Voorbij eigen welzijn

 

Voorganger Franneke  Hoeks

Pianist Steven van Gool

 

 

 

 

 

Openingslied De vreugde brengt ons naar dit huis 18

Welkom
Welkom bij deze San Salvatorviering. Of je nu iedere week naar onze vieringen komt of af en toe een keertje aan komt waaien: fijn dat u, dat jullie er zijn.
Vandaag zou de cantorij zingen. Maar de ruimte achter de tafel is leeg. Dirigent Peter-Paul heeft corona. Veel leden van de cantorij zitten vandaag wel in de kerk: fijn om jullie te zien! We zoeken een ander moment of het afscheid van de Cantorij te vieren.  Vandaag zingen we lekker samen met Steven achter de piano.
Vorige week deden vier meisjes in deze ruimte hun eerste communie. Een mooi en bijzonder moment dat we mochten vieren met familie en vrienden van deze kinderen. In die viering sprak een 13-jarige een eigen geloofsbelijdenis uit. Ontroerend. Ik hoop dat dit uur ons ook iets van geloof en bezieling brengt en dat we na deze viering durven zeggen ‘ik geloof in…….  ‘ en dat we het lef hebben dat geloof ook handen en voeten geven. Je geloof leven daar gaan de verhalen vandaag over. We horen straks woorden uit het boek Deuteronomium. Mozes is aan het woord en spoort het Joodse volk aan om te leven zoals God het wil. De geboden van de Eeuwige handen en voeten geven. Iedere dag opnieuw. Laten we ons niet van de wijs laten brengen door het woord geboden. Dat klinkt vaak een beetje als opgeheven vingertjes werk. Niet fijn. Misschien kunnen we met open oren luisteren naar geboden in de zin van wijze woorden die ons helpen op onze levensweg. Voor de tweede lezing bladeren we door naar het Nieuwe testament. Het verhaal van de barmhartige Samaritaan klinkt hier vandaag. Iemand op weg … een overval… en dan.
Ook wij gaan op weg dit uur. We reizen langs verhalen, liederen, gebeden, brood en wijn. We starten met stilte. In die stilte kunnen we hier even landen. Gewoon even zitten. Je voeten voelen op de grond. Inademen. Uitademen en samen even de taal van de stilte spreken.

Gebed
Eeuwige, barmhartige, verwarm ons hart, verzacht onze hardheid, maak ons open, leer ons vertrouwen, spoor ons aan,
verbind ons met elkaar, verweef ons met jou geest, en maakt ons tot mensen  die hart hebben voor de noden om ons heen. Amen.

Acclamatie Wek mijn zachtheid  80

EERSTE LEZING Deuteronomium 30,9-14
De Eeuwige, uw God, zal u voorspoed geven in alles wat u onderneemt, u kinderrijk maken en uw vee en uw land vruchtbaar maken. Hij zal er weer vreugde in vinden om u te zegenen, zoals voorheen bij uw voorouders. Want u toont de Eeuwige, uw God, dan uw gehoorzaamheid door de geboden en bepalingen in dit wetboek in acht te nemen, en u wilt de Eeuwige weer met hart en ziel toebehoren. De geboden die ik u vandaag heb gegeven, zijn niet te zwaar voor u en liggen niet buiten uw bereik. Ze zijn niet in de hemel, dus u hoeft niet te zeggen: “Wie stijgt voor ons op naar de hemel om ze daar te halen en ze ons bekend te maken, zodat wij ernaar kunnen handelen?” Ook zijn ze niet aan de overkant van de zee, dus u hoeft niet te zeggen: “Wie steekt de zee voor ons over om ze daar te halen en ze ons bekend te maken, zodat wij ernaar kunnen handelen?” Nee, die geboden zijn heel dicht bij u, in uw mond en in uw hart; u kunt ze volbrengen.

