Thuiskomen

THEMA: Thuiskomen
DATUM: 31 maart 2019

Voorganger: Ard Nieuwenbroek

OPENINGSLIED : Dit huis is een huis
WELKOM

Welkom iedereen. Welkom voor jou, bekend of onbekend op deze plek. Gekend of ongekend door mensen om je heen. Voor jou, levend in een turbulente wereld vol pijn en onzekerheid. Voor jou, levend in een verwarrende wereld vol tegenstellingen. Voor jou die soms de vrede van de nabijheid ervaart. Voor jou die, met mensen om je heen, op zoek is en op zoek gaat naar de bodem van je bestaan, de bron van alle leven. Henri Nouwen heeft een prachtig boek geschreven met als titel: Eindelijk thuis. Met als omslag het schilderij van Rembrandt over het verhaal van de verloren zoon van Lucas. Een ander verhaal is het verhaal van Ruth, zoals ook verteld in de afgelopen vieringen tijdens de Vastentijd. Laten we daar mee beginnen vandaag.Om te horen hoe Ruth thuiskomt.

Op een dag zei Noömi, haar schoonmoeder: ‘Mijn dochter, zal ik niet een thuis voor je zoeken waar het je goed zal gaan? Boaz, bij wie je gewerkt hebt, is zoals je weet ​familie​ van ons. Vanavond zal hij op de ​dorsvloer​ gerst ​wannen. Baad je, wrijf je in met olie, kleed je aan en ga naar de ​dorsvloer. Zorg dat hij je niet ziet voordat hij klaar is met eten en drinken. Als hij gaat slapen moet je goed opletten waar hij zich neerlegt, en dan moet je naar hem toe gaan, de deken aan zijn voeteneinde terugslaan en daar gaan liggen. Hij zal je dan wel vertellen wat je moet doen.’ Ruth​ antwoordde: ‘Ik zal doen wat u mij zegt.’ Ze ging naar de ​dorsvloer​ en deed precies wat haar schoonmoeder haar had opgedragen. Boaz​ at en dronk, voelde zich voldaan, en legde zich te slapen tegen een hoop gerst. Toen kwam ​Ruth​ stilletjes naar hem toe, sloeg de deken aan zijn voeteneinde terug en ging liggen. Midden in de nacht schrok hij wakker, draaide zich om en zag een vrouw aan zijn voeteneinde liggen. ‘Wie is daar?’ vroeg hij. ‘Ik ben het, ​Ruth,’ zei ze. ‘Wilt u mij bij u nemen, want u kunt voor ons als ​losser​ optreden.’ ‘Moge de heer je ​zegenen, mijn dochter,’ zei hij. ‘Dit getuigt van nog meer trouw dan wat je voorheen al hebt gedaan. Je hebt niet omgekeken naar jongere mannen, arm of rijk. Daarom, mijn dochter, wees niet bang. Ik zal doen wat je van me vraagt; iedereen in de stad weet immers dat je een bijzondere vrouw bent. Maar al is het waar dat ik jullie kan helpen, er is nog iemand anders voor wie dat geldt, en hij staat dichter bij jullie dan ik. Blijf vannacht hier. Als morgenochtend blijkt dat die man als ​losser​ wil optreden is het goed, maar als hij dat niet wil, dan doe ik het, zo waar de heer leeft. Blijf hier nu maar liggen, tot het ochtend wordt.’ En zij bleef tot de ochtend aan zijn voeteneinde liggen. Voordat het zo licht werd dat men iemand herkennen kon, stond ze op, want hij wilde niet dat bekend werd dat ze op de ​dorsvloer​ was geweest. Hij zei: ‘Pak je omslagdoek en houd hem open.’ Dat deed ze, en hij goot er zes maten gerst in en hielp haar dit alles op te tillen. Daarna ging hij naar de stad. Zij ging naar haar schoonmoeder, die haar vroeg hoe het haar was vergaan. ​Ruth​ vertelde haar wat ​Boaz​ voor haar gedaan had. Deze zes maten gerst heeft hij me gegeven, “want,” zei hij, “je moet niet met lege handen bij je schoonmoeder aankomen. “Daarop zei Noömi: ‘Blijf hier dan maar rustig wachten tot je weet hoe het afloopt, mijn dochter, want ik weet zeker dat deze man niet zal rusten voordat hij de zaak geregeld heeft.’

Ons vastenthema is:’ Kies dan het leven’. Ons vastenproject ‘ Wheels of hope’ wil Cubanse vrouwen steunen die vanuit hun ziekte voor het leven blijven kiezen. Ruth koos voor het leven door zich te verbinden met Boaz. Vandaag verkennen we in deze viering in hoeverre thuiskomen onderdeel is van werkelijk het leven te kiezen.

