Viering van 26 – 27 mei 2012 – Vliegen op eigen kracht

Elk blad ademt de boom tot leven

Vliegen op eigen kracht (Pinksteren)

San Salvator 26 en 27 mei 2012

Voorganger: John Parker
Koor: Melodiek en de Cantorij
Openingslied: Om warmte gaan wij een leven

Begroeting en welkom
Je kunt verhuizen, emigreren, gaan waar ook ter wereld. Er is geen garantie dat je geluk zult vinden.
Er is geen garantie dat je de waarheid zult vinden.
Geest heb je hiervoor nodig. Die geeft richting aan, zin aan het leven.
Welkom allen vandaag om de Geest te vieren. Welkom, wie je ook bent, welke weg je ook bewandelt.
De Geest van het begin, de Geest die waait overal heten wij ook welkom. De Geest die leeft, die licht in het leven brengt, die Geest heten wij welkom door de Paaskaars aan te steken.

Openingsgebed
Laten wij bidden:
Eeuwige, wij vragen om de Geest van het begin; moge die welkom zijn in ons midden.
Wij vragen om de Geest van het leven; en heten die welkom.
Wij vragen om de Geest van het licht: wees welkom hier bij ons. Amen

Acclamatie: za: Alles wat adem heeft – zo: Alles wacht op U

Eerste lezing uit: Genesis 11 (1-9)
Ooit werd er op de hele aarde één enkele taal gesproken. Toen de mensen in oostelijke richting trokken, kwamen ze in Sinear bij een vlakte, en daar vestigden ze zich. Ze zeiden tegen elkaar: ‘Laten we van klei blokken vormen en die goed bakken in het vuur.’ De kleiblokken gebruikten ze als stenen, en aardpek als specie. Ze zeiden: ‘Laten we een stad bouwen met een toren die tot in de hemel reikt. Dat zal ons beroemd maken, en dan zullen we niet over de hele aarde verspreid raken.’ Maar toen daalde JHWH af om te kijken naar de stad en de toren die de mensen aan het bouwen waren. Dit is één volk en ze spreken allemaal een en dezelfde taal, dacht JHWH, en wat ze nu doen is nog maar het begin. Alles wat ze verder nog van plan zijn, ligt nu binnen hun bereik. Laten wij naar hen toe gaan en spraakverwarring onder hen teweegbrengen, zodat ze elkaar niet meer verstaan. JHWH verspreidde hen van daar over de hele aarde, en de bouw van de stad werd gestaakt. Zo komt het dat die stad Babel heet, want daar bracht JHWH verwarring in de taal die op de hele aarde gesproken werd, en van daar verspreidde hij de mensen over de hele aarde.

Lied: Wat altijd is geweest

Tweede lezing: Handelingen 2 (1-12)
Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.
In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde. Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring omdat ieder de apostelen en de andere leerlingen in zijn eigen taal hoorde spreken. Ze waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: ‘Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken? Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal horen spreken over Gods grote daden.’ Verbijsterd en geheel van hun stuk gebracht vroegen ze aan elkaar: ‘Wat heeft dit toch te betekenen?’

Acclamatie: za: Voor kleine mensen(ref) – zo: Die mij droeg op adelaars vleugels

Overweging
Pinksteren. Op die dag vierde de joodse gemeente het feest van de wet. Ze herinnerde dan haar leden hoe lang geleden Mozes de wet, de 10 geboden, op de Sinaї had ontvangen. In onweer, rook en vuur was daar JHWH aan hem verschenen.
Ons pinksterverhaal lijkt daar enigszins op. Ook daar is sprake van vuur, van hevig gedruis en van wind. Alleen gaat het nu niet om de wet, maar om de Geest. Verstarde wetten doorbreken dat is veelzeggend. Want wetten, eenmaal vastgelegd en afgekondigd, hebben de neiging om te verstarren, terwijl een nieuwe geest net de verstarring doorbreekt. Wil de Geest vaardig blijven, dan is er stilte en inzet nodig, volharding, soms ook strijd. Want het is niet eenvoudig om nieuw leven te leggen in levenspatronen, vergroeid met de jaren. Vaak is het minder bedreigend om alles bij het oude te laten.
Ik heb deze afgelopen dagen een stel koolmeesjes gevolgd. Zij hebben een nest gebouwd in een vogelhuisje in ons tuin. Eieren werden gelegd, kleintjes zijn er uitgekomen. Iedere dag was het een komen en gaan om de kleintjes te voeren; tot een paar dagen geleden toen 2 kleintjes uit het huisje te voorschijn kwamen. De eerste paar uren vlieglessen waren een reeks botsen, neervallen en weer opstijgen. En dan, op kracht en kunde gekomen zijn zij verder gevlogen. Weg van het huisje, weg uit ons tuin, hun eigen leven tegemoet.
De Geest die wij vandaag welkom heten zorgt niet voor hoogmoed, voor onenigheid, voor tweedracht, voor disharmonie. Deze Geest zorgt dat verschillende stemmen mooi muziek maken, dat harmonie te horen, te zien en te voelen is. Niet uniformiteit, maar harmonie.
Kijk naar de mensen van ons eerst verhaal. Hun hoogmoedige plannen gedwarsboomd, verspreiden ze zich over heel de aarde. Verschillende talen, culturen, geloven. Wat een rijkdom! Allemaal verschillende facetten van de Ene schepper. In het begin, disharmonie, maar allemaal geroepen om elkaar te leren verstaan en de ene aarde te bewonen. Van de uniformiteit naar de rijkdom van de verscheidenheid.
Ook de leerlingen van Jezus in ons tweede verhaal waren allemaal anders. Toen de Geest van Pinksteren over hen kwam, leek het een vuur dat zich in tongen deelde en zich op elke van hen neerzette.

