Een nieuwe toekomst tegemoet

Viering 17 oktober 2020


Openingslied: Dit huis vol mensen

Welkom
Lieve mensen,
Welkom, allemaal; Welkom, ieder die thuis meedoet met deze viering, nu of op een ander moment. “Een huis vol mensen”, dat vormen we samen, waar we ook zijn. Door de tijd en de ruimte heen zijn we gemeenschap met elkaar. Dat te weten voelt als troostend en ondersteunend. Troost en steun hebben we allemaal wel eens nodig. Na de bekend geworden strengere maatregelen van deze week hebben we dat misschien wel extra nodig. Ik verzuchtte in ieder geval “hoe lang nog?”. Hoe houden we moedeloosheid, apathie en mistroostigheid buiten de deur? Waar putten we moed uit? Wat geeft ons perspectief? Het thema van vandaag sluit daar bij aan: “een nieuwe toekomst tegemoet”. Laten we onderzoeken wat de lezingen van vandaag ons daarover kunnen vertellen. Ze gaan over bevrijding en over slechte bedoelingen. Toon van Mierlo en Ria van Luijk zullen die lezingen voor ons verzorgen. Melodiek verzorgt de zang.

Laten we stil worden en ruimte maken in onszelf. Stilte en ruimte om ons te laten raken door wat we horen en zien en soms onbenoembaar ervaren.

Gebed
Jij, die we aarzelend met ontoereikende namen noemen, die ons draagt en optilt, die ons rust en kracht geeft, die ons beschermt en leidt, ben ons ook vandaag nabij. Mogen we ervaren dat Jij met ons meegaat, in vreugde en verdriet. Mogen we in deze nabijheid van elkaar weten dat Jij er bent voor ons.

Acclamatie
Heer, onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig

Lezing uit Jesaja (45, 1-7 BGT)
451De Heer zegt: ‘Koning Cyrus, jou heb ik uitgekozen. Ik zal je beschermen. Met mijn hulp zul je heersen over andere volken. De koningen van die volken zullen hun wapens bij je inleveren. Jij zult elke stad kunnen binnengaan, geen enkele poort blijft voor jou gesloten.
2Ik zal voor je uit gaan. Ik zal de muren van de stad Babel afbreken. Ik zal de bronzen deuren kapotslaan, ik zal de ijzeren kettingen breken. 3-4Zo kom je op de donkerste plaatsen, waar je verborgen schatten zult vinden.
Dan zul je begrijpen dat ik de Heer ben, de God van Israël. Cyrus, ik heb je geroepen. Je kende mij niet, en toch heb ik jou belangrijk gemaakt. Dat deed ik voor het volk dat ik uitgekozen heb, voor mijn dienaar Israël. 5Ik ben de Heer, er is geen andere god. Je kende mij niet, en toch heb ik van jou een machtige koning gemaakt.
6Door jou zal iedereen op aarde, van het oosten tot het westen, weten dat ik de enige God ben. Ik ben de Heer, er is geen andere god. 7Ik laat het licht worden, maar ik laat het ook donker worden. Ik zorg voor vrede, maar ook voor het kwaad. Ik ben de Heer, ik doe al die dingen.’

Lied: Niemand dan Jij.

Lezing

uit het evangelie volgens Matteüs ( 22, 15 – 22 BGT)
De farizeeën maakten een plan om Jezus in de val te laten lopen. Ze hoopten dat hij iets strafbaars zou zeggen. Ze stuurden een paar van hun leerlingen naar Jezus toe, samen met een paar volgelingen van koning Herodes. Die moesten tegen Jezus zeggen: ‘Meester, u spreekt altijd de waarheid. U vertelt altijd precies wat God van ons wil. U zegt geen andere dingen om mensen een plezier te doen, of omdat u bang bent. Vertel ons daarom uw mening: Mogen wij belasting betalen aan de keizer of niet?’
Maar Jezus wist dat ze met die vraag een slechte bedoeling hadden. Hij zei: ‘Wat zijn jullie schijnheilig! Jullie willen mij in de val laten lopen. Laat mij eens een munt zien waarmee je belasting kunt betalen.’ Ze gaven hem een munt. Toen zei Jezus: ‘Wie staat er op deze munt?’ Zij antwoordden: ‘De keizer.’ Toen zei Jezus: ‘Geef aan de keizer wat voor de keizer is. En geef aan God wat voor God is.’
Ze waren erg verbaasd over dat antwoord. Ze lieten Jezus daar staan en gingen weg.

