JIJ LICHT IN MIJ

 

VIERING VAN ALLERZIELEN 2020 | 30 oktober 2021
Voorgangers Els Vis, Corrie Dansen, Karel Bierlaagh & Franneke Hoeks
Koor Melodiek o.l.v. Hans Waegemakers
Piano Coby Wagemans | Fluit  Maria Werner

JIJ LICHT IN MIJ

Stil worden om jou te herinneren
Stil word ik in mij zelf.
Jou wil ik voelen in mij.
Ik hoor nauwelijks het geschuifel van de voeten.
Mensen zijn gekomen.
Van alle kanten.
Verbonden met jou waren ze.

Stiller word ik in mijzelf.
Verdoofd ben ik nog.
Niet te zeggen hoe ik mij voel.
Alles zo vreemd.
Ben ik dit wel zelf?
Zal het morgen niet gewoon een andere dag zijn?
Alsof er niets gebeurde?
Zo anders stil word het in mij.
Jou herinner ik mij.
Jouw gezicht voor mij.
Je zou nog zo een woord kunnen spreken.

Zo anders stil word ik nu.
Jouw naam klinkt.
Een kaars wordt ontstoken.
Jij licht in mij.
Jij licht voor mij.
Jou wil ik mij te binnenbrengen.
Zo stil word ik nu. (Marinus van der Berg)

Lied  De woorden die wij spraken tot elkaar
De woorden die wij spraken tot elkaar,
haastige, harde, lieve, onverstane.
de nacht die wij verzwegen voor elkaar,
de bange dromen, de doorluchte wanen,
de dagen die wij gingen met elkaar
in donker woud door schaduwlichte lanen.
De mensen die wij werden één voor één,
spelende handen, helderziende ogen,
lichamen, stromend water, steen en been,
vurige gezichten, vonken mededogen,
die ene die wij zijn en anders geen,
die anderen die wij nog worden mogen.
Dit niets dat overleeft ternauwernood,
dit alles dat ik ben in vrees en beven,
dit enig hier nu tegen doem en dood,
dit korte, lichte, lange eigen leven,
dat wij ontvangen als genadebrood,
dat ons gegeven is en blijft gegeven.

Welkomstwoord
Ik mag u/jullie mede namens Corrie Dansen, Els Vis en Karel Bierlaagh welkom heten bij deze Allerzielen viering van de San Salvatorgemeenschap.
Mijn naam is Franneke Hoeks en ik ben als pastor/voorganger verbonden aan de San Salvator.
Een speciaal woord van welkom voor familieleden en naasten van mensen van wie wij het afgelopen jaar afscheid moesten nemen. Fijn dat jullie gekomen zijn voor dit moment van herinneren en gedenken.
Deze allerzielenviering gaven we als thema mee Jij, licht in mij. We gaan door middel van muziek, stilte, verhalen, gebed en kaarslicht op zoek naar de kracht van herinneren.
We hebben net de herinneringsboeken van onze gemeenschap op de tafel geplaatst. Hierin staan opgetekend de namen van de mensen van wie we afscheid moesten nemen. Deze boeken liggen hier iedere keer als wij bij elkaar komen om te vieren. Op deze manier geven we aan dat onze overledenen met ons verbonden blijven en herinneringen aan hen spiegelen het leven.

Gebed
Als wij bidden God, dan doen wij dat, omdat we beseffen dat er meer is dan voor onze ogen zichtbaar is.
Dat jij er bent en dat jij groter bent dan ons hart.
Als wij bidden God, dan spreken we uit wat in ons leeft dit uur: ons verdriet, onze eenzaamheid, onze vragen, onze toekomst.
Als wij bidden God dan luisteren we naar het geheim dat in ons woont.
Jouw adem, eens gekregen, jouw kracht die leven doet, de stilte van ons hart waarin jij tot ons spreekt en ons bemoedigt.
Als wij zo bidden God, dan groeit in ons jouw weten, en ons vermoeden, dat niet de dood het einde is.
Dat hoop op leven nooit vergaat en dat jijzelf die hoop en onze toekomst bent ook vandaag, de dood voorbij. Amen

Lied   Hoor mij, wees niet doodse stilte
Hoor mij, wees niet doodse stilte.
Geef mij antwoord als ik roep.
Uit mijn afgrond hoor mij roepen:
geef mij ruimte wijd als hemel.
Mens hoe lang nog hou je vast aan schijn en noodlot? Kom tot inkeer.
Hij geeft antwoord als je roept.
Hij geeft ruimte wijd als hemel.
Hier nu hoor mij. Kom tevoorschijn.
Niet om ‘t een of ander roep ik.
Om een nieuwe aarde schreeuw ik
als een vrouw in barensweeën.
Zal ik ooit nog veilig wonen,
slapen in een droom van vrede?
Ja ik zal nog – geef mij antwoord.
Hoor mij. Wees niet doodse stilte.

