Durven verlangen

Elk blad ademt de boom tot leven

San Salvatorgemeenschap 31 dec 2015
Thema: Durven verlangen
Voorganges: Mignon van Bokhoven
Muzikale ondersteuning: Cantorij

Openingslied: Gekomen uit de nacht

Welkom en openingswoord
Welkom aan allen hier gekomen, die door het donker van deze avond op weg zijn gegaan om elkaar hier te ontmoeten. Welkom als u hier voor het eerst bent en welkom als u hier regelmatig bent. Elke keer zijn we uitgenodigd om hier weer nieuw binnen te komen.
Wij zijn hier op een bijzondere avond bij elkaar. Een avond tussen twee kerstverhalen in. Vorige week klonk hier de vertelling van de herders die hoorden dat het kind geboren werd. Dat is het bekende kerstverhaal zoals dat bij ons hier in de Westers christelijke kerken wordt gevierd. In sommige oosterse kerken wordt de traditie van de vroege kerk aangehouden en wordt het geboortefeest op 6 januari gevierd met de aanbidding van de drie koningen.
Beide verhalen, van de herders en de koningen hebben een andere klank. De eenvoudige herders vertellen een ander verhaal dan de geleerde wijzen uit het Oosten. Maar beide verhalen gaan ook over mensen die een oproep horen die een diep verlangen in hun wekt. Het verlangen maakt dat ze op weg gaan, ze geven gehoor aan hun verlangen, ze komen in beweging. Ze hebben de moed om op pad te gaan.
De tijd tussen de kerst en driekoningen is een tijd waarin hemel en aarde iets dichter bij elkaar zijn dan anders. Engelen en herders, de ster en de koningen, Gods zoon in een kribbe, hemel en aarde raken elkaar. Laten we stil worden en ruimte maken voor deze aanraking.

stilte

Gebed
Eeuwige, wij zijn op deze bijzondere avond bijeen gekomen
gedreven door een verlangen
om dit uur bij elkaar te zijn,
om even buiten de tijd te zijn,
zodat wij op het spoor kunnen komen
van wat ons in beweging zet,
en dat wij ons mogen openen
voor Jouw aanraking,
Amen
Acclamatie: Wek mijn zachtheid weer

Inleiding op de lezingen
In de lezingen van vandaag vinden we verschillende kanten van verlangen en in beweging komen. Wanneer het volk van Israël uit Egypte geleid is, weg van de verdrukking en aankomt in het hun beloofde land, zullen ze dankbaar zijn en uitdrukking geven aan de dankbaarheid door het aanbieden van de eerstelingen. De tweede lezing, uit het evangelie volgens Lucas, gaat over bidden en durven verlangen, over durven vragen en durven aankloppen.
Gepke Kerssen en Erick Mickers verzorgen de lezingen.

1e lezing: Deuteronomium 26:1-11
Wanneer u in het land bent gekomen dat de HEER uw God u in eigendom geeft wanneer u het in bezit hebt genomen en er gevestigd bent, dan moet u de eerste veldvruchten die u oogst in het land dat de HEER uw God u schenkt, in een korf doen en daarmee naar de plaats gaan, die de HEER uw God zal uitkiezen om er zijn naam te vestigen. U moet naar de priester gaan die er in die dagen is, en hem zeggen: “Vandaag belijd ik voor de Heermijn God, dat ik in het land ben gekomen, dat Hij onze vaderen onder ede beloofd heeft. ”De priester neemt dan de korf van u aan en zet hem voor het altaar van de Heer uw God. Dan moet u, staande voor de Heer uw God, het woord nemen en zeggen: “Mijn vader was een zwervende Arameeër. Hij is met een klein aantal mensen naar Egypte gegaan en, terwijl hij daar als vreemdeling verbleef, een groot, machtig, talrijk volk geworden. Toen de Egyptenaren ons slecht behandelden, ons onderdrukten en ons harde slavenarbeid oplegden, hebben wij tot de HEER, de God van onze vaderen, geroepen. En de Heer heeft ons verhoord en zich onze vernedering, ons zwoegen en onze verdrukking aangetrokken. Hij heeft ons uit Egypte geleid met sterke hand, met uitgestrekte arm, onder grote verschrikkingen, en met tekenen en wonderen. Hij heeft ons naar deze plaats gebracht en ons dit land geschonken, een land dat overvloeit van melk en honing. Daarom breng ik nu de eerste vruchten van de grond, die U, HEER, mij hebt geschonken.” Dan moet u die voor de Heer uw God neerleggen, u voor Hem neerbuigen en samen met de Levieten en de vreemdelingen die bij u wonen, feestvieren vanwege al de weldaden die Hij aan u en aan uw huis heeft geschonken.
Acclamatie: Licht dat verwondert

