Advent 4 – Dromen

Elk blad ademt de boom tot leven

San Salvatorgemeenschap 18 dec 2016
Thema Advent:
Er gaat iets nieuws beginnen
Thema viering: Dromen
Voorganger: John Parker
Muzikale ondersteuning: de Cantorij

Openingslied za: Nacht is om de huizen heen
zo:
Voor mensen die naamloos

Inleiding

Welkom
Nog een paar dagen voor de feestdagen. Velen van ons zullen al plannen gemaakt hebben voor waar, hoe , met wie wij deze dagen door willen brengen. Met familie, vrienden, misschien. Velen van ons zullen misschien ideeen hebben over hoe de feestdagen eruit zullen zien dit jaar. Dromen erover.
Dromen; daar hebben de Schriftlezingen het over vandaag. Dromen van een profeet, dromen van Jozef, de aanstaande vader van Jezus, het kerstkind.
Spiritualiteitsgroep:
Ieder weekend van deze Adventstijd steken we kaarsen aan, om aan te geven dat we op weg zijn, in donkere tijden, dat we licht nodig hebben om een goede weg te vinden, als we het Kerstfeest voorbereiden. Jozef had zijn droom en het visioen van de engel van de Heer. Wij hebben ons geloof, wij hebben elkaar om ons te inspireren, wij hebben licht.

De Adventskaarswordt aangestoken
Lied: Voor wie in het donker uitzien

1e lezing: Jesaja 7, 10-17
De Heer liet tegen koning Achaz zeggen: “Vraag om een teken van de Heer, uw God, hetzij uit de diepte van de dodenrijk, hetzij uit de hoge hemel.” Maar Achaz antwoordde: “Nee, ik zal geen teken vragen, ik zal de Heer niet op de proef stellen.” Toen antwoordde Jesaja: ”Luister, huis van David, is het niet genoeg de mensen te tergen? Moet uw nu ook mijn God tergen? Daarom zal de Heer zelf u een teken geven: de jonge vrouw is zwanger, zij zal spoedig een zoon baren en hem Immanuel noemen. Boter en honing zal hij eten, totdat hij in staat is om het kwade te verwerpen en het goede te kiezen. Want voordat de jongen in staat is om het kwade te verwerpen en het goede te kiezen zal het land van de beide koningen die u zo veel angst inboezemen, ontvolkt zijn. En voor u, uw volk en uw koningshuis zal de Heer een tijd laten aanbreken zoals men niet meer heeft meegemaakt sinds Efraïm zich van Juda afscheidde.”
Lied za: De nacht loopt ten einde -zo: In het droevig duister

2e lezing: Matteus 1, 18-25
De afkomst van Jezus was als volgt. Toen zijn moeder Maria al was uitgehuwelijkt aan Jozef maar nog niet bij hem woonde, bleek ze zwanger te zijn door de heilige geest. Haar man Jozef, die een rechtschapen mens was, wilde haar niet in opspraak brengen en dacht erover haar in het geheim te verstoten. Toen hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer. De engel zei: “Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de Heilige Geest. Ze zal een zoon baren. Geef hem de naam Jezus, want hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden. Dit alles is gebeurd opdat in vervulling zou gaan wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd: ‘De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal hem de naam Immanuel geven’, wat in onze taal betekent ‘God met ons.’”
Jozef werd wakker en deed wat de engel van de Heer hem had opgedragen; hij nam haar bij zich als zijn vrouw, maar hij had geen gemeenschap met haar voordat ze haar zoon gebaard had. En hij gaf hem de naam Jezus.
Acclamatie: God verscholen in den hoge

