Kom, gooi je mantel af

Elk blad ademt de boom tot leven

San Salvatorgemeenschap 24 – 25 okt 2015
Thema: Kom, gooi je mantel af
Voorganger: Corrie Dansen
Muzikale ondersteuning: Melodiek

Openingslied za: De mensen zijn als bomen – zo: Hier gaan we zingend de wereld te buiten

Welkom
Lieve mensen, van harte welkom bij de viering van vandaag.
Op zaterdagavond zijn we altijd met een klein aantal mensen. Telkens blijkt weer dat dat geen enkele belemmering is om te vieren. De verstilling en de rust doen wel.
Op zondagmorgen, ook nu, voel je hier de bedrijvigheid van een levende gemeenschap. Het maakt het vieren met elkaar tot een bijzondere gebeurtenis.
Welkom voor ieder die hier voor het eerst komt, of af en toe. Het is fijn dat je er bent. Dat je je opgenomen mag voelen in deze viering, bij onze gemeenschap.
Vandaag reizen we met Jezus mee, op weg naar Jerusalem. Op zijn tocht door Galilea en Judea wordt Jezus regelmatig geconfronteerd met mensen die niet begrijpen waar het hem om te doen is. Ook zijn eigen leerlingen niet. Die maken zich in allerlei variaties druk over wie er het belangrijkst is. Je gaat Jezus gunnen dat er nou eindelijk eens iemand is die begrijpt wat hij duidelijk probeert te maken. Marcus vertelt ons er zo meteen meer over. Laten we stil worden en ontvankelijk voor wat de verhalen van vandaag voor ons kunnen betekenen.

Gebed
Jij Onnoembare, Eeuwige, Ene, die ons kent bij onze naam
Wij willen afstemmen op Jouw stem, Jouw roep verstaan
Mag Jouw aanwezigheid voelbaar worden in ons en tussen ons,
Mogen wij geïnspireerd raken door Jouw geest die tot ons spreekt
uit de verhalen die we horen, uit het brood dat we breken
en het leven dat we delen.

Acclamatie za: Hoe is uw naam – zo: Wat is de mens, wat zijn de dagen

Inleiding bij de lezingen
De lezingen van vandaag zijn genomen uit Jesaja en het evangelie volgens Marcus. In beide lezingen komen we mensen tegen die het tegenzit, die ongelukkig zijn met hun leven zoals het is. Zij zijn wanhopig op zoek naar redding.

1ste Lezing: Jesaja 59, 9b-11
Wij hopen op licht, maar het is duister,
op een sprankje licht, maar we dolen in het donker.
We tasten als blinden langs de muur,
we tasten rond als iemand die niets kan zien.
Op klaarlichte dag struikelen we alsof het schemert,
in de kracht van ons leven lijken we dood.
Wij allen grommen als beren,
we klagen en kreunen droevig als duiven.
Wij hopen op recht, maar het is er niet,
op redding, maar ze blijft ver van ons.
Lied za: Zijn alsof niet – zo: Gij zijt Gij

2de Lezing: Marcus 10, 46-52
Ze kwamen in Jericho. Toen hij met zijn leerlingen en gevolgd door een grote menigte weer uit Jericho vertrok, zat daar een blinde bedelaar langs de weg, een zekere Bartimeüs, de zoon van Timeüs. Toen hij hoorde dat Jezus uit Nazareth voorbijkwam, begon hij te schreeuwen: ‘Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij!’ De omstanders snauwden hem toe dat hij zijn mond moest houden, maar hij schreeuwde des te harder: ‘Zoon van David, heb medelijden met mij!’ Jezus bleef staan en zei: ‘Roep hem.’ Ze riepen de blinde en zeiden tegen hem: ‘Houd moed, sta op, hij roept u.’ Hij gooide zijn mantel af, sprong op en ging naar Jezus. Jezus vroeg hem: ‘Wat wilt u dat ik voor u doe?’ De blinde antwoordde: ‘Rabboeni, zorg dat ik weer kan zien.’ Jezus zei tegen hem: ‘Ga heen, uw geloof heeft u gered.’ En meteen kon hij weer zien en hij volgde hem op zijn weg.
Acclamatie za: Uw woord is waarheid – zo: Onze duisternis