Gedenken met licht
Vandaag noemen we de overledenen die het afgelopen jaar zijn opgetekend in het gedenkboek van de San Salvator geloofsgemeenschap.
Bij het noemen van de naam van diegene die u dierbaar is, willen wij u uitnodigen een lichtje te ontsteken.
Met deze kaarsen zetten we hen in licht en voelen we ons blijvend verbonden.

Lied Voor uw aangezicht
Voor uw Aangezicht
gedenken wij onze doden naam voor naam,
voor uw Aangezicht onze levenden,
allen met wie wij zijn,
kinderen ons toevertrouwd,
vrienden dichtbij en ver,
allen die ons aanbevolen zijn
dat wij hen zouden noemen voor uw Aangezicht

We hebben de lieve mensen die ons het afgelopen jaar in deze gemeenschap zijn ontvallen met name genoemd.
Vandaag gedenken wij ook alle andere mensen die ons zijn ontvallen. Kort of langgeleden. We nodigen u allemaal uit om hier in de kring een kaarsje aan te steken om een geliefde te herdenken.

Psalm 23 – vertaling Huub Oosterhuis
Mijn herder, Gij alleen,
het zal mij nooit aan iets ontbreken.
Gij brengt mij in een oase van groen,
daar strek ik mij uit aan de rand van het water,
daar is het goed rusten.
Ik kom weer tot leven,
dan trekken wij verder, vertrouwde wegen,
Gij voor mij uit, want trouw is uw naam.
Al moet ik het duister in van de dood,
ik ben niet angstig, gij zijt toch bij me,
onder uw hoede durf ik het aan.
Gij nodigt mij uit aan uw eigen tafel,
en allen die tegen mij zijn,
moeten het aanzien: dat Gij mij bedient,
dat Gij mij zalft, mijn huid en mijn haren,
dat Gij mijn beker vult tot de rand.
Overal komen geluk en genade mij tegemoet mijn leven lang,
en altijd kom ik terug in de vrede van uw huis,
tot in lengte van dagen.

Lied  Was Jij mijn herder
Was jij mijn herder, niets zou mij ontbreken,
was jij mijn herder, niets zou mij ontbreken.2x
Breng mij naar bloeiende weiden,
doe mij liggen aan vlietend water.
Dat mijn ziel op adem komt,
dat ik de rechte sporen weer kan gaan achter jou aan.
Jij mijn herder? Niets zou mij ontbreken.
Jij mijn herder? Niets zou mij ontbreken.
Moet ik de afgrond in, de doodsvallei,
ik zal bang zijn, ben jij naast mij,
ik zal niet doodgaan van angst.

Jij hebt de tafel al gedekt,
mijn spotters weten niet wat ze zien:
dat jij mijn voeten wast, ze zalft met balsem,
mij inschenkt, drink maar, zeg jij.
Jij mijn herder? Niets zou mij ontbreken.
Jij mijn herder? Niets zou mij ontbreken.
Laat het zo blijven, dit geluk, deze genade,
al mijn levensdagen.
Dat tot in lengte van jaren
ik wonen zal bij jou in huis.
Jij mijn herder, niets zal mij ontbreken
Jij mijn herder, niets zal mij ontbreken. 2x