Overweging
Een droom is een veelgebruikte literaire vorm. Zo begint Matteus zijn verhaal over Jezus. Met een droom kan je alle kanten uit, je bent als schrijver niet beperkt door de dagelijkse werkelijkheid te respecteren, er kan van alles gebeuren.
Misschien kennen jullie het verhaal van Charles Dickens, Á Christmas Carol’, waarin een rijke vrek droomt over zijn verleden, over zijn heden en over zijn toekomst. Hij wordt bezocht door de Geest van het verleden, en ziet hoe hij geleefd heeft, hoe hij medemensen behandeld heeft. De Geest van heden laat hem zien hoe mensen over hem denken, hoe ze lijden onder zijn gedrag. En de Geest van de toekomst laat hem zien wat er met hem gebeuren zal als hij zo doorgaat. Zoals in alle mooie Kerstverhalen loopt het goed af. Als hij uit zijn droom wakker wordt, verbetert hij zijn leven, en wordt eindelijk zelf gelukkig door mensen te helpen, door met mensen te werken in plaats van ze uit te buiten.
Dit verhaal wordt regelmatig uitgezonden met Kerstmis door de BBC… Vele uitzendingen in deze dagen gaan over fantasie, over romantiek, over dromen, over hoop op geluk. Het is een tijd van bewondering en licht, van hoop en warmte. En buiten is het koud en donker; buiten wordt er geweld gebruikt tegen mensen, tegen de aarde; buiten worden volkeren uitgeroeid.
In ook zo ’n tijd leefde die mooie mens Jezus. Toen men zijn woorden en daden begon op te schrijven, wilde men hem plaatsen in de eervolle reeks van profeten van Israel. Om dit te doen kon onze schrijver uit de oude verhalen putten: engelen als boden van de Heer, een vlucht naar Egypte, en wat nog meer. De droom van Jozef hoort hierbij: een boodschap van de Heer, een opdracht gegeven en begrepen. En het eindigt met het geven van een naam: Immanuel, God is met ons. Deze Jezus komt van de Heer, hij laat ons de weg zien om zo goed als God te zijn, om onze aarde goed te maken, om de schepping te voltooien. De droom van Jozef herinnert aan oude verhalen en voorspellingen van de profeten, de boodschappers van de Heer.
Tegenwoordig proberen wetenschappers dromen te begrijpen. Hoe ze ontstaan; wat ze zouden kunnen betekenen; waar ze vandaan komen, hoe je ze zou kunnen interpreteren. Een droom wordt gezien als een film van je eigen gedachten, tijdens de slaap. Men zegt dat, in plaats van dat je informatie uit de buitenwereld waarneemt, zoals als je wakker bent, wordt informatie van uit de hersenen voor je ogen geprojecteerd – alsof het van buiten komt. Je zou kunnen zeggen dat een droom een soort hallucinatie is.
Hoe het eigenlijk is, dromen worden vaak gebruikt in literatuur, ook dus in onze verhalen uit de Schrift. “Wij leven op aarde en dromen de hemel, waar mensen en dieren de rijkdom verdelen, een land in de verte, een mooi schilderij.”
Zoals de schrijver van onze lezing uit het evangelie het gebruikt, wil hij Jezus beschrijven als de profeet die beloofd werd, de voltooiing van de profetische woorden van lang geleden. Zo uit de schrijver zijn geloof, in een mooi verhaal, dat nu deel uitmaakt van ons Kerstverhaal.
De laatste opdracht die de engel aan Jozef geeft is om het kind een naam te geven, om het leven aan het kind te geven als mens onder de mensen. Een mooie naam, Immanuel. Dat Jozef het kind bijna zijn eigen naam geeft neemt niets weg van het geloof van de schrijver van het verhaal, of van de gemeenschap waar bij hij hoort: Jezus is inderdaad een mens die God nabij brengt, aanwezig maakt, God met ons.
Als wij deze laatste dagen voor Kerst meemaken, mogen wij blijven dromen; van een hemel op aarde, waar allen geluk en vrede kennen.
En droom die mag blijven, ook na Kerst…
Geloofslied za: Uit uw hemel zonder grenzen – zo: Licht dat ons aanstoot

De tafel wordt klaargemaakt en er wordt gecollecteerd.

Voorbede
Eeuwige, in de komende feestdagen geef jij ons hoop en nieuw leven.
Wij vragen om jouw licht voor bevolkingsgroepen die lijden onder oorlogsgeweld,
voor mensen die gebukt gaan onder tirannie en uitbuiting, voor hen die honger lijden.

Laudate omnes gentes

Levende, in de komende feestdagen geef jij ons licht en nieuw leven.
Wij vragen om jouw licht voor zieken, thuis, in verpleeghuizen en ziekenhuizen,
voor eenzame mensen, zwervers, vluchtelingen,
Voor hen die geen dak boven het hoofd hebben.

Laudate omnes gentes

Eeuwige, in de komende feestdagen geef jij ons hoop en licht.
Wij vragen om jouw licht voor onszelf hier aanwezig,
voor allen die geen warmte kunnen vinden in een gedeeld geloof en hoop,
voor hen die teleurgesteld zijn, of gewond geraakt door het toedoen van jouw volgelingen.

