Blijheid / bloemen

Elk blad ademt de boom tot leven

San Salvatorgemeenschap 29 juli 2017
Voorganger: John Parker
Thema: Bloemenviering / Blijheid

Openingslied: San Francisco (Scott McKenzie CD)

If you’re goin’ to San Francisco
be sure to wear some flowers in your hair
If you’re goin’ to San Francisco
you’re gonna meet some gentle people there
For those who come to San Francisco
summertime will be a love-in there
In the streets of San Francisco
gentle people with flowers in their hair

All across the nation
Such a strange vibration oho, people in motion
There’s a whole generation with a new explanation oho,
people in motion,  people in motion
For all those who come to San Francisco
be sure to wear some flowers in your hair
If you come to San Francisco summertime will be a love-in there

Inleiding
Een openingslied dat uit de mistige jeugd van sommigen onder ons komt. De jaren 60, flowerpower. Een tijd waar alles leek te veranderen, waar alles mogelijk leek. Er kwamen kleuren aan; de grijze, moeilijke tijd van de jaren 40 en 50 waren voorbij. De 2e Vaticaanse concilie heeft de Geest laten waaien door de Kerk en voor de wereld. Frisheid, vrijheid, blijheid.
Welkom aan allen die zich die tijd kunnen herinneren, welkom ook aan anderen die er alleen maar van hebben gehoord, als een soort sprookjestijd.
Welkom bij deze viering met als thema “Blijheid”.
Een klein uurtje samen; naar woorden en muziek luisteren, samen zingen, bidden, met elkaar delen.
Eerst een moment van stilte. Hart en hoofd leeg laten lopen, de Eeuwige binnen laten.

Bezinning:
De warmte van de zon op het gezicht; een lichte bries doet de bomen wuiven; vogels zingen ergens in de buurt; de kleuren van de bloemen zijn een feest voor het oog. In geuren en kleuren, in warmte en gezang, voel ik de geest die alles tot leven brengt, die in alles leeft.
Jij Geest van het leven, geef ons blijheid, geef ons jouw warmte, geef ons jouw zegen. Amen.
Lied: Onhoorbaar onzichtbaar

Inleiding op de lezingen
Een lied van optimisme, het kan: blijheid, draag bloemen in je haar!
De eerste lezing is een gedicht: als ikzelf een bloem was, dan ….
De tweede lezing stond op het rooster voor dit weekend.
Jezus stelt daarin de vraag:
“Waar word je blij van en wat doe je daarmee?”

1e lezing: Een Bloem (uit: Toon Tellegen, Kruis en Munt
Als ik een bloem was, zou ik dan nu bloeien?
Of zou ik een bijzondere bloem zijn, een onvoorstelbare bloem,
een bloem die niet kan kiezen tussen bloeien en niet bloeien.
En die over de rand van een vaas voorover leunt
om te zien of zijn afgrond een bodem heeft?
Of zou ik alleen maar kunnen bloeien,
moeten bloeien, rood en gedachteloos,
op een ongerepte schoorsteenmantel,
ergens tussen schaamte en geluk?
En als ik een bloem was, zou ik dan weten
wanneer ik moest verwelken?
Nu nog niet?
Lied: Lied van Gods nabijheid

2e lezing:  Mattheus 13, 44-52
Het Rijk der hemelen gelijkt op een schat, verborgen in een akker. Toen iemand hem vond, verborg hij hem weer, en in zijn blijdschap ging hij alles te gelde maken wat hij bezat en kocht die akker. Ook gelijkt het Rijk der hemelen op een koopman, op zoek naar mooie parels. Toen hij een parel van grote waarde had gevonden, ging hij alles verkopen wat hij bezat en kocht haar. Ook gelijkt het Rijk der hemelen op een sleepnet dat in de zee geworpen, vissen van allerlei soort bijeenbracht. Toen het vol was trok men het op het strand; men zette zich neer om de goede vissen uit te zoeken en in manden te doen, de slechte echter werden weggeworpen. Zo zal het ook gaan op het einde van de wereld: de engelen zullen uittrekken om de slechten tussen de rechtvaardigen uit te zoeken en in de vuur-oven te werpen. Daar zal geween zijn en tandengeknars. Hebt gij dit alles begrepen?” Zij antwoordden Hem: “Ja.” Hij zij hun: “Daarom is iedere Schriftgeleerde die onderwezen is in het Rijk der hemelen gelijk aan een huisvader die uit zijn schat nieuw en oud te voorschijn haalt.”
Tenslotte lijkt de hemel op een weide vol bloemen. Allemaal zijn ze even mooi, een lust voor het oog. Maar als je je neervlijt in die wei, vermijd het dan te gaan zitten op de distel of de netel. Want ook daar zal geween zijn en een brandende pijn. Maar zoek een plaats tussen de papavers en de madelieven.
Acclamatie: Het woord dat ik jou geef