2e lezing: Lucas 11:5-13
Daarop zei Hij tegen hen: ‘Stel dat je midden in de nacht naar een van je vrienden gaat om te vragen: “Vriend, leen me drie broden, want een vriend van me is na een lange reis bij mij aangekomen en ik heb niets om hem voor te zetten.” Zou die ander daarbinnen antwoorden: “Val me niet lastig. De deur is al op slot en mijn kinderen en ik liggen in bed. Ik kan niet opstaan om ze je te geven”? Welnee, hij staat op en geeft je wat je nodig hebt; is het niet omdat je zijn vriend bent, dan toch vanwege je vrijpostigheid. Ik zeg jullie: vraag en jullie zal gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. Want ieder die vraagt, krijgt; wie zoekt, vindt; en voor wie klopt, zal worden opengedaan. Welke vader onder jullie zal zijn kind, als het om een vis vraagt, in plaats daarvan een slang geven? Of een schorpioen, als het om een ei vraagt? Als jullie dus, slecht als je bent, het goede weten te geven aan je kinderen, hoeveel te meer zal dan de hemelse Vader de heilige Geest geven aan degenen die Hem erom vragen.’
Lied: Boom je stam was koud

Overweging
Voor wie klopt zal worden opengedaan, wie op pad gaat zal aankomen bij zijn bestemming. Zekerheden die uit deze lezingen naar voren lijken te komen.
Maar herkennen we deze woorden wel? Er is toch ook een zekere weerbarstigheid. Je krijgt niet altijd precies wat je vraagt, of wat je wenst. Of niet op de manier dat je het zou wensen. Ook niet als je er heel hard voor bidt. Je werkelijk verlangen op het spoor komen, is misschien lastiger dan je wensen in woorden uitdrukken. Wij weten soms niet precies wat we eigenlijk verlangen, waar we om moeten vragen.
Kinderen kunnen nog in vol vertrouwen leven: Een moeder vraagt aan haar kind wat ze op moet schrijven, voor het verlanglijstje voor Sinterklaas voor in de schoen. ‘Maar mam, dat hoef je toch niet op te schrijven, Sinterklaas wéét altijd precies wat ik wil hebben.’ Vol vertrouwen. Er is iemand die precies weet wat zij nodig heeft. Of zoals we in het evangelie gelezen hebben: je geeft je kind geen schorpioen als je weet dat het om een ei vraagt.
Maar voor onszelf? Kunnen we ons verlangen altijd herkennen? Het ligt vaak niet direct aan de oppervlakte. Verlangen is iets dat vraagt om ontdekt te worden. Het komt misschien in de gedaante van heimwee, onrust, alsof er iets veranderd moet worden, misschien zelfs in de vorm van ontevredenheid. Het werkelijk verlangen zit vaak daaronder. En daarin ligt het ‘durven’, het durven verlangen. In de moed om kwetsbaar te zijn, om door het gemis, door het verdriet misschien zelfs, de diepe onderstroom te gaan zien.
Dit vraagt vaak om even stil te worden. Om de onrust en het ongenoegen dan maar uit te houden en daar toch even aan voorbij te gaan. En dan in deze stille tijd, tussen kerst en driekoningen, tussen het oude jaar en het nieuwe dat voor ons ligt kunnen we misschien een zaadje van dat verlangen gaan ontwaren.
Nog heel pril, laat het maar even, koester het nog even, tot het ergens in de loop van de tijd aan het licht mag komen. Dat je mag gaan ervaren: Ik verlang.
Tegenover óns verlangen mogen wij ons ook verlangde mensen weten. Vanuit scheppende Liefde werden wij gevormd. Uit Liefde kwam de Zoon voort. Doortrokken van een verlangen naar vrede en heelheid. En van daaruit mogen ook wij, net als het kind, in vertrouwen op zoek gaan naar onze diepste drijfveren.
In de evangelielezing wordt beschreven hoe Jezus ons op het hart drukt om te kloppen op de deur, om te verlangen. Er zal opengedaan zal worden. Van dat wederzijds verlangen kunnen we wellicht in deze tijd een glimp opvangen. Dat is misschien wel wat er beschreven wordt bij het bezoek van de herders en de koningen aan het kind. Ze gingen op pad gedreven door een stille roep en ná dat bezoek gaan ze weer veranderd op weg. Er is daar iets gebeurd. Ze weten nu wat er te doen is, ze zijn herkend. Ze klopten verlangend op de deur, en er werd open gedaan. Ze knielden, en dankbaar en gezien gingen ze weer op weg.
En als je net als de herders en de koningen een glimp van jouw verlangen hebt opgevangen, kan je je vervuld voelen van dankbaarheid, alsof alles op zijn plaats valt, dat je aan mag komen in dat nieuwe land. Zo op weg te gaan in het nieuwe jaar. Dat te durven.
Geloofslied: Kom en volg mijn op de weg

