Op weg naar Jeruzalem

Viering 20 en 21 oktober 2018

Lectoren: Ria van Luijk en Marga van de Koevering/ Marleen Postma en Maria Hoitink
Muzikale ondersteuning: Cantorij o.l.v. Peter-Paul van Beekum
Voorganger: Corrie Dansen

Openingslied
Za: Zomaar een dak
Zo: De woorden die wij spraken

Welkom
Lieve mensen, van harte welkom. Fijn dat we hier bij elkaar kunnen zijn. Onze hoofden misschien nog vol met de dingen van alledag. En met ons verlangen naar stilte, verdieping en verbinding met dat wat groter is dan wij zelf. Vandaag gaan we op weg, op weg naar Jeruzalem, in de voetsporen van Jezus. Ik wens ons een goede viering.

Gebed
Laten we stil worden en ontvankelijk.
Jij, die ons kent, ons zitten en ons opstaan, Jij die meegaat op al onze wegen, leg ook nu Jouw hand op ons, laat ook nu Jouw hand ons leide
Acclamatie
Za: Hoe is uw naam
Zo: Wek mijn zachtheid weer

Inleiding bij de lezingen:
Jesaja – redding van God betekent dat – vertelt In de eerste lezing over machtsmisbruik en schetst een perspectief van bevrijding. In de tweede lezing horen we hoe Jezus na zijn rondtrekken door Galilea onderweg is naar Jeruzalem. Marga en Ria/Maria Hoitink en Marleen Postma zullen deze lezingen voor ons verzorgen.

Eerste lezing: Jesaja 29  vs17-24
Nog slechts een korte tijd, dan zal de Libanon weer een boomgaard worden, een boomgaard die is als een woud. Op die dag zullen doven kunnen horen hoe uit een boek wordt voorgelezen, en blinden zullen met eigen ogen zien, bevrijd van duisternis en donkerheid. Dan zullen verdrukten de Heer weer loven, zwakken juichen om de Heilige van Israël. Want het is gedaan met de geweldenaar, voorbij met de spotter. Ieder die op onrecht zint, zal vergaan: Wie een ander valse beweringen ontlokt, wie de rechters in de poort wil verstrikken, wie het recht van de rechtvaardige schendt met loze beweringen. Daarom – dit zegt de Heer, die Abraham bevrijd heeft, over de nakomelingen van Jakob: Jakob zal niet meer te schande staan, zijn gezicht niet meer van schaamte verbleken. Want wanneer zijn kinderen zien wat ik in hun midden heb verricht, zullen zij eerbied hebben voor mijn naam, de heiligheid erkennen van de Heilige van Jakob en de God van Israël vrezen. Ieder die verward was, zal inzicht verwerven, wie altijd klaagde, is vol begrip.

Lied
Za: Hij die gesproken heeft
Zo: Zij die stom zijn

Tweede lezing: Marcus 10            vs 32-45
Ze waren onderweg naar Jeruzalem en Jezus liep voor hen uit; de leerlingen waren ongerust en ook de mensen die hen volgden waren bang. Hij nam de twaalf weer apart en vertelde hun wat hem zou overkomen: ‘We zijn nu op weg naar Jeruzalem, waar de Mensenzoon zal worden uitgeleverd aan de hogepriesters en de schriftgeleerden, die hem ter dood zullen veroordelen en hem zullen uitleveren aan de heidenen. Ze zullen de spot met hem drijven en hem bespuwen en hem geselen en doden, maar na drie dagen zal hij opstaan.’ Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeës, kwamen bij hem en zeiden: ‘Meester, we willen dat u voor ons doet wat we u vragen.’ Hij vroeg hun: ‘Wat willen jullie dan dat ik voor je doe?’ Ze zeiden: ‘Wanneer u heerst in uw glorie, laat een van ons dan rechts van u zitten en de ander links.’ Maar Jezus zei tegen hen: ‘Jullie weten niet wat je vraagt. Kunnen jullie de beker drinken die ik moet drinken of de doop ondergaan die ik moet ondergaan?’ ‘Ja, dat kunnen wij’, ‘ antwoordden ze. Toen zei Jezus tegen hen: ‘Jullie zullen de beker drinken en de doop ondergaan die ik zal ondergaan, maar wie er rechts of links van mij zal zitten, kan ik niet bepalen, die plaatsen behoren toe aan hen voor wie ze zijn bestemd.’ Toen de andere leerlingen hiervan hoorden, werden ze woedend op Jakobus en Johannes. Jezus riep hen bij zich en zei tegen hen: ‘Jullie weten dat de volken onderdrukt worden door hun eigen heersers en dat hun leiders hun macht misbruiken. Zo mag het bij jullie niet gaan. Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de anderen moeten dienen, en wie van jullie de eerste wil zijn, zal ieders dienaar moeten zijn, want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.’

