Viering van 16 juni 2012 – Wonderlijk

Elk blad ademt de boom tot leven

Wonderlijk, hoe alles groeit en bloeit
San Salvatorgemenschap 16 juni 2012
Voorganger: Erick Mickers
Openinslied: Niet zonder jou erbij

Welkom en inleiding:
Alles bloeit. Elk blad brengt bomen en struiken tot leven.
De bomen hebben weer hun dichte kruin en al de zaadjes, die verborgen lagen in de grond, zijn uitgeschoten tot grassen, bloemen en kruiden. Een geweldige groeikracht heeft zich weer ontplooid.
Deze uitbundige levenskracht verrast ons elk jaar opnieuw en maakt ons blij. Elk jaar opnieuw overkomt het ons, en telkens kijken we met verwondering hoe alles weer groeit en bloeit. We plukken de bloemen, we plukken dat moment van verwondering, nemen het mee, om nog even vast te houden.
Verwondering en geloof horen bij elkaar. Ons geloof begint bij verwondering en eindigt met verwondering. Zonder verwondering zouden ook wij niet kunnen groeien en bloeien. Verwondering vraagt van ons een openheid voor het onverwachte, voor het onbegrijpelijke, voor datgene wat ons ontroert.
Mag dit samenzijn ons helpen onze harten te openen,
om de woorden van Jezus goed te kunnen verstaan,
om elkaar te kunnen ontvangen,
om onszelf te geven en zo iets van God te ervaren.
Laat ons daarvoor maar stil worden, om ons heen en in onszelf, om zo te kunnen bidden.

Gebed:
Goede God, Bron van leven, waaruit alles groeit en bloeit,
waaruit de liefde ontspringt en haar weg zoekt
naar al wat leeft, naar al wat is, wees ons nabij,
houd onze ogen open, geef luister in onze oren,
ontsluit ons hart en maak ons ontvankelijk voor de goedheid van elke mens,
de schoonheid van het leven, het onverwachte wat ons toevalt,
om te mogen worden, zaaiers van geluk en vrede,
voor iedereen elke dag opnieuw. Amen

1e lezing: een gedicht van Judith Herzberg
Dit, dan, is wat wij maken:
in juni als de weiden gloeien van boterbloemen, zuring, klaver
en bloeiende kniehoge grassen; een grasboeket,
in een theepot in het gras gezet.
Met onbedroefde kinderogen vlak voor de voeten kijken,
een van de vroege genoegens die wij delen.
Dit, dan, wat we van ons durven verwachten: gras, in een blauwe theepot,
apart, tussen het groeiend uitbloeiend, doorlevend gras gezet.

Lied: Hier gaan we zingend, de wereld te buiten

2de lezing: uit het evangelie volgens Marcus
Jezus zei: ‘Met het koninkrijk van God gaat het als met iemand die zaad op zijn land heeft gestrooid. Hij slaapt en waakt, nacht na nacht en dag na dag, en het zaad ontkiemt en schiet op, zonder dat hij weet hoe. Vanzelf draagt de aarde vrucht, eerst de groene spriet, dan de aar, dan het graan in de volle aar. Wanneer de vrucht zover is, slaat hij er meteen de sikkel in, omdat het tijd is voor de oogst.’
Ook zei Hij: ‘Waarmee zullen we het koninkrijk van God vergelijken, of met welke gelijkenis geven we het weer? Het is als een mosterdzaadje dat in de aarde gezaaid wordt. Het is het kleinste van alle zaden op aarde, maar als het gezaaid is, komt het op en wordt het groter dan alle andere struiken en het krijgt grote takken, zodat de vogels van de hemel in zijn schaduw kunnen nestelen.’
Met veel van dergelijke gelijkenissen predikte Hij het woord, voor zover ze in staat waren het te horen.
Zonder gelijkenis sprak Hij niet tegen hen, maar als ze onder elkaar waren, legde Hij zijn leerlingen alles uit.

