Leid ons niet in bekoring maar verlos ons van het kwade

San Salvatorgemeenschap
Viering 19 en 20 oktober 2019

Thema: Leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van het kwade

Lectoren: Ria van Luijk/ Fiet Vreeburg en Maria Claessens
Muzikale ondersteuning: Wilton Desmense, cantor; Maria Werner, fluit/ Cantorij o.l.v. Peter-Paul van Beekum, Marc Baghuis, piano
Voorganger: Corrie Dansen

Openingslied
Zaterdag: Zomaar een dak
Zondag: De vreugde voert ons naar dit huis

Welkom
Lieve mensen,
Welkom, waar je ook vandaan komt, wie je ook bent, wat je ook met je meedraagt, jouw aanwezigheid draagt bij aan ons aller samenzijn hier. Fijn dat jullie er zijn!
Onze viering vandaag staat in het teken van de vierde avond in de Onze Vader-cyclus, met de bede “leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van het kwade”. Het is een viering geworden niet helemaal volgens het bekende stramien. Het thema is zo veel omvattend; vanavond/vanmorgen zullen we wat flarden ervan proberen te raken, en delen we een aantal impressies en associaties bij het thema. En we zingen samen liederen van verbinding.

Laten we nu eerst stil worden. Laten we ruimte maken in onszelf om ons te laten raken door wat we vanavond/vanmorgen horen, zien en ervaren.

Gebed
Jij die we met duizend namen noemen, onnoembare, geheim van het leven, vader en moeder, God, ben ons vanavond/vanmorgen nabij. Mogen we in de ruimte van ons hart jouw aanwezigheid ervaren. Mogen we in de nabijheid van elkaar weten dat Jij ons draagt en optilt.

Acclamatie
Zaterdag: Heer, onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig
Zondag: Wek mijn zachtheid weer

Inleiding bij de lezing:
De gebedsregel van vandaag uit het Onze vader brengt ons bij een oerverhaal, het verhaal van Adam en Eva, die de verleiding niet konden weerstaan. Een oerverhaal over wat het is, hoe het is om mens te zijn, iemand die telkens de mogelijkheid heeft om te kiezen tussen wat goed doet en wat niet. Ons verhaal van vanavond/vanmorgen begint als Adam en Eva net samen zijn.

Lezing:
En God zag dat het goed was. “Ik hoop dat jullie heel gelukkig zullen zijn in de tuin,” zei God. “Je mag alles, alleen één ding mag je niet. Van alle bomen mag je de vruchten eten, alleen niet van de boom van de kennis van goed en kwaad. Die boom is van mij. Als jullie gaan bepalen wat goed en fout is, gaat het mis, dan ga je dood. Maar verder mag je alles. Ga maar gauw genieten, samen.”
Er kronkelde een slang door de bomen van de hof, hij had alles gehoord. De gluiperd wilde niet dat de mensen gelukkig zouden zijn in de tuin, hij wilde daar een stokje voor steken.
“Jullie mogen niet van alle bomen eten, hè?” zei hij met die gemene tong van hem. “Wij mogen wel van alle bomen eten,” zei Adam.
“Nee, niet van alle. Ik heb het God zelf horen zeggen. Typisch God. Eigenlijk mag er niets van God. Hij wil zelf de baas spelen en daarom houdt hij jullie klein. Hij wil niet dat jullie ook als God worden. Maar het is alleen maar bangmakerij, hoor, dat je zult sterven als je eet van de boom van de kennis van goed en kwaad. God wil niet dat jullie ook iets willen. Kijk toch eens wat een mooie boom het is. Je mag er rustig van eten. Je ogen zullen opengaan, je zult als God zijn, alwetend!”.
De man en de vrouw keken elkaar aan. Als God zijn, alwetend, dat leek hun wel wat. De vrouw nam de vrucht van de boom en samen aten ze ervan. Hun ogen gingen open. En wat zagen ze? Niet dat ze als God waren, zoals de sluwe slang had beloofd. Zij zagen dat ze naakt waren. Ze hadden ineens andere ogen gekregen, ze schaamden zich voor elkaar en ze schaamden zich voor God. Van vijgenbladeren maakten ze twee schorten.
In de koelte van de avond wandelde God door de tuin. Gauw verstopten ze zich in de struiken.
“Adam, waar ben je?”
“Ik hoorde dat u eraan kwam en ik werd bang. Ik ben naakt.”
“Hoe weet jij dat, dat je naakt bent? Heb je soms gegeten van de boom der kennis?”
“De vrouw die u mij gaf, heeft mij de vrucht gegeven.”
“Is dat zo?” vroeg God aan de vrouw.
“De slang zei dat ik van die vrucht mocht eten.”
“Ellendig beest,” zei God tegen de slang, “vervloekt zul je zijn! Je zult je leven lang over de grond moeten kruipen, stof zul je eten.” Tegen de man en de vrouw zei hij: “Ik wil dat jullie uit het paradijs verdwijnen. En eens op een dag zullen jullie sterven. Dan keer je terug tot de aarde waaruit je bent voortgekomen.”
God zweeg. Had hij er nu al spijt van dat hij de mensen had gemaakt? Of had hij spijt van wat hij zo-even had gezegd? “Jullie moeten nog even wachten voordat je de tuin verlaat,” zei God om ze te troosten. “Ik zal wat kleren voor jullie maken.”
“Gelukkig,” dacht Adam, “God laat ons niet vallen. Dat wij zullen sterven was niet zijn laatste woord, wij krijgen nog een tijd om te leven.” Ineens wist hij een mooie naam voor zijn vrouw. “Jij heet Eva,” zei hij, “Moeder van alle levenden.
“Eva?” vroeg Eva verwonderd.
“Ja,”zei Adam, “want er zal nieuw leven uit jou geboren worden.”
Eva sloeg haar arm om Adam heen. Zo verlieten zij de tuin. Ze trokken naar het oosten.

