De engel van aanbidding

Elk blad ademt de boom tot leven

San Salvator gemeenschap 3 / 4 januari 2015
Drie koningen

Thema: De engel van aanbidding
Voorganger: John Parker
Muzikale ondersteuning: de Cantorij.

Openingslied: Wij komen tezamen

Inleiding
Welkom bij deze viering van Drie Koningen; 6 januari, de 12e dag van Kerst. Hét Kerstfeest van de Russische orthodoxe kerk. Het feest waar wij herdenken de openbaring van het licht, de vrede en de liefde van de Eeuwige in die mooi mens Jezus van Nazaret.
Vandaag sluiten wij het Kerstfeest af. Enkele weken lang hebben wij beelden van engelen gebruikt om ons te helpen de boodschap van de Schrift te verstaan en om de betekenis van deze afgelopen tijd uit te beelden. Vandaag komen wij nog een engel tegen: de engel van aanbidding. Deze brengt lof uit aan wie lof verdient. Deze toont de plaats die aanbidding heeft in het leven van de mens: aanbidding voor de zachte macht van de liefdevolle Schepper.
Staand in het licht van Kerst voor een laatste keer, laten wij bidden.
Gebed
Eeuwige, geleid door uw engelen zijn wij gekomen tot de stal van Bethlehem om u te aanbidden, als de liefde die alles tot leven wekt, als het licht dat de weg door het leven wijst.
Licht hebben wij nodig, om de juiste weg te zien, de weg die ons bij elkaar brengt. Liefde hebben wij nodig om deze weg te kunnen volgen, met en voor elkaar.
Wij loven de mysterie die u bent; moge uw licht op ons blijven schijnen. Amen.

Acclamatie: Daar waar liefde heerst (Ubi caritas)

1e lezing: Jesaja 60 (1-6)
Sta op en schitter, je licht is gekomen, over jou schijnt de luister van de HEER. Duisternis bedekt de aarde en donkerte de naties, maar over jou schijnt de HEER, zijn luister is boven jou zichtbaar.
Volken laten zich leiden door jouw licht, koningen door de glans van je schijnsel. Open je ogen, kijk om je heen: ze stromen in drommen naar je toe; je zonen komen van ver, je dochters worden op de heup gedragen.
Je zult stralen van vreugde als je het ziet, Je hart zal van blijdschap overslaan. De schatten van de zee zullen je toevallen, de rijkdom van vreemde volken valt je in de schoot. Een vloed van kamelen zal je land overspoelen, jonge kamelen uit Midjan en Efa. Uit Seba komen ze in groten getale, beladen met wierook en goud. Zij verkondigen de roemrijke daden van de HEER.
Lied: Eeuwige, onzienlijke

2e lezing: Matteus 2 (1-12)
Toen Jezus geboren was in Bethlehem in Judea, tijdens de regering van Herodes, kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan. Ze vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om hem eer te bewijzen.’ Koning Herodes schrok hevig toen hij dit hoorde, en heel Jeruzalem met hem. Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen om aan hen te vragen waar de Messias geboren zou worden. ‘In Bethlehem in Judea,’ zeiden ze tegen hem, ‘want zo staat het geschreven bij de profeet: “En jij, Bethlehem in het land van Judea, bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda, want uit jou komt een leider voort die mijn volk Israël zal hoeden.” Daarop riep Herodes in het geheim de magiërs bij zich; hij wilde precies van hen weten wanneer de ster zichtbaar geworden was, en stuurde hen vervolgens naar Bethlehem met de woorden: ‘Stel een nauwkeurig onderzoek in naar het kind. Stuur mij bericht zodra u het gevonden hebt, zodat ook ik erheen kan gaan om het eer te bewijzen.’ Nadat ze geluisterd hadden naar wat de koning hun opdroeg, gingen ze op weg, en nu ging de ster die ze hadden zien opgaan voor hen uit, totdat hij stil bleef staan boven de plaats waar het kind was. Toen ze dat zagen, werden ze vervuld van diepe vreugde. Ze gingen het huis binnen en vonden het kind met Maria, zijn moeder. Ze wierpen zich neer om het eer te bewijzen. Daarna openden ze hun kistjes met kostbaarheden en boden het kind geschenken aan: goud en wierook en mirre. Nadat ze in een droom waren gewaarschuwd om niet naar Herodes terug te gaan, reisden ze via een andere route terug naar hun land.
Acclamatie: Luister volk dat in ’t donker woont