Acclamatie: Mij nabij ben Jij, mijn God

Overweging

Net een scene uit een film, vind ik. Jezus heeft net stevig opgetreden in de tempel en de boel opgeschoond: geen godslasterlijke praktijken in deze geheiligde plaats. Hij staat nu op het plein voor de tempel, omringd door de mensen die met hem optrekken. Dan komt er een groep het plein opgelopen. En je voelt de spanning, er dreigt iets. Ze zijn al snel herkenbaar. Het zijn leerlingen, vertegenwoordigers van de Farizeeën en mensen uit de kring rond koning Herodes. Kerk en staat die op hem afkomen, zou je kunnen zeggen. Jezus kan geen kant op. Hij staat op scherp, stel ik me voor. En inderdaad. Hij wordt uitgedaagd. “Mogen wij belasting aan de keizer betalen of niet?” Er bestaat geen goed antwoord op de vraag die hij krijgt voorgelegd. Als hij nee zou zeggen, is hij verdacht bij de Romeinen, bij een ja is hij verdacht onder het volk. Want daar bestaat sympathie voor de mensen die in opstand komen tegen het Romeinse gezag. Daar sta je dan! Wat moet je in zo’n situatie? In het antwoord van Jezus zie je dat hij de politieke spanning heel goed in de gaten heeft, hij is niet naïef, hij weet dat ze hem erin willen laten lopen. Hij is goed in een debat voeren. En hij heeft een innerlijke overtuiging die hem sterkt, die hem helpt te bepalen waar het om gaat: geef aan de keizer wat van de keizer is, geef aan God wat God toebehoort. “Ze waren erg verbaasd over dat antwoord”. Dat kan ik me voorstellen! “Geef aan God wat voor God is”, wat is dat dan?
De lezing uit Jesaja heeft me hoofdbrekens gekost. Waar gaat dit over? Geweld lijkt te worden verheerlijkt, God klinkt nogal heerszuchtig. Vanuit welke ervaring is deze tekst zo geschreven? Toen ik me erin verdiepte kwam ik tot de ontdekking dat dit verhaal een tweede uittocht weerspiegelt. Na de eerste uittocht uit Egypte is daar nu de tweede, uit de ballingschap in Babylon. Het is een nieuw perspectief op weg naar het beloofde land, een nieuwe toekomst, een nieuwe wereld tegemoet. Het is een verhaal over de ervaring van bevrijding. Over God, die daarin met je meegaat, je de weg wijst, die hoop en perspectief biedt en je niet loslaat, NOOIT. Het woord “bevrijding” kan dan misschien een sleutelwoord worden voor ons, een woord dat inspireert en richting geeft voor hoe we naar onszelf kijken, naar onze omgang met anderen en met de aarde. Bevrijding van wat vastzet, omklemt, schade berokkent.
In de Matteüslezing gaat het er ook om aan welk beeld we ons willen spiegelen. Aan dat van de keizer, een mens als wij, erop uit mensen te onderwerpen? Of willen we zijn zoals we bedoeld zijn, beeld en gelijkenis van God? Zou dát bedoeld kunnen worden met “geef aan God wat voor God is”?  Maken we de keuze om bevrijdend in het leven te staan? Onszelf te bevrijden van wat ons klein maakt en houdt en vanuit onze kracht en vanuit hoop en vertrouwen gaan leven; zien hoe we anderen klein maken en houden en hen gaan bevestigen; ervaren hoe we de aarde en al wat daar leeft kunnen behoeden voor vernietiging en daar onze bijdrage aan leveren? Als we vanuit die keuze op weg gaan, ieder met onze eigen mogelijkheden, gesteund door elkaar en gedragen door dat- of diegene die groter is dan wijzelf, zou dat geen perspectief bieden op een nieuwe toekomst, een nieuwe wereld?

Geloofslied: Ik zoek bij jou naar toevlucht voor mijn ziel.

Voorbeden Laten we bidden.
We bidden voor ieder die getroffen wordt door het covid-virus of de coronacrisis en nu extra kwetsbaar is. Getroffen door ziekte en soms een moeizaam herstel; er is behoefte aan contact; er is eenzaamheid, er zijn zorgen om het voortbestaan van werk. Dat er mensen zijn die aandacht voor hen hebben, dat we aandacht hebben voor elkaar. Aandacht voor ieders kwetsbaarheid en verlangen naar bevrijding.
We bidden voor ieder die kansen biedt aan kinderen en volwassenen die te weinig kansen krijgen. Bidden we vandaag speciaal voor alle broeders en zusters die zich wereldwijd inzetten om kinderen en volwassenen te scholen en zo perspectief te bieden.
We bidden voor de aarde. Dat zij behouden blijft en dat wij daaraan ons steentje bijdragen. Dat de mensen die een nieuwe economie voorstaan en die pleiten voor sociaal economische rechtvaardigheid en duurzaamheid, gehoor vinden.
We bidden voor de zieken onder ons; voor wat er leeft in ons hart aan vragen, zorgen, pijn;
Bidden we voor hen die er niet meer zijn en die blijvend met ons meegaan. Dat zij geborgen zijn in Jouw naam. Vandaag noemen we met name Leo Collard.