Uit Nico ter Linden: Het land onder de regenboog; Verhalen uit het Oude testament

Lied
Zaterdag: Jij, die voor alle namen wijkt
Zondag: Waarom, wanneer

Wat is het goede om te doen? Wat geeft ons hoop?
Tijdens de avond dat we de regel “leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van het kwade” met elkaar bespraken bleek hoe verschillend woorden gehoord kunnen worden. Zo kan “bekoring” vertrouwd én ouderwets tegelijkertijd klinken, als een woord dat toch ook een pósitieve betekenis kan hebben, – als iets bekoorlijk is, is dat toch ook iets fijns?-, als een ongemakkelijk woord uit een andere kerkelijke traditie, of als een rem op wat je als opgroeiende puber onbekommerd zou willen ontdekken. Aan het uitgebreider onderzoeken van de betekenis zijn we toen niet toegekomen. Laten we nu, als het gaat over bekoring of verleiding, samen luisteren naar een lied van Stef Bos. Het laat een aspect zien van onze gevoeligheid hiervoor. Het lied heeft Stef Bos “het Duel” genoemd, het lied van Christus en de Duivel. Hij zegt daarover:
“De persoon van Christus zie ik als …..iemand die ……zichzelf ziet als de poort naar een bewustzijn dat verder gaat dan de banaliteit van het ego. In dit ……..lied ….gaat hij de strijd aan met de Duivel wanneer hij zich terugtrekt in de woestijn boven op de berg met uitzicht op de wereld. De Duivel is in dit geval het ego, de verleiding van ijdelheid, etc. Daar ontstijgt hij zichzelf.”

Refrein

Ik sta hier in de open vlakte
De nacht die valt en het is koud
De wind die waait
Vanuit het noorden
Ik ben hier en ik wacht op jou

Ik ben alleen en ongewapend
En ik heb misschien
Geen schijn van kans
Maar ik daag je uit te duelleren
Oog om oog en tand om tand

Je zit al jaren op mijn hielen
Je volgt mij waar ik ga of sta
Je blijft onzichtbaar
In het donker, in mijn schaduw, ·

Altijd klaar om toe te slaan

Refrein

Ik sta hier in de open vlakte
De nacht die valt en het is koud
De wind die waait
Vanuit het noorden
Ik ben hier en ik wacht op jou

Laat je zien kom uit het donker
Want de volle maan geeft licht
Bekijk mij met je holle ogen
En je marmerbleek gezicht
Nu is het jij en ik, jij en ik

Jij hebt me slag na slag verslagen
Maar je bent nog steeds niet
Van mij af
En ik wil me met jou meten
Kom naar buiten, kom, want ik wacht

En ik weet dat alles
Aan jouw kant staat
De dood, de oorlog en de tijd
En ik weet dat ik misschien geen schijn van kans maak
En ook al raak ik alles kwijt

Laat je zien kom uit het donker
Want de volle maan geeft licht
Bekijk mij met je holle ogen
En je marmerbleek gezicht
Nu is het jij of ik

Misschien ben jij een deel van mij,
zoals het donker en het licht
niet van elkaar te scheiden zijn
en zoek ik naar een evenwicht.

