Op weg naar een nieuw begin & nader tot u

THEMA: Op weg naar een nieuw begin & Nader tot U
DATUM: 17 november 2018

Voorgangers: Maria van den Dungen & Wilton Desmense
met Maria Werner (dwarsfluit), Gieneke Ruiters (piano) en Hans Moerman (cantor)
lector: Ria van Luijk

OPENINGSLIED: De vreugde voert ons naar dit huis

WELKOM
Van harte welkom in deze zaterdagavondviering. Morgen is Gepke Kerssen de voorganger: zij koos als thema “De laatste levensfase”. Met een aantal mensen uit onze gemeenschap heeft zij daar gedachten over uitgewisseld. De lezingen van vandaag uit het Oude en het Nieuwe Testament lijken weinig te maken te hebben met de laatste levensfase. Toch hebben we voor deze viering, die voorbereid is door Maria van den Dungen en ik, gezocht naar aanknopingspunten en deze ook gevonden in dingen die bij ons spontaan opkwamen.
Wij hopen op een goed samenzijn. Beginnen we met een ogenblik stilte en daarna een gebed..

GEBED
Als wij leefden in het paradijs
zouden wij kunnen zeggen:
De weg is lang,
met vele bochten,
en hij leidt ons naar wie-weet-waar,
wie-weet-waar!
Maar wij zijn sterk,
sterk genoeg om hem te gaan.
Hij is niet zwaar, hij is onze broer.
Voor velen in onze wereld is het zo, voor velen niet.
Moge voor ons allemaal
de levensweg draagbaar zijn
van de wieg tot het graf
en mogen wij daartoe de kracht
blijven zoeken en vinden.

ACCLAMATIE: Gij die uw naam hebt uitgeroepen

INLEIDING OP DE LEZINGEN
Twee lezingen, uit het boek Exodus en uit het evangelie van Marcus, met als rode draad, dat het niet altijd rozengeur en maneschijn is op de weg door het leven. Zeker niet als je verzeild raakt in een woestijn! Maar ook een hoge trede op de maatschappelijke ladder biedt geen garantie tegen jobstijdingen!

1e LEZING
(Exodus 16, 1-8)
Toen ze van Elim vertrokken, kwamen ze in de Sin-woestijn. Die ligt tussen Elim en de berg Sinaï. Het was anderhalve maand sinds ze uit Egypte waren vertrokken. Het hele volk Israël mopperde en klaagde tegen Mozes en Aäron. Ze zeiden: “Waren we maar in Egypte door de Heer gedood. Toen hadden we tenminste vlees te eten en meer dan genoeg brood. Jullie hebben ons in deze woestijn gebracht om ons hier allemaal te laten sterven van de honger.”
Toen zei de Heer tegen Mozes: “Ik zal voor jullie brood uit de hemel laten regenen. Het volk mag daarvan precies zoveel verzamelen als ze voor één dag nodig hebben. Ik wil zien of ze wel of niet zullen doen wat Ik beveel. En op de zesde dag moeten ze ervoor zorgen dat ze twee keer zoveel verzamelen als op de andere dagen.”
Toen zeiden Mozes en Aäron tegen de Israëlieten: “Vanavond zullen jullie zien dat de Heer jullie uit Egypte heeft gehaald. En morgenochtend zullen jullie de stralende hemelse macht en majesteit van de Heer zien. Want Hij heeft jullie gemopper en geklaag tegen Hem gehoord. Wie zijn Aäron en ik immers, dat jullie tegen óns zouden mopperen en klagen? De Heer zal jullie ’s avonds vlees en ’s morgens brood geven. Er zal meer dan genoeg zijn. De Heer heeft gehoord hoe jullie tegen Hem hebben lopen mopperen en klagen. Want jullie hebben niet tegen óns gemopperd en geklaagd, maar tegen de Heer.”

