Wek mijn zachtheid weer

Elk blad ademt de boom tot leven

San Salvatorgemeenschap 11-12 aug 2012
Thema:           Wek mijn zachtheid weer.
Voorgangers: Kiek van Boxtel, Corrie Dansen,
                       Lex Westerhuis, Ed Andriessen
Muzikale ondersteuning: Cor Rademaker,
                      Frans Leonard Hummelman
Cantor:           Gerard van de Weijer

Openingslied: Wek mijn zachtheid weer
Welkom en inleiding.
In ieder van ons schuilt nog een kind. Het kind dat nog onbevangen in het leven staat, natuurlijk nieuwsgierig is en zich van geen schuld bewust.
Als we even stil staan op het punt waar het leven ons nu gebracht heeft, zullen we ontdekken dat we dat “kind in ons” lang niet altijd meer ervaren als een vanzelfsprekend deel van wie we zijn.
Zo gaat dat. Het heet dat het leven ons vormt; dat we door alles dat we in onze levensgang ervaren worden ingewikkeld. En dat het moeilijk is om onszelf te ontwikkelen weten we allemaal. En toch is nu juist dít het thema dat we vandaag met jullie willen onderzoeken. Een belangrijk houvast in deze zoektocht is het lied dat in deze viering centraal staat: Wek mijn zachtheid weer.

Openingsgebed
Goede God,
Vandaag gaan we samen op zoek naar het kind in ons.
Naar onze kinderlijke onbevangenheid, nieuwsgierigheid en onschuld.
In dit leven hebben wij zoveel verloren, soms zelfs de trouw aan wie we werkelijk zijn.
Help ons onszelf te hervinden.
Instrumentaal: Wek mijn zachtheid weer

Eerste lezing: naar psalm 139 (hertaling van Huub Oosterhuis)
Uw schepping ben ik in hart en nieren,
Gij hebt mij geweven in de schoot van mijn moeder.
Ik wil U bedanken daarvoor, dat Gij mij ontzagwekkend gemaakt hebt.
Mijn ziel en gebeente door U gekend,
in mij was niets voor Uw ogen verborgen
toen ik werd gevormd in het diepste geheim,
prachtig gevlochten in de schoot van de aarde.
Ik was nog ongeboren, Gij had mij al gezien
en al mijn levensdagen stonden in uw boek
nog vóór Gij er één had gemaakt.
Lied: Kom in mij, win, ontwapen mij

Tweede lezing: Marcus 10: 13-16
De mensen probeerden kinderen bij hem te brengen om ze door hem te laten aanraken, maar de leerlingen berispten hen. Toen Jezus dat zag, wond hij zich erover op en zei tegen hen: ‘Laat de kinderen bij me komen, houd ze niet tegen, want het koninkrijk van God behoort toe aan wie is zoals zij. Ik verzeker jullie: wie niet als een kind openstaat voor het koninkrijk van God, zal er zeker niet binnengaan.’ Hij nam de kinderen in zijn armen en zegende hen door hun de handen op te leggen.
Muzikaal intermezzo: Wek mijn zachtheid weer

Overweging.
Wek mijn zachtheid weer.
Geef mij terug de ogen van een kind
Dat ik zie wat is en mij toevertrouw en het licht niet haat

Dit lied hoorde en zong ik voor het eerst echt bij de ziekenzalving van een vriendin. Wat een prachtig gebed om overgave, als je weet dat je gaat sterven. Het ontroerde me. Het ontroert me nog steeds. Kernachtig en sereen geeft het een verlangen aan dat ik herken. En misschien geldt dat wel voor ons allemaal. Niet alleen voor het moment dat het einde van je leven hier op aarde in zicht is. Ook voor die hele lange periode die daaraan vooraf gaat.
Ik ervaar het als een gebed dat uitdrukking geeft aan mijn verlangen hoe ik in het leven wil staan, in de wereld, in contact met elkaar. Ik voel het ook als een oproep, als een tekst om me aan te spiegelen, als een toets voor hoe ik met mezelf en anderen omga. Het is ook een bemoediging. Stil maar, wacht maar, alles komt goed. En ik ervaar het ook als een visioen: zo zou de wereld er uit kunnen zien, een hemel op aarde.

  • Wek mijn zachtheid weer

Laat me open staan voor anderen en voor mezelf, met mededogen en begrip. Ook als ik mezelf tegenval. Of als ik in de ontmoeting met de ander pijn oploop. Hoe kunnen we onze zachtheid behouden in een wereld, waar we geraakt worden door pijn en verdriet? Waar we niet zachtheid maar hardheid tegenkomen? Jezus geeft ons hoop en vertrouwen dat de zachtheid wint. Hij was zachtmoedig en zachtaardig van hart. Wortels van zachtaardigheid vinden we in genegenheid, liefde en vertrouwen. Is dat niet ook wat we onze kinderen willen doorgeven? Of doorgegeven hebben. Dat wat hoop geeft en liefde in zich draagt bouwt op. Opdat we ook als volwassene op de bodem van onze ziel met zachtheid worden gedragen. Opdat onze grootste angsten en diepste pijnen vanuit die zachtheid worden omarmd.