Jij en ik

Refrein

Ik sta hier in de open vlakte
De nacht die valt en het is koud
De wind die waait
Vanuit het noorden
Ik ben hier en ik wacht op jou

Stef Bos: Lied van Christus en de duivel – Duel

De verleiding van het ego, dat herken ik wel. Toen, bij het voorbereiden van deze viering, merkte ik dat ik de gebedsregel van vandaag liever wil interpreteren als een oproep om het goede te doen in plaats van het kwade te laten. Het geeft me een positieve gerichtheid en meer energie. Wij mensen kúnnen kiezen, iedere dag, ieder moment hebben we de gelegenheid ons af te vragen “is wat ik doe, het goede om te doen?”. Er zijn zoveel gebieden in ons leven waarop je die vraag kunt toepassen. Hoe we met onszelf, met elkaar, met anderen en met de aarde omgaan.
Inspirerend is voor mij het nieuwe boek van Rutger Bregman. Het heet “De meeste mensen deugen; een nieuwe geschiedenis van de mens”. Hij komt met veel voorbeelden van hoe mensen bereid zijn elkaar te ondersteunen en keuzes te maken die ten goede komen aan een hele gemeenschap. Een van de voorbeelden komt uit de Eerste Wereldoorlog: hoe soldaten van beide kanten aan het front met elkaar Kerst vierden. “Er is,” zegt Bregman, “een alternatief. Haat kan worden omgezet in vriendschap, vijanden kunnen elkaar de hand schudden. Dat mogen we geloven, niet omdat we naïef mogen zijn, maar omdat het echt is gebeurd.”
Hij roept ons op ons te trainen in compassie: “niet delen in het leed van de ander, wel diens leed zien en in actie komen. En,” zegt hij, “wees realistisch. Geef toe aan je natuur en schenk je vertrouwen. Schaam je niet voor je generositeit en doe het goede in het volle daglicht……
Over dat laatste gesproken: Inspirerend vind ik ook de voorbeelden die ik de afgelopen tijd tegenkwam.  Ik noem er een paar: De aanleg van voedselbossen, waarbij landbouw en natuur gecombineerd worden voor een duurzame voedselproductie, een website als “iedereen doet wat” met tips op het gebied van energie, voedsel en vervoer, tips die ten goede komen aan het milieu, en als laatste een vooraanstaand modejournalist die aan de weg timmert en een pleidooi houdt voor slow fashion en attent maakt op alle misstanden in de mode-industrie.
Volkskrantjournalist Fokke Obbema ging na een hartinfarct in gesprek met allerlei mensen over de zin van het leven. In een jaar tijd interviewde hij veertig mensen, die zich beroepsmatig of noodgedwongen veel met dit thema bezighouden. Als rode draad, die in al die gesprekken naar voren komt, noemt hij het belang van verbinding, de ervaring van een diepe verbondenheid met anderen, met de natuur, een schakel zijn in een groter verbond, een werkelijkheid die veel groter is dan we ons kunnen voorstellen.

(Bron: Volkskrant 28 september 2019).

“Leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van het kwade” wordt dan een gebed om ons af te stemmen op die diepe verbondenheid en ondersteuning te ontvangen om het goede te doen. Dan krijgen we, net als Adam en Eva, tijd om te leven en zal er nieuw leven uit ons geboren worden.

Geloofslied
Zaterdag: Wij geloven in de Vader
Zondag: Een mens te zijn op aarde

Tafel klaarmaken en collecte:

Voorbeden

Laten we bidden
We bidden voor onszelf, God. Ga mee in ons midden. Dat we hulp mogen ervaren om verleidingen te weerstaan die onszelf, anderen en de aarde kwaad doen. Dat we elkaar steunen om mensen in hun waarde te laten, zuinig te zijn op de aarde. Dat we ons bewust zijn dat dingen mooier kunnen worden door soms niets of juist iets te doen. Dat we ons verbinden met elkaar, met anderen in ons leven en met jouw aarde. Laat oppervlakkige dingen ons niet misleiden.

