Ga op pad!

Elk blad ademt de boom tot leven

San Salvatorgemeenschap 6 – 7 feb 2016
Thema: Ga op pad !
Voorganger: Ard Nieuwenbroek
Muzikale ondersteuning:

Openingslied za: Dit huis is een huis – zo: Wat altijd is geweest

Welkom
Welkom iedereen vandaag in deze viering. Voor jou, die een moment zoekt om tot rust te komen. Voor jou, die inspiratie zoekt om in beweging te komen. Voor jou, die hier misschien voor de eerste keer aanwezig is. Op vakantie in Zuid Afrika keek ik nog eens goed naar het rooster van de voorgangers en zag toen pas echt dat ik was verkozen om in het carnavalsweekend voorganger te zijn. Onmiddellijk kreeg ik boeiende herinneringen aan prachtige carnavalsvieringen van Louis Nabbe en Karel Huiskamp. Hoe kan ik nu, als niet Brabander, een viering in het carnavalsweekend verzorgen? Uiteraard ben ik, na de eerste schrik, toch de uitdaging aan gegaan. Met ook de uitdaging om het Evangelie van vandaag als inspiratie te gebruiken. Na lang lezen en denken bleef ik haken op dat ene fascinerende zinnetje, helemaal op het eind van de Evangelielezing van Lucas. ‘De mannen trokken hun boten op de wal, lieten alles voor wat het was en gingen met Jezus mee.’ In Zuid Afrika zouden ze zeggen: “ Ze gingen op pad”. Alles achterlatend, nota bene twee boten overvol met pas gevangen vis. Als ik dit weekend naar de carnavalsvierders kijk heb ik ook het idee dat ze alles achter laten. Op pad gaan om het leven te vieren.

Laten we nu eerst de stilte te zoeken in onszelf en om ons heen.

Gebed
Eeuwige, levende, jij hebt ons jouw zoon gegeven, om onze reisgenoot te zijn op onze tocht in het leven.
Geef ons de kracht te dragen wat er op onze weg komt. Breek de weerstand in ons hart, zodat wij open en ontvankelijk kunnen zijn voor jouw woord, dat ons roept. Neem ons bij de hand en leid ons voort op de weg die wij moeten gaan. Doordring ons van jouw liefde voor mensen, zodat begrip en goedheid het winnen van vooroordeel en misverstand. Hier en nu, straks en ooit.
Lied za: God bewaar mij – zo: Ga dan, als de zalm

Inleiding op de lezingen

De lezingen van vandaag dagen ons uit. De Evangelielezing van Lucas vertelt ons hoe Jezus ons uitdaagt werkelijk op pad te gaan in ons leven. Met achterlating van alles wat ons belast om werkelijk op pad te gaan. De eerste lezing is van Huub Oosterhuis die ons op zijn manier uitdaagt samen met anderen op pad te gaan.

1e lezing van Huub Oosterhuis
Je bent vijftig. Je ziet een foto van toen je twintig was. Je denkt: dat ben ik niet – toen was ik mezelf niet. Zo voel je het, en dat gevoel verwijst naar de werkelijke geschiedenis. Als je probeert zonder al te veel angst voor schaamte terug te kijken in je eigen leven, zie en hoor je jezelf dingen doen en zeggen die voortkomen uit onbewustheid, onwetendheid, vooroordelen en waanideeën. Je koesterde opvattingen die mede waren ingegeven door de heersende opinie en de gangbare moraal. Nu sta je verbaasd over wat vroeger in je leven de dienst uitmaakte, wat moest en niet mocht – vooral ook wat anderen moesten en niet mochten. Waarom wist je toen niet wat je nu weet, of liever: hoe kwam het dat je nu weet en voelt wat toen niet in je opkwam? Dat komt doordat er andere, nieuwe mensen op je pad zijn gekomen. Het was naarmate je opener leefde met anderen dat je veranderd bent, bevrijd. Je hebt niet jezelf bevrijd, op eigen kracht. Je werd in beweging gebracht, aangesproken, geroepen, geschokt, op je kop gezet en toch weer op je voeten. Je ging op pad met anderen. Als het waar is dat je in de loop der jaren onderweg heel wat meer mens geworden bent, dan heb je dat pad niet in eenzaamheid afgelegd, maar omstuwd door anderen.
Lied za: Als God ons thuis brengt – zo: Die ik mijn Heer noem