  • Geef mij terug de ogen van een kind

Laat me kijken met onbevangenheid, met de onvoorwaardelijke bereidheid in het goede te geloven, verwachtingsvol, met verwondering over alles wat er mogelijk is.
Dan, zegt Jezus, ervaar je het koninkrijk van God.

  • Dat ik zie wat is

Mag ik zien zonder vooroordeel, puur. Zonder de wikkels van vooringenomenheid en vanzelfsprekendheid.
De breedte en de diepte in plaats van de smalte en de beperktheid. De diversiteit in plaats van het eendimensionale. Dat ik zie wat wezenlijk is, waar het echt om gaat.

  • En mij toevertrouw

Mag ik me overgeven aan wat er in mijn leven op mijn pad komt, in het vertrouwen dat ik geborgen ben en gedragen word. “Mijn ziel en gebeente door u gekend.”, zegt de psalm. In onze groei naar volwassenheid lopen we ook schrammen op rond vertrouwen. Mensen beschamen dan ons vertrouwen en dat doet pijn en maakt voorzichtig. Soms zelfs zo dat mensen alle vertrouwen in anderen zijn kwijtgeraakt. Je vertrouwt je niet meer toe aan een ander. En als dat voorzichtig hersteld wordt geldt het bekende spreekwoord: ‘vertrouwen komt te voet en gaat te paard’. Er zijn soms ook momenten in ons leven dat we ook God niet meer vertrouwen. Zien met de ogen van een kind is steeds op zoek gaan naar het onverwoestbare basisvertrouwen in mensen om je heen.  Ook als mijn vertrouwen beschaamd wordt, mag ik dan toch telkens weer terug durven komen bij dat vertrouwen van vroeger, dat basisvertrouwen in mensen om me heen en in mezelf.

  • En het licht niet haat

We mogen er op vertrouwen dat het goed is dat we er zijn. “ Úw schepping immers zijn wij in hart en nieren,” zegt de psalm, die Kiek ons voorgelezen heeft. En wie zijn wij om daar op af te dingen?
Durf ik me over te geven aan het licht dat ik zelf verspreiden kan? Durf ik te kiezen voor het licht, ook als het donker en duister aan me trekt? Als ik het gevoel heb dat ik niets waard ben, heb ik dan de moed me toe te vertrouwen en toch weer te geloven dat ik er mag zijn. Hoeveel pijn ik ook heb, hoeveel zwart ik ook voel?
Durf ik het beste uit mezelf te halen? Mijn talenten te ontplooien, goed te zijn voor mijn medemens?
Durven wij onszelf nog bloot te geven, zoals een kind dat in al zijn puurheid durft te doen? Ons in onze kwetsbaarheid te laten raken, wetende dat onze kracht daarachter verborgen ligt? Is het niet Jezus, die zichzelf bloot durfde te geven en de kracht van zijn kwetsbaarheid toonde aan zijn medemens? Hij nodigt ons uit om het levenspad te bewandelen vanuit onze kracht én onze zwakheden.
Laten we met zachte ogen vol mededogen elkaar en ons zelf omarmen, in het vertrouwen dat het goed is dat we er zijn. Het is een uitnodiging ons licht te laten schijnen en ons te koesteren in het licht van elkaar.

Beeldmeditatie: La Cygne uit Le Carnaval des animeaux van Camille Saint Saëns
Muzikaal ondersteund door Yo-Yo Ma (violoncello)

Voorbeden met: Heer, ontferm U
Laat ons bidden
voor allen die zoeken naar die kinderlijke onbevangenheid,
spontaan vertrouwen,  kracht uit kwetsbaarheid.
Die verlangend zoeken naar meer mens zijn.

  • Heer, ontferm U

Relaties tussen ons mensen kunnen vastlopen.
Begrip voor elkaar kan gaan stuiten op muren van wantrouwen.
Laat ons daar bij stilstaan.
Mogen er dan momenten komen van ’n begin van begrip,
’n vleugje vertrouwen, ’n sprankje hoop..

  • Heer, ontferm U

Laat ons bidden
voor iedereen binnen onze sansalvator-gemeenschap die ziek is. . .
zich eenzaam voelt. . . .
het kind in zichzelf verloren is. . . .
zich te oud denkt om kind te zijn. . . .
voor alle intenties die in ons intentieboek zijn opgenomen. . . .
voor allen die ons in de dood zijn voorgegaan, vandaag in het bijzonder voor

  • Heer, ontferm U

Tafelgebed
In de opgaande zon groet je mij met een zonnestraal
en toon je mij het gelaat van je schoonheid.
Als ik de aarde bespeur onder mijn voeten,
beleef ik hoe je me steun geeft dag na dag.
De roos verbergt je geheim,
kunstig uitgewerkt in het bloesemblad.
Je bent de wind die me streelt, ademtocht na ademtocht.
Je kust me met elke regendruppel
die van mijn gezicht parelt.
In het spelend kind ervaar ik de kunst om te zien wat is.