Overweging

Psalm 23 die we lazen en zongen is misschien wel de bekendste psalm uit de bijbel. David, de herder-koning van het Joodse volk schreef deze woorden lang voor onze jaartelling. Wonderlijk dat poëzie, dichtkunst tijd en ruimte kan overbruggen en ons eeuwen later nog een hart onder de riem kan steken.
Het is een heel persoonlijke tekst. Nergens gaat het over wij, ons, zij, hen, maar het gaat over ik en Jij, met een hoofdletter, over ik en Gij.
Woorden die de relatie tussen ik- een mens van vlees en bloed – met de Eeuwige proberen te duiden. Ik denk dat juist deze persoonlijke insteek, maakt dat zoveel mensen zich getroost en gesterkt voelen door deze tekst.
Het zal mij aan niets ontbreken. Oases en groene weiden: alles wat je nodig hebt om te leven. Het beeld van een herder die zorgt voor wat hem of haar is toevertrouwd. En het schaap, ik, vaar daar wel bij. Vaak zijn we ons niet eens bewust van het mooie en het goede dat we in handen hebben. Dat besef gaat misschien te vaak verloren in onbewuste vanzelfsprekendheid.
Het leven gaat niet altijd voor de wind. Ziekte, verlies, pijn en verdriet ze overkomen ons. Pijnlijk en hard wordt het vanzelfsprekende doorbroken. Vandaag vieren we Allerzielen. We gedenken onze doden.
Met het verlies van een dierbare staat het leven stil. Vaak zijn er geen woorden om te zeggen wat je diep van binnen voelt. Er zijn tranen. Er is rouw. Het blijft stil. De psalm spreekt over dood, duisternis, dal en afgrond. Het gaat dan om die gebeurtenissen in een mensenleven waardoor je de moed laat zakken.
En dan, ergens – dat wens ik iedereen toe- is er toch een lichtje in die grote duisternis. Jij licht in mij. Misschien het lichtje van herinneren of een lichtje van een mooi gebaar of een lief woord. Van die lichtjes, die het leven weer wat lichter maken.  Jij, licht in mij. Dat licht kan ook een groot licht zijn, een licht van vertrouwen, een licht dat we misschien God noemen. Als geloven iets is dan is het wel vertrouwen, een diep weten, dat er altijd, overal weer licht verschijnt. ‘Onder uw hoede durf ik het aan’ hoorden we in de lezing. Of we dat vertrouwen God noemen of er andere woorden aan geven maakt denk ik niet zo veel uit. Wel dat we deze stem, deze levenskracht, leren verstaan en dat we erop durven vertrouwen. Ook in onze donkerste dagen.
Vanuit dit diepe weten is er een plek waar je thuis mag zijn. De psalm spreekt over een tafel, een tafel onder de hoede van de Eeuwige.
Aan die tafel wordt gedeeld en zijn mensen er voor elkaar. Vaak bestaat die tafel uit ontelbaar veel kleine gebaren en momenten die ons even optillen. Momenten van verlies en kwetsbaarheid zijn onderdeel van die tafel, van die levensruimte.  Ze mogen er zijn en worden gedragen door wat groter is dan wijzelf. Het verdriet en gemis van ieder van is onderdeel van de grote stroom die leven heet.  Aan die tafel, verbonden met elkaar en met de Eeuwige, wordt het leven lichter.  Dat wens ik ons toe.  Dat kunnen voelen: Jij, licht in mij.

Stilte

Lied Kom in mij
Kom in mij, win. Ontwapen mij.
Zie mij, doe mij aan.
Weersta mij. Wacht mij. Delf in mij.
Ontdooi mijn naam.
Ontraadsel mijn bestaan.
Kom in mij, maak geluid in mij.
Dood is diep in mij.
Versteend mijn stem. Ontsta in mij.
Doe pijn. Doorgloei mij.
Leef mij. Licht in mij.

Kom uit mij, scheur mij, kind van mij.
Mens, in mij ontwaakt.
Ontvang mij. Overschaduw mij.
En ga met mij waar
niemand met mij gaat.

Voorbeden
Met deze eerste kaars gedenken we alle mensen die zijn omgekomen door oorlog en geweld. .
Bij u is de bron van het leven en in uw licht zien wij het licht
Dit tweede licht is voor hen die op de vlucht gingen, op zoek naar een veilig bestaan en die bestemming nooit mochten bereiken
Bij u is de bron van het leven en in uw licht zien wij het licht
Met deze derde kaars gedenken we hen die eenzaam zijn gestorven, dichtbij huis of waar dan ook in de wereld. Mensen niet meer gekend, genoemd, voorbijgelopen en voor altijd vergeten.  Dat ook hun levensverhalen blijven klinken.
Bij u is de bron van het leven en in uw licht zien wij het licht

Tafelgebed   

Om mensen willen wij Jou danken,
mensen die met ons verbonden waren.
Hun levens zijn blijvend verbonden met die van ons.
Om mensen willen wij Jou danken,
mensen die met ons meegaan, om te lachen en stil te zijn,
die ons ontvangen en liefde geven.
Om mensen willen wij Jou danken God,
mensen die met ons aan tafel zaten, met ons brood deelden, lief en leed, vreugde en bezorgdheid.
Laat ons als mensen die samen-zijn ook die ene herinnering delen aan die mens  die zoveel liefde  en licht
in zich droeg dat wij ons daar  nog steeds mee verbonden weten.