Acclamatie: wees hier aanwezig, woord ons gegeven

Overweging
Wie zelf een tuin heeft of een boerenbedrijf die weet wat er eerst moet gebeuren om te kunnen te zaaien. Het land moet omgewerkt worden om de oude resten te laten verteren. Dan wordt de grond geëgaliseerd en weer losgemaakt zodat het zaad in de aarde kan vallen. Eventueel wordt de grond nog aangewalst zodat het zaad niet direct weer wegwaait.
En dan, dan wordt het wachten. Op mooi weer. Voldoende zon en regen. Op de eerste jonge blaadjes boven de grond. Af en toe sproeien om de natuur een handje te helpen, maar vooralsnog wachten en geduld hebben.
Als geen ander weet een boer dat het leven haar eigen ritme kent. Je kunt het niet versnellen door aan de jonge plantjes te gaan trekken. Sterker nog, dan zou je alles wat je gezaaid hebt kapot maken. Elk zaadje en elke plant daaruit voort komend heeft zijn eigen tijd nodig.
Als je zaait, dan weet je bij voorbaat dat je geduld nodig hebt. Het vraagt aan jou als zaaier een kracht om te wachten. Een draagkracht die weet van volhouden, uithouden, aanhouden, vasthouden, en standhouden .
Als je zaait, dan vraagt dat van jou om vertrouwen in krachten die buiten jou om ervoor zorgen dat je eens kunt oogsten.
We kennen die reclame wel van Roosvicee, dat een moeder haar kind troost door te zeggen: komt wel goed, schatje. En het kind geeft dat vertrouwen daarop moeiteloos door aan zijn vader met dezelfde woorden: komt wel goed, schatje!
Het is die vertrouwde wijsheid van mensen die uit ervaring weten dat sommige dingen tijd nodig hebben om goed te komen, om weer goed te voelen. Het enige wat daarbij helpt is vertrouwen, draagkracht om het vol te houden en uit te houden, in het ritme van de tijd die het daarvoor vraagt.
Marcus, de schrijver van het evangelie, vertelt ons dit verhaal om duidelijk te maken dat Jezus niet voor niets heeft geleefd. Dat alles wat hij gezaaid heeft, toch kan groeien, bloeien en geoogst kan worden, ook al is de zaaier er niet meer bij. Jezus zaaide geluk, vrede, mededogen, erkenning en compassie voor elke mens, maar heeft zelf die vruchten niet kunnen proeven.
Hij zaaide ook niet om eigen gewin, om er zelf beter van te worden. Hij zaaide uit liefde voor anderen, vanuit het volste vertrouwen dat alles wat je uit liefde zaait, in goede aarde valt en eens tot leven komt en vruchten draagt.
Met verwondering zie ik hoe woorden vrucht kunnen dragen, die eens in liefde door mensen zijn gezegd. Mijn vader die me ooit de woorden gaf: ‘doe wat je hart je ingeeft, jongen’. Die woorden hielpen en helpen mij de juiste keuze te maken, op kruispunten van mijn leven. Mijn moeder die eens zei: ‘je moet er maar een beetje mee lachen, Erick’ en me daarmee hielp en helpt het uit te houden op moeilijke momenten in het leven. Of die onbekende kunstenaar op de Place du Tetre in Parijs die me zijn levensverhaal verteld en eindigt met de woorden: c’est la vie, en me telkens weer oproept het leven te dragen zoals het komt. Wonderlijk hoe woorden kunnen groeien en bloeien in je leven.
En soms hoor je wel eens terug, dat een woord of een kaartje van jou, zoveel heeft betekent voor een ander. Dat voelt dan weer als kadootje wat je niet had verwacht.
Zo ontmoeten we op de meest onverwachte momenten gelukzaaiers in ons leven, soms zijn we onbedoeld zelf die gelukzaaiers, en telkens als woorden in liefde worden gegeven en ontvangen, dan spreekt niet alleen de zaaier, maar daar spreekt ook iets van God uit.
Daar vallen woorden niet alleen in goede aarde, daar klinken de woorden als komen ze uit de hemel.
Zo ervaren we iets van het koninkrijk van God, wanneer we zaaien uit liefde en geduldig durven te vertrouwen op dat wat komt, wanneer het gezaaide haar tijd krijgt om te ontkiemen en te groeien, dan geven we ruimte aan het wonder dat leven heet.
Mogen de woorden van Jezus:‘Uw rijk kome, uw wil geschiede, op aarde, zoals in de hemel.’ in ons tot bloei komen en vrucht dragen, om in liefde te zaaien, en in vertrouwen te leven.