LIED Kom in mij 89

TWEEDE LEZING Lucas 10,25-37
Er kwam een wetgeleerde die Hem op de proef wilde stellen. Hij vroeg: ‘Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ Jezus antwoordde: ‘Wat staat er in de wet geschreven? Wat leest u daar?’ De wetgeleerde antwoordde: ‘Heb de Eeuwige, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.’ ‘U hebt juist geantwoord,’ zei Jezus tegen hem. ‘Doe dat en u zult leven.’ Maar de wetgeleerde wilde zijn gelijk halen en vroeg aan Jezus: ‘Wie is mijn naaste?’ Toen vertelde Jezus hem het volgende: ‘Er was eens iemand die van Jeruzalem naar Jericho reisde en onderweg werd overvallen door rovers, die hem zijn kleren uittrokken, hem mishandelden en hem daarna halfdood achterlieten. Toevallig kwam er een priester langs, maar toen hij het slachtoffer zag liggen, liep hij met een boog om hem heen. Er kwam ook een Leviet langs, maar bij het zien van het slachtoffer liep ook hij met een boog om hem heen. Een Samaritaan echter, die op reis was, kreeg medelijden toen hij hem zag. Hij ging naar de gewonde man toe, goot olie en wijn over zijn wonden en verbond ze. Hij zette hem op zijn eigen rijdier en bracht hem naar een logement, waar hij voor hem zorgde. De volgende morgen gaf hij twee denarie aan de eigenaar en zei: “Zorg voor hem, en als u meer kosten moet maken, zal ik u die op mijn terugreis vergoeden.”  Wie van deze drie is volgens u de naaste geworden van het slachtoffer van de rovers?’ De wetgeleerde zei: ‘De man die hem barmhartigheid heeft betoond.’ Toen zei Jezus tegen hem: ‘Doet u dan voortaan net zo.’

Acclamatie Een schoot van ontferming 35

Overweging
Toen we een paar jaar geleden vanuit het Beraad van Kerken hier in de stad het project de 10 mooiste Bijbelverhalen organiseerden, vroegen we Bosschenaren wat hun mooiste Bijbelverhaal was. Het verhaal van de barmhartige Samaritaan stond in onze gemeenschap op nummer 1.  Een verhaal dat blijkbaar raakt aan iets wat bij San Salvator past. We zijn inmiddels een paar jaar verder en er is het nodige gebeurt in de wereld om ons heen, binnen onze gemeenschap. Een pandemie, een oorlog, spanningen en dan werden we ook nog wat jaartjes ouder.
De Schriftgeleerde stelt Jezus een vraag: ‘Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’  Deel krijgen aan het eeuwig leven gaat niet over hemelse paradijzen of een leven na de dood. Eeuwig leven is duurzaam leven, iets wat blijvend, goed en solide voor nu en later. Dat weet deze Schriftgeleerde als geen ander. Jezus stelt een tegenvraag of eigenlijk twee vragen. Wat staat er in de Thora? Gevolgd door een nog belangrijker vraag ‘Wat lees je daar?’.
Die laatste vraag is interessant want woorden opzeggen of voorlezen kan iedereen. Maar ieder mens luistert met zijn of haar eigen oren. Oren die gevormd zijn door je eigen achtergrond en geschiedenis.  Op de vraag wat goed leven is, is geen eenduidig antwoord te geven. Dat antwoord zal moeten ontstaan in gesprek, samen zoekend naar wat ons verbindt.
De Thora deskundige kent de woorden uit zijn hoofd. ‘Heb de Eeuwige, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.’ ‘Goed geantwoord’, zegt Jezus. Eenvoudig toch. Ga het gewoon doen! Dan vraagt de Schriftgeleerde: ‘Wie is mijn naaste?’ Dan volgt het iconische verhaal van de barmhartige Samaritaan.
Wie is mijn naaste? Wie is jouw naaste? Wie is uw naaste? Dat is nog niet zo’n eenvoudige vraag in een wereld een samenleving waarin we steeds meer op onszelf worden teruggeworpen.
Ik las afgelopen maand het pamflet Eigen Welzijn eerst van Roxanne van Ieperen.  Na de tweede wereldoorlog was de middenklasse een dragende stroming in de samenleving. De middenklasse was optimistisch, geloofde in kansengelijkheid en het belang van goede publieke voorzieningen. Nieuwe generaties zouden het altijd weer een beetje beter krijgen.
Het geloof in vooruitgang is de afgelopen jaren sterk afgebrokkeld. Politiek trok zich terug en zelfredzaamheid en participatie werden de nieuwe toverwoorden. Zoek-het-zelf-maar-uit werd langzaam gemeengoed. Volgens van Ieperen zijn we een egoïstische samenleving geworden waarin mensen vooral bezig zijn met hun eigen hachje.  Als ik het zelf maar goed heb en mijn naasten, de mensen uit mijn eigen kringetje ook.
In het licht van de analyse van van Ieperen is de vraag wie is mijn naaste een fundamentele, bijna revolutionaire vraag die misschien vooral een antwoord zoekt op de vraag wie is niet mijn naaste? Waar houdt mijn verantwoordelijkheid op?
In de tijd van Jezus gingen Joden en Samaritanen niet samen. Het waren groepen die niet mixten. Een beetje zoals mijn moeder af ten toe vertelt over dat zij vroeger niet bij de protestantse bakker brood gingen kopen.  De priester en de leviet lopen voorbij. Ze laten zich niet raken door het leed van de man. Ze steken de staat over en gaan door met hun leven. Hoe vaak doen wij dat wel niet? Hoe vaak doe ik dat wel niet? Geen tijd, niet durven, niet zien, niet willen zien.
Maar die man ligt er nog steeds. Hij kan even niet voort op eigen kracht. Goddank komt er iemand voorbij, iemand die notabene niet deugt, niet ons soort, niet van onze club, niet onze huidskleur, niet ons geloof.  Maar hij doet wat je van een mens mag verwachten. Hij ziet, wordt geraakt en komt in beweging. Juist degene die niet in ons hokje past, blijkt naaste te zijn.

