Brood van leven

Elk blad ademt de boom tot leven

San Salvator Gemeenschap 4 – 5 augustus 2012
Thema: Brood van leven
Voorganger: Jantine Ronde
Muzikale begeleiding: Cor Rademaker en Gerard Luijten

Openingslied: De vreugde voert ons naar dit huis

Welkom en inleiding
Goedemorgen, welkom in deze viering, heel fijn dat u er bent. Welkom aan een ieder, waar je ook vandaan komt en wat je hier ook komt zoeken. Welkom aan mensen die hier wekelijks zijn, welkom aan mensen die hier maar zo af en toe eens komen, welkom aan wie hier vandaag misschien voor het eerst is.

In beide schriftlezingen gaat het vandaag over ‘brood’.  Brood is van wezenlijk belang voor ons leven.  We hebben het elke dag nodig, brood en mensen horen samen.  Geen wonder dat brood ook een kernbetekenis heeft in Bijbelse verhalen.
Brood wordt geassocieerd met Gods Woord, en met Jezus als Brood des Levens.  Mogen wij in de woestijn van het leven brood vinden voor onderweg.  Ik wens ons een goede viering toe, laten we beginnen met een gebed:

Openingsgebed
Heer, onze God, Gij hebt uw Woord gezaaid, uw Zoon gegeven.
Voor ons gebroken en gestorven is Hij
Brood en Leven voor de wereld, voor elk van ons.
Wij bidden U dat wij de kracht mogen vinden om zijn weg te gaan.
Dat wij voor elkaar vruchtbaar mogen zijn als zaad en voedzaam brood.
Dan zullen wij samen het geluk vinden dat Gij voor ons in petto houdt. Amen.
Acclamatie: God, geef de mens woorden van waarde  

Eerste lezing: uitExodus 16:2-4, 12-15
Daar in de woestijn begon het volk zich opnieuw te beklagen. ‘Had de HEER ons maar laten sterven in Egypte,’ zeiden ze tegen Mozes en Aäron. ‘Daar waren de vleespotten tenminste gevuld en hadden we volop brood te eten. U hebt ons alleen maar naar de woestijn gebracht om ons hier allemaal van honger te laten omkomen.’
De HEER zei tegen Mozes: ‘Ik zal voor jullie brood uit de hemel laten regenen. De mensen moeten er dan elke dag op uit gaan om net zo veel te verzamelen als ze voor die dag nodig hebben. Daarmee stel ik hen op de proef: ik wil zien of ze zich aan mijn voorschriften houden.
‘Ik heb gehoord hoe de Israëlieten zich beklagen. Zeg tegen hen: “Wanneer de avond valt zullen jullie vlees eten, en morgenochtend brood in overvloed. Dan zullen jullie inzien dat ik, de HEER, jullie God ben.”’
Diezelfde avond kwamen er grote zwermen kwartels aangevlogen, die in het kamp neerstreken, en de volgende morgen lag er overal rond het kamp dauw. Toen de dauw opgetrokken was, bleek de woestijn bedekt met een fijn, schilferachtig laagje, alsof er rijp op de aarde lag. ‘Wat is dat?’, vroegen de Israëlieten elkaar toen ze het zagen; ze begrepen niet wat het was. Mozes zei tegen hen: ‘Dat is het brood dat de HEER u te eten geeft.’
Tussenzang: Eet en drinkt van brood en wijn

Tweede lezing: uit Johannes 6:24-35
Toen de mensen zagen dat Jezus en zijn leerlingen er niet waren, stapten ze in die boten en voeren ze naar Kafarnaüm om hem te zoeken.
Ze vonden hem aan de overkant van het meer en vroegen: ‘Rabbi, wanneer bent u hier gekomen?’ Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: u zoekt me niet omdat u tekenen hebt gezien, maar omdat u brood gegeten hebt en verzadigd bent. U moet geen moeite doen voor voedsel dat vergaat, maar voor voedsel dat niet vergaat en eeuwig leven geeft. De Mensenzoon zal het u geven, want de Vader, God zelf, heeft hem die volmacht gegeven.’ Ze vroegen: ‘Wat moeten we doen? Hoe doen we wat God wil?’ ‘Dit moet u voor God doen: geloven in hem die hij gezonden heeft,’ antwoordde Jezus.
Toen vroegen ze: ‘Welk wonderteken kunt u dan verrichten? Als we iets zien zullen we in u geloven. Wat kunt u doen? Onze voorouders hebben immers manna in de woestijn gegeten, zoals geschreven staat: “Brood uit de hemel heeft hij hun te eten gegeven.” Maar Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: niet Mozes heeft u het brood uit de hemel gegeven, maar mijn Vader. Hij geeft u het ware brood uit de hemel. Het brood van God is het brood dat neerdaalt uit de hemel en dat leven geeft aan de wereld.’ ‘Geef ons altijd dat brood, Heer!’ zeiden ze toen. ‘Ik ben het brood dat leven geeft,’ zei Jezus. ‘Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.’
Acclamatie: Dat wij volstromen met levensadem