Overweging
Het valt me telkens weer op dat als ik met een lezing aan de slag ga er meteen iets is dat er voor mij uitspringt. Deze keer is het de mantel, die Bartimeüs afgooit. Waar staat die mantel voor? Hoe kan in óns leven een mantel een rol spelen? Als kind vond ik het al een intrigerend woord. Mijn oma had voor de zondag haar mantel. Niet gewoon een jas. Ik herinner me dat we een keer met de trein reisden. Bij het gaan zitten maakte ze de knopen los en gooide de achterkant omhoog, om de stof te sparen. Het woord roept voor mij associaties op met sjiek, met iets dat een teken is van aanzien en iets waar je zuinig op bent. Is dat zo ook bedoeld in de lezing uit Marcus? Ik vermoed dat het hier om iets anders gaat. Wat gebeurt er met Bartimeüs dat hij doet wat hij doet? Ik stel het me zo voor:
Bartimeüs heeft een bepaalde visie op het leven, hij kijkt op een bepaalde manier naar zichzelf en anderen. Hij voelt zich er beschermd en veilig bij. Het biedt hem houvast en zekerheid. Het is vertrouwd, een mantel om in te wonen. Langzamerhand begint hij te ontdekken dat zijn mantel hem het zicht op leven verhindert, hij is ziende blind. Wil zijn leven vervullend zijn dan moet het anders. Zijn mantel wordt een belemmering. Wat zou die mantel kunnen zijn? Het zouden ideeën kunnen zijn als “ik ben meer dan jij”. Of “ik ben minder dan jij”. Het zou het geloof kunnen zijn in eigen onaantastbaarheid. Het zou te maken kunne hebben met het heilig verklaren van regels, wetten en procedures. Het zou een schild kunnen zijn om eigen kwetsbaarheid niet te tonen, de angst door de mand te vallen af te dekken. Zo heeft ieder van ons wellicht zijn of haar eigen voorbeelden. Bartimeüs begint zich een bedelaar te voelen langs de kant van zijn levensweg. Hij ontdekt dat hij zichzelf en anderen tekort doet. Er ontstaat een groot verlangen in hem naar nieuw leven. En tegelijkertijd is er de angst voor het onbekende. Hij voelt zich naakt en kwetsbaar en onveilig. Hij blijft zitten, langs de kant van de weg. En dan hoort hij dat Jezus langskomt en hij weet: het is nu of nooit. Hij roept om Jezus’ aandacht, met alles wat hij in zich heeft. Hij laat hem weten “jij kunt me laten zien hoe ik verder kan met mijn leven, jij hebt voor mij de sleutel in handen”. Niets of niemand houdt hem meer tegen, hij brult het uit. En Jezus hoort hem en laat hem bij zich komen. Het was het zetje dat Bartimeüs nodig had. Hij durft het aan, gooit zijn mantel af, springt op en gaat naar Jezus toe. Daar loopt hij, vrij, vol energie en onbeschermd. Weg uit de beledelaars stand, zittend aan de kant van de weg. Zijn vertrouwen dat Jezus degene is die hem verder kan helpen, heeft hem gered. Ga heen, zegt Jezus, volg je eigen weg, je wéét wat je te doen staat. En meteen ziet Bartimeüs “hier gaat het om: doen zoals Jezus doet, kijken met je ziel, naar jezelf en naar de ander.
In hoeverre kan het verhaal van Bartimeüs staan voor het verhaal van ieder ons? Als je net als Bartimeüs uit je schuilplaats komt, je veilige zone verlaat, dan zié je wat er nodig is. Dan kijk je dwars door alles heen naar waar het echt om gaat. Dan zie je dat je er mag zijn met je fouten en zwakheden. Dat je het waard bent om voor een ander van betekenis te zijn. Dan zie je dat ook die ander zijn vragen en angsten heeft en behoefte heeft aan bevestiging. Dan zie door regels en procedures heen in welke nood de ander verkeert. Dan zie je hoe andere opvattingen en een andere achtergrond een ander niet minder menselijk maken. Dan kun je handelen vanuit verbinding, medemenselijkheid krijgt voorrang. Dan raakt je leven vervuld.
Ik herken het in het verhaal van de jongen die zag hoe een groep vluchtelingen zich verveelde en thuis zijn voetbal ging halen. Voortaan was er iedere dag een voetbalwedstrijd, en was er plezier.
Ik herken het in het verhaal van de vrouw die vertelde: “ik ontdekte dat geloven, dat religie om het leven gaat, niet zozeer om verhevenheid. Het gaat om oog hebben voor menswaardigheid. Het gaat er ook om met open vizier naar de wereld om me heen te kijken. En ontdekken dat anderen ook een stukje van de waarheid hebben.”
Ik herken het in het verhaal van de vrouw die door het chagrijn van haar buurman heen, zag hoe eenzaam hij was. Zijn gemopper weerhield haar er niet van om regelmatig bij hem binnen te lopen.
Ik herken het in het verhaal van de man, die op reis ging en gaandeweg ging zien dat jezelf mededelen in een ontmoeting rijk maakt.
Ieder van ons kan, zoals Bartimeüs aanvankelijk deed, in zijn beschutting blijven. Niets menselijks is ons immers vreemd. Laten we de uitnodiging aannemen en onze veilige mantel afgooien en zién. Dan kan ieder van ons net zoals Jezus in het verhaal van vanavond/vanmorgen de roep van de ander horen. Zo staat niemand er alleen voor. Niet vandaag en niet de dagen die nog komen gaan.
Geloofslied za: Kom en volg mij op de weg – zo: Hij die de blinden weer deed zien

Collecte en tafel klaarmaken, muzikaal intermezzo

Voorbeden
Laten we bidden voor allen die zich zo veilig verscholen hebben in de mantel om hen heen dat het leven beperkt wordt. Geef hen mensen die hun roep horen, geef hen de moed om de mantel af te gooien en op te staan en te zién.