Met dit verhaal doorbreekt Jezus het hokjesdenken en daagt ons uit om over onze eigen grenzen na te denken.  Over onze bubbels waarin we vooral mensen zien en tegenkomen die zijn zoals wij.
Wie is mijn naaste? De Samaritaan doet wat hij kan. Hij redt die ene mens en volgens de Joodse wijzen red je dan de hele wereld. Hij laat zich even ophouden, doet wat nodig is en vervolgt zijn weg. Hij neemt de halfdode niet mee naar huis, maar zorgt ervoor dat  de reiziger een plek heeft om te herstellen en  weer richting leven gaat. Wat  de Samaritaan doet, dat kunnen we allemaal. Die ene, die op onze weg komt, dat kunnen we aan.
De tekst uit Deuteronomium speekt over dat wat God van ons vraagt niet iets onmogelijks is.  Je hoeft de zee niet over te steken of  op te stijgen tot de hemel om de geboden van God te kennen. We gaan vaak al steigeren bij het woord geboden.  Geboden zijn misschien wel kernwijsheid die in ieder mens verborgen zit. Leven in de naam van God is niet te zwaar. Neem de woorden van God in je mond, doe ze met je handen, leef ze! Laat je raken door wat er om je heen gebeurt.
Ik hoop eigenlijk dat het verhaal van de barmhartige Samaritaan hier vandaag klinkt als een wake-up call.  Een tegendraads verhaal dat ons uitdaagt om voorbij eigen welzijn eerst te leven.  Het goede leven, het leven met eeuwigheidswaarde is een leven dat oog heeft voor wat anderen nodig hebben. Want mijn welzijn, ons welzijn is ten diepste verbonden met het welzijn van anderen. Als we durven om wie dat nodig heeft te helpen dan ontstaat er leven, dan keren we het tij van ieder voor zich. Dan reizen we samen en mogen we vertrouwen op alle mensen die we op ons pad tegenkomen.

Geloofslied Op mijn levenslange reizen 114

Klaarmaken tafel | collecte | instrumentale muziek

VOORBEDE

Barmhartige, we bidden voor al die mensen op de wereld die wel barmhartige Samaritanen kunnen gebruiken. Mensen op de vlucht, mensen in nood, mensen in de steek gelaten. Dat zij altijd mensen mogen ontmoeten, zien, bewogen worden en in beweging komen.

ACCLAMATIE God bewaar mij 60

Barmhartige, we bidden voor mensen die op grote en kleine wijze proberen levens van anderen beter te maken. We bidden voor al die eigentijdse barmhartige Samaritanen die uit hun eigen bubbel stappen om de ander te helpen.

ACCLAMATIE God bewaar mij 60

Barmhartige, we bidden voor mensen die soms stranden op hun levensweg, mensen zoals wij. Dat er in geval van nood altijd handen zijn die zich naar een ander uitstrekken en mensen weer op de been helpen.

