Zeven woorden van leven

Elk blad ademt de boom tot leven

SAN SALVATOR GEMEENSCHAP
Goede Vrijdag, 18 april 2014
Thema: Zeven woorden van leven
Lectoren: Corrie Dansen, Maria Hoitink, Erick Mickers en John Parker

Vooraf aan viering is het lied: ‘Welk kind’ van Rob de Nijs te horen

Welk kind was hier, waar dit kruis nu staat
Langs welke weg is hij zoek geraakt
Ik zag zijn bloed in het stof op straat
Maar zo heeft hij mij niet verlaten

Eenmaal was ik deel van hem
Eenmaal heb ik zijn stem gekend
En eenmaal sta ik opnieuw voor hem
Dona nobis pacem

Ook toen ik nog op Golgotha stond
En de moord op hem niet bevatten kon
Zijn tranen proefde ik op mijn mond
Maar zijn lichaam heb ik niet gevonden

Eenmaal was ik deel van hem
Eenmaal heb ik zijn stem gekend
En eenmaal sta ik opnieuw voor hem
Dona nobis pacem

Nu ik oud en moe, na een lang gevecht
Mijn hoofd in de schoot van mijn liefste leg
Zijn geloof, zijn onschuld, zijn naam weer zeg
Pas nu staat dit kind op mijn weg

Eenmaal was ik deel van hem
Eenmaal heb ik zijn stem gekend
En eenmaal sta ik opnieuw voor hem
Dona nobis pacem

3 minuten stilte

Openingszang: Hoe ver is de nacht

Openingsgedachte
Vanavond zijn we samen, we gedenken het lijden en sterven van Jezus van Nazareth. Hier staat het kruis waaraan hij is gestorven.
Velen van ons dragen een kruis. Mensen die gebukt door het leven gaan, die verlamd zijn of verbitterd, die angstig zijn, die lijden aan het leven. Mensen die geen uitweg kunnen vinden, die ten einde raad en moedeloos zijn.
Onze wereld is ook zijn wereld geworden: van menswording naar mens-zijn, van geleefd naar tot leven komen: zijn weg wordt de weg, de weg van opstaan tegen alles wat pijn doet, tegen alles wat onrecht is, tegen alles wat mensonwaardig is.
De weg van voorgaan om het goede te doen, om mild te zijn en lief te hebben. De weg van openstaan voor
pijn, vreugde, verdriet, angst, geborgenheid, agressie, onmacht en liefde.
Zijn einde wordt nieuw begin
Daarom komen we bij elkaar rondom dit kruis, om elkaar te steunen en moed te houden, hem te gedenken, en uit te zien naar wat komt:
een nieuw verstaan,
van opstaan,
van voorgaan
van open staan,
van zijn weg gaan.
Zijn spreken aan het kruis, wordt spreken van leven, dat spreken is God nabij.
Lied: Kom in mij

Zeven kruiswoorden van Jezus

Vader vergeef het hun, want zij weten niet wat ze doen (Lc 23, 34)

Jezus heeft gezegd:
‘Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen!.’
Ze verdobbelden zijn kleren.

Nooit wordt het vergeten.
Dat hij aan het kruis werd geslagen.
Elke handeling zet een volgende handeling in beweging.
De reikwijdte daarvan is nooit volledig te doorgronden.
Het is enkel bestemd voor de eeuwigheid.
Het wordt ons vergeven,
om ons mens-zijn.

Vergeven geeft ruimte om te leven.
Doorbreekt de aanspraak op schuld.
Stopt de spiraal van haat en geweld.
Vergeven vraagt moed, durf en creativiteit.
doet een beroep op het goede in mensen,
brengt mensen tot verzoening.
Vergeven is de beste en meest efficiënte
strategie voor een mens, een volk,
een natie om in vrede te leven
en te overleven in een wereld vol geweld.

Ik beloof je: vandaag nog zul je bij mij zijn in het paradijs (Lc 23, 39-43)

Eén van de misdadigers die daar hingen zei smalend tegen Hem:
‘Ben jij de Messias? Red dan jezelf en ons erbij!’
Maar de ander wees hem terecht:
‘Heb zelfs jij geen ontzag voor God,
nu jij ook deze straf ondergaat?
In ons geval is dat terecht, want wij krijgen ons verdiende loon.
Maar Hij heeft niets verkeerds gedaan.’
Daarop zei hij:
‘Jezus, vergeet mij niet wanneer U in uw koninkrijk komt.’
Hij zei tegen hem:
‘Ik beloof je, vandaag nog zul je bij Mij zijn in het paradijs.’

Je wordt opgeroepen een goed mens te zijn
en je mag fouten maken.
Wie goed is, God ontmoet.
Alleen wie niet van goede wil is
en heel bewust het kwade kiest,
sluit zichzelf uit.

Vrouw, daar is nu je zoon; zoon, daar is je moeder (Joh 19, 26-27)

Toen Jezus zijn moeder zag staan,
en bij haar de leerling van wie hij veel hield,
zei hij tegen zijn moeder:
‘vrouw, daar is nu je zoon,’
Vervolgens zei hij tegen de leerling:
‘Daar is je moeder.’
Vanaf dat moment nam die leerling haar bij zich in huis op.