Geloofslied: Wil je wel geloven
Muzikaal intermezzo

Voorbede met acclamatie: Gij hart, gij bron van leven
Tafelgebed:
In de geest van jouw Liefde zijn wij hier samen, als vrienden aan èèn tafel,
om Jou te danken voor alles wat groeit en bloeit, voor de wereld waarop wij wonen,
dat Jij een moeder en vader wilt zijn, voor grote en kleine mensen,
dat Jij ons roept om goed te zijn, om brood te delen met elkaar,
dat jij ons samen brengt, tot verbondenheid met iedereen.

  • Alle mensen samen, niemand meer alleen
    rond de ene tafel, alle mensen één

Wij danken Jou voor Jezus van Nazareth, mens onder mensen,
in wie Jij zichtbaar werd, als die nabije Ander,
als vriend begaan met ons, als broeder uit één familie,
verbonden en betrokken met ieder die op zijn pad kwam.
Zo ging hij ons voor, op weg naar vrede en geluk,
door blinden een gezicht te geven,
door onderdrukten op te tillen,
door stommen een stem te geven,
door verlamden op de been te zetten,
door doden te laten leven.
Zo vroeg Hij ons te doen wat hij heeft gedaan: het leven te delen, in vriendschap met elkaar.

  • Alle mensen samen

Daarom zijn wij hier bijeen, zoals die laatste avond.
Terwijl Hij dankte voor de gaven, brak Hij het brood en deelde het uit aan zijn vrienden en zei:
Dit is mijn lichaam dit ben ikzelf voor jullie gebroken.
Doe wat ik heb gedaan noem niemand je vijand, maar iedereen je vriend
deel met elkaar het brood van alledag en blijf samen onderweg.
Toen nam Hij een beker met wijn gaf die aan zijn vrienden en zei:
Drink uit deze beker mijn bloedeigen leven deel met elkaar vreugde en verdriet
deel met elkaar de lucht, het water en het land en alles wat de aarde je te bieden heeft.

  • Alle mensen samen

Daags daarna is Jezus gestorven maar niet voorgoed.
Telkens als wij samenzijn, als vrienden aan èèn tafel,
ontmoeten wij Jezus, in het delen van brood en wijn,
voelen we ons door Hem en met Hem verbonden, herkennen we Hem in elkaar.
Zo houden wij zijn geest levend, zo bidden wij in zijn geest
met de woorden die Hij gegeven heeft:
Onze Vader

Vredeswens met: Vrede en alle goeds je vrienden
instrumentale begeleiding

Slotgedachte: (van Erwin Roosen)
Ik wil mijn woord in je hart leggen – zegt God – en mijn droom als een graankorrel in je leven zaaien.
Het enige wat jij moet doen, is je hart klaarmaken en zó leven dat mijn droom zichtbaar wordt in je samenzijn met anderen. Probeer een vriend te zijn voor armen en een tochtgenoot voor hen die niet weten hoe hun weg verder gaat.
Hou van je medemensen zoals Ik van jou hou, en je zult zien dat zelfs het kleinste zaadje kan uitgroeien tot een boom van tederheid.

Zegenwens:
Mag verwondering ons deel zijn, ons tot vreugde stemmen
ons doen vertrouwen op de nabijheid van God die we noemen,
de Vader,
de Zoon
en de heilige Geest. Amen.

Slotlied: Wonen overal nergens thuis

Nog geen reacties

Reactie plaatsen