Laudate omnes gentes

Tafelgebed
Jij die wilt leven in ieder mens, in ieder van ons hier,
als een nieuwe blijde verwachting,
zegen ons met jouw aanwezigheid,
zegen ons met jouw licht.

Zegen ons met het licht..

Om nieuw en blijvend licht bidden wij
voor allen die gestorven zijn
en die wij de komende feestdagen
meer dan ooit zullen missen;
onze familieleden en vrienden.
Wij noemen met name: Gerard en To Clerkx; Ger en Corrie Papavoine.
Vergeet niet ons stille verdriet
nu de avonden lang en donker zijn.

Zegen ons met het licht..

Gezegend ben jij om het licht dat ons omringt,
om jouw adem die ons doet leven;
om moeder aarde, waaruit wij zijn geboren,
om het nieuwe land waarheen wij gaan.

Gezegend om al die mensen
die zijn doorgedrongen van jouw Geest
die aan jouw Woord stem willen geven
jouw Liefde doen met hart en handen;
die het kwaad aan ’t licht brengen
op markten en pleinen
op de hoeken van onze straat
en hier in jouw eigen huis;
die de lasten licht maken
en het leven goed voor iedereen.
Gezegend ben jij en gedankt
dat wij mogen leven voor elkaar
en zo naar jou toe.

Gezegend om jong en oud
om allen die zorgzaam zijn,
nederig en lief,
die klein en nooit genoemd
jouw naam met ere dragen
tussen de groten van deze aarde.
Blijf hen zegenen, en zegen ook ons.

Zegen ons met het licht..

Gezegend ben jij omwille van Jezus
die lief en leed met ons heeft gedeeld,
die de laatste avond van zijn leven
afscheid nam van deze wereld,
die brood gebroken heeft
en aan ons gegeven met de woorden:
Neem en eet;
zo vormen jullie samen mijn aanwezigheid,
mijn dienstbaarheid aan de wereld.

Die ook een beker wijn nam,
liet rondgaan en zei:
Als ik er niet meer zal zijn,
niet langer het woord van mijn en jullie Vader,
neem het dan van mij over;
drinkt uit dezelfde beker van vreugde en verdriet
die ik gedronken heb.
Blijf mij zo gedenken,
en weest elkaar tot zegen.

Zegen ons met het licht..

Gezegend allen die zijn zoals hij,
voor stommen te spreken,
voor doven te horen,
voor blinden te zien,
die in geen kwaad en in geen graf berusten,
die in geen dood verloren lopen,
altijd weer opstaan om te leven
en te werken aan een nieuwe wereld
waarin alles goed zal komen;
eer aan God en vrede op aarde aan alle mensen.
Gezegend jij hier die op weg naar de stal
probeert te zijn zoals hij.

Laten wij bidden met de woorden die hij ons gegeven heeft:
Onze Vader. . .

Vredeswens
Vredeslied za: Komen ooit voeten gevleugeld – zo: Wat ik gewild heb

Iedereen wordt van harte uitgenodigd aan de tafel van brood en wijn.
Communielied za: Eet en drinkt – zo: Waarom, wanneer

Goed om te weten

Slotgedachte
Een eenzame monnik kreeg eens bezoek van een groep mensen. Nieuwsgierig vroegen ze hem wat voor nut het leven in stilte had.
De monnik, die net een emmer water uit een bron omhoog haalde, zei: “Kijk eens in de bron. Wat zien jullie?” De mensen tuurden naar het water en zeiden: “We zien helemaal niets.”
Wat later herhaalde de monnik zijn vraag. “Kijk nog eens. Wat zien jullie nu?”
De mensen bogen zich over de rand.
“We kunnen in de weerspiegeling onszelf zien!”
“Juist,” zei de monnik. “Eerst was het water onrustig en zagen jullie niks. Stilte zorgt ervoor dat je jezelf kunt zien.”
Wat later zei de monnik weer: “Kijk nu nog een keer in de bron. Wat zien jullie nu?” Ze keken en riepen uit: “Nu zien we de stenen op de bodem van de bron!” “Juist,” beaamde de monnik, “als je maar lang genoeg wacht en opgaat in stilte, kun je de grond van alles aanschouwen.”

Zegen en wegzending

Slotlied za: Van grond en vuur – zo: Wie ten einde toe, alles durft te geven.

Nog geen reacties

Reactie plaatsen