Overweging
Vreemdelingen komen hem aanbidden, volgend een ster, zoals voorspeld door profeten. Zij dragen gaven om eer te bewijzen, zoekend en vindend wat zij zoeken. Lezend de sterren komen zij niet tot Bethlehem. De schriften moeten geopend worden om achter de waarheid te komen.
De schrijver Mattheüs heeft zijn vriend Jezus duidelijk neergezet als jood, als waarmaker van de belofte aan Israël gedaan, als echte vervulling van wat er in de Schriften staat.
Deze vreemdelingen worden welkom geheten in Jeruzalem; hun boodschap, van de geboorte van een koning, brengt verwarring en onrust aan het hof van koning Herodes. De vreemdelingen trekken zich niet aan en volgen hun weg naar Bethlehem om het koningskind te eren, en hun geschenken te geven. Geschenken voor de Messias, volgens de profeten. Goud als teken van macht; wierook als teken van respect en aanbidding. Mattheüs voegde mirre toe, waarmee een dode werd gebalsemd; want dit kind zal een lijdensweg kennen, en de schrijver dit vanaf het begin van zijn verhaal duidelijk maken.
Vreemdelingen zijn het; de volkeren der aarde komen naar Jeruzalem, zoals Jesaja het lang geleden voorspelde, Daar is de glorie van de Eeuwige, daar kom je om te aanbidden, daar is Gods woning onder zijn mensen.
Jeruzalem is nog steeds dé heilige stad voor vele mensen. De vreemdelingen, mensen van een ander geloof, moesten doorreizen, tot aan Bethlehem toe. Daar kunnen zij in vrijheid en veiligheid hun opdracht volbrengen.
En dan vraag ik me af: wie, wat, waar aanbid ik? Jeruzalem is niet voor mij dé heiligste plaats op aarde. Wel belangrijk in de geschiedenis van de geloofsrelatie tussen God en mensen. Persoonlijk vind ik inspiratie ergens anders. De Eeuwige ontmoet ik in mensen; niet altijd even gemakkelijk misschien, maar wel de moeite waard. De eeuwige ontmoet ik in een zonsondergang, in een februaristorm op zee, in het groene van de lente, in de kleuren van het najaar, in de warmte van een zomerzon, in de frisheid van een heldere winterdag. Maar ook in mensen. De natuur laat wel bepaalde eigenschappen zien die sommige mensen koppelen aan hun beeld van God: schoonheid, kracht, warmte, leven, zuiverheid. In mensen kom ik ook andere eigenschappen tegen, waarin ik meer van mezelf kan herkennen: de twijfel, het zoeken, het durven vragen om hulp, de bereidheid om te helpen.
De engel van de aanbidding heeft niet zoveel werk aan mij, denk ik soms. Ik vind het makkelijk om bewondering te hebben voor musici, voor kunstenaars, voor atleten, voor vakmensen op allerlei vlakken. Kortom, voor anderen die iets kunnen doen, en goed kunnen doen dat ik niet kan.
Als we straks gaan zingen: ‘een nieuwe God zijt gij, zo ver weg, zo dichtbij,’ dan moet ik denken dat de God zo dichtbij mijn medemens is. Ik hoef geen weken lang op reis te gaan om die God te mogen aanbidden. Die staat naast mij.
Geloofslied: Vanwaar zijt gij gekomen

Voorbede
Eeuwige, wij bidden voor alle mensen die zich van hart inspannen
dat de vreugde van het evangelie in de wereld gehoord wordt,
voor allen die proberen te leven naar de blijde boodschap;
dat zij gehoor mogen vinden als ze het goede nieuws brengen..

Als alles duister is

Eeuwige wij bidden voor alle mensen die in lastige en moeizame situaties
verlangend uitzien naar een boodschap van heil en vrede,
die hopen op uitzicht in onzekere tijden;
dat zij mensen mogen ontmoeten die bemoediging brengen.

