Ik weef jou


SAN SALVATORGEMEENSCHAP 2 november 2019
Allerzielen IK WEEF JOU

Corrie Dansen, John Parker, Karel Bierlaagh, Franneke Hoeks
Koor afscheidsvieringen o.l.v. Gerard van de Weijer | Piano  Marc Baghuis

Ik weef de tranen in mijn leven
ik weef de trots in alle dagen
ik weef de pijn in zachte strengen
ik weef jou, in alle lagen
wie je was, wie je zult blijven
hoe je kijkt en hoe je lacht
wat je gaf en wat ik leerde
weven zal ik, alles wat je bracht
ik weef het missen, en het dragen
ik weef de liefde die is gebleven
ik weef jou met zorg en aandacht
in alle draden van mijn leven
Floortje Agema uit ‘Jij wordt gekend’,
uitgeverij In de Wolken

Lied Voor mensen die naamloos

Welkomstwoord  Van harte welkom iedereen bij onze Allerzielenviering. Welkom aan familieleden en naasten van die mensen van wie wij het afgelopen jaar afscheid moesten nemen. Fijn dat jullie hier zijn gekomen voor dit moment van herinneren en gedenken. Zoveel herinneringen flitsen door ons hoofd op zo ’n moment als dit. En ook al zijn ze mooi en goed toch is vrede vinden met het afscheid van een geliefd mens niet eenvoudig. Wij willen vieren met muziek, stilte, verhalen, licht. We hebben net de herinneringsboeken van onze gemeenschap op de tafel geplaatst. Hierin staan opgetekend de namen van de mensen van wie we afscheid moesten nemen. Deze boeken liggen hier iedere keer als wij bij elkaar komen om te vieren. Op deze manier geven we aan dat onze overledenen met ons verbonden blijven, verweven met ons bestaan. Laten we even stil zijn, en bidden.

Gebed  Als wij bidden God, dan doen wij dat, omdat we beseffen dat er meer is dan voor onze ogen zichtbaar is. Dat jij er bent en dat jij groter bent dan ons hart.
Als wij bidden God, dan spreken we uit wat in ons leeft dit uur: Ons verdriet, onze eenzaamheid, onze vragen, onze toekomst.
Als wij bidden God dan luisteren we naar het geheim dat in ons woont. Jouw adem, eens gekregen, jouw kracht die leven doet, de stilte van ons hart waarin jij tot ons spreekt en ons bemoedigt.
Als wij zo bidden God, dan groeit in ons jouw weten, en ons vermoeden, dat niet de dood het einde is. Dat hoop op leven nooit vergaat en dat jijzelf die hoop en onze toekomst bent ook vandaag, de dood voorbij. Amen

Lied  Voor mensen die naamloos

Inleiding en uitnodiging om licht te ontsteken
Vandaag noemen we de overledenen die het afgelopen jaar zijn opgetekend in het gedenkboek van de San Salvator geloofsgemeenschap. Bij het noemen van de naam van diegene die u dierbaar is, willen wij u uitnodigen een lichtje te ontsteken. Licht dat de verbinding met de levensdraden van deze mensen zichtbaar maakt.

Lied: Voor uw aangezicht 

Uitnodiging tot het ontsteken van lichtjes voor alle overledenen  
We hebben de lieve mensen die ons het afgelopen jaar in deze gemeenschap zijn ontvallen met name genoemd.  Vandaag gedenken wij ook alle andere mensen die ons zijn ontvallen. Kort of langgeleden. Hun namen blijven klinken. Zij blijven verbonden in het weefsel van ons leven. Graag willen wij u uitnodigen een lichtje te ontsteken voor hen, die een blijvende plaats innemen in uw hart.

Muziek

De drie laatste kaarsen
Tussen al deze lichtjes maken we ruimte voor nog drie kaarsen.  Met deze eerste kaars gedenken we alle mensen die zijn omgekomen door oorlog en geweld.
Met deze tweede kaars gedenken we hen die op de vlucht zijn gegaan, op zoek naar een beter bestaan, maar die bestemming nooit mochten bereiken.
Met deze derde kaars gedenken we hen die eenzaam zijn gestorven, dichtbij huis of waar dan ook in de wereld. Mensen niet meer gekend, genoemd, voorbijgelopen en voor altijd vergeten.  Dat ook hun levensverhalen blijven doorklinken.