2e lezing: Lucas 5, 1-11
Op een dag was hij bij het meer van Galilea. De mensen drongen van alle kanten tegen hem op, want zij wilden horen wat hij over God zou vertellen. Hij zag twee boten liggen die half uit het water waren getrokken. De vissers stonden iets verderop hun netten schoon te spoelen. Jezus stapte in de boot van Simon en vroeg of hij hem een stukje van de oever wilde afduwen. Daarna ging hij zitten om de mensen meer over God te vertellen. Toen hij was uitgesproken, zei hij tegen Simon: ‘Vaar het meer eens op naar diep water en gooi daar jullie netten uit.’ ‘Maar,’ antwoordde Simon, ‘wij zijn de hele nacht aan het vissen geweest en hebben niets gevangen! Maar omdat jij het zegt, zal ik het nog eens proberen.’ Zij deden wat Jezus had gezegd en vingen zoveel vis dat hun netten begonnen te scheuren. Zij wenkten de mannen in de andere boot om hen te komen helpen. Even later was in beide boten zoveel vis dat die bijna zonken. Simon Petrus was hiervan zo onder de indruk dat hij voor Jezus op de knieën viel en zei: ‘Ga maar van mij weg, Heer. Ik ben veel te slecht om bij jou in de buurt te zijn.’ De andere mannen konden het ook bijna niet geloven dat zij zoveel vis hadden gevangen. Jacobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, die met Simon samenwerkten, wisten niet wat ze zagen. Jezus zei tegen Simon: ‘Wees niet bang meer. Van nu af aan zul je een visser van mensen worden.’ De mannen trokken hun boten op de wal, lieten alles voor wat het was en gingen met Jezus mee.
Lied za: Het woord dat ik jou geef – zo: Weet je waarom, zeg me waarom ik er ben

