VAN ALZO HOGE

19 december 2021          Voorganger: Wilton Desmense
Lectoren: Annette Beelen en Marga van de Koevering
Muzikale begeleiding: Coby Wagemans en Maria Werner
Thema: … VAN ALZO HOGE

Openingslied: Nacht is om de huizen heen

Nacht is om de huizen heen,
dood is in de bomen,
straat is uitgestorven steen,
aarde moederziel alleen,
tot er licht zal komen
van alzo hoge.
Hemelen en aarde slaan
dicht in vrees en dromen,
korte dagen breken aan,
niet te zien zijn zon en maan,
tot er licht zal komen
van alzo hoge.
Wacht maar op de morgenster
met drie gouden kronen,
en al staat hij heind’ en ver,
twintig eeuwen hopen er,
tot het licht zal komen
van alzo hoge.

Welkom bij de adventskrans
Welkom allemaal. Vandaag bereiken we de top van de adventsberg. We vieren advent we vieren het uitkijken naar kerstmis.
Vanaf de aardse toppen van het bergland van Juda en vanuit hemelse hoogten zoeken wij het licht en zoekt het licht ons.
Adventus, dat is tegelijk: het eraan komen en het aankomen. Het kind is er nog niet, maar toch ook al een beetje wel!
Wij voelen het en zijn er zeker van: dit kan niet meer mis gaan!
Het licht keert nu de duisternis. God ziet de wereld aan. Drie kaarsen branden al.
Met het ontsteken van de vierde kaars wordt de adventskrans gerond en bereikt de opgang naar kerstmis het hoogste punt.Lied: In het droevig duister
In het droevig duister staat een winterboom
met zijn dode takken wachtend op de zon.
Waak, mensen, waak, er gloort licht in de nacht.
Leven zal ontluiken waar je het ’t minst verwacht.

Introductie lezingen
Uit het oude testament lezen we een passage uit het boek van de profeet Micha en de evangelielezing is uit Lucas.
De laatste tekst is ons heel vertrouwd.
Wie Micha in diens tijd hoorde of las, zal gedacht hebben: wat is dat voor een voorspelling?,
Terwijl wij niet direct de neiging hebben bij zijn woorden te denken aan koning David.
De lezingen worden verzorgd door Annette Beelen en Marga van de Koevering.

Lezing 1: Micha 5:1-4a
En jij, Betlehem in Efrata, te klein om tot Juda’s geslachten te behoren,
uit jou zal me iemand voortkomen die heerser in Israël zal zijn.
Zijn oorsprong ligt in den beginne, vanaf de dagen der tijd.
Daarom zal hij hen prijs geven tot de tijd dat zij die zwanger is zal baren.
Wie van hun broeders zijn overgebleven, zullen dan terugkeren naar de Israëlieten.
Hij zal opstaan en toezien en hen hoeden in de kracht van de Heer,
en in de naam van de heer hun God zullen zij hem ten dienste staan.
Daarom zal hij dan groot zijn tot aan de randen der aarde,
en hij zal de vrede zijn.

Lied: Vanwaar zijt gij gekomen (mel. Er is een roos ontsprongen)
Vanwaar zijt Gij gekomen, wij wisten niets van U.
In onze stoutste dromen was God nooit hier en nu.
Een nieuwe God zijt Gij die onder ons wilt wonen
zo ver weg, zo dichtbij.
Gij zijt ons doorgegeven een naam, een oud verhaal.
Uw woorden uitgeschreven in ied’re mensentaal.
Ons eigen levenslot. Met uw geluk verweven, zo zijt Gij onze God.
Gij zijt in ons verloren, wij durven U niet aan.
Uw stem in onze oren, uw komst in ons bestaan.
Een mens van vlees en bloed, een kind voor ons geboren,
een naam die sterven moet.