Overweging
‘Ik ben het brood dat leven geeft’, zei Jezus. ‘Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.’ Het is een uitspraak die je wel aan het denken zet. Want natuurlijk spreekt Jezus over spirituele honger en dorst, maar toch geeft het een schrijnend gevoel, wanneer je bedenkt hoeveel gelovige mensen op de wereld wel echt honger en dorst lijden. Mensen die hun vertrouwen stellen op God, maar ondertussen in omstandigheden leven, die het dagelijks brood moeilijk bereikbaar maken. Deze week was in het nieuws dat door mislukkende oogsten en grotere vraag naar “luxer” voedsel in de wereld de supermarktprijzen in Nederland zullen gaan stijgen. Wat betekent dat voor de mensen die al nauwelijks kunnen rondkomen van het minimum-inkomen dat zij hebben? En wat betekent het voor de voedselbanken, die het de laatste tijd al steeds drukker krijgen en aanvragen niet meer allemaal kunnen honoreren? En dan heb ik het niet eens over hongersnood in de hoorn van Afrika, of over mensen die als gevolg van overstromingen alles verloren hebben en dus ook moeite hebben om aan voedsel te komen… Wat schieten die op met de filosofische uitspraak van Jezus in het Johannesevangelie? En vinden zij troost in het idee dat God het in de woestijn manna liet regenen, om zijn volk van voedsel te voorzien? Want waarom regent het nu geen manna meer?
Al decennia lang wordt gesproken over de verdeling van het voedsel in onze wereld en keer op keer wordt gezegd dat er genoeg is voor iedereen, als het maar op een gelijkmatige manier onder de bevolking verdeeld zou worden. En toch lukt het niet om het voor elkaar te krijgen in de praktijk. Toch komt er telkens weer acute hongersnood in de hoorn van Afrika, toch komen er mensen in de problemen door stijgende voedselprijzen. Ghandi zei al: “Er zal altijd genoeg zijn op deze wereld om te voldoen aan de behoeften van elke mens, maar nooit genoeg voor ieders wellust.” Misschien is dat het probleem. We verliezen in onze maatschappij van luxe en welvaart, en dat geldt dus ook voor opkomende samenlevingen zoals in Azië, langzamerhand het spirituele voedsel uit het oog en richten ons meer en meer op materieel voedsel. We verlustigen ons in lekkernijen en raken er aan gewend die niet meer bij uitzondering, maar als regel te nuttigen, waardoor de druk op de voedselmarkt toeneemt en de natuurlijke cycli van mislukkende oogsten niet gedragen kunnen worden.
Jezus zegt dat hij het brood van leven is, dat wie bij hem komt niet meer zal hongeren of dorsten. Misschien is het een open deur, maar stel dat mensen daadwerkelijk in zijn voetspoor zouden treden, zouden leven zoals hij, met oog voor de kleinen en zwakken. Stel dat mensen leven zoals Ghandi, zoals zovele profeten en heiligen in welke religie dan ook…dan zou het met die voedselverdeling in de wereld ook goed komen, dan werd niet alleen de spirituele honger gestild, maar ook de lichamelijke. Ik beweer niet dat u moet afzien van de culinaire hoogstandjes waarvan u (en ik!) zo geniet, of dat u nooit meer uit eten mag, maar het is wel een overweging waard: leveren ze het genot op dat ze beloven, of kun je met minder evengoed genieten?
In De Ark in Hoofddorp denken ze, zoals in zovele geloofsgemeenschappen, ook na over dit soort vragen en daar is een paar jaar geleden heel spontaan het “meer-minder-fonds” ontstaan: door per week een glaasje wijn minder te drinken en het daarmee uitgespaarde geld in het fonds te storten kan jaarlijks een project voor mensen die het minder goed hebben worden gesteund. De deelnemers genieten nog steeds van het leven, van een glaasje wijn of een lekker etentje, maar ze staan er ook bewuster bij stil en proberen de balans in het oog te houden.
Niet de balansdag, zoals het voedselcentrum ons onderwijst, maar de balans tussen lichamelijke en spirituele voeding.
Misschien mogen we dat meenemen uit Jezus’ uitspraak dat wie tot hem komt geen honger en geen dorst meer zal hebben. Er zal niet op wonderlijke wijze voedsel uit de hemel neerdalen in gebieden waar hongersnood heerst, maar wanneer we hem volgen kunnen wij ons voedsel verdelen, zodat iedereen genoeg heeft, een nieuwe wereld, waar brood en liefde genoeg is voor iedereen…
Wat zou het mooi zijn. . . Blijft het bij een mooie droom, of blijven we proberen de droom werkelijkheid te maken?
Geloofslied: Een vader had een mooie droom