We denken hier aan hem  die de avond voor zijn dood
brood in zijn handen nam, zijn dank uitsprak,
het brak voor zijn vrienden,  en zei:
telkens als je eet van dit brood,  denk dan aan mij,
met warmte en genegenheid, opdat Ik leef in jou.
Zo nam Hij ook de beker, gaf die door aan zijn vrienden,
met de woorden, drink hieruit, tot vreugde van Mij,
blijft dat doen om mij te gedenken.
Zo gedenken wij hem en al onze lieve doden,
niet door de leegte aan de tafel, maar door de volheid van hun bestaan.
Zo willen wij leven en bidden in zijn geest, met woorden die Hij ons gegeven heeft
Onze Vader
die in de hemel zijt,
Uw naam worde geheiligd, Uw rijk kome.
Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood,
en vergeef ons onze schuld
zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven.
En leid ons niet in bekoring,
maar verlos ons van het kwade.
Want van U is het koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen.

Vredeswens

Lied de Vogel
De vrede de vrede zal zijn,
de vrede zal een vogel zijn.
Zij zal zich tot op grote hoogte,
tot op grote hoogte wagen,
maar zwenken en bij mensen zijn,
maar zwenken en bij mensen zijn.

Brood en wijn
Lied Die met ons deelt
Die met ons deelt
Die met ons deelt het brood als onder vrienden.
Gezegend uw naam. 
Die ons hier voedt.
Die ons hier voedt met het licht van de liefde.
Gezegend uw naam. Die ons verzadigt.
Die ons verzadigt met het visioen van vrede.
Gezegend uw naam. Gezegend uw naam.

Dankgebed
Eeuwige, Vader, Moeder,
Gezegend jou naam,
wij danken jou
voor wat we hier mochten delen: brood en wijn.
Laat ze voor ons zijn als gebaren van troost en bemoediging.
Zo voelen we ons geborgen
in jouw aanwezigheid en het gezelschap van elkaar.    Amen.

Slotgedachte
Als ik sterf, zal de wind niet harder waaien.
Er zal geen haan zachter kraaien.
Er zal geen grasspriet minder groeien.
Er zal geen bloesem later bloeien.
Alles gaat door.
Zoals het ook was daarvoor.
Voor ik op aarde was.
Maar eigenlijk was ik er toen ook al.
Ik was al deel van het grote geheel.
Ik werd geboren.
En ik dacht dat ik ‘ik’ was.
Tot ‘ik’ op een dag.
In de duinen lag.
En zag.
Dat ik ook in dit leven hoor.
Bij het grote geheel.
Bij de oorsprong van alle natuur.
En dat ik elk uur.
De rest van dit bewuste leven.
Liefde ga zijn en liefde ga geven.
Schoonheid ga zoeken.
In alle gaten en hoeken.
En als ik sterf, weer deel word, van de reden.
Dat de wind waait.
De haan kraait.
De grasspriet groeit.
En de bloesem bloeit. (Jochem Meijer)

Zegenwens
Mogen we op weg gaan
met licht in ons hart
om tot zegen te zijn,
voor onszelf en voor elkaar,
steeds verbonden met
het grote geheel,
bron van liefde
die kennen als
Vader, Zoon en heilige Geest. Amen.

Lied  Om warmte
Om warmte gaan wij een leven,
gaan wij over de zee,
vliegen wij langs de hemel
om iemand gaan wij een leven
met licht en met donker mee.
Vogeltje van de bergen,
waar gaat de tocht naar toe?
Om warmte wil ik zwerven
en komen naar iemand toe.
Om zachtheid gaan wij een leven,
gaan wij onder de nacht,
kruipen wij onder de hemel,
om woorden gaan wij een leven
om lachen en zoenen zacht.
Mensje daar in de verte,
waar snelt je voetstap heen?
Waar zachtheid is te vinden,
daar snellen mijn voeten heen.
Om liefde gaan wij een leven,
sterven wij dood na dood.
Wagen de verste wegen
om jou, op hoop van zegen
mijn liefde, mijn reisgenoot.
Dalen van zwarte aarde,
bergen van hemelsblauw,
om alles ga ik dit leven,
om alles of niets met jou…

 

 

 

 

Nog geen reacties

Reactie plaatsen