Maken wij onze dromen waar?

Elk blad ademt de boom tot leven

Kerstavondviering 24 december 2013.
Thema: ‘Maken wij onze dromen waar?’
Voorgangers: Corrie Dansen en Ed Andriessen
Muzikale ondersteuning: Melodiek

Openingslied 19:00: Wij komen tezamen
– 21:00 Op wacht bij hun schapen

Welkom
Moge ons voor waar verschijnen:
De Langverwachte, Redder, Lam van God, Zoon van de Vader,
Kind in een stal. Jezus van Nazareth.
Laat het geen droombeeld zijn, geen fata morgana,
geen opium voor het volk, geen zinsbegoocheling,
maar waarheid, kostbaar en te koesteren,
voedsel om van te leven, perspectief in onze donkere wereld.
Welkom allemaal, van waar u ook komt en wat u hier ook hoopt te vinden. Kerstavond is een avond waarop wij, mensen, elkaar opzoeken. Een avond waarop we misschien meer dan anders beseffen hoezeer we elkaar nodig hebben, hoezeer we met elkaar verbonden zijn. Een avond waarop we met elkaar de hoop delen dat eens onze droom zal worden vervuld. Een droom, die al wordt gedroomd zolang er mensen zijn. Vandaag vertellen we zo’n droom, de droom van Jesaja, waarin een bedreigd volk wordt verblijd met de geboorte van een kind dat de belofte in zich draagt dat de rust zal wederkeren en recht en gerechtigheid zullen worden hersteld. En in het kerstevangelie van Lucas zullen we horen dat er zonder dromen geen werkelijkheid is.
Ik wens ons allen een fijne viering.
Laten we eerst even ruimte maken in onszelf.
-stilte-

Openingsgebed
Eeuwige, soms is het zo donker om ons heen of in onszelf
wij zouden wel licht willen zien: daarom zijn we hier
omdat we een gerucht hebben gehoord
omdat we een ster hebben gezien
en omdat we hopen dat het gerucht tot lied zal worden
en dat de ster op Jouw komst wijzen zal

Eeuwige, wil Jij ons laten zien
hoe groot het verschil is tussen de nacht waarin wij wakker liggen
van angst en verdriet en deze nacht waarin Jij verschijnt
wij bidden Jou: word geboren onder ons
en maak onszelf tot lichtbrengers in Jouw naam
in de dagen en nachten die komen gaan.
Lied 19:00: Stille nacht – 2100: Het licht keert nu de duisternis

Inleiding op de eerste lezing
De eerste lezing is genomen uit het boek Jesaja, dat zijn naam ontleent aan de profeet Jesaja. Hij leefde in Jeruzalem, ongeveer 700 jaar voor Christus. De lezing is genomen uit het eerste deel van dit boek. Daarin speelde een belangrijke rol, dat Juda en Israel werden bedreigd door Assyrie en het volk op zoek is naar redding, naar hoop.
Eerste lezing (Jesaja 9 vers 1-7)
Het volk dat in duisternis ronddoolt ziet een schitterend licht. Zij die in het donker wonen worden door een helder licht beschenen. U hebt het volk weer groot gemaakt, diepe vreugde gaf u het, blijdschap als de vreugde bij de oogst, zij jubelen als bij het verdelen van de buit.
Het juk dat op hen drukte, de stok op hun schouder, de zweep van de drijver, u hebt ze verbrijzeld, zoals Midjan destijds. Iedere laars die dreunend stampte en elke mantel waar bloed aan kleeft, ze worden verbrand, een prooi van het vuur.
Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op zijn schouders. Deze namen zal hij dragen: Wonderbare raadsman, Goddelijke held, Eeuwige vader, Vredevorst.
Groot is zijn heerschappij, aan de vrede zal geen einde komen. Davids troon en rijk zijn erop gebouwd, ze staan vast, in recht en gerechtigheid, van nu tot in eeuwigheid. Daarvoor zal hij zich beijveren, de HEER van de hemelse machten.
Lied 19:00: In Dulci Jubilo – 21:00: Als groen dat in de wintertijd

Tweede lezing (Lucas 2, 1-20)
In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. 2 Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Jozef ging van de stad Nazareth in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Bethlehem heet, aangezien hij van David afstamde, om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad.
Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken. De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias, de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt.’ En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden:
‘Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.’
Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’ Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken. De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd.
Acclamatie: Kind ons geboren.