Lezing 2: Lucas 1: 39-45
Kort daarop reisde Maria in grote haast naar het bergland,
naar een stad in Juda,
waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette.
Toen Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot;
ze werd vervuld van de heilige Geest en riep luid:
“De meest gezegende ben je van alle vrouwen,
en gezegend is de vrucht van je schoot!
Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt?
Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot.
Gelukkig is zij die geloofd heeft
dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.”

Acclamatie: Magnificat anima mea dominum (Taizé)

Overweging
Micha was een profeet uit de achtste eeuw voor Christus.
Israël werd aangevallen. Een groot deel van de inwoners van Samaria
was gedeporteerd naar Babylon; de stammen van het Zuidrijk zouden volgen.
Daar leek hun situatie uitzichtloos en voelden zij zich lamgeslagen.
“Aan de rivieren van Babel / zaten we treurend terneer /
en dachten aan Sion. / Aan de wilgen op de oever / hingen wij onze lieren.”
Zo dichtte de psalmist.
Tegen die achtergrond klinkt in Micha de aankondiging
van een nieuwe heerser die in het onooglijke stadje Betlehem,
in de streek Efrata, geboren zou worden, de latere koning David.
In die tijd zullen de ballingen, zij die door God zijn prijsgegeven,
terugkeren en zal er vrede zijn.
In Mattheüs 2 staat:
En jij, Betlehem, in het land van Juda,
bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda,
want uit jou komt een leider voort die mijn volk Israël zal hoeden.
Deze profetie slaat op de geboorte van Jezus, maar het is wel duidelijk
dat Mattheüs de tekst van Micha citeert.
Ik denk dat dit allemaal goed is om te weten als achtergrond.
Toch stel ik voor om het nu weer weg te stoppen in ons geheugen.
Laat de wóórden die we hoorden en nog horen gaan, tot ons komen
en de plaats openen, waar ze – sinds mensenheugenis – als schatten
zijn opgeslagen in ons hart. Ze roepen de gevoelens en de sfeer op,
die passen bij waar we nu zijn, in het laatste stadium van de advent.
Net zoals Elizabeth ook al ver was in haar blijde verwachting,
toen zij bezoek kreeg van Maria en het kind in haar baarmoeder
zich niet onbetuigd liet.
Verwachtingen wekken hoop op, geloof in de toekomst,
liefde en inspiratie om die te verwezenlijken.
Laat dat ook de liederen met je doen: laat je meevoeren
op de vertrouwde melodieën en droom een beetje weg
bij wat je hoort en zingt: van verwachting tot daden,
van de geboorte van het licht tot het licht dat geen tijd kent.
Een roos is al ontsprongen en brengt bloei,
midden in de winter en midden in de nacht.
Licht zal er komen van alzo hoge!
Een nieuwe wereld, zo ver weg, zo dichtbij,
in het levenslang verhaal van ons allemaal.

Geloofslied: Zonder naam en zonder woorden
Zonder naam en zonder woorden,
zonder wapens, zonder land
word jij onder ons geboren,
aan ons lief en leedverwant,
als een klein en weerloos lam
in het levenslang verhaal
van ons allemaal,
dat wij amper horen.
Zonder rekenen en praten,
zonder taal en veel geschrijf
zul jij kleinen binnen laten,
die nog leven zoals jij,
want die zijn zo frank en vrij
in het levenslang verhaal
van ons allemaal,
dat wij hen vergaten.

Zonder wijsheid, zonder weten,
zonder geld en zonder goed
zul jij naar de mensen heten
om te zijn die wordt vermoed:
hij die vrede redden moet
in het levenslang verhaal
van ons allemaal,
want je kunt nooit weten!

Voorbeden
Wij bidden dat er licht zal zijn in alle hoeken van de wereld.
Acclamatie: Onze duisternis is voor jou geen duisternis
Wij bidden dat wij nergens het kleine vergeten of verdonkeremanen.
Accl.
Wij bidden dat er licht zal zijn in elke samenkomst van mensen
en dat dit licht ook zal uitstralen over onze herinneringen aan allen
die door de dood zijn heengegaan.
Accl.