Welke vlammetjes waren dat? En welk vlammetje komt met Pinksteren in mijn leven? In ons leven? Wij halen er enkele uit:

  • het vlammetje van de waarheid;
  • het vlammetje van de menselijke waardigheid;
  • het vlammetje dat op het kalende hoofd van een leerling neerkwam. Het gleed voortdurend uit, en de andere leerlingen moesten er hartelijk om lachen. Het vlammetje van de humor.
  • het vlammetje van de stilte en de bezinning;
  • het vlammetje van de dienstbaarheid;
  • het vlammetje van de vrijheid;
  • ernaast het vlammetje van de liefde.

Een enkele van de vuurtjes van de Geest, nog steeds brandend, niet uit de doven, zolang er mensen zijn die blijven hopen, die open staan om de Geest binnen te laten, die blijven proberen met eigen, Godgegeven kracht en kunde te vliegen.

Geloofslied: za: Jij die voor alle namen wijkt – zo: Veni Creator – Lieve vuurwind
Lied bij de Collecte: Ev’ry time I feel the spirit

Voorbede met: Laat onze woorden stijgen
Laten wij bidden voor allen die elkaar verkeerd begrijpen of naast elkaar praten,
voor allen die helemaal niets meer zeggen en verbitterd zwijgen.

Laten wij bidden voor hen die spreken met goede bedoelingen maar niet gehoord worden,
voor alle mensen met een nieuwe boodschap, een nieuw geluid.

Laten wij bidden voor allen die het zwijgen worden opgelegd.
Dat zij nieuwe wegen vinden en de moed om verder te gaan.

Tafelgebed
Gij die uw gemeente bijeenroept hier en waar ook ter wereld, die ons raakt met uw woord,
die ons kent van gezicht niet vergeet onze namen, kom over ons met uw geest.

  • Alle mensen samen niemand meer alleen,
    rond de ene tafel alle mensen één.

Gezegend zijt Gij om licht en levensadem, woord en geestkracht.
Om mensen die leven uit kracht van U, om Jezus van Nazareth, uw Joods kind.

Die ons voorbeeld werd, die tot op het laatst van zijn levensgang uw Thora volbracht, toegewijd en trouw.
Die ons leerde gaan op de oude weg van uw liefdeswoord,
naar een goed wijd land waar de dood niet heerst.
Die ons een teken heeft gesteld waar zijn geest in openbaar en werkzaam is tot op vandaag.

  • Alle mensen samen

Die op de avond voor zijn dood brood gebroken heeft en aan zijn vrienden uitgedeeld,
met de woorden: ‘Neem en eet, dit is voor jullie mijn leven, mijn lichaam’.
Die ook de beker wijn genomen heeft dankgebed en zegening uitsprak en heeft gezegd:
‘Drink uit deze beker het is mijn bloedeigen leven een nieuw verbond met de God,
die ons bevrijd heeft uit het slavenhuis uit de macht van de dood. Blijf dit doen, denkend aan mij’.

Zo doen wij dan wat hij heeft voorge¬daan we eten en drinken we delen brood en wijn
teken van geloof dat niets bij God niet kan.

  • Alle mensen samen

Gezegend zijt Gij om Israël uw heilige wijnstok
waaraan Gij ons deel hebt gegeven door Jezus uw dienstknecht.
Hem noemende gedenken wij uw gemartelde vermiste, weggegooide men¬sen;
voor uw aangezicht gedenken wij de namelozen die zijn afgeslacht oorlog na oorlog.

Gij die uw gemeente bijeenroept hier en waar ook ter wereld die ons raakt met uw woord
die ons kent van gezicht, niet vergeet onze namen, kom over ons met uw geest.

Onze Vader

Vredewens met lied: Let us break bread together
Breken en delen za: Hij die gesproken heeft – zo: Gij die van ons verlangt

Slotgedachte:
De vonk naar C.Peters
Een dwaas wilde smid worden. Hij bouwde een werkplaats, kocht een blaasbalg, een hoop ijzer, een aambeeld en enkele hamers. Het ijzer wilde niet gloeien. Wát hij ook probeerde, de vuurplaats bleef koud.
Toen ging hij naar de rabbi en vroeg advies.
De rabbi zei:”Je denkt alles te hebben om smid te zijn, maar het wezenlijke mis je: de vonk.”

Zending en zegen

Slotlied: De Geest des Heren heeft

1 reactie

  1. Toos Verdonk

    zo 18th nov 2012 at 21:04

    Dag Hans,
    Je vraag heb ik vanmiddag doorgespeeld aan onze dirigent, Peter-Paul van Beekum.
    Vanavond was hij namelijk in een Vesperdienst in Ede (!) solist in een Bachcantate. Wellicht is je vraag na afloop dus al besproken? Anders gebeurt dat binnenkort! Wat leuk dat je onze website bezocht!

    Beantwoorden

Reactie plaatsen