OP WEG – Toekomst hier en nu


San Salvatorgeloofsgemeenschap

3e advent | 12 december 2021

Voorgangers Franneke Hoeks en Els Vis
Lectoren Jolanda Lensen en Maria Hoitink

Cantor Hans Wagemakers
Piano Coby Wagemans
Fluit Maria Werner

 

Openingslied: De dag loopt ten einde

Welkom
Welkom op deze derde zondag van de Advent Wij zijn hier bij elkaar om uit te kijken naar Kerstmis. Om te luisteren naar Bijbelse woorden, om stil te zijn, te zingen, te bidden.
Op weg …. Die woorden trekken met ons mee in de advent. Vandaag zijn zoeken gaandeweg sporen van toekomst. Wat ligt er verborgen onder de weg die we gaan?
Laten we het stil maken om ruimte te maken voor het derde lichtpuntje op weg naar kerstmis.

We gaan vandaag te rade bij Sefanja, een van de kleine profeten uit de Bijbel. Sefanja is een oudere tijdgenoot van de profeet Jeremia. Veel onheilswoorden in dit boek, met aan het einde -de tekst die we vandaag lezen – toch hoop en bemoediging.  Dan bladeren we door naar Lucas en horen hoe Johannes in eerste instantie vloekt en tiert, maar ondertussen ook handreikingen geeft aan wie het maar horen wil.
Laten we het stil maken om ruimte te maken voor het derde lichtpuntje op weg naar kerstmis.

Stilte

Gebed
Gij die telkens weer
het licht tevoorschijn roept,
wij wachten op u
zoeken de stilte
maken ruimte in ons hart
Kom in ons midden
Raak ons aan
met de hartslag van uw liefde
Ga ons voor met uw licht
voed ons vertrouwen
leer ons gaan
tegen doem en dood.

Aansteken van de 3e adventskaars
Laat ons hier vandaag beginnen met het ontsteken van de derde kaars van de adventskrans. Iedere week wordt het klein beetje lichter en krijgen we meer zicht op de geboorte van dat kind, dat zoon van God genoemd zal worden.

Acclamatie In droevig duister couplet 1, 2 en 3

Eerste Lezing: Sefanja 3:24-20
Jubel, vrouwe Sion, zing van vreugde, Israël, juich met heel je hart, vrouwe Jeruzalem! De Eeuwige heeft het vonnis over jou tenietgedaan en je vijand verdreven. De Eeuwige, de koning van Israël, is in je midden, je hebt geen kwaad meer te vrezen. Op die dag zal men tegen Jeruzalem zeggen:
‘Wees niet bang, Sion! Laat de moed niet zinken!’
De Eeuwige je God, zal in je midden zijn, hij is de held die je bevrijdt. Hij zal vol blijdschap zijn, verheugd over jou,
in zijn liefde zal hij zwijgen, in zijn vreugde zal hij over je jubelen. Alle treurenden zal ik bijeenbrengen, verzamelen wie op je feesten moesten ontbreken. Hun vernedering drukte zwaar op de stad. In die tijd zal ik afrekenen met je verdrukkers, de kreupelen zal ik redden, de verstrooiden bijeenbrengen. En hen die in de hele wereld werden veracht
zal ik met eer en roem overladen. In die tijd breng ik jullie terug. Ik zal jullie verzamelen, je zult met eer en roem overladen worden door alle volken op aarde. Met eigen ogen zullen jullie zien hoe ik je lot ten goede keer
– zegt de Eeuwige.

Overweging 1e deel:
Sefanja is een profeet in de ware betekenis van het woord: hij is geen toekomstvoorspeller, maar hij bekijkt de toekomst vanuit het nu. Nu zijn we nog in ballingschap, maar straks zullen we zingen en juichen. Houd moed in deze dagen, want alles komt goed in de dagen die komen gaan. Het klinkt als een blijde boodschap, maar er zit een addertje onder het gras … Want die toekomst komt er niet als we vandaag achteroverleunen en vol goede moed op die toekomst gaan zitten wachten. Die toekomst begint nu. In de lezing van vandaag schetst Sefanja die vreugdevolle toekomst, maar wat daarvoor in het nu nodig is, schrijft hij in de verzen die eraan voorafgaan. Eerst wordt onderdak geboden aan een arm en zwak volk en dan vindt er een soort uitzuivering plaats: de hoogmoedigen zullen uit ons midden verdwijnen en zij die overblijven, zullen geen onrecht doen en niet liegen of bedriegen. En dan … ja, dan is het tijd om te feesten.

Lied: In ’t laatste van die dagen zal het zijn

Evangelie: Lucas 3:7-18
Johannes zei tegen de mensen die massaal uitliepen om zich door hem te laten dopen: ‘Addergebroed, wie heeft jullie wijsgemaakt dat je veilig bent voor het komende oordeel? Breng vruchten voort die een nieuw leven waardig zijn, en zeg niet meteen bij jezelf: Wij hebben Abraham als vader. Want ik zeg jullie: God kan uit deze stenen kinderen van Abraham verwekken! Ja, de bijl ligt al aan de wortel van de boom: iedere boom die geen goede vruchten draagt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen.’ De mensen vroegen hem: ‘Wat moeten we dan doen?’ Hij antwoordde: ‘Wie twee stel onderkleren heeft, moet delen met wie er geen heeft, en wie eten heeft moet hetzelfde doen.’ Er kwamen ook tollenaars om zich te laten dopen, en die vroegen hem: ‘Meester, wat moeten wij doen?’ Hij zei tegen hen: ‘Vorder niet meer dan wat jullie is opgedragen.’ Ook soldaten kwamen hem vragen: ‘En wij, wat moeten wij doen?’ Tegen hen zei hij: ‘Jullie mogen niemand afpersen en je ook niet laten omkopen, neem genoegen met je soldij.’ Het volk was vol verwachting, en allen vroegen zich af of Johannes misschien de messias was, maar Johannes zei tegen hen: ‘Ik doop jullie met water, maar er komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om de riemen van zijn sandalen los te maken. Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur; hij houdt de wan in zijn hand om de dorsvloer te reinigen, het graan zal hij bijeenbrengen in zijn schuur en het kaf in onblusbaar vuur verbranden. ’Op deze en andere wijze spoorde hij de mensen aan en verkondigde hij hun het goede nieuws.