Za: Uw woord is een lamp
Zo: Jij leert mij vliegen

Overweging
Een intrigerend beeld, Jezus die voorop gaat, op weg naar Jeruzalem, zijn medereizigers bezorgd en angstig achter hem aan. Er is immers genoeg om je zorgen over te maken. Johannes de Doper is vermoord, er hangt dreiging in de lucht en Jezus, ja Jezus die zegt interessante dingen. Interessant dat wel, ze worden er ook onrustig van en soms begrijpen ze niets van wat hij zegt. Bovendien is hij eigenwijs, gaat z’n eigen gang en als je, zoals zij, om hem geeft dan zou je hem wel willen stoppen, laat staan dat je je je eigen hachje wil redden. Jezus lijkt zich daar niets van aan te trekken. Hij loopt door alsof hij geen tijd te verliezen heeft. Hij maakt een gedreven indruk, gretig, vol ongeduld. Wat maakt dat hij doet wat hij doet, vroeg ik me af. Wat gebeurt er van binnen bij hem? Wat kunnen we daarvan herkennen bij onszelf, bij de mensen om ons heen? Ik begon er iets van na te voelen toen ik Sander de Kramer een paar weken geleden bij Pauw hoorde vertellen over zijn betrokkenheid bij mensen in Sierrra Leone. Zijn verhaal maakte indruk op mij en niet alleen op mij merkte ik. Als journalist komt Sander in 2007 in Sierra Leone en treft daar de slechtste plek op de wereld. Kinderen van vijf, zes, zeven jaar, met hongerbuiken, wezen, staan in het water, ze zeven, op zoek naar diamanten. Een diamant, een steentje dat staat voor “geluk” in onze westerse wereld. Sander wordt zo geraakt door wat hij ziet dat hij zich voor deze kinderen gaat inzetten, “al wordt het mijn dood”. Via zijn sociale hartstocht, zijn netwerken en slimme acties zijn er nu twaalf scholen, krijgen weeskinderen gratis onderwijs, werken weduwen met behulp van microkredieten en is er scholing voor gehandicapten. Als chief – een soort burgemeester – wordt hij beschermd, want, zegt hij met gevoel voor understatement “niet iedereen is blij met mij”. Veel mensen hebben iets te verliezen bij de veranderingen die hebben plaats gevonden. Geraakt worden door anderen, voelen dat je iets bij te dragen hebt, van betekenis willen zijn en zien dat het nu gebeuren moet, zo wordt Jezus een mens van vlees en bloed voor mij en kan ik me met hem identificeren. Kan ik me iets voorstellen bij zijn tocht: op pad gaan om daar bij uit te komen wat er in je leeft en wat zich steeds verder ontwikkelt tot een onontkoombaar moeten, een heilige opdracht.
En dan Jacobus en Johannes. Aandoenlijk hoe ze voor zichzelf een speciale positie vragen. Ook hen is niets menselijks vreemd! Wat willen ze precies? Is het een soort vooruitbetaling voor alles wat hen nog te wachten staat? Hebben ze een perspectief nodig om alles wat hen mogelijk gaat overkomen vol te houden? Om er vol voor te blijven gaan? Jezus zet hen snel met beide benen op de grond: “Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de anderen moeten dienen”. Het gaat niet om straks, het gaat om nu, het gaat niet om macht, het gaat om dienen. Dat is een beladen woord, vaak horen we het in de betekenis van onderdanigheid. Hoe kunnen we het een positieve betekenis geven? Een betekenis die uitnodigend is en ons uitdaagt. Jesaja geeft aan wat het niet is: geweld gebruiken, spotten, op onrecht zinnen, valse beweringen ontlokken, het recht van rechtvaardigen schenden met loze beweringen. Jesaja schetst een hoopvol perspectief van bevrijding, hij geeft vertrouwen dat het goed zal komen, eens zal dit onrecht niet meer bestaan. Jezus schetst eveneens de weg naar bevrijding en benoemt waar het wél om gaat. Hij roept ons op om dienstbaar te zijn. Vanuit de volheid van wat we te bieden hebben de ander en de wereld om ons heen tegemoet treden. Geven van wat we in overvloed hebben, geven van waar we van overvloeien, als een bron – ieder van ons – met leven gevend water. In verbinding met andere bronnen, onze redding als we een tijdje onverhoopt droog staan. Op onze weg naar Jeruzalem mogen we oefenen. We hoeven geen Sander de Kramer te worden, het mag op onze eigen bescheiden grootse manier. Zoals de bakker die vertelde dat het rondbrengen van het brood het mooiste onderdeel was van zijn werk. Dan had hij contact met mensen, hij luisterde naar hun verhalen en was hun vertrouweling. Zoals de vader die ondanks de moeite die het kostte om te bedenken “Wat nu weer te eten vanavond”, de boodschappen te doen en te koken het met toewijding deed omdat hij zijn tijd besteedde aan “iets lekkers en voedzaams bereiden voor de mensen die hij liefhad”. Zoals bij de afscheidsviering van een dierbare collega van mij. Alle mensen die belangrijk waren geweest in zijn leven kwamen tot hun recht: zijn jong gestorven vrouw, zijn kinderen, zijn tweede geliefde, haar nieuwe vriend. Iedereen werd gezien, erkend en recht gedaan. Zo vinden we naast verhalen uit de Bijbel verhalen in onze eigen tijd die ons kunnen inspireren op onze tocht naar Jeruzalem. Allemaal een goede reis gewenst!