LIED: Wees hier aanwezig, God, woon niet in wolken

2e LEZING (Marcus 12, 37 – 13, 2)
De meeste mensen luisterden graag naar Jezus. Eens vertelde hij hun: “Pas op voor de wetgeleerden. Ze willen graag in mooie kleren lopen en op de markt gegroet worden. Ze houden ervan om bij de maaltijden op de beste plaatsen te zitten. En in de synagogen willen ze op de voorste rij zitten. Maar ze zetten arme weduwen hun huis uit! Zo kunnen die vrouwen amper leven. En om heel godsdienstig te lijken, zeggen ze wel mooie, lange gebeden op. Daarom zullen ze een zwaardere straf krijgen!”
Jezus ging in de tempel tegenover de geldkist zitten. Hij keek hoe de mensen er geld in gooiden. Veel rijke mensen gooiden er veel in. Er kwam ook een arme weduwe. Ze gooide er twee koperen muntjes in, samen één duit. Hij riep zijn leerlingen en zei tegen hen: “Luister goed! Ik zeg jullie dat deze arme vrouw het meeste in de geldkist heeft gedaan van allemaal. Want al die andere mensen hebben er iets van hun rijkdom in gegooid. Maar zíj heeft van haar armoede erin gegooid. Ze heeft er alles in gegooid wat ze nodig had om van te leven.”
Jezus vertrok uit de tempel. Eén van zijn leerlingen zei tegen hem: “Kijk eens, meester, wat zijn het toch prachtige gebouwen!” Jezus zei tegen hem: “Kijk nog maar eens goed naar die grote gebouwen. Er zal geen steen van op de andere blijven staan. Alles zal tot de grond worden afgebroken.”

ACCLAMATIE: Groot is de wereld (R29)

OVERWEGING
Toen de Israëlieten onder leiding van Mozes en Aäron vertrokken uit Egypte, hadden ze geen flauw benul wat hun te wachten stond. Ze waren uitgelaten: eindelijk weg uit dat land, waarin zij allochtonen waren,  onderdrukt werden en uitgebuit. En zie: God trok voor hen uit. Hij baande voor hen een weg tussen muren van water. Vervolgens stond hij achter hen, toen de Egyptenaren zich bedachten en de vluchtelingen terug wilden halen. De exodus voerde hen de woestijn in. Daar zouden zij 40 jaar blijven rondtrekken, maar na 45 dagen waren zij het beu! Een woestijn geeft je niet genoeg te eten, niet genoeg voor je lichaam, niet genoeg voor je geest. Alles waar zij op konden rekenen was verdwenen: dan loop je met de ziel onder je arm; je verlangt terug naar de dagen van weleer. Die zijn jou echter voor altijd ontnomen! Waarheen leidt de weg? Hoe moet je omgaan met jouw veranderde situatie?
Mozes en Aäron hadden een oud-testamentische boodschap: val terug op God. Hij zal voor ons zorgen: het komt vanzelf goed, jullie hebben niet voor niets gemopperd en geklaagd.
Werkte het toen zo? Werkt het nu zo? Mopper maar op God en dan luistert hij wel? Heeft iemand van jullie dat ervaren? Als God al zorgt voor manna en kwartels, zul je er zelf toch op uit moeten gaan om dat manna te zoeken en die kwartels te vangen.
De boodschap lijkt me eerder: om steun te vinden van God moet je zelf actief worden: zoek en gij zult vinden.
Dan keren namelijk de kansen. Je neemt het lot in eigen hand, gesteund door waar je in gelooft, namelijk dat er uitzicht te vinden is, in welke fase van je leven je ook bent.
We komen daarmee via de tweede lezing in een evangelische sfeer, die van compassie. De onoprechte, rijk of niet, mist die: die heeft slechts passie, voor uiterlijk vertoon en eigenbelang. Maar de arme geeft uit het hart en heeft hart voor de minsten. Dat is een karaktertrek die vanuit eigen kracht ook oog heeft voor de noden van anderen en die zegt: “samen kunnen we meer” en “alle beetjes helpen”.
Om tenslotte nader aan te sluiten bij het thema “de laatste levensfase”: als de titels van twee boeken van Gerard Reve langzamerhand steeds meer op ons van toepassing worden, namelijk “Op weg naar het einde” en “Nader tot U”;
en als de kracht van leven minder wordt is de combinatie van kracht zoeken zowel bij jezelf als bij anderen een belangrijke richtingwijzer. Dan zit er een wijze levensles in de tekst van een lied als “Wij zochten U, o Heer, en vonden een gelaat, en onze mond werd taal, het wonder van …. enz.” En dan is er ook reden om de donkere klank van de woorden “Op weg naar het einde” te veranderen in een lichte: “Op weg naar een nieuw begin”. Zo zij het.