Lied Gij die uw naam hebt uitgeroepen in ons gezicht

Inleiding  op de lezing We openden deze viering met het gedicht Ik weef jou van Floortje Agema. Zij is naast schrijver ook rouwbegeleider. Vanuit haar werk met mensen die iemand verloren hebben schreef zij Ik weef jou. Woorden geven structuur en proberen verbindingen zichtbaar te maken. Door de eeuwen heen hebben mensen geprobeerd de mysteries rondom leven en dood met woorden te duiden. Verwoorden wat je nooit helemaal precies in woorden kunt vangen. We gaan terug in de tijd en luisteren naar een bewerking van een gedeelte van psalm 139. Ver voor onze jaartelling mijmerde David, die koning en dichter was over de relatie tussen god en mens. Poëzie over verwevenheid, gekend en gezien worden.

Psalm 139
Gij die God zijt,
Gij peilt mijn hart
Gij doorgrondt mij
Gij weet mijn gaan en staan.
Gij kent mijn gedachten van verre
mijn reizen, mijn trekken, mijn rusten.
Mijn wegen, allen, zij zijn u bekend
ieder woord, dat komt op mijn lippen,
onuitgesproken, Gij hoort het al.
Achter mij zijt Gij en voor mij
Gij legt Uw handen op mij.
Dit is wat ik niet kan begrijpen.
Dit gaat mij te boven.
Hoe zou ik Uw adem ontkomen
waarheen vluchten voor Uw aangezicht?
Beklim ik de hemel, daar zijt Gij
daal ik af in de aarde, daar vind ik U ook.
Had ik vleugels van morgenrood
vloog ik over de verste zeeën
Ook daar: Gij,
Uw hand, Uw rechterhand
die mij vasthoudt.
Zou ik roepen:
“duisternis bedek mij,
licht, verander in nacht”
voor U bestaat de duisternis niet.
Voor U is de nacht even licht als de dag
de duisternis even stralend als het licht.
Uw schepping ben ik in hart en nieren
Gij hebt mij geweven
in de schoot van mijn moeder.
Ik wil U bedanken  daarvoor.
Wat hebt Gij mij mooi gemaakt.
Mijn ziel en gebeente, door U gekend.
In mij was niets voor Uw ogen verborgen
toen ik werd gevormd in het diepste geheim
prachtig gevlochten in de schoot van mijn moeder.
Ik was nog ongeboren,
Gij had mij al gezien
en al mijn levensdagen stonden al in Uw boek
voordat Gij  er een had gemaakt.
Gij eeuwige, peil nu mijn hart,
doorgrond mij
toets mijn verborgen gedachten.
Leid mij voort op de weg van uw  dagen.