Zie daar je moeder,
voor wie je zorgen mag.
Zie daar je zoon,
over wie je kunt ontfermen.
Leven is je verbonden weten,
dwars door alle bloedverbanden heen.

Er zijn voor hen
die me nodig hebben,
met wie ik kan delen,
die ik mag aanvaarden,
die ik geen pijn wil doen
en die ik liefheb.

Door ontelbare banden
voelen we ons verbonden

Ik kom pas tot ontplooiing
dankzij de anderen.
Ik heb de anderen nodig,
niet alleen omdat zij zoveel
voor mij doen en betekenen
maar ook omdat ik voor hen
zoveel kan doen.

God, waarom hebt u mij in de steek gelaten (Mt 27, 46)

Rond het negende uur riep Jezus met luide stem uit:
‘Eli, Eli, lama sabachtani?’
Dat betekent:
Mijn God, mijn God, waarom heb je mij verlaten?

Elke dag, elk uur
zijn er mensen die in hun diepste nood
de handen voor het gezicht slaan
en schreien om zoveel onuitwisbaar leed,
om de onverbiddelijke dood.

Vertwijfeld.
Radeloos.
Zielsalleen.
Elk lijden is een eenzaam lijden.
Wat rest je anders,
dan enkel ‘waarom’ te schreeuwen,
tot de Ene.

Mijn machteloosheid
is Gods’ onmacht.
Mijn schreeuwen tot hem,
is zijn contact met mij.

Zou het mijn God wel zijn,
als ik antwoord kreeg?

Lied: Gij die de stomgeslagen mond verstaat

Ik heb dorst (Joh 19,28)

Toen wist Jezus dat alles was volbracht,
en om de Schrift geheel in vervulling te laten gaan zei hij:
‘Ik heb dorst.’

Mijn lichaam is leeg, uitgeput
en mijn ziel verlangt naar de Bron,
die oorsprong is van nieuw leven.

Alleen zo kan ik een Bron zijn,
waar mensen zich aan kunnen laven,
om in hen zelf Bron te worden,
opborrelend tot eeuwig leven.

Vader, in uw handen beveel ik mijn geest (Lc 23, 44-46)

Al rond het zesde uur werd het donker in heel het land,
tot het negende uur.
Er was een zonsverduistering.
Het voorhangsel in de tempel scheurde middendoor.
Toen riep Jezus luidkeels:
‘Vader, in uw handen beveel Ik mijn geest.’

Schreeuwen tot de Ene,
verlangen naar de Bron,
wordt een roep om Iemand,
met een menselijk gelaat,
met een vertrouwd gevoel,
van handen
die ontvangen en beschermen,
veilig en geborgen
thuis laten komen,
één geest en één ziel.

Mijn schreeuwen,
mijn verlangen,
mijn roep wordt gehoord.
Mezelf uit handen geven,
valt in goede handen.

Het is volbracht (Joh 19, 30)

Toen Jezus van de wijn gedronken had, zei hij:
‘Het is volbracht.’
Daarop boog hij het hoofd en gaf hij de geest.

Wat het leven hem bracht,
bracht hij tot voltooiing.
Wat jij hem aan liefde bracht,
bracht hij ten volle over.
Jouw wil is volbracht.

Laat mijn geest, jouw geest zijn,
opdat jij tot voltooiing komt,
tot liefde van elke mens.
Zo wordt mijn spreken,
spreken van leven,
God nabij.

Lied: Liefde, dal van liefde

Voorbeden in stilte
Laten we Gods’ spreken,
spreken in ons en komen tot gebed,
voor onszelf,
voor wie ons zo dierbaar zijn,
voor elke mens die zijn of haar kruis moet dragen.
Mogen we in stilte komen tot nieuw verstaan.
(5 minuten stilte)
Lied: Heer ontferm u

Kruisverering

Instrumentale muziek tijdens de kruisverering

Tot slot
Toen de centurio die tegenover Hem stond, zag dat Jezus op deze manier de geest gaf, zei hij:
‘Inderdaad, die man was de Zoon van God.’
Op een afstand stonden er ook vrouwen toe te kijken, onder wie Maria van Magdala, Maria de moeder van Jakobus de jongere en van Joses, en Salome, die Hem waren gevolgd toen Hij in Galilea was en Hem onderhouden hadden,
en nog veel andere vrouwen die met Hem naar Jeruzalem waren opgetrokken.
En toen het avond geworden was – het was voorbereidingsdag, dat wil zeggen de dag vóór de sabbat – durfde Jozef van Arimatea, een vooraanstaand lid van de raad, die zelf ook leefde in de verwachting van het koninkrijk van God, het aan om naar Pilatus te gaan en het lichaam van Jezus te vragen.
Pilatus was verbaasd dat Hij al dood zou zijn, en hij riep de centurio bij zich en vroeg hem of Hij al gestorven was. Toen hij dat van de centurio vernomen had, gaf hij het lijk aan Jozef. Deze kocht een linnen doek, nam Hem van het kruis af, en wikkelde Hem in het linnen; hij legde Hem in een graf dat in de rots was uitgehouwen, en hij rolde een steen voor de ingang van het graf.
Maria van Magdala en Maria, de moeder van Jezus, keken toe waar Hij werd neergelegd.
Slotlied: Dans nos obscurité

Allen gaan in stilte naar huis

Nog geen reacties

Reactie plaatsen