Voorbeden met Heer Ontferm U
Bidden we tot God dat wereldwijd gehoord mag worden:
de roep naar vrede, de zucht naar vrijheid,
de vraag om voedsel, de doodskreet van een kind.
En dat wij de stem van ons geweten nooit tot zwijgen brengen.

  • Heer, ontferm U

Bidden wij tot God dat wereldwijd erkend mag worden:
de hunkering naar vrede en gerechtigheid en de richting die Hij ons wijst.
Dat wij ons breken en delen hier beleven als een nieuw begin
van verbondenheid en zorg voor elkaar, elke dag opnieuw.

  • Heer, ontferm U

Bidden wij tot God dat wereldwijd erkend mag worden:
dat het ooit waar mag zijn: gelijke kansen voor iedereen,
een menswaardig bestaan voor elk mensenkind.
Dat wij begaan blijven met het lot van anderen
en dat wij voorbeelden zijn van hoe je samen kunt delen.

  • Heer, ontferm U

Bidden we tot God voor de asielzoekers uit Somalië,
op zoek naar een veilige, welkome plek,
voor alle asielzoekers in ons land,
dat zij met respect en gastvrijheid ontvangen worden.
Bidden we voor al onze persoonlijk intenties. . . .

Gebed rond de tafel
In uw naam zijn wij hier samen.Wij noemen U God en Vader.
Niemand heeft U ooit gezien, maar elke dag opnieuw is het duidelijk
hoe Gij werkzaam aanwezig zijt
daar waar mensen elkaar vinden en van elkaar houden,
daar waar mensen de handen in elkaar slaan en kleine stappen zetten
om deze wereld om te bouwen tot uw wereld.
Wij zien U aan het werk, God, in de ontluikende liefde tussen mensen,
in groeiende solidariteit, in blijvende verbondenheid,
in de kleine en grote inzet voor vrede en gerechtigheid.
Wij zien U aan het werk in Jezus, uw Zoon:
de woorden die Hij sprak, waren uw woorden en worden nu de onze.
Zijn keuze voor kleine mensen was uw keuze en wordt nu de onze.
Hem willen wij hier noemen als inspiratie,
als wegwijzer voor ons leven, als blijvende oproep om te blijven doen
wat Hij heeft gedaan.

Die avond, vlak voor zijn dood, vatte Hij zijn leven samen.
Toonde Hij wie Hij was en wie Hij blijven wou voor ons.
Hij nam het brood en verdeelde het onder zijn vrienden en zei:
“Neem van dit brood en eet ervan.
Dit ben Ik, mijn leven, mezelf aan U gegeven. Doe dat ook.”

Hij nam de beker met wijn in zijn handen, dankte en zei:
“Dit is de beker met mijn leven, voor u uitgedeeld.
Drink ervan en doe dat ook. In uw breken en delen
blijf Ik leven in uw midden.”

Beziel ons met uw Geest, dat wij elkaar bewaren
en voortstuwen in de richting van menswaardigheid.
Dat wij waakzaam zijn om de tekens van hoop te zien
en dat wij zelf zo een teken mogen worden.
Daarvoor willen wij ons inzetten -samen-
met U en voor U vandaag en alle dagen. Amen.
Onze vader

Communielied: Een schaal met brood een beker wijn

Slotgedachte
Graan dat in goede aarde valt, voedsel voor velen.
Woorden als brood, waarop je kunt kauwen
en waarop je soms je tanden stukbijt.
Woorden van leven, woorden om te delen,
woorden om te vermeerderen, zaaigoed van het Rijk Gods.
Zodat we niet verloren gaan, maar leven!

Zending en zegen
Nu wij uw brood ontvangen hebben, worden wij gezonden om ook zelf brood te worden en in Gods naam ‘leven’ te geven aan medemensen. Wanneer we elkaar tot zegen zijn mogen we ook rekenen op Gods blijvende zegen over ons, in de naam van de…

Slotlied: Hij gaf aan blinden het gezicht

Nog geen reacties

Reactie plaatsen