Gij hart, Gij bron van leven

Laten we bidden voor mensen op de vlucht. Mannen, vrouwen, kinderen, die tussen hoop en vrees op zoek zijn naar een nieuw, veilig onderkomen. Dat zij opgevangen worden en een nieuw bestaan op kunnen bouwen.

Gij hart, Gij bron van leven

Laten we bidden voor mensen die zich aan de kant gezet voelen door de komst van vluchtelingen en die kwaad en afwijzend reageren. Dat zij zich gehoord mogen weten en erkend in hun zorg en angst. Voor de beslissers en beleidsbepalers, dat zij de roep van beide kanten verstaan.

Gij hart, Gij bron van leven

Laten we bidden voor alles wat er leeft in ons hart, voor alles wat is toevertrouwd aan ons intentieboek, voor de mensen die ziek zijn, voor hen die ons ontvallen zijn.

Gij hart, Gij bron van leven

Tafelgebed
Gezegend Jij, die onze oren opent,
ons laat luisteren naar de mensen:
hun plezier en hun noodkreet naar de aarde:
haar klanken en haar zuchten

Gezegend Jij, die onze monden opent,
ons laat spreken woorden van vergeving
ons laat zingen tonen van vrede
ons laat proeven geluk van leven

Laudate omnes gentes

Gezegend Jij, die onze ogen opent
ons laat zien ongerechtigheid en lijden,
opstand en hulpvaardigheid,
ons licht geeft en inzicht
hoe kwetsbaar de schepping is.

Gezegend Jij, die onze handen opent,
ons laat voelen warmte en mildheid,
afstand en verharding,
ons laat geven goedheid en nabijheid,
ons laat ontvangen mensen van goede wil

Laudate omnes gentes

Gezegend Jij, die onze harten opent
ons laat raken door eenvoud en broosheid,
vriendschap en liefde
ons aanspreekt door Jezus, kind van jou
mens onder mensen,
en ons voorging met de hemel op weg,
opdat niemand verloren zou gaan.

Laudate omnes gentes

In de avond voor zijn sterven,
nam hij brood in zijn handen,
sprak zijn dank uit naar Jou,
brak het en deelde het aan zijn vrienden
met de woorden: dit is mijn leven,
deel en eet dit met elkaar telkens opnieuw,
breng zo de hemel bij de mensen.

Zo nam hij ook de wijn,
gaf die door en zei daarbij:
dit is mijn liefde tot vreugde van iedereen,
drink samen uit deze beker,
als vrienden aan één tafel.
Blijf dit doen als levende herinnering aan mij.

Acclamatie: Moge het delen van dit brood

Zo willen wij op weg gaan in zijn Geest,
in wie Jij aanwezig bent,
zo willen wij bidden,
met woorden die Hij ons gegeven heeft:

Onze Vader die in de hemel zijt,
Uw naam worde geheiligd.
Uw rijk kome.
Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood.
En vergeef ons onze schuld
zoals wij ook aan anderen hun schuld vergeven.
En leid ons niet in bekoring,
maar verlos ons van het kwade.
Want van U is het koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
in eeuwigheid. Amen

Vredewens
Laten we elkaar zien en horen en zeggen: jij mag er zijn met alles wat je bent.
Vrede en alle goeds voor ieder.
Vredeslied za: Stad van vrede – zo: Waar vriendschap is en liefde

Uitnodiging aan tafel
In het breken van het brood en het drinken van de wijn laten we weten dat we ons leven willen delen met elkaar. Dat we elkaar willen zien en tot leven willen roepen. Iedereen hoort daarbij, niemand uitgezonderd. Vandaag en alle dagen die nog komen gaan.
Communielied za: Wat in stilte bloeit – zo: Brood zal ik u geven

Afsluiting tafelgedeelte
De koetjes en kalfjes achter ons gelaten
etiketten losgeweekt, oordelen opgeschort
mededelingen opgeborgen, dooddoeners ingeslikt
dikke huid afgestroopt
sparen wij ruimte uit in de tijd

om elkaar tevoorschijn te luisteren
om te zien hoe het voelt
om naar verbond te zoeken
om elkaar te bestemmen
te bevroeden
het geheim dat wij zijn.

Goed om te weten

Slotgedachte van Anselm Grün
Uit sprookjes kennen we het geheim van de verandering. Mensen veranderen in dieren en dieren in mensen. Alles kan daar veranderen. Dat laat je zien, dat je voor niets in jezelf bang hoeft te zijn. Ook in jou kan alles veranderd worden
De engel van de verandering wil je aanmoedigen alles wat in je is met een milde blik te bekijken. ()

Zegenwens
Laten we weg gaan van hier met open ogen en oren,
Met hart en ziel voor ieder die op ons pad komt.
Vragen we daartoe de zegen van elkaar en van hem die wij noemen Vader, Zoon en Goede Geest.

Slotlied za: Hij gaf aan blinden het gezicht – zo: De woorden die wij spraken tot elkaar

 

Nog geen reacties

Reactie plaatsen