GELOOFSLIED:
Wij geloven in de vader

KLAARMAKEN VAN DE TAFEL /COLLECTE

VOORBEDEN
Wij bidden voor wie de laatste levensfase zwaar valt, omdat zij geen gezin of familie hebben die om hen heen staan. Voor wie de dood te snel dichtbij komt om hem een plaats in hun leven te geven. Dat er mensen zijn die aan hen warme aandacht en zorg geven, naast hen staan.
ACCL.:
Keer U om
Wij bidden voor mensen, oud of jong, voor wie het leven zo zwaar is, dat zij de dood als enige oplossing zien. Dat wij hun nood zien en aan hen geven wat ze nodig hebben.
ACCL.
Wij bidden dat wij de minder wezenlijke dingen los zullen kunnen laten om ook zo van onze dagen te blijven genieten en op weg naar een nieuw begin nader tot U te komen.
ACCL.
Wij bidden voor de volgende intenties:
ACCL.

TAFELGEBED
Wij danken u
dat u met mensen onderweg bent,
dat de hemel ons de weg wijst,
dat er licht is in het donker,
brood voor onderweg,
woorden die ons verlangen blijven wekken
naar een land van liefde en recht.

Wij danken u voor medereizigers op onze weg,
voor mensen die ons voorgingen in vertrouwen,
zoals Mozes en Aäron,
die op weg door de woestijn
bleven geloven in het beloofde land;
zoals de weduwe die alles gaf,
in het vertrouwen niet tekort te komen.

Wij danken u voor Jezus,
in wie uw licht scheen als nooit te voren,
die leven bracht waar alles doods leek.
In hem werd uw liefde zichtbaar
als grond van ons bestaan,
liefde die niet verdween, toen het moeilijk werd.
In hem leefde de hoop
dat liefde sterker is dan de dood.

Toen hij het feest van de bevrijding uit Egypte vierde,
het feest van de hoop,
de avond voor hij werd opgepakt,
nam hij bij de maaltijd het brood,
sprak de dankzegging uit,
brak het en zei:
dit brood is als mijn leven,
gebroken en gedeeld met jullie.
Hij nam ook de wijn en zei:
dit is de wijn van de nieuwe wereld
waar ik zo mee verbonden ben!
Waar jullie brood en wijn blijven delen,
dáár ben ik er bij,
dáár blijft de hoop op de nieuwe wereld levend.

Samen bidden wij met zijn woorden
om die wereld die zeker komen zal!

Onze vader

Vredeswens
Hij stierf, veel te jong, nooit vergeten.
want de liefde van en voor hem
bleek sterker dan de dood.
Mogen wij in zijn geest leven en sterven,
vertrouwen, hopen en liefhebben als hij,
de nieuwe wereld dichterbij brengen:
nader tot elkaar.

VREDESLIED:
Komen ooit voeten gevleugeld

BREKEN EN DELEN
In het delen van brood en wijn denken we aan Jezus,
aan zijn leven en sterven en dat hij nog altijd leeft onder ons.
Laten wij in verbondenheid met wie tot in eeuwigheid zijn
ons leven delen met wie op onze weg komen,
zoals hij zijn leven deelde en gaf.


LIED:
Nacht is om de huizen heen

GEBED AAN DE TAFEL

Wij danken u
dat wij hier samen
het geheim van het leven mogen ervaren:
dat U ons omgeeft,
in elke fase van het leven.
Laat ons, ook in de laatste levensfase,
niet over aan onszelf,
maar wees aanwezig
als een zacht herfstlicht
en open ons voor elkaar.

MEDEDELINGEN

SLOTGEDACHTE
Mensen kennen soms geluk en soms verdriet,
licht en duister, allebei, vergeet dat niet.

Als je hart vol liefde is voor iedereen,
als je vrienden hebt, dan ben je niet alleen.

Tel je zegeningen, tel ze allemaal,
en je vindt je leven toch een mooi verhaal.

ZEGENWENS
Laten wij gezamenlijk de zegenwens uitspreken:
In de geest van deze viering gaan wij vanhier.
Wij bidden bemoediging mee te krijgen van elkaar
en van de woorden die wij hier hoorden.
Mogen die ons inspireren,
in de naam van Die wij noemen:
vader, zoon en heilige geest.
Amen.

SLOTLIED: Vroeg in de morgen

Nog geen reacties

Reactie plaatsen