemetje van de week voor ieder van u.

Slotgedachte Menslief, Ik hou van je
Er was een kleine jongen met een verstandelijke beperking die zijn eerste communie deed. Na de viering was er een familie-ontmoeting met koffie en thee. De oom van de jongen ging naar zijn moeder en zei, duidend op zijn neefje: ’Mooie viering, maar wel jammer dat hij er niets van kon begrijpen.’ De kleine jongen hoorde het aan en met tranen in de ogen zei hij: “Maak je geen zorgen, mama, Jezus houdt van me zoals ik ben.”
Jean Vanier, oprichter van de Ark Gemeenschap

Zegenwens
Laten we gaan, en elkaar tot zegen zijn,
in vertrouwen dat het leven
een zegen wil zijn voor elke mens,
Gods’ liefde voelbaar nabij op ieders eigen weg,
mogen we dat doen in het teken van
de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen.
Slotlied: Wonen overal nergens thuis

Nog geen reacties

Reactie plaatsen