Eeuwigh gaat voor oogenblick

SAN SALVATORGEMEENSCHAP
6 februari 2022

Voorganger: Wilton Desmense
Lectoren: Marga van de Koevering en Maria Claessens
Muzikale begeleiding: Joost Boekhoven, Maria Werner, Gerard vd Weijer

Thema: Eeuwigh gaat voor oogenblick

Openingslied: Dit huis is een huis

Dit huis is een huis waar de deur openstaat,
waar zoekers en zieners, genood of gekomen,
hun harten verwarmen, van toekomst gaan dromen,
waar in wat hen drijft tot herkenning gaat komen,
de vonk van de Geest in hun binnenste slaat.

Dit huis is een huis waar gemeenschap bestaat,
waar zangers en zeggers bijeen zijn gekomen
om uiting te geven aan waar zij van dromen,
waardoor een beweging ontstaat die gaat stromen,
die nooit meer, door niemand zich inperken laat.

Welkom

Welkom allemaal. Fijn dat we hier samenzijn om te vieren. Om te vieren! Maar wat vieren we precies? Op zoek naar een antwoord merkte ik dat ikzelf in een vicieuze cirkel terechtkom: ik vier dat we hier samenzijn. Vervolgens kwam de klassieke winkelvraag bij mij op, gesteld bij bakker of slager, of bij de kraam op de groente- en fruitmarkt: “En is er anders nog iets van uw dienst?” Mijn reactie was: “Ik wil er graag iets van meenemen!” Maar om de transactie af te ronden kwam daar de gedachte bij: ‘Voor niets gaat de zon op. Voor wat, hoort wat!’ Zullen de kosten voor de baat uit gaan? Ik hoop op een vruchtbaar samenzijn en zeg om te beginnen:

Gebed

Wat is de mens?
Wat zijn de dagen die aan ons gegeven zijn?
Wankel geluk, winnen en wagen,
nieuwe geluiden, oude pijn!
Wij zijn als gras, dat vergaat, niet minder niet meer,
bedacht op leven, op dood, in keer en tegenkeer.

God, geef de mens woorden van waarden.
Niet van brood alleen leven wij,
God geef ons leven op aarde,
spreek ons van dode wetten vrij.
Heer, ontferm U

Acclamatie: Wees van de aarde, God

Wees van de aarde, God, wees geen ontheemde,
wees met de mensen, God, zeg ons uw naam.
Dat wij U vinden, God, hopend op zegen,
maak ons gelukkig, God, eens en voorgoed.

Introductie lezingen

Om iets van de lezingen mee te kunnen nemen heb ik vandaag gekozen voor de alternatieve lezingen van het leesrooster. Anders had u Jesaja gehoord, die in een visioen God zag, of Paulus die in zijn eerste brief aan de inwoners van de Griekse stad Korinthe schreef dat hij hen wilde herinneren aan het goede nieuws dat hij hun verteld had, en ook het verhaal van de wonderbare visvangst. In de alternatieve teksten, gelezen door Marga van de Koevering en Maria Claessens, hoort u Paulus toch, en de tweede lezing is van Johannes. Luister naar wat zij ons verkondigen.

Lezing 1: 2 Korinthe 5: 1-10 (Basisbijbel)

Lezing uit de tweede brief van Paulus aan de Korinthiërs:

We weten dat we maar tijdelijk in dit lichaam wonen. Net zoals je maar tijdelijk woont in een tent. Die aardse tent zal op een dag worden afgebroken. Maar daarna geeft God ons in de hemel een eeuwig huis.
Zolang we nog in dit aardse lichaam wonen, hebben we veel te lijden. Toch verlangen we er niet naar zonder lichaam te leven. Maar we verlangen ernaar in een béter lichaam te wonen. We willen graag ons nieuwe hemelse lichaam aantrekken. Want dan wordt het sterfelijke vervangen door het leven. Dat is waar God ons voor heeft gemaakt. Daarvoor heeft Hij ons ook zijn Geest gegeven. Want de Geest is de voorproef en het bewijs van wat nog zal komen. Daarom zijn we altijd vol goede moed en kunnen we ernaar uitkijken om ons lichaam te verlaten en bij de Heer te gaan wonen. Daarom doen we altijd ons uiterste best, zodat Hij tevreden over ons zal zijn. Op een dag zal Christus over ons allemaal rechtspreken. Hij zal precies weten hoe we zijn. Dan zal iedereen krijgen wat hij heeft verdiend met de goede of slechte dingen die hij tijdens zijn leven op aarde heeft gedaan.

