Aswoensdag

Elk blad ademt de boom tot leven

San Salvatorgemeenschap 18 feb 2015
Aswoensdag – Tot zegen geroepen zijn
Thema: Niet om gezien te worden, maar om een zegen te zijn.
Voorgangers: John Parker en Erick Mickers

Openingslied: Heer onze Heer hoe zijt Gij aanwezig.

Welkomstwoord en opening
Welkom allemaal, op deze doordeweekse avond. Een ongebruikelijk moment van samenzijn,
van bezinning en verstilling. Het is geen feestdag vandaag, het feest van carnaval laten we achter ons. Door dit samenzijn doorbreken we, net als met carnaval, de vanzelfsprekendheid van alledag. Ook vandaag zetten we het leven op zijn kop. Verlangen we gewoonlijk om gezien te worden, in dit bijeen zijn gaat het niet om gezien worden, maar om het leven opnieuw te bezien. Vragen we normaliter om erkenning nu gaat het niet om erkend te worden, maar om te erkennen wie we zijn.
Bidden we regelmatig om Gods’ zegen, uiteindelijk gaat het niet om gezegend te worden, maar om een zegen te kunnen zijn.
En toch: iedereen ziet straks dat kruis op ons hoofd;
we erkennen elkaar door onze vredeswens;
ieder ontvangt de zegen met een kruis.
Ons handelen in dit samenzijn, lijkt haaks te staan op onze bedoelingen. Wellicht als symbool voor ons handelen van alledag, dat soms haaks staat op de liefde in ons. Even het leven ondersteboven houden en kijken wat er nog meer in zit:
Niet alles is donker, niet alles is licht, het gaat om evenwicht;
Ons mens-zijn eerlijk in de ogen zien en durven erkennen: we zijn maar gewone stervelingen, verre van volmaakt;
Onze kijk op levensgeluk herijken: gelukkig de mens die een zegen is voor anderen.
Mag dit samenzijn een inspirerend begin zijn van onze weg naar Pasen, in de geest van de Ene die we noemen,
De Vader, de Zoon en de heilige Geest.
Amen.

Openingsgebed
Laten we een moment stil zijn,
met aandacht voor ons leven, onze woestijn, onze oase.
met aandacht voor ons mens-zijn,
ons menselijk tekort, onze bezielde liefde
met aandacht voor onze roeping,
onze betekenis, onze zegeningen

Onze ziel zoekt jouw geborgenheid
onze geest leggen wij in jouw hand,
opdat Jij ons leidt in dit leven,
opdat ons hart rust vindt, zal zingen en musiceren,
van jouw vriendschap en eeuwige trouw.
Lied: Zo vriendelijk en veilig als het licht.

Eerste lezing uit het de profeet Jesaja
Roep luidkeels, zonder je in te houden, verhef je stem als een ramshoorn. Maak aan mijn volk zijn misdaden bekend, aan het volk van Jakob zijn zonden.
Zeker, ze zoeken mij dag aan dag, vol verlangen om te ontdekken wat ik wil, zoals een vreemd volk dat rechtvaardig leeft en het recht van zijn goden niet verzaakt. En ze vragen naar mijn rechtvaardige voorschriften en verlangen naar Gods nabijheid.
En ze zeggen: ‘Waarom ziet u niet dat wij vasten, en merkt u niet op dat wij ons onthouden?’
Omdat jullie op je vastendagen nog handeldrijven en jullie arbeiders afbeulen, omdat jullie onder het vasten strijden en ruziën en vol vuur met elkaar op de vuist gaan.
Als je op die manier vast, wordt je stem niet gehoord in de hemel. Zou dat het vasten zijn dat ik verkies?
Is dat een dag van onthouding: dat iemand het hoofd buigt als een riet en zich met een rouwkleed neerlegt in het stof? Noemen jullie dat soms vasten, is dat een dag die de HEER behaagt?
Is dìt niet het vasten dat ik verkies: misdadige ketenen losmaken, de banden van het juk ontbinden,
de verdrukten bevrijden, en ieder juk breken?
Is het niet: je brood delen met de hongerige, onderdak bieden aan armen zonder huis, iemand kleden die naakt rondloopt, je bekommeren om je medemensen?
Dan breekt je licht door als de dageraad, je zult voorspoedig herstellen. Je gerechtigheid gaat voor je uit, de majesteit van de HEER vormt je achterhoede.
Dan geeft de HEER antwoord als je roept; als je om hulp schreeuwt, zegt hij: ‘Hier ben ik.’
Wanneer je het juk van de onderdrukking uitbant, de beschuldigende vinger en de kwaadsprekerij, wanneer je de hongerige schenkt wat je zelf nodig hebt en de verdrukte gul onthaalt, dan zal je licht in het donker schijnen, je duisternis wordt als het licht van het middaguur.
Tussenlied: Zo spreekt de Heer

Evangelie volgens Mattheüs
Let op dat jullie de gerechtigheid niet beoefenen voor de ogen van de mensen, alleen om door hen gezien te worden.
Dan beloont jullie Vader in de hemel je niet.
Dus wanneer je aalmoezen geeft, bazuin dat dan niet rond,
zoals de huichelaars doen in de synagoge en op straat
om door de mensen geprezen te worden.
Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen.
Maar als je aalmoezen geeft, laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. Zo blijft je aalmoes in het verborgene, en jullie Vader,
die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.
En wanneer jullie bidden, doe dan niet als de huichelaars die graag in de synagoge en op elke straathoek staan te bidden, zodat iedereen hen ziet.
Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen.
Maar als jullie bidden, trek je dan in je huis terug,
sluit de deur en bid tot je Vader, die in het verborgene is.
En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.