Acclamatie: Leven weet wegen uit de diepte van de dood

Tafelgebed
Gezegend Jij,
bron van hoop
die vrijheid schept
die warmte geeft
die voelbaar in ons midden
er wil zijn
voor elke kleine en grote mens

Gezegend Jij,
bron van leven
die ruimte schept
die liefde geeft
die als een kracht in ons,
ons doet opstaan
voor vrede en gerechtigheid

Gezegend Jij,
bron van moed
die kansen schept
die toekomst geeft
die ogen opent
om te zien wat ons te doen staat,
werken aan jouw wereld
van menswaardigheid.

Gezegend jij,
tot ons gekomen
in Jezus van Nazareth,
belichaming van hoop,
leven en toekomst,
die jouw woorden sprak,
die jouw daden deed,
om licht te zijn,
om mens te zijn,
om God te zijn,
om goed te zijn, voor elke mens.

Hij gaf zijn liefde tot het uiterste toe.
Op de avond voor zijn sterven,
nam Hij brood in zijn handen,
sprak een dankgebed,
brak het,
gaf het aan zijn vrienden en zei:
ontvang en eet dit brood,
als teken van mijn leven,
gebroken en gedeeld,
ter wille van u.

Ook nam hij de beker
liet hem rondgaan en zei:
neemt deze beker en drinkt er uit
samen aan dezelfde tafel.
Zo zal er vrede komen in stad en land.
Blijf dit doen om mij te gedenken.

Zo willen wij leven,
in zijn geest,
zodat er lente komt voor iedereen,
een wereld vol hoop,
vertrouwen en medemenselijkheid.

Zo willen wij bidden,
als broers en zussen van elkaar,
de woorden die Jezus ons gegeven heeft:

Onze Vader, die ….

Vredewens en vredeslied:
Vrede voor jou en alle goeds je vrienden.

Communielied: Die Gij geteld hebt,

Slotgedachte  
Als slotgedachte een Afrikaans sprookje:
Er heerste eens in een land ten zuiden van de Sahara een grote droogte. Het gras van de steppe kwijnde weg. De dieren vonden geen water meer. De woestijn rukte op.

Zelfs dikke bomen en struiken die de droogte gewend waren, zagen hun einde naderen.

Bronnen en rivieren waren allang opgedroogd. Slechts één enkele bloem overleefde de droogte. Ze groeide dichtbij een heel kleine bron.

Maar ook de kleine bron was de wanhoop nabij. Vol droefheid vroeg zij zich af: “Waarom doe ik al die moeite voor één enkele bloem, terwijl alles in het rond verdort?”

Toen boog een oude knoestige boom zich over de kleine bron en zei: “Lieve kleine bron, niemand verwacht van jou dat je de hele woestijn groen en levend maakt. Jouw taak is het één enkele bloem leven te schenken, meer niet.
(Verhaal uit: ‘Ontdek het onbekende’, bezinningsboekje Missio België)

Zegen
Mogen wij voor elkaar een zegen zijn,
bij alles wat ons te doen staat,
alles wat we beleven mogen,
alles wat ons overkomt.
Mogen wij voor elkaar een zegen zijn,
in het leven dat we samen delen,
zo kwetsbaar als het is.
Vragen we daartoe de zegen van die wij noemen
Vader en Moeder, Zoon en heilige Geest.
Amen.
Bron: zie https://zielgaattevoet.nl/zegenwensen

Slotlied: Een mens te zijn op aarde

2 reacties

  1. José Vos-Otten

    zo 18th okt 2020 at 10:37

    Mooie viering en prachtige overweging. In alleenigheid van genoten! Knap hoe jullie dat steeds doen! Volhouden!

    Beantwoorden
  2. willie van vliet

    za 17th okt 2020 at 21:07

    Weer een mooie dienst,
    Graag zou ik de volledige tekst willen hebben van het lied vrede voor jou. Tk neuriet dat heel vaak en zou dus graag de volledige tekst willen hebben, Bij voorbaat mijn hartelijke dank. Groetjes Willie

    Beantwoorden

Reactie plaatsen