Een steen verleggen

Elk blad ademt de boom tot leven

Viering 9 – 10 december 2012
Thema: Een steen verleggen
Voorgangers: Toos Verdonk en John Parker
Muzikale ondersteuning: Melodiek
Openingslied: Nacht is om de huizen heen

Welkomstwoord
Goede morgen allemaal: mensen van ver en van dichtbij, vaste bezoekers en mensen die toevallig dit weekend hier zijn, weet dat je van harte welkom bent.
John Parker gaat voor in deze themaviering. Ik ben Toos Verdonk en omdat ik heb meegedacht heb over de opzet ervan doe ik vandaag ook mee aan de uitvoering.
Het gaat over stenen. Dat woord heeft veel positieve en negatieve betekenissen. We kennen het in ‘hoeksteen’ als een symbool van kracht en betrouwbaarheid. Maar iets kan ook als een steen op je maag liggen, je kunt het steenkoud hebben en als je van iemand zegt dat hij of zij een hart van steen heeft, is dat bepaald geen compliment.
Als je daarentegen vertelt dat je van je vriend een ring met een steentje hebt gekregen, klinkt dat juist weer bewonderend.
Bij binnenkomst hebt u allemaal een steentje gekregen en hier op de altaartafel liggen er een aantal die we gaan gebruiken in deze viering. Stenen hebben voor mij iets geheimzinnigs: alleen al om hun leeftijd die ik als leek nog niet bij benadering schatten kan. Bij getallen met heel veel nullen kan ik me niks inhoudelijks meer voorstellen.
Heel verrast was ik toen ik deze steen ooit cadeau kreeg: op het oog een flinke, ruige kei: niks moois aan. Totdat het plakband dat er omheen zat, losliet. De bol viel in twee helften uit elkaar en ik kreeg onverwacht de schitterende binnenkant te zien. Zo ruig aan de buitenkant, zo stralend aan de binnenkant: een wonder.

Gebed
Niet met een hart hard als steen, maar open
en vol verwachting komen we weer bij elkaar.
Niet versteend in zekerheid, maar open tot nieuwe inspiratie
en frisse inzichten komen we weer bij elkaar.
Niet koud en vereenzaamd, maar met een warm hart en
open handen komen we weer samen naar U toe
Amen.

Aansteken van de Adventskaars
Lied zat: Licht zal ons leven zijn – zon: Keer Je hart tot mij

Beeldmeditatie
We kijken nu naar een diapresentatie van stenen en luisteren tegelijk naar het bekende lied van Bram Vermeulen: ‘Ik heb een steen verlegd.’

1ste lezing Het verhaal: De belangrijke dingen in het leven
Een professor stond eens voor de klas. Hij pakte een vaas en vulde deze met stenen. Hij vroeg zijn studenten of de vaas vol was. Ze vonden van wel. Toen deed hij er kiezelsteentjes bij. Deze vielen in de lege ruimtes tussen de grotere stenen. Weer vroeg hij de studenten of de vaas vol was en ze knikten allemaal. Vervolgens liet de professor zand in de vaas stromen. Dit vulde ook de laatste lege ruimtes op. Opnieuw vroeg hij of de vaas vol was. De studenten waren het allemaal over eens. Nu was de vaas toch écht vol. ‘Wel,’zei de professor, ‘deze vaas staat symbool voor jullie leven. De stenen zijn de belangrijke zaken in je leven en zijn bepalend voor je geluk. De kiezelsteentjes zijn de andere dingen die er toe doen. De rest is slechts zand. Als je de vaas niet eerst met grote stenen vult, krijg je die er later nooit meer bij. Wat zijn de grote stenen in jullie leven?’

Mensen uitnodigen om hun getuigenis te laten horen eneen steen te leggen in de vaas:
John, Annie, Cor, Frits, Liesbeth, Lex, Toos, Pam, Jan, Ineke, Fiet en Jany

Getuigenis van John
Een steen die anderen in mijn leven hebben verlegd: Een groep mensen in een dorp in Burkina Faso.
Ik was aangekomen, pas gewijd, nog nat achter de oren, klaar om te geven. Mijn eerst opdracht was echter de taal leren. Bij een plaatselijke jongen kreeg ik les. Maar dan wel meer dan alleen woorden. Ik bleef bij hem thuis, in de familie, at wat er voorbereid werd, ging de maïsakker in werken, hielp met het maken van de briketten om een extra kamer te bouwen, speelde met de kinderen van de familie. Kortom, ik werd ingeburgerd. Ik kreeg zoveel, en altijd met een glimlach. Ik voelde mezelf bijna nutteloos, en tegelijkertijd deel van deze grote familie waar ik verbleef. De grootste les was: ik moest open staan om te krijgen vóórdat ik iets mocht geven.