Er wordt een kaars ontstoken
Met de geboorte van ieder kind komt het licht in de wereld. Zeker ook met de geboorte van het kind Jezus. Dit licht willen wij graag vasthouden. Deze kaars zal ons dan ook vergezellen tot in de Goede Week.
Lied 19:00: Een roze fris ontloken – 21:00: Kind ons geboren.

Overweging
‘. . .en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf in de stad.’
Dit geboorteverhaal uit het evangelie van Lucas is een verhaal dat al eeuwen lang grote invloed heeft op hoe wij in deze wereld met elkaar omgaan. De aan dit verhaal ontleende ‘kerstgedachte’ –het verlangen naar vrede en gerechtigheid- zorgt er voor dat waar mensen elkaar bestrijden, de wapens het zwijgen wordt opgelegd, zij het maar voor even. Waar mensen elkaar in het dagelijks leven amper een blik waardig gunnen, ontmoeten ze elkaar nu op sfeervolle bijeenkomsten. Maar blijft het bij die ene keer? De armen, vluchtelingen en thuislozen onder ons komen weer in beeld dankzij allerlei hoogst noodzakelijke kerstacties. Het zal toch niet maar voor even zijn?
Wat zo’n verhaal over een kwetsbaar kind al niet vermag. Een kind dat geboren wordt in een stal in Bethlehem, een kind dat zijn eerste bed vindt in de voederbak van de daar wonende dieren. Een kind dat als eerste wordt begroet door herders, de verschoppelingen van die tijd. Een door Lucas bewust gekozen verhaallijn, omdat deze volgens hem zou kunnen passen bij het beeld dat Jezus van Nazareth door zijn bijzondere levenswandel bij hem heeft opgeroepen. Een man van zijn statuur past het om geboren te worden in de stad van koning David. Maar hij wist dat Jezus weinig rust heeft gekend, dat hij een zwervend bestaan heeft geleid. Dat hij vanwege zijn voortdurende strijd tegen het heersende onrecht regelmatig werd weggejaagd. Daarom vond hij een stal en een voederbak een passende plaats. Jezus’ solidariteit met de mensen die zich met moeite staande houden in de marge van de samenleving heeft hij prachtig vertaald in de herders die hem als eerste kwamen begroeten.
Lucas heeft op deze wijze geschiedenis geschreven waarin de hem bekende profetieën of –zo u wilt- dromen uit het eerste testament zijn uitgekomen, zoals die droom van Jesaja. Een droom die werd verwoord in een tijd dat Juda en Israël ernstig werden bedreigd door een buitenlandse macht. Een tijd van onderdrukking waarin logischerwijs werd uitgekeken naar een door God gezondene die hun redder zou worden.
Vele eeuwen later werd Jezus van Nazareth door velen gezien als de vervulling van die droom. Jezus was voor hen dat Godsgeschenk. Maar ook voor ons, want hij is niet alleen degene die ons heeft voorgeleefd, ons heeft laten zien hoe wij, mensen, ons tot elkaar moeten verhouden, maar is daarmee ook het symbool geworden van de hoop. De hoop dat ook voor ons de droom uitkomt dat in deze wereld voor iedereen een menswaardige plek is weggelegd, een wereld waarin iedereen met respect wordt bejegend, een wereld waarin voor iedereen een zinvolle rol is weg gelegd.
Maar alleen maar dromen en hopen is niet genoeg. Hopen is meer dan het wachten op iemand die de bakens daadwerkelijk verzet, die ingrijpt in situaties van onrecht. Hopen is niet vrijblijvend, maar is nauw verbonden met het nemen van verantwoordelijkheid. Dromen komen niet vanzelf uit; er moet daadwerkelijk iets mee worden gedaan.