ACCLAMATIE God bewaar mij 60

Barmhartige we bidden voor alle intenties en gebeden  die zijn toevertrouwd aan ons intentieboek. We vragen jouw steun voor iedereen die ziek is. We staan stil bij de mensen die we moeten missen, onze dierbare overledenen. Dat zij thuis mogen zijn bij in jouw aanwezigheid

ACCLAMATIE God bewaar mij 60

 

TAFELGEBED

In de geest van jouw Liefde  zijn wij hier samen, als vrienden aan één tafel, om Jou te danken voor alles wat groeit en bloeit, voor de wereld waarop wij wonen, dat Jij een moeder en vader wilt zijn, voor grote en kleine mensen, dat Jij ons roept om goed te zijn, om brood te delen met elkaar, dat jij ons samen brengt, tot verbondenheid met iedereen.
Wij danken Jou voor Jezus van Nazareth, mens onder mensen, in wie Jij zichtbaar werd, als die nabije Ander, als vriend begaan met ons, als broeder uit één familie,  verbonden en betrokken met ieder die op zijn pad kwam.
Zo ging hij ons voor, op weg naar vrede en geluk, door blinden een gezicht te geven, door onderdrukten op te tillen, door stommen een stem te geven, door verlamden op de been te zetten, door doden te laten leven. Zo vroeg Hij ons te doen wat hij heeft gedaan: het leven te delen, in vriendschap met elkaar.
Daarom zijn wij hier bijeen, zoals die laatste avond.
Terwijl Hij dankte voor de gaven, brak Hij het brood
en deelde het uit aan zijn vrienden en zei: Dit is mijn lichaam dit ben ikzelf voor jullie gebroken.
Doe wat ik heb gedaan noem niemand je vijand, maar iedereen je vrienddeel met elkaar het brood van alledagen blijf samen onderweg.
Toen nam Hij een beker met wijn gaf die aan zijn vrienden en zei: Drink uit deze beker mijn bloedeigen leven deel met elkaar vreugde en verdriet deel met elkaar de lucht, het water en het land en alles  wat de aarde je te bieden he­eft.
Daags daarna is Jezus gestorven maar niet voorgoed.  Telkens  als wij samenzijn, als vrienden aan één tafel, ontmoeten wij Jezus, in het delen van brood en wijn, voelen we ons door Hem en met Hem verbonden, herkennen we Hem in elkaar.

Verbonden met elkaar en met Hem, zingen we samen het gebed dat Jezus ons gegeven heeft:

ONZE VADER gezongen 109

VREDESWENS

VREDESLIED Gij moet het eenzaam laten 58

De vierde man of vrouw komt achter de tafel staan

Delen van brood en wijn | Instrumentale muziek

LIED Eet en drinkt van brood en wijn 12

GEBED

Barmhartige, dank voor brood en wijn
die we hier mochten delen met elkaar.
Brood en wijn als aansporing
om voorbij ons eigen welzijn
te kijken en te handelen.

MEDEDELINGEN

SLOTGEDACHTE – De armen van Jezus

In een klein bergdorpje staat een kerkje met een heel oud Jezusbeeld. Het beeld is lelijk toegetakeld door de jaren en door de oorlog. Het heeft geen armen meer.
Op een dag kwam de koster naar de pastoor met een voorstel. ‘Er is een jonge beeldhouwer in ons dorp komen wonen. Zullen we hem vragen om nieuwe armen te maken voor ons Jezusbeeld?’
De pastoor dacht lang en diep na over het voorstel. Uiteindelijk schudde hij zijn hoofd. ‘Onze Jezus is mooi zoals hij is’, zei hij. ‘Maar ik ga er iets bijschrijven.’
En op de witte muur schreef de pastoor; ‘Jezus heeft geen armen meer, maar hij heeft die van jou!’

ZEGENWENS

Door verhalen geïnspireerd,
door brood en wijn gesterkt,
door gebed en lied bemoedigd,
door ontmoeting weer verkwikt,
gaan wij van hier de wijde wereld in.
Laat ons gaan
met een ogen die zien
harten die zich laten raken
en handen die zich uitstrekken
naar wie onze hulp maar nodig heeft.
Laat ons gaan in de naam van de barmhartige
die we kennen als Vader/moeder, zoon en heilige geest.

SLOTLIED Om warmte  103

 

Nog geen reacties

Reactie plaatsen