Overweging
Zorg er voor dat je bloemen draagt in je haar.
De blijheid van de vakantietijd, bloeitijd van bloemen, van vruchten en van mensen; de rijpingstijd met de daarmee gepaard gaande hoop, soms nog verborgen, maar niet in de kiem gesmoord.
Misschien een onverwachte nevengedachte: de blijheid van de blijde boodschap, de bloeitijd van de  tocht van Jezus door zijn land, hoop op een betere wereld, bevrijding van onderdrukking: maar alles leek met zijn kruisdood in de kiem gesmoord. En dan ineens toch weer niet: zijn zaaisel ontkiemt, het brengt vruchten voort, ze rijpen, de geest wordt vaardig, een helende, heilzame Geest (en daarna een afglijden tot verval, het verval van voorbije hoogtijdagen tot er weer, steeds weer, nieuw leven voortkomt uit steeds weer nieuw zaaisel).
In tijden van blijheid is het goed ons bewust te zijn van de zwarte bladzijden die de christelijke geschiedenis helaas ook heeft omgeslagen. Om het te benoemen met de titel van een vroeger veel gelezen boek: Christus weer gekruisigd (Nikos Kazantzakis, 1948), weer en weer, zinloos?
Kruistochten waren er tegen “ongelovigen”, heksenprocessen, Jeanne d’Arc op de brandstapel, de holocaust. De lelijke mens op zijn slechtst, maar toch komt de mens op zijn best steeds weer bovendrijven, de mooie mens. De mens zal het immers moeten blijven doen: een paradijs op aarde scheppen. Het heeft geen zin om op God een beroep te doen: God heeft een beroep gedaan op ons. Godswonderen zijn niet (meer) van deze wereld, wij zullen ze zelf moeten verrichten. Misschien vinden we daarbij God ergens verstopt, in ons hart, in andere mensen, ergens in de wereld om ons heen, vogels, vissen, sterren, bloemen. Bloemen, die net zo hardnekkig blijven terugkomen, ieder jaar weer, als de warmte in de mensen, als de zwaluwen en andere trekvogels; net zo zeker als Kerstmis, Pasen en Sinterklaas; zo zeker en vast als woorden die het hart verwarmen, als verhalen over Jezus. Laten we in deze vakantietijd de blijheid vieren om het nieuwe en vernieuwde leven: van bloemen, van wolken van baby’s, van hoop en mooie verwachtingen. Bloemen als speciale inspiratiebron in deze vakantieviering; bloemen die altijd weer, alsof hun door iets goddelijks de hand boven het kopje wordt gehouden, de kop opsteken, ondanks goddeloze natuurrampen, zondvloeden, atoombommen, genocides.
Als je erop uittrekt, of je nu naar San Francisco gaat of naar de buren, draag dan bloemen in je haar en verheug je op de ontmoeting met aardige mensen, met nieuwe generaties, met nieuwe visies.
Lied: Dank U

Voorbede: (Vlaams Compostella genootschap)
Soms weten, soms niet meer weten
Soms verdriet, soms blijdschap
Soms verstand, soms gevoel
Altijd je intuïtie om te overleven
Soms winnen, soms verliezen
Soms moe, soms vol dynamiek
Soms perspectief, soms uitzichtloos
Altijd je hart om te overleven
Bidden wij voor allen die
deze gevoelens ervaren op hun tocht.

Gij hart, Gij bron van leven

Soms gevonden, soms op zoek
Soms samen, soms alleen
Soms lichaam, soms geest
Leven is zoeken
Leven is vinden als je niet meer zoekt
Leven is strijden om te behouden
Leven is behouden als je niet meer strijdt
Bidden wij dat al diegenen die op weg zijn
mogen vinden wat ze zoeken.

Gij vuur dat voor ons uittrekt

Leven is accepteren van de donkere zijde.
Leven is genieten van het dagelijkse licht.
Leven is zoeken naar de zin van het leven,
terwijl de zin altijd het leven is dat we kregen van God
om Hem op onze tocht te ontmoeten.
Bidden wij dat de mooie ontmoetingen op onze tocht
ons mogen begeleiden op onze weg.  