Maar als we om ons heen kijken zien we dat daar nog flink aan gewerkt moet worden. Natuurlijk zijn we begaan met de vele mensen die het lot van de armoede en de vernedering hebben getroffen. Natuurlijk maken we ons zorgen over de toekomst van de aarde. Natuurlijk vertellen we elkaar dat het anders moet en steunen we al die clubs die daar aan bijdragen. Maar worden we ook niet regelmatig overvallen door gevoelens van weerstand? Weerstand, die wordt veroorzaakt door de al dan niet vermeende druk van alledag, waardoor het ons aan de tijd zou ontbreken om te werken aan de realisering van onze droom. Weerstand, omdat we wel eens twijfelen aan het nút van onze bijdrage aan een betere wereld: ‘wie ben ik, dat ik denk daar enige invloed op te hebben?’. Weerstand misschien ook wel omdat we er moeite mee hebben om in verzet te komen tegen het korte termijn denken dat deze wereld in haar greep heeft. Een manier van denken die het najagen van eigenbelang stimuleert en vervolgens vele slachtoffers maakt. Velen van ons zijn ook in dat web verstrikt geraakt en weten niet meer hoe zich daarvan te verlossen.
Velen van ons worstelen met de vraag hoe trouw te blijven aan jezelf zonder het gevaar te lopen mee te werken aan je eigen ondergang en van hen die ons lief zijn. Zonder van een goed in de markt liggende burger als een dolende idealist buiten onze eigen kring te worden geplaatst. En, net als wij, was ook Jezus maar een mens. Ook hij moet met die vraag geworsteld hebben. Maar hij verstond als geen ander de kunst om trouw te blijven aan zichzelf. De verhalen die over hem rond gaan getuigen van de keuzes die hij maakte. Hij wist zich als geen ander daarin gesterkt door de Geest van de Eeuwige, die voor hem als een Vader was. Hij was geen opportunist; hij koos niet voor de gemakkelijkste weg, de weg van de mensen die weliswaar de macht, maar niet altijd de meest zuivere motieven in handen hadden. Hij koos voor hen, die in de marge leefden en niet bij machte waren om zich aan die positie te onttrekken. Hij koos voor hen, die tegen de verdrukking in oprecht in het leven bleven staan. Hij koos voor hen die weerloos waren, honger hadden, niet vrij konden zijn of ziek waren. Hij koos tevens voor hen, die zich het lot van deze mensen aantrokken en daar naar handelden zonder hun eigen belang daarin te laten prevaleren. Hij beperkte zich daarbij niet tot mensen van zijn eigen volk, maar betrok ook hen erbij die door anderen om reden van afkomst, geloof, ras of geslacht niet werden gezien als “een van hen”. Hij heeft daarmee een boodschap afgegeven, die niet kan worden misverstaan.
Met het jaarlijks vieren van zijn geboortedag wordt hij –en de kracht en de hoop waar hij voor staat- keer op keer herboren in ons. En dat schept niet alleen vreugde, maar ook de verantwoordelijkheid er iets mee te doen. We mogen niet gaan rusten in het licht dat deze pasgeborene verspreid, maar we worden uitgenodigd om het licht, net als die herders, te gaan zien als een wake-up call.
Niemand vraagt van ons een offer, dat vergelijkbaar is met het offer dat Jezus heeft gebracht. Maar we weten allemaal dat wezenlijke veranderingen op kleine schaal worden ingezet. Wat zou er allemaal niet kunnen gebeuren als we er in slagen om in alle mensen die we in ons dagelijks doen en laten tegen komen een waardevolle mens te zien? Wordt dan de stap naar iemand toe niet een stuk eenvoudiger? Wordt de kloof tussen mensen van verschillende komaf dan niet een stuk kleiner? Wordt dan Kerstmis niet nog meer het feest van onze eigen hergeboorte?
Geloofslied 19:00: Nu sijt wellecome – 21:00: Midden in de winternacht