Tussenzang: Een mens is leven en is dood (mel. Auld Lang Syne)

Een mens is leven en is dood,
is liefde en is haat.
Een mens is honger en is brood,
is goed-zijn en is kwaad,

maar eenmaal komt er tijd en uur
dat alles goed zal gaan,
als Gij ons op de lange duur
noemt met uw eigen naam.

Een mens is vreemdeling en vriend,
is vreugde en is pijn.
Een mens is hopen en is zien,
is licht en donker zijn,

maar eenmaal komt er tijd en uur
dat alles goed zal gaan,
als Gij ons op de lange duur
noemt met uw eigen naam.

Een mens is ver en heel dichtbij,
is armoe en is rijk,
is man en vrouw, is droef en blij
en alles tegelijk,

maar eenmaal komt er tijd en uur
dat alles goed zal gaan,
als Gij ons op de lange duur
noemt met uw eigen naam.

Lezing 2: Johannes 11: 1-16 (Basisbijbel)

Lezing uit het evangelie van Johannes:
In Bethanië woonde een man die Lazarus heette. Hij woonde daar met zijn zussen Maria en Marta. Lazarus was ziek. De zussen lieten Jezus waarschuwen: “Heer, uw vriend Lazarus is ziek.” Toen Jezus dat hoorde, zei Hij: “Deze ziekte zal niet dodelijk aflopen. Maar door deze ziekte zal te zien zijn, hoe goed en machtig God is.”
Jezus hield veel van Marta, Maria en Lazarus. Toen Hij gehoord had dat Lazarus ziek was, bleef hij eerst nog twee dagen in de plaats waar hij op dat moment was. Daarna zei Hij tegen zijn leerlingen: “We gaan weer naar Judea.”
De leerlingen zeiden tegen Hem: “Meester, laatst probeerden de Joodse leiders u daar te doden. En nu wilt u daar weer heen gaan?”
Jezus antwoordde: “Een dag duurt twaalf uur. Als je overdag loopt, kun je zien waar je loopt. Maar als je ’s nachts loopt, struikel je, omdat je zelf geen licht in je hebt.
Daarna zei hij: “Onze vriend Lazarus slaapt. Maar ik ga naar hem toe om hem weer wakker te maken.” De leerlingen antwoordden hem: “Heer, als hij slaapt, wordt hij weer beter.” Toen zei Jezus het duidelijk tegen hen: “Lazarus is gestorven. En ik ben blij voor jullie dat ik daar niet was. Want nu zullen jullie werkelijk in mij geloven. Kom, we gaan naar hem toe.” Thomas, die ook wel Didymus werd genoemd, zei tegen de andere leerlingen: “Kom, we gaan met hem mee. Laten we hem volgen door dik en dun.”

Acclamatie: Kom en volg mij

Kom en volg mij op de weg,
gehoorzaam aan de schriften
die zijn vervuld in wat ik zeg:
zij zullen u verlichten.

Kom en volg mij op de weg
die mensen zal verbinden,
de zwakken in hun rechten zet
en zicht geeft aan verblinden.

