De droom van een volk

Elk blad ademt de boom tot leven

San Salvator Gemeenschap 28 – 29 dec 2013
Thema: De droom van een volk
Voorganger: John Parker
Muzikale ondersteuning: Melodiek

Openingslied: Vanwaar zijt Gij gekomen

Inleiding
Welkom allemaal. Ik hoop dat iedereen van de feestdagen heeft kunnen genieten. Familie, vrienden, bezoeken, tijd om de dagelijkse beslommeringen te laten liggen. Uitrusten; ontmoeten; doen; laten.
Wij naderen de jaarwisseling, en worden van alle kanten gebombardeerd met jaarverslagen: wat er in het afgelopen jaar is gebeurd, wat goed, wat belangrijk, wat droevig, wat plezierig was. En dan worden wij uitgenodigd om vooruit te kijken, naar 2014. Wat zou er kunnen gebeuren? Wat zouden wij willen dat er gebeurt? Waar dromen wij van?
Vandaag luidt ons thema Droom van een volk. Met behulp van verhalen uit het Schrift, kijkend naar dromen van vroeger, durven wij onze eigen dromen achter na te gaan, waar te maken: voor ons land, voor onze geloofsgemeenschap, voor onszelf.
Laten wij tot stilte komen om te bidden.

Gebed
Eeuwige, Ene, aan U is de toekomst, de eer en de glorie.
Geef uw dankbare mensen visioenen, dromen, hoop.
Laat ons zo leven de toekomst toe,
dat onze wereld goed en mooi wordt, en dan voor alle mensen.
Amen.

Acclamatie za: Mijn God zijt Gij, U wil ik danken – zo: Ere zij God

1e lezing: Jesaja 61, 10- 62.3
Ik vind grote vreugde in de HEER, mijn hele wezen jubelt om mijn God. Hij deed mij het kleed van de bevrijding aan, hulde mij in de mantel van de gerechtigheid, zoals een bruidegom een kroon opzet,
zoals een bruid zich tooit met haar sieraden.
Want zoals de aarde haar gewassen voortbrengt, zoals een tuin het gezaaide laat ontkiemen, zo laat God, de HEER, gerechtigheid ontkiemen en glorie voor het oog van alle volken.
Omwille van Sion zal ik niet zwijgen, omwille van Jeruzalem ben ik niet stil, totdat het licht van haar gerechtigheid daagt en de fakkel van haar redding brandt. Alle volken zullen je gerechtigheid zien,
alle koningen je majesteit. Men zal je noemen bij een nieuwe naam die de HEER zelf heeft bepaald.
Je zult een schitterende kroon zijn in de hand van de HEER, een koninklijke tulband in de hand van je God.
Lied za: Hier wordt een huis voor God – zo: Een stad zal uit de hemel dalen

2e lezing: Lukas 2 (23-40)
De vader en moeder van het kindje Jezus waren verbaasd over wat er over hem werd gezegd. Simeon zegende hen en zei tegen Maria, zijn moeder: ‘Weet wel dat velen in Israël door hem ten val zullen komen of juist zullen opstaan. Hij zal een teken zijn dat betwist wordt, en zelf zult u als door een zwaard doorstoken worden. Zo zal de gezindheid van velen aan het licht komen.’
Er was daar ook een profetes, Hanna. Ze was hoogbejaard; vanaf haar huwbare leeftijd had ze zeven jaar met haar man geleefd, en ze was nu al vierentachtig jaar weduwe. Ze was altijd in de tempel, waar ze God dag en nacht diende met vasten en bidden. Op dat moment kwam ze naar hen toe, bracht hulde aan God en sprak over het kind met allen die uitzagen naar de bevrijding van Jeruzalem.
Toen ze alles overeenkomstig de wet van de Heer hadden gedaan, keerden ze terug naar Galilea, naar hun woonplaats Nazaret. Het kind groeide op, werd sterk en was begiftigd met wijsheid; Gods genade rustte op hem.
Acclamatie: Kind ons geboren

