Twijfel is het begin van wijsheid

SAN SALVATORGEMEENSCHAP
25 & 26  juli 2020 Voorganger: Wilton Desmense


Wij wensen u een mooie viering toe.

Openingsmuziek: Tim – Jan Wijgers

Welkom

Welkom bij deze viering om samen te beleven. De titel ervan is een citaat van Augustinus. Op zijn gezag zou het wijs zijn twijfel te zaaien. Maar: wat is wijsheid? De vraag stellen is nog niet haar beantwoorden! Ik denk dat dat zelfs onmogelijk is. Wijsheid is een optelsom van vele ervaringen en daarvan weer het gemiddelde. Niet voor niets zijn vele filosofen uitgekomen op uiteenlopende antwoorden. Wij vinden veel wijsheid in het evangelie en hebben er toch ook onze twijfels bij. Wijsheid heb je niet in pacht: je moet haar trachten te verwerven, al doende en lerende.

Openingsgebed

Diep in ons zelf laat U zich soms vinden,
in het besef dat wij mensen zijn met talenten en gebreken.
Daar gloort de kracht om met onze zorgen om te gaan,
de wijsheid om problemen op te lossen,
de liefde om anderen te helpen.
Wij zoeken U, God: laat Uw gelaat vinden.

Acclamatie: De wijze woorden – Bertjan

De wijze woorden en het groot vertoon,
de goede sier van goede werken,
de ijdelheden op hun pauwentroon,
de luchtkastelen van de sterken:
al wat hoog staat aangeschreven
zal Gods woord niet overleven;
hij wiens kracht in onze zwakheid woont,
beschaamt de ogen van de sterken.

Bij de lezingen

De lezingen worden verzorgd door Marga van de Koevering en Maria Claessens.

Het zijn de lezingen volgens het rooster van dit kerkelijk jaar. Vertrouwde woorden gaan we horen. Maar dat geeft niet. Ook vertrouwde woorden kunnen ons steeds weer raken. Luister maar en laat het over je komen.

Eerste lezing: 1 Koningen 3: 5-12 (De Bijbel in gewone taal)

Die nacht in Gibeon droomde Salomon dat de Heer bij hem kwam. God zei tegen hem: “Je mag mij vragen wat je wilt. Ik zal het je geven.” Salomon antwoordde: “Mijn vader David was trouw aan U, en hij was eerlijk en rechtvaardig. Daarom was u heel goed voor hem. Zo goed dat u hem een zoon gaf die hem kon opvolgen. Want U hebt mij koning gemaakt als opvolger van mijn vader David. Maar ik ben nog jong. Ik heb nog niet zo veel meegemaakt in het leven. En nu ben ik de leider van het volk dat U uitgekozen hebt. Een volk zo groot, dat je het niet kunt tellen. Daarom vraag ik u dit: Leer mij om goed te luisteren. En leer mij om het verschil tussen goed en kwaad te zien. Dan kan ik uw volk leiden. Want hoe moet ik anders dit grote volk leiden?” De Heer vond dat Salomon goede dingen vroeg. Hij zei tegen Salomon: “Ik vind het bijzonder dat je dit vraagt. Dat je niet vraagt om een lang leven, of om veel bezit, of om de dood van je vijanden. Nee, je hebt gevraagd om wijsheid, zodat je goed kunt luisteren en het volk kunt leiden. Daarom zal ik je geven wat je gevraagd hebt. Ik zal ervoor zorgen dat je wijsheid en inzicht krijgt. Zo wijs als jij zult zijn, is nog nooit iemand geweest. En zo wijs zal ook nooit meer iemand zijn.’

Muziek: Uit staat en stand – Melodiek

Uit staat en stand en wijsheid losgewoeld,
omgewaaid, ontwortelde plataan.
Toen heeft hij licht onder zijn schors gevoeld,
een vlaag van knoppen die op springen staan.

Uit jij en jou en woorden weggevlucht.
Ergens heengejaagd. Boomgrens voorbij.
Op adem komen in de dunne lucht,
je eigen hartslag horen. Vogelvrij.

Uit eigen aard en huid naar iemand toe,
onontkoombaar. En niet wonen meer,
tot ik Hem, Hij mij vinden zal. En hoe –
een zee van dromen gaat in mij tekeer.