Gij woord dat door ons mens wordt

Bidden wij voor de intenties in ons intentieboek en
voor de intenties waarvoor onze speciale aandacht wordt gevraagd.

Tafelgebed
Wij prijzen Jou, God, levende stroom  in ons leven doet.
Jij bent de bron van al wat leeft.
Onze Vader, onze moeder ben Je.
Zo koester Je ons,  mensen uit aarde gemaakt,
kwetsbaar als het gras
en de bloemen op het veld.
Jij houdt ons de hand boven het hoofd
als een boom die ons beschaduwt.

Mijn God zijt Gij,
U wil ik danken zowaar als ik leef

Wij danken Je, God
om het vertrouwen dat Je aan ons schenkt;
Jouw trouw waarop wij kunnen bouwen.
Ieder van ons is Jou oneindig lief.
En toch denken wij vooral
aan Jouw beeld ten voeten uit:
Jezus van Nazareth,
levensboom en levend water,
waarmee wij ons verbonden voelen
als ranken aan de wijnstok,
als bladeren van een boom.
Als wij zijn wegen gaan,
geef Jij ons levenskracht
om mens te worden naar Jouw beeld
en kunnen ook wij liefde geven
als uit een bron van stromend water
die nooit opdroogt.

Mijn God zijt Gij,
U wil ik danken zowaar als ik leef

Zijn woord en daad werd levend water,
bron van overvloed
aan moed en geloof.
Een onbekend land van vertrouwen
bloeit ervan open:
mensen vinden elkaar.
zingen elkaar
een nieuwe toekomst tegemoet.
Zij delen er brood en wijn
en meer dan dat.

Zo was zijn gebaar
waarin heel zijn leven samenstroomde,
toen hij op die laatste avond
brood nam, het brak
en aan zijn vrienden uitdeelde
met de woorden:
Neemt en eet: zo blijf ik onder jullie
als gebroken brood
dat wordt gedeeld tot geluk
van jou en jou en jou.

Ook de beker liet hij rondgaan, en zei:
Dit is mijn bloedeigen leven.
Blijft met mij en met elkaar verbonden
om samen een nieuw begin te maken.

Zo gedenken wij zijn dood en opstaan
als de levende in ons midden,
overal en elke keer
dat er twee of drie
in zijn naam bijeen zijn
en hun leven willen delen.
Zo gedenken wij zijn en onze God,
de grond onder onze voeten.

Mijn God zijt Gij,
U wil ik danken zowaar als ik leef

Gezegend en geprezen,
Jij goede Geest
die nieuwe geschiedenis schrijft
met andere namen;
die mensen samenbrengt en bezielt
om het risico aan te durven
van de grote tocht naar morgen.
Maak ons standvastig, trouw aan elkaar,
vol zorg dat niemand achterblijft.
Maak ons vrolijk en eensgezind,
sterk als bomen die weer en wind doorstaan.

Op Jouw adem zingen wij het levenslied
van mond tot mond, van hart tot hart.
Onze Vader….

Vredeswens:   Komen ooit voeten gevleugeld

 

Communielied: Zo vaak wij delen

Gebed (2 fragmenten uit het Zonnelied van Sint Franciscus)
Wees geprezen, mijn Heer, met al uw schepselen,
vooral om mijnheer broeder zon,
die de dag is en door wie Gij ons verlicht.
En hij is mooi en straalt met grote pracht;
van U, Allerhoogste, draagt hij het teken.

Wees geprezen, mijn Heer, door onze zuster, moeder aarde,
die ons voedt en leidt,
en allerlei vruchten voortbrengt, bonte bloemen en planten.

Goed om te weten

Slotgedachte
Ieder die gaat naar de San Salvator
neem in je hart een bloem en glimlach mee,
en als je reist vanuit de San Salvator,
deel lach en liefde als een bloemenzee.
Want zij die komen naar de San Salvator
vinden daar warmte als een bloemenzee
En al die mensen van de San Salvator
nemen een blijde boodschap met zich mee.

Zie ons samenkomen
Hoor waar wij van dromen
blij is de boodschap
Mee op reis genomen
en weer thuis gekomen
klein of groot de voetstap
groot of klein de voetstap

Zegen en wegzending

Slotlied: Wij leven op aarde.

 

Nog geen reacties

Reactie plaatsen