Overweging
Deze viering, in de week na Kerst valt op een moment dat geheel wordt overschaduwd door de geest van Kerstmis. Als een bevrijding, een verlossing, als het uitkomen van een droom.
Maria en Jozef volgen de rituelen van hun volk en laten hun zoon besnijden, op de 8e dag na zijn geboorte. Zijn naam wordt op dat moment uitgesproken; uitgeroepen, hij is geboren, hij bestaat. De schrijver Lukas zet Jezus keurig binnen zijn joods cultuur. Volgens de wet wordt een zoon na 8 dagen besneden en zijn naam wordt gegeven. Bijbels gesproken, begint je leven niet bij de geboorte maar bij het roepen van je naam. En het eindigt niet met je dood maar wanneer je naam niet meer genoemd wordt.
Een tijdje later reist het gezin naar Jeruzalem om in de Tempel de Heer te bedanken voor het kind. Daar komt het gezin 2 mensen tegen: een man, Simeon, en een vrouw, Anna. Allebei bejaard, ze mogen het volk van Israël vertegenwoordigen, het volk dat op een Messias wacht, een redder.
Vanaf het begin, vanaf de tijd van Abraham en Sarah leeft dezelfde droom voort. Een groot volk, met de Heer als leidsman. Er wordt gedroomd van een utopie, een ideale wereld waar alle levende wezens in vrede en geluk zouden leven.
Om dit te verwerkelijken en om het volk op de goede weg te houden kwamen bij tijd en wijle de profeten, de hervormers. In ons Schrift staan brieven, gedichten, waarschuwingen, beelden van een groot aantal profeten, waaronder de tekst die wij als eerste lezing gehoord hebben.
Enkele Israëlieten zijn teruggekeerd uit ballingschap in Babylon naar Jeruzalem, en willen hun wereld, hun stad, hun Tempel, hun cultuur weer op bouwen. De taak is groot, zij raken ontmoedigd. De profeet wil ze opbeuren door het oude visioen op te halen. Het volk van Israël blijft het volk van de Heer en de Heer zal het volk herstellen: hun stad, hun Tempel, hun glorie.
Het eeuwenoude visioen van Abraham: hij zou vader worden van een grote natie, en de Heer zou hen blijven koesteren. Door alle ellende heen zou de Heer het volk beschermen, en uiteindelijk zou de Heer een redder sturen, die het volk zijn eeuwen-beloofde plaats zou geven, zijn ereplaats als Gods volk.
Deze droom is levend gebleven in Israël tot op de dag van vandaag.
De schrijver van ons evangelieverhaal heeft het gebruikt om de identiteit van Jezus te benadrukken, zoals hij deed met al die andere verhalen in het geboorte-evangelie. Jezus is niemand anders dan diegene die beloofd werd aan Abraham, aan Mozes, aan David, aan de profeten. De droom van het volk is uitgekomen in Jezus. Aldus Lukas.
Vandaag de dag dromen volkeren nog. Getuige het boek Mijn droom voor ons land. En die dromen kunnen verschillende kleuren, klanken en aspecten nemen. Nogmaals getuige het boek.
Als gelovigen, als zoekers, als christenen, delen wij in deze droom. Wij mogen natuurlijk vragen stellen over het waarom er zo weinig van onze droom zijn uitgekomen. Wij mogen de vraag wel stellen, niet om schuld op iemand of op een bepaalde groep mensen te leggen, maar om te zien hoe wij vooruit kunnen komen; waar wij nog meer aandacht op moeten vestigen; waar wij misschien nog een betere weg kunnen volgen. Geen energie verspillen in een negatieve houding, maat het goed gebruiken om op te bouwen en de droom waar te maken.
In onze droom leven wij als God, gelukkig en in vrede met allen en alles. Dat wij het waar mogen maken, zo goed als wij kunnen.
Geloofslied: Wie als een god wil leven

Voorbede
Door het komen van Jezus krijgen wij hoop en nieuw leven,
en wij vragen om licht voor allen die lijden onder oorlogsgeweld,
voor allen die gebukt gaan onder tirannie, voor allen die honger lijden.

God gekomen uit den hoge

Door het komen van Jezus krijgen wij hoop en nieuw leven,
en wij vragen om licht voor zieken, thuis,
in verpleeghuizen en ziekenhuizen,
voor eenzame mensen, zwervers en vluchtelingen en voor daklozen.