We bidden voor hen die getroffen worden door het kwade in hun leven. Ga mee in hun midden. Dat zij hun vertrouwen niet verliezen. Dat er mensen zijn die zich met hen verbinden en hen ondersteunen. En we bidden voor mensen met macht, die kiezen vanuit hun ego en niet vanuit verbinding met wat het goede is om te doen.

We bidden voor wat er in onze harten leeft; voor wat er in ons intentieboek is opgeschreven; voor degenen die ziek zijn en de mensen om hen heen, dat zij zich gezien en gekoesterd weten;

We bidden voor de mensen die er niet meer zijn en met wie wij ons blijvend verbonden weten. Dat zij geborgen zijn in Jouw naam. Vandaag noemen wij met name

Acclamatie
zaterdag : Gij die uw naam hebt uitgeroepen/ Spreidt uw dragende vleugels over hen uit
zondag: Gij die uw naam hebt uitgeroepen/Koester de namen

Tafelgebed
God, Moeder en Vader van ons mensen:
wij danken Jou
voor de schoonheid van de aarde,
voor de wind en de zon,
voor de geuren en de regen,
voor de kleuren en de wolken,
voor de dieren en de planten,
voor de mensen
om wat ze zijn en om hoe ze zijn,
allemaal verschillend,
mooi op hun eigen manier.

Wij danken Jou voor Jezus.
Door hem leren wij Jou kennen:
door hoe Hij heeft geleefd,
door wat Hij zei en deed.
Hij leefde ons voor
dat liefde het grootste gebod is,
dat liefde de basis
vormt van echte gemeenschap.
Zijn spoor is onuitwisbaar,
zijn geest in ons is niet te doven.

Op de laatste avond van zijn leven,
heeft Hij in het bijzijn van zijn vrienden
brood genomen,
dankte Jou voor het brood,
brak het
en deelde het aan zijn vrienden
met de woorden:
‘Neem en eet van dit brood,
dit is mijn leven,
ik geef het aan jullie.’

Hij nam een beker,
sprak een dankgebed,
en zei tot zijn vrienden:
‘Drink hieruit en proef van mijn liefde,
zodat mijn vreugde in u zal zijn
en haar volheid bereikt.
Heb elkaar lief,
zoals ik u heb lief gehad.’

Zo is Hij voor ons levend brood geworden,
zo delen wij ons gebroken leven,
om ten volle mens te zijn.

Goede God,
Voed in ons het respect voor de aarde
en al die haar bewonen.
Voed in ons het respect
voor alle mensen, die als één familie
geschapen zijn naar Jouw beeld.

Laat ons met de hulp van jouw Geest
een gemeenschap zijn
van mensen in beweging,
vol ruimte en openheid voor elkaar.

Raak ons met jouw liefdesvuur.
Verfris ons,
doe ons herleven in het doen van gerechtigheid.
Laten wij elkaar tot brood worden,
brood van vrede en liefde,
zodat wij elkaar niet loslaten.

Laat ons daartoe bidden
met de woorden die Jezus ons geleerd heeft:

Onze Vader, die ….

Vredewens: Laten we elkaar uitnodigen als lid van eenzelfde familie om vrede te verspreiden. Wensen we dat elkaar toe: vrede en alle goeds.

Vredeslied
Zaterdag: Vrede zal er zijn op aarde
Zondag: Liefde, dal van liefde

Uitnodiging aan tafel: Het breken van het brood als teken van verbinding: ook jij bent een mens zoals ik, ons leven gedeeld met elkaar. Laten we dat teken geven. Iedereen van harte uitgenodigd.

Communielied
Zaterdag: Instrumentaal
Zondag: Naar u levende klimt mijn ziel

Afsluiting tafelgedeelte: in stilte

Goed om te weten:
Bloemetje van de week:

Slotgedachte:
Als slotgedachte een uitspraak van Floor Wibaut, ongeveer honderd jaar geleden wethouder in Amsterdam:

Er is maar één land: de aarde.
Er is maar één volk: de mensheid.
Er is maar één geloof: de liefde.

Zegen
Gaan we met deze woorden van verbinding op weg naar huis, de nieuwe week tegemoet. Zegenen we daarbij elkaar en vragen we de zegen van die wij noemen Vader/Moeder, Zoon en Goede Geest.

Slotlied
Zaterdag: Uit vuur en ijzer
Zondag: Uit vuur en ijzer

 

 

Nog geen reacties

Reactie plaatsen