Laten we nu samen in de stilte contact zoeken met die bron van leven.

GEBED
Vanuit de stilte van ons hart vragen we jou God om nabijheid. Goede God, die zich aan ons laat zien in liefde, wijs ons dit uur de weg naar jouw thuis. Ben ook bij ons in moeilijke tijden. Wij vragen jou dat we de moed hebben om ook in die tijden echt mens te zijn en jou als onze herder te herkennen: een liefdevolle herder, die ons op de voet volgt en samen met ons op weg naar thuis wil zijn.

LIED: Herschep ons hart

Inleiding op de lezingen
Het thema van deze viering is ‘ Thuiskomen’.Het verhaal van Ruth vertelde ons, aan het begin van deze viering, hoe zij thuis kwam. Bij Boaz. In de evangelie-lezing horen we het steeds weer prachtige verhaal van de verloren zoon. De jongste zoon die na een lange en roerige tijd weer thuiskomt bij zijn vader. De eerste lezing is een oud Afrikaans verhaal van een ontdekkingsreiziger in het oerwoud. Zijn begeleiders doen hem verbazen met een onverwachte actie die tot nadenken stemt. Een mooie parabel over thuiskomen.

1e LEZING

Er was eens een man die het lef had om naar de onherbergzame streken in Afrika te reizen. Zijn enige gezelschap waren de dragers. Elk van hen hield een machete vast en vocht zo zijn weg door de dichte vegetatie. Hun doel was om tot elke prijs verder te gaan. Wanneer ze voor een rivier stonden, gebruikten ze zo weinig mogelijk tijd om die over te steken. Verscheen er een heuvel, dan versnelden ze hun stappen om geen enkele minuut te verspillen. Maar plots stopten de dragers. De ontdekkingsreiziger reageerde verrast. Want ze waren pas enkele uren aan het lopen. Dus vroeg hij hen: “Waarom stoppen jullie? Zijn jullie al moe? We hebben slechts enkele uren gelopen.” Toen keek één van de dragers hem aan en zei: “Nee mijnheer, we zijn niet moe. Het is alleen zo dat we zo vlug verdergegaan zijn dat we onze ziel achtergelaten hebben. Nu moeten we wachten tot onze ziel ons weer ingehaald heeft.
Oud Afrikaans verhaal

LIED : Om warmte

2e LEZING,
Lucas 15,11-32
Hij zei: ‘Iemand had twee zonen. De jongste zei tegen zijn vader: “Vader, geef mij mijn deel van de erfenis.” En hij verdeelde zijn vermogen onder hen. Niet lang daarna vertrok de jongste zoon met al zijn bezit naar een ver land, waar hij het verkwistte in een losbandig leven. Toen hij alles opgemaakt had, kwam er een zware hongersnood over dat land en ook hij begon gebrek te lijden. Hij zwierf rond tot hij in dienst trad bij een van de inwoners van dat land; die stuurde hem het veld in om varkens te hoeden. Graag had hij zijn honger gestild met het voer dat de varkens aten, maar niemand gaf hem wat. Toen kwam hij tot zichzelf en zei: “Zoveel dagloners van mijn vader hebben brood in overvloed, en ik verga hier van de honger! Ik ga terug naar mijn vader. Ik zal hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u; ik ben het niet meer waard om uw zoon te heten, behandel me als een van uw dagloners.” En hij ging terug naar zijn vader. Toen hij nog ver van huis was, zag zijn vader hem al en werd ontroerd; snel liep hij op hem toe, viel hem om de hals en kuste hem. “Vader,” zei de zoon tegen hem, “ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u; ik ben het niet meer waard om uw zoon te heten.” Maar de vader zei tegen zijn slaven: “Haal vlug de mooiste kleren en trek ze hem aan, doe een ring aan zijn vinger en schoenen aan zijn voeten. Haal het gemeste kalf en slacht het; laten we eten en feestvieren, want mijn zoon hier was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is teruggevonden.” En het feest begon. Maar zijn oudste zoon was nog op het land. Toen hij naar huis kwam, hoorde hij muziek en dans. Hij riep een van de knechten en vroeg wat er te doen was. Die antwoordde: “Uw broer is thuisgekomen en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht, omdat hij hem gezond en wel terug heeft.” Toen werd hij kwaad en hij wilde niet binnenkomen. Daarop kwam zijn vader naar buiten en probeerde hem tot andere gedachten te brengen. Maar hij gaf zijn vader ten antwoord: “Ik dien u nu al zoveel jaren en nooit heb ik een gebod van u overtreden, maar mij hebt u nog nooit een bokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren. Maar nu die zoon van u is thuisgekomen, die uw vermogen met hoeren heeft verbrast, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht.” Maar hij zei : “Jongen, jij bent altijd bij me en alles wat ik heb is van jou. We moeten feestvieren en blij zijn, want die broer van je was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is teruggevonden.” ’