Lied Kom in mij

Overweging

Psalmen zijn gedichten, liederen, waarin schrijvers van weleer woorden geven aan gedachten over mens, wereld en God. Psalm 139 wordt toegeschreven aan koning David. ‘Een lied van David’ staat er in de aanhef van de tekst. Toen we deze viering aan het voorbereiden waren en we het gedicht ‘Ik weef jou’ tegenkwamen, was de verbinding met deze psalm snel gemaakt. ‘Gij hebt mij geweven in de schoot van mijn moeder’ en ‘prachtig gevlochten in de schoot’.  Mooie, tedere en hoopvolle beelden.  Het zegt iets over mijn, uw, onze bestemming. We zijn niet zomaar hier op deze aardbol terecht gekomen. Er zijn draden die ons verbinden
De journalist Fokke Obbema ging in 2017 dood, bijna. Zij hart stopte, hij lag twee dagen in coma, maar hij kwam er doorheen. Na deze bijna-dood ervaring ging hij op zoek naar de zin van het leven. Hij sprak met 40 totaal verschillende mensen over de zin van ons bestaan. ‘Als ik een rode draad zou mogen aangeven in deze gesprekken dan is dat het belang van verbinding.’,  schrijft hij als afronding van deze gesprekken. In veel gesprekken ging het over de verbinding tussen mensen, maar vaak ook over de verbondenheid die mensen voelen met iets wat groter is dan zij zelf.
Misschien gaan de oude woorden van koning David juist over deze verbondenheid met dat grotere. Dat gevoel dat er iets bestaat dat mij, jou, ons kent, door en door. Dat dat iets of iemand is die met ons door het leven trekt. Dat je niet, nooit,  totaal aan jezelf bent overgeleverd. Het is een gedachte die ingaat tegen de hedendaagse manier van denken en leven, waarin autonomie en zelfbeschikking de boventoon voeren. Dat gevoel van verbondenheid met het anderen, het hogere, met God is iets wat we niet kunnen begrijpen. Het gaat ons te boven. Maar dat we iets niet helemaal kunnen vatten, wil niet zeggen dat het er niet is.
Vandaag herdenken we mensen die we missen. Ieder van ons zit hier en denkt aan een of meerdere mensen die zijn weggevallen uit het leven. Soms doordat een levensdraad vanwege zieke of ouderdom werd uitgerekt tot een ragfijn draadje dat het op den duur niet meer hield. Soms doordat de draad van het leven ruw kapot getrokken werd. Allemaal zitten we hier met iets van gebrokenheid en gemis in ons. Het sterven van een dierbare doet ons beseffen dat we kwetsbaar zijn. Sterven doet ons beseffen dat het leven niet maakbaar is. Sterven is loslaten. Aan de ene kant een is dat loslaten totaal en rigoureus , terwijl op een wonderlijke manier de verbondenheid over de dood heen blijft bestaan. In het proces van afscheid nemen vertoont vanzelfsprekende weefsel van het leven opeens rafels en scheuren.
Wat mij raakte toen ik deze psalmtekst weer las, was dat die dragende kracht in ons leven, God, iets is van licht en positiviteit. Ook in de eerder genoemde interviews kwam dat keer op keer naar voren. Die verbondenheid met het hogere, grotere, diepere is nooit iets wat je naar beneden trekt, maar altijd iets wat licht brengt, steun geeft en ons mensen met zachte hand de goede kant op wil sturen.
Het blijft een sprong in het duister: vertrouwen op dat wat ons ten diepste draagt. Soms is het moeilijk om het gevoel te hebben dat je mooi bent en er toe doet. Maar zelfs deze worstelingen met het leven worden door dat wat ons draagt, door God gezien. Ook de dikke, zware, onhandelbare draden horen bij het weefsel van het leven.
Uit de psalm spreekt een gevoel van thuis zijn bij dat wat groter is dan wij zelf zijn. Een ruimte waar je gekend wordt. Je gezien en gekend voelen is bijna vanzelfsprekend als het goed met je gaat. Maar juist in verdriet en gemis hebben we die ruimte meer dan ooit nodig. Het is mooi als we dat mogen en kunnen ervaren bij mensen om ons heen. Dat is iets om dankbaar voor te zijn.
Gij peilt mijn hart. Gij doorgrondt mij. De Eeuwige is de ruimte waar plaats is voor onuitgesproken verdriet, het alledaagse gemis en de dankbaarheid voor wat was. Het gedicht van Floortje Agema verwoordt hoe degene die we missen verweven is met ons eigen leven. Ik weef jou, lieve dierbare. De draad van jou leven is en blijft verbonden met mijn leven. De psalm spreekt over God die naar ieder van ons omziet. Ik weef jou, lieve mens. Ik laat je niet los. Je mag op mij vertrouwen. De draad van jouw leven is verbonden met de draden van ontelbare anderen. De draad van jou leven is verbonden met mij, de Eeuwige die zich laat kennen als Ik-zal- er-zijn.