Wanneer jullie vasten, zet dan niet zo’n somber gezicht als de huichelaars,
want zij doen dat om iedereen te laten zien dat ze aan het vasten zijn.
Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen.
Maar als jullie vasten, was dan je gezicht en wrijf je hoofd in met olie,
zodat niemand ziet dat je aan het vasten bent,
alleen je Vader, die in het verborgene is.

Overweging
De komende 40 dagen staan symbool voor onze weg die wij kunnen gaan in ons leven. Een weg die ons leidt naar een nieuwe geboorte, om ten volle te kunnen leven. Het vraagt ons te vertrouwen op wat komt, onze weg te durven gaan. Het is een weg van inkeer en ontdekken wat ons ten diepste drijft. Van daaruit leven betekent dat we ons los rukken van dat wat ons gevangen houdt. Alleen zo kunnen we delen van wat in ons zit. Zo brengt de weg ons naar een wereld waar we thuishoren,
waar we onszelf kunnen zijn, onszelf kunnen geven. Daar worden we hartelijk ontvangen, niet om wat we doen, maar om wie we zijn. Wij worden geroepen die weg te gaan, om zo een zegen te zijn. Wij worden tot zegen geroepen. Het is een voortdurende weg van naar binnen gaan, om van binnenuit naar buiten te treden.
Niet om gezien te worden, maar anderen te zien.
Niet om erkend te worden, maar te erkennen wie wij ten diepste zijn.
Niet om gezegend te worden, maar een zegen te zijn.
Het is zoals de adem, die tot ons komt, naar binnen gaat en naar buiten treed, die ons in beweging zet, tot leven brengt. Zo wordt uit as nieuw leven gewekt, wordt mensen leven ingeblazen. Het gebeurt aan ons, het gebeurt in ons. Het is de beweging van buiten naar binnen, en van binnen naar buiten, die mensen bezield maakt. Met elkaar willen we die weg gaan, als mensen van de weg, tot inkeer komen, uit de as herrijzen, om tot zegen te zijn voor de wereld buiten ons.
Mogen we daarvoor gaan!

Verbranding van palmtakjes
Lied: Wat is de mens

Gebed rond de as
Van stof en as zijn we, we zullen wegwaaien,
verstuiven naar de vier windstreken,
van stof en as zijn we; klein en nietig.
Vergaan zullen we, terugkeren tot de aarde
waaruit we zijn gemaakt.

Bezield zijn we van jouw adem, God,
adem na adem van jouw liefde,
stromend van mens tot mens,
van hart tot hart, tot vreugde en geluk van iedereen.

Getekend staan we, gekend en erkend,
gezien en gezegend onze naam geschreven
in jouw hand.

Zo gaan wij onze weg vol vertrouwen in Jou,
door Jezus, onze reisgenoot.

Zegening van de as
Mag water en stof vermengen, vruchtbaar zijn en leven brengen.
In Godsnaam. +

Getekend met het kruis
We nodigen u uit om een askruisje te ontvangen, als teken van zegen op weg naar Pasen: ‘Ik wens je leven en bevrijding toe, zo kwetsbaar als je bent’
Lied: Wie als een God wil leven.

Voorbeden
In het vertrouwen dat we in onze verbondenheid met elkaar, ook de Ene in ons midden weten, durven we, in alle eenvoud, te biddenom rust opdat we oases scheppen in de woestijn.

Jij die onze gedachten raadt,

Om vrede, opdat we leren de minste te zijn.

Jij die onze gedachten raadt,

Om daadkracht. opdat we opkomen voor mensen in de knel.

Jij die onze gedachten raadt,

Om echtheid opdat we Jou in onszelf mogen ontdekken.

Jij die onze gedachten raadt,

En samen willen we bidden, hand in hand  met woorden die Jezus ons heeft gegeven:
Onze Vader

Laatste gedachten: uit de kinderbijbel
Zegenen is niet moeilijk uit te leggen:
het lijkt op goede dingen doen en zeggen.
Dus als ik zeg: wat een lieverd ben jij,
dan krijg jij een beetje de zegen van mij.
En als jij dan zegt: maar jij bent zo trouw
dan krijg ik die zegen weer terug van jou!

Zegenwens
Met de as op ons hoofd, bewust van onze eindigheid en kwetsbaarheid, maar aangevuurd en voortgestuwd door Gods levensadem, gaan we deze veertigdagentijd in.
Moge de Eeuwige ons allen nabij zijn,
in het gewone, alledaagse van wat we doen,
in onze zorg voor mensen en aarde,
in onze dromen en idealen,
in ons streven naar een betere wereld hier en overal.
Mogen wij zo een zegen zijn voor iedereen,  in zijn naam:
de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

Slotlied: Gij spreekt zo zwart als de nacht.

Nog geen reacties

Reactie plaatsen