Tafelbede
Wij zijn hier bijeen in het licht van korte dagen.
Onze harten warmen zich aan dit samenzijn.
Denkend aan kerstmis zien wij nieuw leven steeds weer
door onze wereld gaan.
Wij koesteren hier het onvergetelijke verhaal over een mens
die vol was van U, van de kribbe tot het kruis:
hij was een zoon van U en noemde U onze vader.
Eén met hem zijn wij vol van hoe hij deed
bij wat wij het laatste avondmaal noemen
en wij blijven die heel speciale bijeenkomst gedenken,
toen hij zijn leven deelde met de woorden:
dit is mijn lichaam, dit is mijn bloed.
Zo zal de vrede aan het licht worden gebracht,
de vrede van iedere nieuwe mens,
nog weerloos en zelveloos geboren.
Daarom bidden wij het Onze Vader, zoals ons geleerd werd te bidden
en zullen het zingend afsluiten met de woorden
“Want van U is de toekomst, kome wat komt”.
Onze vader –  Want van U is de toekomst

Vredeswens
Zien wij de ster, de komeet van de kerstdagen,
al branden, hoog boven de bergen?
Zal hij straks stervend in onze handen
met woorden van licht voortleven op ons gezicht
en ook in onze harten,
Vanaf den beginne van zijn verschijnen
tot aan het einde van de dagen der tijd?
Vrede en alle goeds!
Laten wij een gebaar maken naar elkaar met deze woorden of gedachte.

Vredeslied: Laat komen hij die komen zal

Communio
Wij herinneren ons het teken van brood en wijn
en vinden in die herinnering saamhorigheid
met hem, die onze Jezus was en is en altijd zal zijn.
Die herinnering bindt ons aan elkaar,
doet hem wonen in ons midden
en maakt ons tot deelgenoten van zijn levensweg.
Amen.

Communielied: Al wie dolend in het donker

Al wie dolend in het donker,
in de holte van de nacht,
en verlangend naar een wonder
op de nieuwe morgen wacht;
vrijheid wordt aan u verkondigd
door een Koning zonder macht.
Onze lasten zal Hij dragen,
onze onmacht tot ter dood,
geeft als antwoord op ons vragen
ons zichzelf als levensbrood:
nieuwe vrede zal er dagen,
liefde straalt als morgenrood.
Tot de groten zal Hij spreken,
even weerloos als een lam,
het geknakte riet niet breken,
Hij bewaakt de kleine vlam:
hoort en ziet het levend teken
van een God die tot ons kwam.

Mededelingen

Slottekst
In de Targum, de vrije, interpreterende vertaling van het Oude Testament
in het Aramees, staat dit (vertaald door Atze Landman):
En jij, Betlehem Efrata, te klein was je
om geteld te worden onder de duizenden van het huis van Juda;
uit jou zal voor mij de Messias uitgaan
om over Israël machthebber te zijn
en wiens naam reeds in de dagen van weleer werd genoemd.

Wegzending
Advent is leven:
een kans om wat ons is gegeven
te delen en aan anderen door te geven;
een kans om wat krom is recht te trekken;
het licht zien in de duisternis.
Laat branden het vuur van de vreugde,
van de vriendschap,
van de hoop,
van het geloof,
van het geduld,
van de liefde.
Laat ons het beste van onszelf geven.
In de naam van die wij in één adem noemen:
vader, zoon en heilige geest.

Slotlied: Nu daagt het in het oosten

Nu daagt het in het oosten,
het licht schijnt overal:
Hij komt de volken troosten,
die eeuwig heersen zal.
De duisternis gaat wijken
van d’eeuwenlange nacht.
Een nieuwe dag gaat prijken
met ongekende pracht.
De zonne voor wier stralen
het nacht’lijk duister zwicht
en die zal zegepralen,
is Christus, ‘t eeuwig licht.
Reeds daagt het in het oosten,
het licht schijnt overal:
Hij komt de volken troosten,
die eeuwig heersen zal.

 

 

 

 

 

Nog geen reacties

Reactie plaatsen