LIED: Het woord dat ik jou geef

OVERWEGING
Een vader die met open armen zijn verloren gewaande zoon tegemoet rent. Wat een aangrijpend beeld. De zoon komt thuis na een lange zoektocht. Een vader strekt liefedevol zijn armen uit. Hier spreekt een hart, dat vanuit onvoorwaardelijke liefde naar de terugkeer van de zoon heeft uitgekeken. Daar gaat het om in de gelijkenis die Jezus vertelt. Vroeg of laat verlaat een kind het huis van de vader. Het wil de wereld leren kennen en de uitdagingen en de geneugten van de wereld. De jongste zoon uit de parabel van de barmhartige vader is daarvan het toonbeeld. De gelijkenis gaat over verloren zijn, vervreemd raken van bestemming en bedoeling. Ook over thuiskomen. Ruth vindt ook haar thuis. Ze vindt rust in het huis van haar man Op verschillende manieren kunnen we in ons leven verloren raken. Soms door eigen keuzes, soms door wat ons wordt aangedaan. Dan raken we soms ver van huis. We verdwalen van ons diepste en vertrouwde binnenste. Rust en geloof in onszelf, vanuit een diepbeleefde ervaring van verbinding met wat we het Goddelijke kunnen noemen. Misschien is dat ‘de ruimte van God in onszelf’. Om ons heen klinken echter andere stemmen. Verleidelijke stemmen die ons oproepen het huis te verlaten , om te laten zien wat we waard zijn. Verleidelijke stemmen die ons oproepen onze toekomst veilig te moeten stellen door aanzien te verwerven. Soms zijn het anderen die ons beschadigen door ons vertrouwen te schenden, ons geweld aan te doen en ons kwetsen en neerhalen. Dan ben je soms bang dat je niet wordt bemind. Dat je niet gezien wordt, er niet mag zijn. Misschien bouw je dan muren en draag je maskers. Of het nu een zelfgekozen weg is, of een weg waarheen we ons opgeduwd voelen- het vaderhuis ligt achter ons en we zoeken steeds en koortsachtig naar liefde, naar geborgenheid. We zoeken naar ruimte om er te mogen zijn. We zoeken naar betekenis, naar het vullen van de knagende leegte. De jongste zoon zoekt het in ‘verre landen’. Wij zoeken het soms in nog meer en nog beter. Waar hoor ik thuis? Het is die vraag die zich opdringt bij de jongste zoon, wanneer ook hij ontdekt dat hem alles uit handen is geslagen. Dat hem niets rest om op terug te vallen. Dat zijn de crisismomenten in ons leven. Wanneer we in onze eigen onrust verdwalen, we in geestelijke nood en pijn raken. Wanneer we het vertrouwen in de ander hebben verloren. Wanneer ook ons niets meer lijkt te resten om op terug te vallen. We zijn allemaal wel eens het contact met onszelf kwijtgeraakt. We ervaren dit gevoel vaak wanneer we volledig opgeslorpt worden door een druk leven en geen uitweg vinden. Alles draait dan om het terugvinden van ons centrum. Net zoals het Afrikaanse verhaal uit de eerste lezing zegt: we geven ‘onze ziel’ de kans terug te keren. Soms is het alleen nodig dat we wat zorgvuldiger over een situatie nadenken, Maar op andere momenten is meer nodig. Net als de dragers in het Afrikaanse verhaal is een pauze nemen de juiste aanpak wanneer je je niet langer verbonden voelt met het centrum. Waarschijnlijk ben je te haastig bezig. Dat heeft je tegengehouden om de geur van de rozen te ruiken. Maar het meest belangrijke is dat het je belemmerd heeft om je ziel te verenigen met het pad waarop je je bevindt. Wie zich dan weer verbindt met de Stem die klinkt in de diepte van zijn eigen wezen, met zijn eigen diepste identiteit en roeping, past bijna vanzelf niet meer in de patronen van oppervlakkigheid, materialisme en gulzigheid die de samenleving vaak vraagt en vult. Het is thuiskomen in de ‘ruimte van God in onszelf’ . Thuiskomen in je wezenlijke binnenste. Hier is aanvaarding en gevonden worden. Hier in ‘het huis van de Vader’ klinkt de stem van de liefde.
Laten we dan nu ons geloof staand en zingend belijden

GELOOFSLIED:
Als God ons thuisbrengt.