God gekomen uit den hoge

Door het komen van Jezus krijgen wij hoop en nieuw leven
en wij vragen om licht voor onszelf hier aanwezig,
voor allen die het geloof verlaten hebben, teleurgesteld of verbitterd,
voor allen die ons dierbaar zijn
en voor allen van wie wij een afkeer hebben.

God gekomen uit den hoge

Wij bidden voor hen die gestorven zijn en steken een kaars aan.

Tafelgebed
God, wij danken U om het teken ons gegeven
Uw liefde en trouw vlees geworden in mensen om ons heen.
Mensen die ons tot troost zijn en ons nieuwe hoop geven op een betere wereld.
Wij danken U vandaag vooral voor het kind Jezus
zoon van Jozef en Maria, helemaal van hen maar meer nog van U.
Hij heeft het bestaan zo goddelijk goed te leven
dat hij sprekend op U is gaan lijken
Uw woord geworden is, Uw lieve inzet
voor het geluk van ieder van ons.

Wij denken met eerbied en respect aan zijn ouders
die hem hebben groot gebracht
menslievendheid geleerd, en diep geloof in U.
Wij danken U dat Gij zijn openheid
hebt overschaduwd vol van genade
dat hij de gezegende geworden is onder alle mensen
en U van zover weg dichtbij heeft gebracht.

Toen de oude wereld hem niet meer verdroeg
omdat hij te goed bleek voor deze wereld
toen heeft hij afscheid genomen van ieder van ons.
Hij deed -maar nu voor het laatst-
wat hij altijd al had gedaan
brood breken en delen zoals zijn moeder hem had geleerd
en zijn vader hem zonder veel woorden dagelijks voordeed.
Hij nam brood in zijn handen brak het en zei:
God heeft zijn eigen levenslot met jouw en mijn GELUK verweven
als brood dat gegeten wordt. Zo is Hij onze god.

Hij nam ook de beker, gaf die aan ons te drinken en zei:
drinkt uit deze beker, die vertelt van mijn vroege dood
die het oude verhaal vertelt dat jouw en mijn God medelijdt met alles
wat ons overkomt: zijn eigen levenslot
ook met ons VERDRIET verweven: zo immers is Hij onze God..

God, als het ooit mag laat het vandaag nog gebeuren
dat wij van oorlog weten en de vrede zien komen
weten hoe de wereld is verdeeld in arm en rijk, in blank en zwart
en een Kind zien geboren worden dat een nieuwe koninkrijk begint
een volk onderweg naar U.

Als het ooit mag laat het vandaag nog gebeuren
dat wijzelf vrede brengen waar we kunnen
deuren openen voor wie aanklopt
woorden van welkom voor wie verloren
ontheemd of verstoten is;
en een uitgestoken hand voor vriend en vreemde
want waarom Hij wel en wij niet?
Dan zal het zalig zijn deze dagen te vieren:
Uw komst in ons bestaan.
Onze Vader…

Wij wensen elkaar vrede toe
Lied: Vrede zij u van God in de hemel (refrein)

Iedereen wordt van harte uitgenodigd om brood en wijn te delen
Communielied za: Een vader had een mooie droom – zo: Er waren herders

Slotgedachte: Mijn droom voor ons land (van Fleur van Berkel uit Haaren.)
Ieder kind heeft recht op een veilig thuis.
Ik ben Fleur: 11 jaar en gelukkig. Ik heb lieve ouders en voel me veilig thuis. Ik heb in mijn leven al twee pleegzusjes gehad. Ik heb gezien en gevoeld hoe erg het kan zijn als je ouders hebt die niet voor je kunnen zorgen waardoor je in een pleeggezin moet wonen.
Mijn droom is dat alle kinderen in Nederland een veilige, gelukkige en zorgeloze jeugd met lieve ouders hebben.
Het is natuurlijk het fijnste om bij je eigen ouders te wonen. Maar als dat echt niet kan, wat wil je dan? Een fijn gezin dat voor je kan zorgen, waar ieder kind zichzelf kan zijn.

Zegen en wegzending

Slotlied: Nu zijt wellekome.

Nog geen reacties

Reactie plaatsen