Jij bent mijn droom in het donker van de nacht,
mijn zachtheid, mijn morgenster.
Van jou is de zee die je hebt gemaakt, de bergen en de dalen.
Jij bent berg en dal, zee en boom, zon en wind.
Mijn zelf ben jij.
Jij avondrood mijns levens,
teder en mild in de kleuren van de hemel,
niets evenaart jouw pracht, jij in alles en allen aanwezige.

Jij in alles en allen aanwezige,
in Jezus, die mens, begaan met mensen,
die ons voorging, samen op weg, opdat niemand verloren gaat.
Die in de avond voor zijn sterven, jou dankend,
brood nam in zijn handen,
het brak en deelde aan zijn vrienden met de woorden:
dit is mijn leven, gebroken voor jullie,
deel en eet dit met elkaar, telkens opnieuw,
breng zo hemel bij mensen..

Zo nam hij die avond ook de wijn, gaf die door en zei:
dit is mijn liefde, tot vreugde van iedereen,
drink samen uit deze beker, als vrienden aan één tafel
en blijf dit doen als levende herinnering.
Zo willen wij op weg gaan, in zijn geest, in wie jij aanwezig bent,
zo willen wij bidden dat oude gebed,
gebed van vertrouwen, gebed van ons naar jou.
Onze Vader

Vredeswens: Een Arabisch spreekwoord zegt:
“Stel je vertrouwen in God, maar bind je kameel aan de boom.”
Sta met vertrouwen in het leven en zet zelf stappen om het leven goed en mooi te maken.
Mogen we daarmee een begin maken door elkaar vrede en licht te wensen.

Lied: Gij, levende, eerste en laatste

Breken en delen
Instrumentaal: Wek mijn zachtheid weer

Gebed aan tafel
Kind in mij, jij latent aanwezig
Kind in mij, verrassend kom ik je steeds tegen.
In stemmingen soms boos, soms blij.
Al lang op leeftijd toch puberaal verlegen.
Vaak ben je zo afwezig en zo stil:
dan denk ik waar is het kind in mij gebleven.

Slotgedachte: Onze grootste angst – van Marianne Williamson
Onze grootste angst is niet dat we onvolmaakt zijn.
Onze grootste angst is dat we mateloos krachtig zijn.
Het is het licht, niet onze schaduw, die ons het meest beangstigt.

We vragen onszelf: wie ben ik om briljant te zijn, prachtig, talentvol, fantastisch?
Maar wie ben jij om dat niet te zijn? Jij bent een kind van God.

Je onbelangrijk voordoen bewijst de wereld geen dienst.
Er is niets verlichts aan je klein te maken opdat andere mensen
zich bij jou niet onzeker zullen voelen.
Wij zijn allemaal bedoeld om te stralen als kinderen.
Wij zijn geboren om de God die in ons is, te openbaren.
Die is niet alleen maar in sommigen van ons, die is in iedereen!
En als wij ons licht laten stralen,
geven we onbewust andere mensen toestemming om hetzelfde te doen.
Als wij van onze angst bevrijd zijn, bevrijdt onze aanwezigheid vanzelf anderen.

Zegen en wegzending.
Moge de weg je zeggen: volg me maar
Moge de ster je zeggen: richt je vaart op mij
Moge de grond je zeggen: bezaai me.
Moge het water je zeggen: drink me
Moge het vuur je zeggen: warm je
Moge de boom je zeggen: schuil in mijn schaduw
Moge de vrucht je zeggen: pluk me, eet me.
Moge het kind (in jou) je zeggen: “Wees niet bang, Ik zal er zijn”
In de naam van . . .

Slotlied: Wek mijn zachtheid weer

2 reacties

  1. Denise Dijk

    vr 10th aug 2018 at 14:58

    dank jullie wel voor de tekst van
    deze ontroerende viering

    2 weken terug deed ik een viering met het zelfde lied en met openbaringen 21.
    nu lees ik jullie viering voor het eerst en overweeg het lied te verbinden met psalm 139 zoals jullie doen.
    hartelijke groeten
    denise

    Beantwoorden
    • Franneke Hoeks

      za 18th aug 2018 at 16:04

      Dag Denise
      Leuk om te lezen dat onze viering jou op ideeen bracht. Met hartelijke groet, Franneke Hoeks

      Beantwoorden

Reactie plaatsen

Cancel comment reply