Overweging

Een lezing uit Paulus en een lezing uit Johannes. Voor mij voelt het als een aparte combinatie. Er is daar een mooie term voor, waar je bijna je tong op breekt, incompatibilité d’humeurs: onverenigbaarheid van stemmingen. Ik moet bekennen dat ik daar zelf aan leid ten opzichte van Paulus, tenminste wat veel van zijn teksten betreft. Met de alternatieve lezing van vandaag kon ik wel uit de voeten. De cymbalen, trompetten en trommels zijn verstomd, hij blaast wat lager van de toren. Hij filosofeert over het leven hierna: dat wel nog met een stelligheid, alsof hij er geweest is, het snijvlak van geloven en zeker weten. Maar toch zitten er gedachten in, die voor ons nog steeds herkenbaar en invoelbaar zijn. Ik citeer: We verlangen ernaar in een béter lichaam te wonen. We willen graag ons nieuwe hemelse lichaam aantrekken. Want dan wordt het sterfelijke vervangen door het leven.
Alleen voegt hij er een zinnetje aan toe, waarin ik niet met hem meega: Dat is waar God ons voor heeft gemaakt. Het is een mening, waarin wij hier misschien ook van elkaar verschillen. Het spoort met het antwoord dat ons werd gegeven op de eerste vraag van de vroegere catechismus: Waartoe zijn wij op aarde? Het is het geloof in het weten wat God alleen kan weten. Is God dan een mens? Is God een wezen? Is zij een zijn? Of is God het beeld en de afspiegeling van de mensheid, van het leven?
Maar dan volgt nog iets heel wezenlijks: God heeft ons zijn geest gegeven. Met het leven hebben wij ook een geest gekregen! Of die nu voorproef is van wat nog komen kan of, zoals Paulus het benoemt: bewijs van wat nog komen zal.
En Johannes? Wil mij verontschuldigen, dat ik zijn verhaal aan uw eigen gedachten overlaat. Zelf kon ik er eigenlijk veel meer mee dan met de andere lezing. Ik hoop u ook, als u terugdenkt aan deze woorden, waarmee ik wil afsluiten: Onze vriend Lazarus slaapt. Maar ik ga naar hem toe om hem weer wakker te maken.” En Thomas zei: “Kom, we gaan met hem mee. Laten we hem volgen door dik en dun.”

Geloofslied: Uit Uw hemel zonder grenzen

Uit uw hemel zonder grenzen
komt Gij tastend aan het licht
met een naam en een gezicht,
even weerloos als wij mensen.

Als een vuur zijt Gij verschenen,
als een ster gaat Gij ons voor,
in den vreemde wijst Uw spoor,
in de dood zijt Gij verdwenen.

Als een woord zijt Gij gegeven,
als een nacht
van hoop en vrees,
als een pijn die ons geneest,
als een nieuw begin van leven.

Collecte met muziek:

(melodie Perhaps love-John Denver, kan gezongen worden met de volgende woorden)

Ik geloof in God de Vader, de bron van mijn bestaan.
en de opdracht in ons leven, een ander bij te staan,
gemaakt om te vergeven, te leven met elkaar.
Gelijke rechten, vrede, geen gevaar.

Ik geloof in God de Vader, de stem die mij uitdaagt,
te geloven in zijn woorden, het woord dat één ding vraagt,
de kracht om vol te houden en dan bemerk ook jij,
die liefde tussen mensen, dat is Hij.

Uit liefde gaf Hij ons zijn Zoon om ons van dienst te zijn.
Vergoot zijn bloed op Golgotha, leed voor de mensen pijn.
Maar Hij is weer verrezen, Hij stond op uit de dood.
Zijn boodschap aan de mensen: “Deel nu met je naaste Brood.”

We geloven in een toekomst, wij zijn er naar op weg.
Met zijn Geest om ons te leiden, zoals het is voorzegd.
De zege van Gods liefde, het doel van deze reis:
een leven in het eeuwig paradijs!

(Uit: www.kuleuven.be 4ingen: Vertrouwen geeft inspiratie)

Voorbeden

God, geef ons een vuur,
een vuur om ons aan te warmen
in een wereld waar het soms
zo ongelofelijk koud kan zijn
Een vuur om ons bij te lichten
op al die plaatsen waar het donker is.
Een vuur om te branden
daar waar het enthousiasme is gedoofd.

Acclamatie: Kom adem ons open

Tafelbede

Wij koesteren hier de bron van hoop
die vrijheid schept, die warmte geeft
die voelbaar in ons midden is.

Wij koesteren de bron van leven,
die liefde heet en als een kracht in ons is,
tot vrede en gerechtigheid

Wij koesteren hier wat Jezus van Nazareth ons naliet,
zijn woorden en daden en zijn breken en delen:
een mens die niet gebroken werd, maar zichzelf gaf
voor zijn geloof in de eindbestemming van een mens:

om licht te zijn, om mens te zijn,
om goddelijk goed te zijn, eindeloos.

Zo willen wij samen, onze inspiratie puttend
uit de alpha en de omega van het leven,
de woorden bidden die Jezus ons meegaf,

en ze zingend afsluiten:

eindigend met gezongen: Want van U is de toekomst, kome wat komt. Onze vader

 

Vredeswens

Vrede is elkaar in de ogen kijken en zo contact maken:
een mens zien, zoals jijzelf bent, met daarbij een gebaar uitzenden van warmte.
Laat zo onze manieren zijn.