De tafel wordt klaargemaakt en er wordt gecollecteerd
Instrumentaal intermezzo

Voorbeden
Eeuwige, we bidden voor onszelf.
Dat we met vertrouwen in het leven mogen staan
en in staat mogen zijn in ieder mens een beeld van jou te zien.
Dat we elkaar opvangen als we dreigen te vallen.

Acclamatie 19:00: Kind ons geboren – 21:00:God verscholen in den hoge

Eeuwige, we bidden voor alle mensen,
die het deze dagen extra moeilijk hebben,
omdat de pijn van de tekorten die ze ervaren zo zwaar voelt.
Mogen zij jouw aanwezigheid ervaren, ook in de mensen om hen heen.
Mag door de pijn heen de hoop van een nieuwe toekomst gloren.

Acclamatie 19:00: Kind ons geboren – 21:00:God verscholen in den hoge

Eeuwige, we bidden dat ieder van ons
op zijn of haar eigen manier in vertrouwen op jou
bijdraagt aan een betere wereld.

Acclamatie 19:00: Kind ons geboren – 21:00:God verscholen in den hoge

Eeuwige, wij noemen in stilte datgene wat ons bezighoudt
en leggen jou dat voor in het vertrouwen dat het bij jou geborgen is.
Wij nemen in ons gebed mee
wat hier in ons intentieboek geschreven staat.
En we noemen de namen van hen voor wie speciale aandacht is gevraagd
van hen die overleden zijn en voortleven in ons hart.

Tafelgebed
Eeuwige, in deze kerstnacht voelen wij ons verbonden
met allen die jij roept om van jouw licht te getuigen.
Wij zijn je dankbaar voor het wonder
dat jij telkens weer aan ieder van ons voltrekt.
Jij roept ons tot leven.
Jij laat ons opnieuw geboren worden en schenkt ons aan elkaar.

Alle mensen roep jij op om jouw droom van liefde gestalte te geven.
Het is een wonder van vertrouwen dat jij ons nodig hebt.
Graag zeggen wij ‘ja’ op jouw uitnodiging
om ons te koesteren in jouw licht,
maar er ook voor te zorgen dat dit licht iedereen bereikt.

Gezegend heb jij ons met de geboorte van Jezus
in wie jouw woord mens is geworden.
Jouw licht is in hem opgegaan.
Daarom gedenken wij vol vreugde
dat Jezus de wereld gezien heeft met onze ogen,
dat hij onze woorden gesproken heeft, dat hij onze tranen geweend heeft,
dat hij onze vreugde en nood kende, dat hij ons brood gegeten heeft.
Wij gedenken dat hij de mensenzoon is, mens zoals wij,
die heeft gehoopt en geloofd, en die heeft bemind  tot het uiterste toe.

Daarvan heeft hij een teken onder ons nagelaten.
Hij heeft het brood genomen, gebroken en uitgedeeld met de woorden:
neem en eet, hiervan, gij allen, want dit is mijn lichaam
dat voor u gegeven wordt.
Daarna nam hij ook de beker met wijn,
liet hem bij zijn leerlingen rondgaan en sprak:
Neem deze beker en drinkt hier allen uit,
want dit is de beker van het nieuwe, altijddurende verbond;
dit is mijn bloed dat voor u en alle mensen wordt vergoten.

Eeuwige, wij gedenken hier Jezus, geboren uit Maria.
Hij zal ons blijven inspireren tot het doen wat moet worden gedaan
om onze droom te realiseren.
Daarom is dit ogenblik vol vreugde, een uur van licht en genade,
van goede woorden en blijde boodschap.
Laat uw Geest over ons komen.
Laat uw kracht ons overschaduwen,
zodat Jezus in ons mens kan worden,
zoals bij Maria, die haar ja-woord gaf.
Lied: Moge ons voor waar verschijnen
Onze Vader

Vredeswens
Te eten hebben in plaats van honger te lijden, dat is vrede.
Het warm hebben in plaats van kou te lijden, dat is vrede.
Geborgenheid vinden in een huis, dat is vrede.
Kunnen werken en zijn krachten mogen geven,  dat alles is vrede.
Iemand hebben met wie men vertrouwd is,
niet bang hoeven te zijn voor eenzaamheid,
voor ruzie en haat, dat is vrede.
Laten we elkaar die vrede toewensen.
Vredeslied 19:00: For each child that’s born – 21:00: Welkom op de bergen

We delen brood en wijn
Lied 19:00: Christmas lullaby / Still,still,still – 21:00: Vrienden hoort ik deel u mede

Afsluitend gebed aan tafel
Eeuwige, met ons moet Jij het doen.
Met niemand anders dan wij wil Jij het doen.
Zo heb Jij het afgesproken en daar klonk ons amen op.
Vergeef ons als we Jou niet herkennen,
Jou niet vinden passen in ons godsbeeld.
En breng ons bij uw uitgestoken hand.

Slotgedachte (Nelson Mandela)
Het is altijd onmogelijk, totdat het gedaan is.

Lied: Ere zij God in den hoge

Zegenwens
Eeuwige, dat wij jouw liefde herkennen mogen in de ogen van een mensenkind als wij:
het stille licht van Bethlehem weerspiegeld in een gelaat.
Dat de hoop en de droom standhoudt voor vluchtelingen,
voor lijdende mensen, voor armen en voor onszelf.
Dan zal het een zalig en gezegend Kerstfeest zijn.
In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest…
Slotlied 19:00: Vrienden hoort . . . – 21:00: Nu zijt wellecome

Nog geen reacties

Reactie plaatsen