Tweede lezing: Matteüs 13: 44-52
Jezus zei: “Het Koninkrijk van God lijkt ook op een schat die in een akker verborgen lag. Iemand ontdekte dat die schat in die akker lag. Hij vertelde het aan niemand. Maar hij was er heel blij over. Hij ging naar huis, verkocht alles wat hij had en kocht die akker.
Het Koninkrijk van God lijkt ook op een koopman die mooie parels zocht. Op een dag vond hij een prachtige, dure parel. Hij ging naar huis, verkocht alles wat hij had en kocht die parel.
Het Koninkrijk van God lijkt ook op een visnet dat door de zee wordt gesleept en waarin van alles wordt gevangen. Als het net vol is, trekken de vissers het op de kant. Wat bruikbaar is, verzamelen ze in bakken. Maar wat onbruikbaar is, gooien ze weg. 
Zo zal het gaan als God een einde maakt aan deze wereld. De engelen zullen op pad gaan en de slechte mensen tussen de goede mensen uit halen. En ze zullen hen in de brandende oven gooien. Daar zullen ze huilen en met hun tanden knarsen van spijt. Begrijpen jullie dit?” Ze antwoordden Hem: “Ja, Heer.” 
Toen zei Hij: “Daarom lijkt iedere wetgeleerde die een leerling is geworden van het Koninkrijk van God, op iemand die uit zijn voorraad oude en nieuwe dingen tevoorschijn haalt.”

Muziek: Frivool – Jan Wijgers

Bezinningsverhaal (bewerking van het verhaal “God” van Kahlil Gibran)

Die nacht droomde ik dat er mensen bij mij kwamen. Ze vroegen mij een salomonsoordeel te vellen. Is dat mogelijk, tenzij je beschikt over een oneindig inzicht? Ja, daarom komen de mensen naar mij, in de verwachting dat ik dat heb. In hun diepste gedachten ben ik god. Daarom beklimmen zij mijn berg.
In ver vervlogen dagen beklommen zij mijn berg en ze zeiden tegen mij:
“Meester, wij zijn je dienaren. Uw verborgen wil is onze wet en we zullen u tot in eeuwigheid gehoorzamen.” Ik antwoordde niet, ik ging voorbij als een machtige storm. Maar zij noteerden mijn wil zorgvuldig in zelf geschreven regels. Na duizend jaar bestegen zij de berg weer en weer spraken ze mij aan en ze zeiden: “Schepper, wij zijn uw schepselen. U hebt ons uit klei gevormd en aan U hebben wij alles te danken.” “Alles”, zeiden ze, zelfs hun ongeluk schreven ze aan mijn straffende handen toe en ze berustten erin. Maar ik zweeg en ging voorbij op duizenden snelle vleugels. En na duizend jaar beklommen ze opnieuw de berg en ze zeiden: “Vader, wij zijn jouw kinderen. Dankzij jouw genade en jouw goedheid zijn wij geboren en door jou lief te hebben en te aanbidden zullen wij in de hemel komen.” Ik deed er het zwijgen toe en onttrok mij aan hun ogen door de mist die alle bergen kan omhullen. Na vele, vele jaren beklommen zij nogmaals mijn berg en ze spraken tot mij, zeggende: “Eeuwige, doel en vervulling van ons leven: wij zijn jouw gisteren en jij bent onze toekomst. Wij zijn jouw wortels in de aarde, jij bent onze bloem in de lucht, en samen groeien wij op, samen zijn wij onder de zon op weg naar de horizon.” Toen boog ik mij over hen heen en fluisterde in hun oren lieflijke woorden, en zoals de zee een beek in zich opneemt die naar haar toestroomt, zo werd ik met hen één. Bij wijsheid hoort het doorgronden met het intellect van wat eeuwig is; bij kennis het rationeel begrijpen van wat tijdelijk is. (Augustinus)

Rustmoment: Boventoon muziek – Joep Huiskamp

Voorbede

Grote Geest, hoor mij.
Jouw stem hoor ik in de winden,
en jouw adem laat alles op aarde leven.
Ik ben klein en zwak en heb jouw kracht en wijsheid nodig.

Laat mij in schoonheid leven, en mogen mijn ogen
de rode zonsondergang blijven aanschouwen.

Laat mijn handen respect hebben
voor de dingen die Jij gemaakt hebt.
En scherp mijn oren om jouw woorden te horen.
Maak me verstandig,
zodat ik de dingen kan begrijpen die jou zichtbaar maken.