Getuigenis van Cor Rademakers
Op de dag dat ik 25 jaar werd ben ik priester gewijd. Ik was toen lid van een missiecongregatie en hoopte missionaris te worden. Maar dat feest ging niet door, ze hadden mij hier in Nederland nodig voor de opleiding. Zo ging dat in die dagen. Toen mijn riviertje eenmaal daarheen ging stromen, heb ik me er vrij snel bij neer kunnen leggen, en ben ik de aangewezen richting rustig gaan volgen. De steen lag nu eenmaal waar die lag.
Meestromend ben ik een gelukkig mens gebleven met veel muziek, studie en onderwijs.

Getuigenis van Frits Bakker
Lapis lazuli(blauwe steen) is mijn lievelingssteen.
Hij staat symbool voor de momenten dat ik nieuwe inspiratie en zicht krijg op mijn taak hier op aarde. Een belangrijk moment waren de gedachten van Krishnamurti in het boek: ’Laat het verleden los”.
Kort gezegd komt het hierop neer: Denk zelf na en imiteer niet steeds de gedachten van anderen. Daar word je maar lui van… Je moet zelf nadenken, beslissen en veranderen wat beter kan voor jou en je medemensen. Ontdek je eigen gezag en recht van spreken. Verlaat je niet op een goeroe, noch op een god of een systeem, dat anderen voor jou uitgedacht hebben. Wees niet van gisteren maar van vandaag, leef vandaag. Dat is grensverleggend en elke dag nieuw. Ik krijg elke dag de kans om mijn steen te verleggen.

Getuigenis van Jany
De stenen die mijn leven bepaalden en nog bepalen: de geboorte van mijn dochters. Ofschoon dit al meer dan 30 jaar geleden heeft plaatsgevonden, kan ik dat gevoel van geluk nog oproepen. Het was niet altijd even gemakkelijk of plezierig geweest om hen groot te brengen. Nu staan wij op voet van gelijkheid met elkaar en vind ik het een groot geluk dat zij mij – zoals zij in het leven staan – steentjes doen verplaatsen.

Getuigenis van Jan
Toen ik 20 jaar geleden kennis maakte met de Emmausparochie in Tilburg kwam ik terug in een kerk waar ik me thuis voelde. 5 jaar geleden heeft het onze bisschop behaagd om onze pastor over te plaatsen en er een meneer pastoor neer te zetten die in 3 maanden tijd meer dan 300 mensen de kerk uit heeft gejaagd en meer tijd bestede aan klokkenluiden dan aan respect voor de medemens. De wereld stortte voor me in en ik was boos op “de kerk”waar toch mensen het voor het zeggen hadden die zouden moeten weten hoe Jezus het bedoeld heeft.
Er was een steen verlegd maar voor mij geen positieve totdat ik hoorde van de San Salvator. Daar gebeurde weer hetzelfde of toch niet? We zijn er gaan kijken voor dat de dienst zou gaan beginnen, er was niemand in de kerk Maar wat was het mooi en warm (nou ja warm we hebben onder de dekens gezeten). Het sprak ons erg aan en hebben de dienst bijgewoond en erna koffie gedronken. Nu blijkt dat het gebeuren in Tilburg heeft bijgedragen aan de wijze waarop ik nu naar geloof en het instituut kerk kijk en was het dus toch een positieve steen.

Getuigenis van Pam
Als jongste in een gezin van 7 kinderen met een leeftijdsverschil van 9 tot 14 jaar, bemoeide iedereen zich met mijn opvoeding. Mijn baken echter was mijn vader. Een sociaal mens, en actief in het kerkelijk leven. Rechtvaardig, de ander in zijn waarde latend. Toen ik 15 jaar was werd vader ziek en wisten wij dat hij zou sterven. Tijdens zijn ziekenhuisverblijf van 3 maanden ontving hij iedere morgen de communie. Op een ochtend, na de communie, nam hij ineens afscheid van de pastoor, want hij ging naar huis. De pastoor begreep het niet helemaal, of eigenlijk, helemaal niet De zuster vermoedde wel welk huis hij bedoelde.. Ook van haar nam hij afscheid en zei: “ik ga naar het Vaderhuis” en na een kort gebed samen verliet hij vredig deze wereld. Zijn rotsvaste geloof heeft mijn leven getekend. Het is zijn steen die ik hier bijdraag . Zelf hoop ik ook ooit te mogen zeggen “ik ga naar het Vaderhuis”.