Klaarmaken van de tafel en collecte
Terwijl de tafel van breken en delen wordt klaargezet, wordt u uitgenodigd om uw gaven voor deze gemeenschap te delen in de collecte.

Voorbeden
Als mensen onderweg, kwetsbaar,
soms niet wetend wat ons drijft,
niet wetend wat wij precies verlangen
bidden wij Jou, om samen met ons op te
trekken, zodat wij gaan herkennen
wat ons werkelijk beweegt.

God geef de mensen woorden

Wij bidden voor hen die zo verlangen
naar veiligheid, naar een welkom
in onze samenleving, die moeten
wachten, almaar wachten,
en die zo graag weer mens willen zijn,
werkend, zorgend, liefhebbend.
Dat wij herkennen wat hen werkelijk beweegt.

God geef de mensen woorden

Wij bidden voor al diegenen die lijden
onder wreedheid, onder terreur.
En voor mensen die in angst leven voor
het geweld van de natuur.
Voor wie een stille veilige plek wel heel
ver weg is.

God geef de mensen woorden

Wij bidden voor de intenties
die opgeschreven staan in dit boek.
Voor zieken en voor hen die machteloos moeten toezien
bij het lijden van hun geliefden.
Voor hen die in armoede leven, of in onzekere levensomstandigheden.
Dat zij zich herkend weten in Jouw verlangen naar  vrede voor allen.

God geef de mensen woorden

Wij bidden voor hen die niet meer bij ons zijn,
en wier gemis zo moeilijk te dragen is in deze
donkere tijd.
Dat zij zich gedragen mogen weten,
door Jouw liefdevolle verlangen om mensen
nabij te zijn in genezing en troost.

God geef de mensen woorden

Tafelgebed
Op deze laatste avond van het jaar
bidden we ons tafelgebed,
als mensen op weg,
bewogen door een diep verlangen,
dromend van vrede en geluk.

Wij zijn niet alleen  als Jij met ons gaat;
een licht op ons pad  het nieuwe tegemoet.
We zullen ieder die onrustig is of angstig
verdrietig door diep gevoeld gemis,
ondersteunen en helpen om mee te gaan
om samen het nieuwe land binnen te trekken.
Dat land van vrede, land zonder angst.