Stilte | Geloofslied  Licht dat ons aanstoot

Klaarmaken van de tafel  Wij brengen de gedachtenisboeken naar de tafel waar ze iedere viering in ons midden zijn. Boeken om door te bladeren. Boeken om te herinneren. Boeken om zachtjes hun namen uit te spreken. Bij deze boeken branden we een kaars.
Op deze tafel waar de kaarsen branden voor de mensen die we vandaag met name herdenken, zetten we brood en wijn klaar. We maken ons klaar om gebaren te herinneren die voor ons betekenis kregen. Breken en delen. Dat is iets wat we binnen de San Salvator samen doen. U kunt ook iets bijdragen aan deze tafel in de vorm van de collecte. Met uw bijdrage maakt u vieringen zoals deze, maar ook heel veel andere activiteiten vanuit de San Salvator mogelijk.

Collecte en instrumentaal intermezzo

Voorbede
Laten wij bidden voor allen die hier vanavond bij naam genoemd zijn  en al onze geliefden die ons al eerder ontvallen zijn. Opdat we het verdriet, de tranen, trots en pijn niet vergeten. Opdat zij een vaste plek krijgen in het ontwerp van ons leven.
Acclamatie Ik ben vandaag zo stil
Laten we ook bidden voor allen die ernstig ziek zijn,
of de hoop op een beter leven dreigen te verliezen,
opdat zij zich opgenomen weten in het grote patroon van het leven hier op aarde.
Acclamatie Ik ben vandaag zo stil
Laten we bidden dat we ons steeds gedragen voelen door het geheel en iedereen zich deel mag weten van het weefsel van het leven. Dat de zorg en aandacht die we van anderen ontvangen ons op de been houden en ons weer verbinden met elkaar.
Acclamatie Ik ben vandaag zo stil


Tafelgebed
Om mensen  willen wij Jou danken, mensen die met ons
verbonden waren. Hun levens  zijn blijvend verweven
met die van ons.  Om mensen willen wij Jou danken,  mensen die met ons meegaan, om te lachen en stil te zijn,
die ons ontvangen en liefde geven. Om mensen willen wij Jou danken God, mensen die met ons aan tafel zaten,
met ons brood deelden, lief en leed, vreugde en bezorgdheid.
Laat ons als mensen die samen-zijn ook die ene herinnering delen aan die mens die zoveel liefde in zich droeg dat wij ons daar nog steeds mee verbonden weten.  We denken hier aan hem die de avond voor zijn dood brood in zijn handen nam, zijn dank uitsprak, het brak voor zijn vrienden,
en zei:  telkens als je eet van dit brood,  denk dan aan mij,
met warmte en genegenheid, opdat Ik leef in jou.  Zo nam Hij ook de beker, gaf die door aan zijn vrienden, met de woorden, drink hieruit,  tot vreugde van Mij, blijft dat doen om mij te gedenken. Zo gedenken wij hem
en al onze lieve doden, niet door de leegte aan de tafel,
maar door de volheid van hun bestaan. Zo willen wij leven
en bidden in zijn geest, met woorden die Hij ons gegeven heeft.

Onze Vader die  in de hemel zijt, Uw naam worde geheiligd, Uw rijk kome. Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood,  en vergeef ons onze schuld zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven. En leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van het kwade. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen. 

Vredeswens | Vredeslied  Ubi caritas

Breken en delen

Lied  Gij komt tot ons waar niet verwacht 

Dankgebed
Eeuwige, Vader, Moeder wij danken jou voor wat we hier mochten delen: brood en wijn. Laat ze voor ons zijn als gebaren van troost en bemoediging. Zo voelen we ons geborgen in jouw aanwezigheid en het gezelschap van elkaar. Amen.

Gedicht Ik weef jou

Zegenwens Als wij zo meteen op weg gaan naar huis moge God ons dan zegenen, ons helen, licht zijn op onze wegen, ons hart verwarmen en bij ontij een regenboog voor ons weven aan onze horizon. Mag ook de zegen van elkaar met ons meegaan. In naam van die wij noemen Vader en Moeder, Zoon en Goede Geest.
Bron: Zusters Clarissen van Stabroek, in www.dezielgaattevoet.nl

Slotlied  Om warmte

 

Nog geen reacties

Reactie plaatsen