Overweging
De mannen trokken hun boten op de wal, lieten alles voor wat het was en gingen met Jezus mee. Alles achterlatend, nota bene twee boten overvol met pas gevangen vis. Op pad gaan en alles achter je laten. Hoe is het eigenlijk om alles achter je te laten? En dan bedoel ik geen vissersboten, huizen of andere materiele zaken. Ik doel nu vooral op alles wat we in het verleden hebben ervaren, waar we last van hebben gehad. Pijnlijke ervaringen, soms zelfs traumatisch. In de tweede lezing horen we hoe vissers hele nachten voor niks hebben gevist. Ook een pijnlijke ervaring. Het is niet de bedoeling dat mensen een hele nacht werken en dan niets verdienen voor hun gezin. Het bootje van waar af de woorden over God klonken, is nu een boot vol vis. Nu is er een overvloed. Maar volgen hierna weer vele nachten die niets opleveren? Nee, Jezus roept hen daaruit weg, uit een leven vol ontberingen. “Ik ben te slecht om in jouw buurt te zijn,” zegt Petrus. Ik hoor er niet bij. Een voorbeeld van leven met veel getob. Met negatieve gevoelens over zichzelf. Hij mag het achter zich laten. “Wees niet bang meer.” Ga vol vertrouwen op pad, dat is het devies. Een ander pad, dat wel.
En toch doen we in het dagelijks leven vaak het omgekeerde: we nemen een negatieve ervaring uit het verleden, pakken hem op en voelen de pijn weer die erbij hoort. Het is bijna masochistisch. Negatieve gebeurtenissen maken meer indruk, we onthouden ze beter. Dat hangt waarschijnlijk samen met het principe uit de psychologie dat het om te overleven belangrijker is om een gevaar te herkennen en te onthouden dan een aangename gebeurtenis, want tegen dat gevaar moeten we een volgende keer beter bestand zijn. Maar des te meer we gevangen zitten in ons pijnlijke verleden des te moeilijker is om fris ‘op pad te gaan’.
Herken je jezelf in één van deze gedachten?
– Ik had mijn studie moeten afmaken.
– Waarom was mijn moeder altijd zo kritisch?
– Ik had mijn ex nooit moeten laten gaan!
– Als ik toen beter mijn best had gedaan, was ik nu gelukkiger.
– Wat bezielde hem (tien jaar geleden) om daar ruzie over te maken?
Voor je het weet zit je weer te denken aan die ene gebeurtenis die je nog altijd dwarszit. In gedachten houd je een complete dialoog – over een situatie die allang gebeurd is. Je maakt je opnieuw kwaad. Alle emoties die je in het verleden voelde, komen weer naar boven. Met het bijbehorende gevoel. Er is een groot probleem met het verleden: je kunt het niet meer veranderen. Hoeveel tijd je ook doorbrengt met fantasiescenario’s, hoeveel denkbeeldige discussies je ook voert met fictieve personen: er verandert helemaal niets. Je gaat niet echt op pad, de vissersboten achterlatend. In mijn gedachten wil Jezus ons met dit prachtige verhaal ook voorhouden dat je, om echt als mens met mensen voluit te leven en te delen, dat je vrij moet zijn van zwaar beladen schepen om werkelijk op pad te gaan. We ons meer moeten richten op wat nu is en zal zijn. Gebruikmakend van goede ervaringen en de negatieve ervaringen minder van invloed te laten zijn. Jezelf bevrijden, dat is waarschijnlijk wat Jezus ons voorhoudt. Als je het verleden in perspectief kunt zien, heb je er vrede mee en kun je het laten rusten. Dan hoef je het niet elke dag met je mee te dragen. Hoe laat je je beklemmende verleden los? Dat werkt voor iedereen anders, maar misschien wat suggesties:
– Zie het verleden als een les. In bijna elke situaties zit wel een les verstopt. Een les die leidt tot meer inzicht en ervaring. Over jezelf en over anderen. Zonder het verleden had je dat inzicht misschien niet gehad.
– Wrok naar anderen toe veroorzaakt pijn bij jezelf. Hoe meer wrok naar anderen, hoe meer pijn je voor jezelf creëert. Kies voor jezelf en denk niet meer aan wat anderen je hebben aangedaan.
Je toekomst is alleen een verlengde van je verleden als je dezelfde keuzes blijft maken. Gooi die hete steen weg. Laat de volle schepen achter je. Ga op pad. Laat het negatieve verleden achter je – daar hoort het thuis. Wees je bewust van het heden als het enige moment waarin je leeft. Daardoor verander je je toekomst. Het gaat er niet om waar je vandaan komt, het gaat erom waar je naartoe gaat.
Een echte carnavalsvierder is met het nu bezig, samen met anderen. Maakt zich geen zorgen over gisteren of morgen en is vol vertrouwen. Vandaag is vandaag. Nu is nu. Nu gaat hij op pad, samen met anderen. Als onderdeel van een groot spel. Dat is de kern van carnaval vieren. Of zoals Huub Oosterhuis in de eerste lezing het verwoordt: Laat er andere, nieuwe mensen op je pad komen, zonder onderscheid te maken. Je bevrijdt niet jezelf. Je wordt in beweging gebracht, aangesproken, geroepen door anderen, in Jezus naam. Laten we samen, in navolging van Jezus en zijn apostelen, op pad gaan. Het carnaval van het leven samen vierend, in zijn naam.
Geloofslied za: Kom en volg mij op de weg – zo: Kom in mij

Klaarmaken van de tafel / Collecte

Voorbeden
Alomzijnde, velen van ons zijn zoekende.
We denken dat we weten waar we heen gaan of we zijn onze bestemming juist even kwijt.
We worden in beslag genomen door onze eigen strevingen, onze kortzichtige verlangens,
onze behoefte aan onmiddellijke bevrediging aan veiligheid.
Help ons telkens weer onszelf te bevrijden om zo in jouw licht het leven te durven leven.

Laudate omnes gentes

Alomzijnde, zoveel mensen zijn als vluchteling op pad.
Zoekend naar een leven vol veiligheid, rust en betrouwbaarheid.
Wees hen nabij. Wees ons nabij om hun pad waar mogelijk te verlichten.
Opdat liefde en vrijheid elkaar raken.

Laudate omnes gentes

Alomzijnde, wij bidden voor jouw wereld,
waarin honger, geweld, rechteloosheid aan de orde van de dag zijn.
Waarin wij in onze rijkdom en vrede vaak vergeten hoe gelukkig wij zijn.
Behoed ons voor hoogmoed, voor gemakzucht.
Opdat we mensen zijn die onze handen blijven uitstrekken
in onze verantwoordelijkheden voor anderen.

Laudate omnes gentes

Alomzijnde, wij bidden u voor wie zorgen voor andere mensen.
In het bijzonder denken we aan mensen
die werken in de gezondheidszorg en in het welzijnswerk.
Geef hen goede moed om zich te blijven bekommeren om mensen die hulp nodig hebben.