Acc.: God verscholen … scheur de hemel open en kom.

Overweging 2e deel:
In de tijd van Johannes leefden de mensen heel sterk met de verwachting van het einde der tijden. Johannes windt er geen doekjes om: denk je nou echt dat je veilig bent voor het eindoordeel? Dat jij als vanzelfsprekend bij het volk van de Ene hoort omdat je afstammeling bent van Abraham? Zo simpel is het niet. Er moet een nieuw volk komen. En daar word je geen lid van alleen omdat je als Jood geboren bent of trouw bent aan de Thora. Het gaat erom of je bereid bent je te keren naar de Ene, naar God, naar dat wat goed en rechtvaardig is. En al die mensen die zich laten dopen, zeggen: ja dat wil ik. Vertel me hoe. Wat moet ik doen? Zelf zou ik tegen Johannes willen zeggen: wat KAN ik doen? Ik? In mijn eentje? Het goede nieuws is: ik ben niet alleen. Om te beginnen bent u hier. En wij zijn hier met een reden. We luisteren naar die goede boodschap dat het duister niet het laatste woord heeft. We keren ons hier naar het licht. In de duisternis van haat, oorlog en geweld, klinken de woorden “en toch …”. En toch geloven we dat de nacht ten einde loopt en de dag naderbij komt. Dus: Johannes, wat kan ik doen? Ik ben geen heilige. Ik kwets soms mensen, meestal die waar ik veel van hou. Ik vergeet soms anderen omdat ik het te druk heb met mezelf. En toch … Toch geloof ik dat ik een kind ben van die hemelse vader/moeder. Dat ik gezien word. Dat ik gedragen word. En dat geloof zet mij in beweging om een zo goed mogelijk mens proberen te zijn.
Johannes zegt ons vandaag dat wij mogen uitzien naar de komst van de mensenzoon die ons zal dopen met de adem van de geest en met vuur. Het is die geest en dat vuur die we nodig hebben om tegen de stroom van cynisme en doemdenken in te zwemmen. En in vertrouwen uit te zien naar een nieuwe morgen. Dat het zo moge zijn.

Stilte

Geloofslied: Een mens te zijn op aarde

Voorbede
Voor de toekomst van onze wereld. Dat er leiders mogen opstaan die bruggen slaan. Die zich inzetten voor een beter leefklimaat. Voor de universele rechten van mens en dier. Dat zij in de onherbergzame woestijn die onze wereld is, mogen blijven roepen: Kom! Ik luister. Ik maak plaats voor jou.
Acclamatie Laat komen hij die komen zal
Voor allen die leven in het donker. Omdat zij op de vlucht zijn en geen kant op kunnen. Omdat zij eenzaam zijn en niet worden gezien. Omdat zij wanhopig zijn en niet om hulp durven vragen. Dat er toekomst voor hen mag zijn in het licht van een medemens.
Acclamatie Laat komen hij die komen zal
Voor ons hier bij elkaar. Dat we ons niet door het duister laten neerslaan en ons mee laten slepen in wij-zij denken, in uitzichtloosheid, in angst. Maar dat we geloven in goedheid, in solidariteit, in verbondenheid. Dat we in geloof, hoop en liefde uit mogen blijven zien naar het licht.
Acclamatie Laat komen hij die komen zal

Tafelgebed
Omwille van liefde voor elkaar en zorg voor leven gaat het brood niet rond wordt de beker niet gedeeld. Maar in de kaalheid van het ontbreken voelen we misschien meer dan ooit de waarde van dat letterlijk eten van hetzelfde brood
en drinken uit een beker. Die geest van zorg voor elkaar
en voor de wereld is iets wat we delen, hoe dan ook. Laat de stilte en de leegte hier maar even met ons zijn in de wetenschap dat leegte ruimte in zich draagt.

Vredeswens
Vredeslied: Zuster broeder vrede voor u van de eeuwige

Onze Vader

Mededelingen

Slotgedachte
Er heerste eens in een land ten zuiden van de Sahara een grote droogte. Het gras van de steppe kwijnde weg. De dieren vonden geen water meer. De woestijn rukte op. Zelfs dikke bomen en struiken die de droogte gewend waren, zagen hun einde naderen. Bronnen en rivieren waren allang opgedroogd. Slechts één enkele bloem overleefde de droogte. Ze groeide dichtbij een heel kleine bron.  Maar ook de kleine bron was de wanhoop nabij. Vol droefheid vroeg zij zich af: “Waarom doe ik al die moeite voor één enkele bloem, terwijl alles in het rond verdort?” Toen boog een oude knoestige boom zich over de kleine bron en zei: “Lieve kleine bron, niemand verwacht van jou dat je de hele woestijn groen en levend maakt. Jouw taak is het één enkele bloem leven te schenken, meer niet.

Zending en zegen
We gaan op weg en planten toekomst onder de zegen van uw naam Eeuwige die we kennen als vader/moeder, zoon en goede geest.

Slotlied: Scheur toch de wolken weg en kom

Nog geen reacties

Reactie plaatsen