Getuigenis van Toos
Mijn ouders kregen zes kinderen. We konden allemaal heel goed leren en dat was voor hen vaak een zorg! Dan zagen ze het schrikbeeld voor zich van een stel verwaande krengetjes. Dus brak er regelmatig ‘een bui opvoeding’ los over onze kinderhoofdjes heen…. Meestal gebeurde dat aan tafel: dat was handig, want dan hadden ze het hele stel ineens te pakken. Sommige zinnen staan in mijn hart gebeiteld: ‘Iedere gave is een opgave’; En: íets wat je hebt, heb je nooit voor jezelf alleen. Gedachten als een prachtige steen die mijn levensloop richting gaf.

Lied zat: Om warmte gaan wij een leven – zon: Naar U, Levende, klimt mijn ziel

2de lezing van Anselme Grun uit: Kom naar de bron
We worden tegenwoordig het meest verlamd door de machteloosheid die we ondervinden ten opzichte van de wereld. We moeten ervoor waken alleen maar te zeggen dat we onze machteloosheid overwinnen door Gods almacht. Het is namelijk juist een geloofservaring dat de almachtige God schijnt te zwijgen en er niets van zijn macht te bespeuren valt. Ons geloof wordt op de proef gesteld door het feit dat God niet ingrijpt bij de gruwelijkheden die op zoveel plaatsen in de wereld worden bedreven. Wat helpt het te spreken van de almachtige God, als Hij zelf blijkbaar machteloos toeziet hoe de mensen Zijn schepping vernielen?
Voor veel mensen is de machteloosheid van God een bekoring om helemaal aan God te gaan twijfelen en het geloof overboord te gooien. Hoe kan God dat toelaten als hij toch almachtig is?
Er is een sterk geloof voor nodig, om in het aangezicht van eigen machteloosheid niet te wanhopen. Het is natuurlijk gemakkelijker je ogen te sluiten en de situatie in de oorlogsgebieden, te bagatelliseren of de mensen daar de schuld in de schoenen te schuiven. Het geloof in Gods almacht is geen opium waardoor ik mijn ogen sluit voor de nood van de mensen. Veeleer brengt het gebed voor die mensen mij ertoe om al het mogelijke te doen. Ora et labora, beschouwing en strijd, berusting en verzet, mystiek en politiek, ze horen bij elkaar. Dikwijls roept het gebed mij om te doen wat God juist nu van mij vraagt. Vertrouwen op Gods almacht is geen goedkope troost, maar kan wel temidden van de zinloze woede die onze machteloosheid in ons opwekt een vonkje hoop doen gloeien, dat ons oproept tot daadwerkelijk handelen.
Lied zat: Laat komen hij die komen zal – zon: Hoor, mij wees niet doodse stilte

Korte overweging
Na deze mooie teksten, getuigenissen, lijkt het mij haast overbodig om een overweging te houden. Toch wil ik in een paar woorden proberen een verband te leggen tussen wat we hier gehoord en gedaan hebben.
In deze 2e viering van de Adventstijd gedenkt de christelijke kerk Johannes de Doper. Een profeet, die de redding van Israel verwachtte, de vernieuwing van de godsdienst door een machtigere profeet dan hijzelf.
Hij leefde in hoop en verwachting, deed wat hij kon om de weg voor te bereiden. Een steen verleggen: het gaat niet alleen om de stenen die anderen in mijn leven verlegd hebben, de invloed die anderen op mij hebben. Het gaat ook om de stenen die ikzelf verlegd heb. Wat heb ik gedaan, waar ligt mijn kracht om het leven te verbeteren? Om te blijven groeien in hoop als mens, onverwoestbaar als een rots, ruw en schitterend tegelijk.
Geloofslied: Scheur toch de wolken weg

Voorbede met zat: Luister Heer – zon: Zegen ons met het licht van uw ogen
Dat wij, hoe oud of jong we ook zijn,
mogelijkheden mogen ontdekken in de levensfase waarin we nu verkeren.
Dat we ons niet laten verlammen door gegeven beperkingen,
maar elkaar stimuleren om creatief onze bijdrage te blijven leveren
aan een positief leefklimaat voor onszelf en onze omgeving

In deze ruimte waar wij vandaag onze viering mogen houden,
komen maandag weer mensen met heel ernstige beperkingen.
De foto’s tegen de achterwand spreken daarvan.
In hun kwetsbaarheid doen zij een beroep op kostbare kwaliteiten
van hun verzorgers en verzorgsters:
aandacht, deskundigheid en liefdevolle behoedzaamheid.
Door te zijn zoals ze zijn, beïnvloeden ze levens van anderen,
waardoor meer liefde vrijuit stromen kan.