Jij loopt voorop in mensen
die leven van belofte,
van hoop op beter voor allen,
zoals Mozes, Simeon en Anna.
Jij loopt voorop in Jouw Lichtdrager
Jezus van Nazareth.
Kind van vandaag en kind van morgen.
Al is het land onbekend
Hij, onze vriend en tochtgenoot wijst ons de weg.
‘Kom mij maar achterna’ zegt Hij.
‘Ik ben erbij als donkere wolken zich samenpakken.
Je kunt elkaar toch vasthouden;
je hebt toch houvast aan mij.
Voel vrede in je voeten
Verdrijf de angst in iemands oor.
Kijk je ogen uit naar licht,
deel je maaltijden, zoek gezelschap
nodig uit wie honger heeft.

En aangekomen in dat land zullen wij,
met de vluchteling in ons midden,
met allen die onze tochtgenoten zijn,
buigen en dank zeggen en het feest van de vrede
en het nieuwe leven vieren.’

Jezus leefde in dat land
en brak het brood voor morgen
Hij schonk de wijn van bemoediging en vriendschap
op die avond toen Hij met zijn vrienden aan tafel zat.
Hij nam het brood, deelde het uit
en zei: ‘Neem dit gebroken brood.
Dit ben ik zelf, beschikbaar voor allen’.

Hij nam de beker, reikte hem over en zei
‘Drinkt er maar uit.
Het is mijn bloedeigen leven,
nieuw verbond voor een nieuwe tijd,
beker van verzoening en vrede.
Doe zoals ik, houd mij levend in jullie midden’

Zo mogen wij vieren
dat Hij leeft en alles wat bij
leven hoort: geboorte en dood,
goede en slechte tijden,
verlangen en gemis, verlies en troost.
Zo vieren we de doorbraak naar het rijk van God,
waar niemand achter blijft
uit verdriet of onmacht.
Zo zetten we verlangend voet aan land,
vol van zijn Geest.
Onze Vader

Vredeswens
Laten we op deze avond uitdrukking geven aan het verlangen om samen mens te zijn met de ander. Wensen wij elkaar de vrede.
Vredeslied: Om warmte

Iedereen wordt van harte uitgenodigd aan de tafel van brood en wijn
Zo breken wij het brood, het Ene brood dat wij delen met velen. Dat wij ons hart en onze hand mogen openen voor het ontvangen van dit brood.
Ieder, van waar u ook gekomen bent, is uitgenodigd om deel te nemen aan deze tafel van verbondenheid.
Communielied: Op mijn levenslange reizen

Gebed
Het is mooi dat wij hier elke keer nieuw binnen mogen komen,
en dat wij door het delen van het brood van de Ene,
hier ook weer een beetje vernieuwd vandaan mogen gaan.

Mededelingen

Slotgedachte
De slotgedachte is van de overleden pater Frans van der Lugt, pater in Homs, Syrië. Hij beschrijft zijn ervaring tijdens een meditatie, van hoe hemel en aarde elkaar raken.
“Ja, we zaten daar maar te zitten tijdens die Zen-retraite. Een beetje zoals de koeien in dat landschap daar maar stonden te staan en zich lieten doordringen van de stilte van de schepping. Ze werden er zelf helemaal stil van, ze verroerden zich niet. We hoopten een beetje te zijn zoals die aarde, die weerloos en geduldig weet te wachten en te ontvangen en zaad laat rijpen in haar schoot.”

Zegenwens
Wensen wij een mooie oudejaarsavond en
een heel goed begin van het nieuwe jaar.

Dat wij dan op weg mogen gaan,
op het spoor gezet van ons verlangen,
dat als zaden van toekomst
in de stille aarde ligt te rusten.

Dat wij ons gezegend en verlangd
mogen weten
door wie wij noemen:
Vader, Zoon en Heilige Geest
Amen

Slotlied: Uit vuur en ijzer

1 reactie

  1. Fiet Vreeburg

    do 31st dec 2015 at 21:15

    Met mooie teksten en een goed koor kwam er een eind aan 2015!
    Mignon, je overweging kwam binnen…dank je wel!
    Een mooi nieuwjaar!

    Beantwoorden

Reactie plaatsen