KLAARMAKEN VAN DE TAFEL /COLLECTE


VOORBEDEN

ACCLAMATIE:  
Keer u om naar ons toe
Koester de namen

Eeuwige,
Zoveel mensen leven iedere dag in een verstikkende wanhoop. In sloppenwijken over de hele wereld, de modder van de Griekse eilanden, in de verpleeghuizen overal ter wereld. Vrouwen zoals in ons vastenproject ‘ Wheels of hope’ in Cuba. Wees hen nabij in hun hoop en vertrouwen naar hun thuiskomen.

Eeuwige,
Wees ons nabij wanneer we in onze eigen onrust verdwalen en in geestelijke nood en pijn raken. Wanneer we het vertrouwen in de ander hebben verloren. Wanneer ook ons niets meer lijkt te resten om op terug te vallen. Geef ons mensen die ons van dichtbij helpen in het terugvinden van de rust in ons wezenlijke binnenste.

Eeuwige,
Levend in een turbulente en verwarrende wereld zijn we de weg soms kwijt. Laat je vinden en omhul ons met jouw troostende aanraking. Opdat turbulentie en verwarring ons juist kunnen sterken in ons zoeken naar jouw thuis in onszelf.

Ard
Eeuwige, ook vandaag horen we hoe verloren mensen weer bij jou, de Vader, terug mogen keren. Ook wij zoeken naar thuiskomen in onszelf. In ons wezenlijke binnenste.Op zoek naar de stem van jouw liefde. Laat ons jouw liefde vinden, in onszelf en in anderen.

Eeuwige, ook vandaag staan in ons intentieboek gebeden die we bij jou neerleggen. Vanuit onze harten noemen we de namen van onze dierbaren (……..). Wees hen nabij met jouw licht en warmte opdat ze geborgen zijn in jouw aanwezigheid.

TAFELGEBED

In dankbaarheid noemen wij jouw naam, God, schepper van al wat is, Jij die ons adem geeft, ons tot leven wekt, jij die met ons meetrekt, ons bevestigt op onze weg naar thuis, jij die liefdevol nabij is, ons erkent om wie wij zijn, jij die ons aanvaardt, ons ruimte en vrijheid geeft, om tot bloei te komen, mens te worden, ten volle.

In dankbaarheid noemen wij zijn naam, Jezus, één met Jou, één met ons, die ons voorging op zijn weg zich liet dopen, Jou aansprak als Vader, mensen deed opstaan, licht gaf aan blinden, stem gaf aan doven, hoop gaf aan onderdrukten, mensen tot leven wekte, ja zei tegen Jou, ja zei tegen Liefde, ja zei tegen elke mens.

Zo herinneren wij ons in dankbaarheid, de avond voor zijn sterven, waar Hij het brood nam, het zegende en brak met de woorden: ‘dit ben Ik en Ik zeg jullie, dat jij met mij aan tafel zult eten en drinken in het huis van mijn Vader. ‘

Zo nam hij ook de beker, met alles wat Hem lief en heilig was, en gaf deze aan hen die bij Hem waren met de woorden: neem de beker van mij over en drink hem samen; maak een nieuw begin en doe wat ik heb gedaan.’

Zo willen wij telkens weer opnieuw gedoopt worden in zijn Geest, zo willen wij het leven vieren, in zijn Geest, verbonden met elkaar, verbonden met Jou, God,
zo willen wij bidden, als geliefd kind van Jou, met woorden die Jezus ons heeft gegeven:

Onze Vader

VREDESWENS

VREDESLIED: Zuster en broeder, vrede voor jou , vrede voor u van de

Eeuwige.

BREKEN EN DELEN

Lied: Eet en drinkt van brood en wijn
Goed om te weten

SLOTGEDACHTE

Eén van de grote nadelen van haast is dat het zo lang duurt
Gilbert Keith Chesterton
ZEGENWENS

Eeuwige,
Raak ons met jouw licht van vrede.
Raak ons met jouw licht van kracht.
Raak ons met jouw licht van woorden.
Raak ons met jouw licht van vertrouwen.

Daartoe zegenen we elkaar en onszelf in de naam van de vader, zoon en heilige geest, Amen

SLOTLIED:    Wonen overal, nergens thuis

Nog geen reacties

Reactie plaatsen