Afscheidsviering voor Wies Stael-Merkx

Afscheidsviering voor Wies Stael-Merkx:
verdriet, dankbaarheid en bemoediging.

Utrecht, 21 december 2012

De Janskerk is de plaats waar de Oekumenische Studentengemeente Utrecht samenkomt. Wies voelde zich thuis in dat klimaat: ‘Wij zoeken niet naar wat ons scheidt, maar naar wat ons verbindt’, zegt een van de voorgangsters in haar openingswoord. Bekenden en onbekenden die bijeen zijn om het afscheid van Wies te vieren, zijn door vele draden met elkaar verbonden. Dat wordt duidelijk uit het tekstboekje, de keuze van de liederen en de herinneringen die haar dochter Anne, een van de kleinkinderen, Gerard Zuidberg en Henk Baars ophalen aan de vrouw die zich levenslang met kritische trouw heeft ingezet voor een menselijke samenleving vanuit een christelijke inspiratie. Klein en tenger, wist ze met onmiskenbare kracht, overrompelende eenvoud en authentieke betrokkenheid ontelbare mensen te bezielen. De sfeer van de Acht Meibeweging is weer voelbaar nu we rond haar samen zijn.
Enkele citaten uit de vele woorden die gezegd zijn:

ze is gegroeid in eenvoud en zag hoop als een kwetsbare bloem;
ze had zorg en respect voor de ander in zijn gelijkwaardigheid;
ze kende woede en moed en
ze was onvermoeibaar in haar strijd tegen onrecht en machtsmisbruik.

Geconfronteerd met machtswoorden, vond ze het lef om er iets aan te doen en werk te maken van mededogen; ze was ontwapenend aards en voor de duvel niet bang……
In het tweede deel van de viering worden alle aanwezigen uitgenodigd om een kring te vormen in het grote priesterkoor. We staan drie rijen dik,hand in hand. Aan het einde zingen we een versie van het Onze vader. Ontroering, met de mengsmaak van verdriet, dankbaarheid en hoop tegelijk golft door de ruimte als we als afsluiting langdurig blijven zingen: ‘Onze Vader verborgen, Uw naam worde zichtbaar in ons…’ Van u is de toekomst, kome wat komt.’
Bij het uitgaan van de kerk , krijgen we een gedachtenisprentje met een prachtige foto van Wies: stralend en sterk: een beeld van een vrouw die zichzelf en anderen kon bemoedigen. Want zij wist: ‘ze’ kunnen alle bloemen afsnijden, maar niemand kan verhinderen dat het ooit weer lente wordt.

Toos Verdonk
****************************

Tijdens haar ziekte las Wies vaak psalm 21
Zowel in de klassieke versie als in de bewerking van Huub Oosterhuis staat hij in het tekstboekje afgedrukt. De eerste geeft het oudtestamentische beeld van een god die onze vijanden zal weten te vinden en ze van de aardbodem weg zal vagen,die vuurovens voor hen zal bouwen, hun kinderen zal verdelgen enz. enz.
Dan volgt de bewerking van Oosterhuis die ik hier integraal overneem:

Ik lees en herlees dit lied
Was dit de god onzer vaderen?
Mijn god is het niet meer

Luister mijn zoon en mijn dochter
zing dit liedje niet verder
leer het je kinderen niet

Als er een god is?

Als er een god is
Is het een ander

Een die niet komt verdelgen
die geen vuurovens stookt
maar zijn geliefden levend
uit de vlammen bevrijdt

Niet van de machtigen
is Hij de god
maar van hun slaven
en prooien

Tot mijn grote geluk
heb ik Hem leren kennen
Hij legde zijn hand op mijn hoofd.
Ik ga met Hem al een leven.

Hij weet hoe verder,
ik niet

Luister mijn kinderen allen:
Hem stel ik jullie voor-
vrolijke kennismaking
aan een eenvoudige tafel

Zing iets voor Hem.
Hij houdt   van zacht a capella
maar ook
van uitbundig met slagwerk

Je hebt je tafel gedekt.
Waar blijft Hij, vraag je,
Hij zou toch komen?

Ja, Hij zou komen-
begin maar te zingen.
En komt Hij niet,
je zult nooit weten
waarom niet.

Troost je,
Hij hoort je van verre

Hij is van ver en dichtbij

1 reactie

  1. Ard Nieuwenbroek

    za 05th jan 2013 at 19:38

    Wat een prachtige en bemoedigende bewerking van psalm 21! Een om regelmatig tot je te nemen.

    Beantwoorden

Reactie plaatsen