Laat me lessen leren kennen
die Jij verstopt hebt in elk blad en steen.

Ik zoek kracht, niet om sterker te zijn dan mijn broer,
maar om mijn eigen zwakheid te bevechten.

Maak dat ik altijd klaar ben om naar jou toe te komen,
met Schone Handen en Eerlijke Ogen.

Acclamatie: Dan Nog – Melodiek

(Tafel)bede

Wij sluiten onze ogen en stellen ons het Avondmaal voor zoals geschilderd door Leonardo da Vinci.
Zo stellen wij ons ook dit samenzijn voor:
Woorden rond een tafel met drinken voor iedereen.
Een lied rond die tafel met brood voor iedereen

Alle mensen samen, niemand meer alleen,
brekend en met elkaar delend.
Naar zo’n onverdeelde wereld
willen wij heen.

Onze Vader

Onze vader in de hemel:

Lied: Trek ik de zee door – Melodiek

Trek ik de zee door dan zal ik je vinden
over het water zul je er zijn; 
Jij kent mijn wegen in den blinde, 
gaat met mij mee, door de woestijn. 
Trek ik de zee door dan zal ik je vinden, 
over het water zul je er zijn. 

Trek ik de zee door dan zul je me wachten 
over het water ben je mijn vuur; 
dicht aan je hart wil ik overnachten, 
zonder jou heb ik rust noch duur. 

Trek ik de zee door dan zul je mij wachten, 
over het water ben je mijn vuur. 
Trek ik de zee door dan zul je mij vinden, 
over het water stil je mijn pijn; 
nog ken ik nauwelijks wie ik beminde 
maar ga met mij door de woestijn. 
Trek ik de zee door dan zul je mij vinden, 
over het water stil je mijn pijn.

Slotgedachte

In menige afbeelding bij deze viering, schilderingen van Hendrik de Laat, figureert de kerk als symbool van de ontmoetingsplaats van mensen en God. Daarbij hoort ook de slotgedachte, voorgelezen door Ton de Coster.

Ooit las ik ergens ‘God bestaat, ik heb hem ontmoet!’ Een vreemde uitspraak. Een poosje geleden was ik in een uitgestorven en door mensen verlaten dorpje.
Uit verveling ging ik de kerk binnen en daar zag ik dat God zat te bidden!
‘Tot wie bidt hij dan’ dacht ik, ‘hij is toch zelf God!’
Maar ik hoorde het meteen: hij bad tot de mens.
‘Mens, als je bestaat, geef me een teken!’ bad hij.
Hij twijfelde aan mijn bestaan, net zoals ik aan dat van hem had getwijfeld.
Ik stapte naar voren en zei: ’Hier ben ik, God!’ God schrok en zei: ‘Een wonder! Een menselijke verschijning!’ ‘Maar God,’ vroeg ik, ‘hoe kunt u nu twijfelen aan het bestaan van de mens? U hebt hem toch zelf geschapen?’
God antwoordde: ‘Ja, maar ik heb al zo lang geen mens meer naar mij toe zien komen, dat ik me begon af te vragen of ik het me misschien allemaal maar verbeeld had’.

Zegen

Laten wij nu, gestimuleerd door de inspiratie die we hier mochten ontvangen en vervuld van zijn zegen, onze levensweg vervolgen, in de naam van de vader en de zoon en de heilige geest. Amen

Slotlied: Vur de wind – Jan Wijgers

Ik wil gaan zingen vur de wind
Een wijske vur de wind
De wind die deur de wolken waait
En wijd erop weer zaait
De wind waarin een wals begint
Een waaiend wijske vur de wind
M’n wijske vur de wind

Ik hoop maar da ge in de wind
Di wijske nog es vindt
Ik hoop maar da ge ’t heuren wil
’t Wijske nopit verveelt
Mar da ge ’t zingt
Di simpel ding
Di waaiend wijske vur de wind
Jouw wijske vur de wind

En gaat ’t oe es vur de wind
Dan staart oe maar nie blind
Op alles wa ge het vergaard
En wa ge het gespaard
Mar gif ’t deur an wie ’t heuren wil
’t Wijske vur de wind
M’n wijske vur de wind
La la la la … Ons wijske vur de wind

Muziek (met kerkpanorama’s)

Sarie Mareis – Jan Wijgers

Marit – Jan Wijgers

Nog geen reacties

Reactie plaatsen