Als alles duister is

Eeuwige wij bidden voor alle mensen die zich met veel energie inzetten
voor een menswaardige samenleving, en het behoud van onze aarde,
dat ze op hun weg veel bondgenoten mogen ontmoeten.

Als alles duister is

Intenties:

Tafelgebed
Gezegend Onuitsprekelijke, altijd aanwezig
en op zoek naar Uw beeld in ons.
Gezegend onpeilbare diepte van ons hart
goddelijke stroom van licht en kracht
geheim van ons bestaan en eeuwige vraag
naar een luisterende metgezel.
Wij bidden U: leef in ons op
dat wij volstromen met het vuur van Uw Geest
want al wat wij zijn is dorst naar U.
Uw gedachten gaan de onze te boven
maar U hebt ze uitgezaaid in onze geest.

Een visioen staat U voor ogen:
wij mensen in vrede
wij mensen samen een akker van licht
oprijzend graan, brood voor elkaar
hemel en aarde die elkaar raken
Uw bedoelingen gekend en verstaan.
Wij bidden U: dat wij blijvend mogen drinken
uit Uw bron van levend water
en dat dit water onze dorst zal lessen.

Uw levensdroom is mens geworden
in Jezus van Nazareth.
Als een lopend vuur zocht zijn woord
een weg onder de mensen.
Hij bad met heel zijn leven:
met handen die helen en delen
met voeten die over het water gaan
voor kleine zoekers altijd bereikbaar
met ogen die de Bron weerspiegelen
en de weg vinden naar het hart.

Hij leerde ons om net als hij gebed te zijn
met heel ons leven aan woorden en beelden voorbij.
Ook op die laatste avond
toen hij met zijn vrienden bijeen was
bracht hij goed nieuws toen hij zei:
“Mijn Vader en ik wij zullen bij je komen
en gaan wonen in het diepste van je hart”.

Toen gaf hij ons
een teken van zijn grenzeloze liefde:
Hij nam brood, brak het
en deelde het uit aan zijn vrienden met de woorden:
Hier, neem dit brood mijn liefde
mijn leven voor jullie gegeven.

Neem ook deze beker laat hem rondgaan
en drink er uit want het is mijn bloedeigen leven.
Blijf met mij en met elkaar verbonden
dorstend naar vrijheid en naar vergeving
die vreugde geeft en heel maakt.

Nu wij Hem gedenken die meer dan wie ook
Uw zoon geworden is nu bidden wij in zijn geest:
Houd in ons levend zijn levenslust
zijn opstandingslied
tegen al wat ons bang maakt
en dodelijk vermoeid.
Maak groot al Uw vrienden die naar U zoeken.
Blaas met Uw Geest door ons heen en laat Uw rijk komen.
Zo bidden wij:
Onze Vader

Vredeswens
Vredeslied:
Gij levende eerste en laatste

Iedereen wordt van harte uitgenodigd om mee te delen aan tafel.
Communielied:
Veni, veni

Slotgedicht:
Als een ster je verlangen wekt,
komt er een moment
dat je niet kunt blijven waar je bent,
alsof je onweerstaanbaar getrokken wordt
zonder te weten waarheen.
Denk niet te snel
dat je gevonden hebt wat je zoekt.
Je reis voert je steeds dieper
in onbekend gebied
met dorre vlaktes en oases,
valkuilen en vergezichten,
engelen en demonen.
Machten proberen je in hun greep te krijgen.
Als je verlangen sterker is dan je angst,
zul je de liefde vinden,
even weerloos als een kind.
Alles gevend zul je alles ontvangen
waarnaar je hebt gezocht.
Vertrouw je droom, keer niet terug.

Zegen en wegzending

Slotlied: Heer onze Heer

1 reactie

  1. Toos Verdonk

    ma 05th jan 2015 at 09:45

    ‘ De eeuwige ontmoet ik in mensen…’ : dat is een godsbeeld waar ik me helemaal in vinden kan, John. In diverse liederen van deze viering kwam dat idee heel mooi terug!
    Eeuwen geleden benoemde Meister Eckhart in een van zijn preken mensen als ‘scherven van god’. Ook dat is een zin die ik al jaren in mezelf meedraag.

    Beantwoorden

Reactie plaatsen