Vredeslied: Maak mij tot een bedding van uw vrede

Maak mij tot een bedding van uw vrede. Waar haat heerst, laat mij daar liefde brengen;
waar krenking is en tweedracht, uw verzoening; waar twijfel heerst, geloof in U.

Maak mij tot een bedding van uw vrede.
Waar wanhoop is, laat mij daar brengen hoop;
waar droefheid heerst, uw vreugde;
waar duisternis, alleen uw licht.

Communio

Een virus kan snel rondgaan, ook al wordt het gekwalificeerd als van de microcategorie. Laten wij daarom onze verbondenheid en ons geloof bekronen door zittend onze gedachten en gebeden uit te laten gaan naar elkaar, naar de traditie en naar de toekomst. Leg je gedachten op je hart en voel het kloppen. Smeed uit vuur en ijzer, uit aarde en vocht groeizaamheid voor een wereld van oneindigheid. Jezus’ ongestorven Geest, zijn in ons verrezen lichaam en bloed gedenken en delen wij in gedachte en we zullen dat in dankbaarheid blijven doen.

Communielied: Uit vuur en ijzer

Uit vuur en ijzer, zuur en zout,
zo wijd als licht, zo eeuwenoud,
uit alles wordt een mens gebouwd
en steeds opnieuw geboren.
Om ijzer en vuur te zijn,
om zout en zoet en zuur te zijn,
om mens voor een mens te zijn,
wordt alleman geboren.

Om water voor de zee te zijn,
om anderman een woord te zijn,
om niemand weet hoe groot en klein,
gezocht, gekend, verloren.
Om avond en morgenland,
om hier te zijn en overkant,
om hand in een and’re hand,
om niet te zijn verloren.

Om oud en wijd als licht te zijn,
om lippen, water, dorst te zijn,
om alles en om niets te zijn,
gaat iemand tot een ander.
Naar verte die niemand weet,
door vuur dat mensen samensmeedt,
om leven in lief en leed,
gaan mensen tot elkander.

Mededelingen

Slottekst

Schrijnend is het om geliefden los te moeten laten. Troost zoeken bij de gedachte aan eeuwigheid, daaruit hoop putten, het is zo menselijk en naar wij hopen zo godsmogelijk. Joost van de Vondel heeft het gevoelig verwoord bij de dood van zijn babyzoontje, waarbij hij eindigt met een diep…zinnige gedachte.

KINDER-LYCK

Constantijntje, t’ zaligh kijntje,
   Cherubijntje, van om hoogh,
D’ydelheden, hier beneden,
   Uitlacht met een lodderoogh
Moeder, zei hy, waarom schreit ghy?
   Waarom greit ghy, op mijn lijck?
Boven leef ick, boven zweef ick,
   Engeltje van ’t hemelrijck:
En ick blinck’ er, en ick drincker,
   ’t Geen de schincker alles goets
Schenckt de zielen, die daar krielen,
   Dertel van veel overvloeds.
Leer dan reizen met gepeinzen
   Naar palleizen, uit het slick
Dezer werrelt, die zoo dwerrelt.
   Eeuwigh gaat voor oogenblick.

Wegzending

In de geest van deze viering gaan wij vanhier. Wij bidden bemoediging mee te krijgen van elkaar en van de woorden die wij hier hoorden. Mogen die ons inspireren, in de naam van die wij noemen: Vader, Zoon en Heilige Geest. Amen.

Slotlied: Dagen van hopen (melodie U zij de glorie)

Dagen van hopen
tegen weten in,
in den blinde lopen
naar een nieuw begin,

’t onbekende delen,
vriend en vreemdeling.
Wie geeft ons een teken
van verwondering?

Dagen van hopen,
nooit verloren moed,
in den blinde lopen
naar ons hoogste goed.

Tijd van geloven
tegen weten in,
door woestijnen lopen
naar een nieuw begin,

mensen die verwachten
dat het wonder komt:
na de koude nachten
goud de morgenstond.

Tijd van geloven,
toekomst en voorbij
nooit een woord van boven,
toch geloven wij.

 

 

 

Nog geen reacties

Reactie plaatsen