Laudate omnes gentes

Alomzijnde, in onze levenstocht komen we onszelf tegen.
Onze boten van het verleden houden ons soms gevangen.
We durven niet op pad te gaan uit angst opnieuw beschadigd te raken.
Adem ons met jouw goddelijk vertrouwen in het leven.
Opdat we in jouw naam het leven vieren, samen met anderen.

Laudate omnes gentes

Alomzijnde, ook bidden we voor de intenties zoals geschreven in ons boek.
We gedenken vandaag ook onze lieve overledenen.
Wees hen nabij opdat vrede hun deel is.

Laudate omnes gentes

Tafelgebed
Gezegend jij, bron van hoop die vrijheid schept, die warmte geeft, die voelbaar in ons midden er wil zijn voor elke kleine en grote mens. Gezegend jij, bron van leven, die ruimte schept, die liefde geeft, die als een kracht in ons, ons doet opstaan voor vrede en gerechtigheid. Gezegend jij, bron van moed, die kansen schept, die toekomst geeft, die ogen opent om te zien wat ons te doen staat, werken aan jouw wereld van menswaardigheid. Gezegend jij, tot ons gekomen in Jezus van Nazareth, belichaming van hoop, leven en toekomst, die jouw woorden sprak, die jouw daden deed, om licht te zijn, om mens te zijn, om God te zijn, om goed te zijn, voor elke mens. Gezegend jij, die ons uitnodigt om jouw pad te volgen. Op pad te gaan, samen met anderen.
Hij gaf zijn liefde tot het uiterste toe. Op de avond voor zijn sterven, nam hij brood in zijn handen, sprak een dankgebed, brak het, gaf het aan zijn vrienden en zei: ontvang en eet dit brood, als teken van mijn leven, gebroken en gedeeld, ter wille van jou.
Ook nam hij de beker liet hem rondgaan en zei: neemt deze beker en drinkt er uit samen aan dezelfde tafel. Zo zal er vrede komen in stad en land. Blijf dit doen om mij te gedenken.
Zo willen wij leven, in zijn geest, zodat er lente komt voor iedereen, een wereld vol hoop,
vertrouwen en medemenselijkheid. Zo willen we op pad gaan, zoekend en tastend naar het leven. Zo willen wij bidden, als broers en zussen van elkaar, de woorden die Jezus ons gegeven heeft:
Onze Vader

Vredeswens
Vredeslied za: Komen ooit voeten gevleugeld – zo: In gammele boten

Communielied za: Zo vaak wij delen – zo: Zij die stom zijn

Afsluitend gebed aan tafel

Slotgedachte: Tijd en werkelijkheid (Leo Kaniok)
Stel je staat onder een hoge boom op iemand te wachten. Je kunt niet verder kijken dan 200 meter naar links en naar rechts. Een andere man zit hoog in het topje van de boom. Hij heeft meer zicht, hij kan wel een kilometer naar links en naar rechts kijken. Je vriend komt er aan. Eerst wordt hij zichtbaar voor de man in de boom. Zodra je vriend op de weg verschijnt is hij voor de man in de boom heden geworden, terwijl hij voor jou nog toekomst is want jij hebt hem nog niet gezien. Zodra hij binnen jouw gezichtsveld komt, is hij voor jou ook heden. Tot dat moment was hij toekomst. Dan doemt de vriend op, je praat wat met hem en hij loopt weer verder. Na zo’n 200 meter verdwijnt hij voor jou, hij is voor jou verleden geworden, maar voor de man in de boom is hij nog steeds heden, nu. Er bestaat maar één moment: heden – dat moment is eeuwigheid.

Zegen en wegzending
De Eeuwige zij vóór ons, om ons het juiste pad de te wijzen.
De Eeuwige zij áchter ons, om ons in de armen te sluiten en om ons te beschermen voor gevaar.
De Eeuwige zij ónder ons, om ons op te vangen als we dreigen te vallen.
De Eeuwige zij ín ons, om ons te troosten wanneer we verdriet hebben.
De Eeuwige zij óm ons héén, als een beschermende muur, als anderen over ons heen vallen.
De Eeuwige zij bóven ons, om ons te zegenen op ons pad.
Zó zegene ons de Alomzijnde,- vandaag, morgen, en later. Amen.

Slotlied za: Dans van de zee – zo: O schoonheid

Nog geen reacties

Reactie plaatsen