Ouder worden gaat vaak gepaard
met angst voor hulpbehoevendheid.
Wie zich levenslang heeft ingezet om anderen te helpen,
heeft er nogal eens moeite mee om hulp te moeten aanvaarden,
hoe spontaan en oprecht die ook aangeboden wordt.
Dat wij sterk genoeg mogen worden om ons te laten helpen,
zonder dat dat ons zelfrespect aantast .

Tafelgebed
Naar U zien wij uit, lichtende God, vader en moeder van mensen bron van liefde,
door wie wij weten wie wij mogen zijn licht van Uw licht, vol van genade.
Beeld van U zo leven en zijn wij mensen, de eeuwen door, door U geschapen
om deze aarde te koesteren, om licht en leven door te geven.
Doe ons verstaan het oude woord, gegeven door dichters en profeten
dat Gij woont in ons midden dat ooit onze wereld heel zal zijn.

Doe ons verstaan die ene mens Jezus van Nazaret,
de lang verwachte die vrijheid bracht en nieuwe adem;
die ons liet zien hoe wij mensen zijn bedoeld,
die een steen heeft verlegd in ons bestaan.
Naar hem zien wij uit als Uw geliefde
die nog komen en nog groeien moet in ieder van ons,
opdat Uw woord en Uw liefde ook in ons vlees en bloed zal worden.
Wij willen hem levend houden door recht te doen
door mens te zijn voor elkaar, zijn voetspoor te volgen,
en zijn steen door te geven.
Daarom nemen wij dit brood en deze beker in onze handen
om met hem verbonden te zijn
zoals hij verbonden was met zijn leerlingen
die laatste avond van zijn leven.
Toen nam hij brood in zijn handen gaf het aan zijn vrienden
en nu aan ons met de woorden: Neemt en eet:
Dit ben ik met hart en ziel mijn leven met jullie gedeeld.
Ook nam hij de beker, gaf hem aan ieder van ons en zei:
Neemt deze beker, deelt hem samen en leef zoals ik probeerde te leven:
trouw aan mensen, trouw bij vreugde en verdriet
Wij zien naar U uit, goede God voor allen, die nu nog lijden en hoe lang nog;
die hongeren naar voedsel en uitzien naar bevrijding.
Uw liefde en Uw licht willen wij zijn voor allen,
die uitgestoten zijn en eenzaam zonder naam en zonder stem
Wij zien naar U uit met allen die gelovig of niet
vervuld zijn van Uw Geest en uit zijn op gerechtigheid.

Sterk Uw visioen in ons dan dragen wij met recht
de naam van Christus, die zoon van mensen
die in uw Liefde is opgenomen en die ons leerde bidden:
Onze Vader

Vredeswens: Uitwisselen van (verwarmde!) stenen.
Lied zon: Da pacem Domine

Communielied zat: Uit uw hemel zonder grenzen – zon: Dauwt hemelen van omhoog

Slotgedachte: De diamant
Bij de rand van het dorp aangekomen, was de meester voor de nacht onder een boom gaan zitten, toen plotseling een dorpeling kwam aanlopen.
“De steen, de steen, geef mij de kostbare steen!” riep hij.
“Welke steen?” vroeg de meester.
“Verleden nacht,” zei de dorpeling, “verscheen een engel in mijn droom. De engel vertelde mij dat ik aan de rand van het dorp in het schemerdonker een man zou aantreffen onder een boom. Deze man zou mij een kostbare steen geven die mij voor altijd rijk zou maken.”
De meester rommelde in zijn reiszak en haalde er een steen uit. “Waarschijnlijk bedoelde de engel deze.” zei hij, terwijl hij de steen aan de dorpeling gaf.
“Enkele dagen geleden heb ik hem op een bospad gevonden. Je mag hem gerust hebben.”
Met bewondering keek de man naar de steen. Het was een vuistgrote diamant van onschatbare waarde. De man had de steen aangenomen en ging naar huis. Maar ’s avonds kon hij de slaap niet vatten. De hele nacht lag hij in zijn bed te woelen. Iets zat hem niet lekker. Er was iets dat hij niet begreep en dat hem niet met rust liet.
De volgende morgen, bij het krieken van de dageraad, sprong hij uit zij bed en liep terug naar de man onder de boom en zei tegen hem: “Heer, wilt u mij de rijkdom bezorgen die u in staat stelt zo moeiteloos die diamant weg te geven.”

Zegen en wegzending
Slotlied: Vanwaar zijt Gij gekomen

Nog geen reacties

Reactie plaatsen