Geloofslied
Za: Om warmte
Zo: Uit vuur en ijzer

Tafel klaarmaken en collecte

Voorbeden
Laten we bidden voor onszelf, dat we onze talenten dienstbaar inzetten daar waar dat nodig is. Laten we bidden voor wie ons dierbaar zijn, voor ons hier samen. Dat we oog blijven houden voor elkaar, nu en in de toekomst.
Laten we bidden voor onze wereld die op een grote omwenteling lijkt af te steven: klimaatverandering, vluchtelingenstromen, een toenemende kloof tussen arm en rijk. Laten we hoopvol blijven zoeken naar onze bijdrage ten goede.
Laten we bidden voor allen die zich met durf en enthousiasme inzetten op hun werk en daarbuiten. Dat wij ons door hen laten inspireren en blijven geloven in wat er samen tot stand gebracht kan worden.
Laten we bidden voor wat er in onze harten leeft; voor wat er in ons intentieboek is opgeschreven; voor degenen die ziek zijn; voor degenen die overleden zijn. Dat zij geborgen zijn in Jouw naam

Acclamatie: kom over ons met uw geest/ O Lord-Blijf geborgen in je naam

Tafelgebed
God, Moeder en Vader van ons mensen:
wij danken Jou
voor de schoonheid van de aarde,
voor de dieren en de planten,
voor de mensen
om wat ze zijn en om hoe ze zijn,
allemaal verschillend,
mooi op hun eigen manier.

Wij danken Jou voor Jezus.
Door hem leren wij Jou kennen:
door hoe Hij heeft geleefd,
door wat Hij zei en deed.
Hij leefde ons voor
dat liefde het grootste gebod is.
Zijn spoor is onuitwisbaar,
zijn geest in ons is niet te doven.

Op de laatste avond van zijn leven,
heeft hij in het bijzijn van zijn vrienden
brood genomen.
Hij dankte Jou voor het brood,
brak het
en deelde het aan zijn vrienden
met de woorden:
‘Neem en eet van dit brood,
dit is mijn leven,
ik geef het aan jullie.’

Hij nam een beker,
sprak een dankgebed,
en zei tot zijn vrienden:
‘Drink hieruit en proef van mijn liefde.
Heb elkaar lief,
zoals ik u heb lief gehad.’

Zo is Hij voor ons levend brood geworden,
zo delen wij ons gebroken leven,
om ten volle mens te zijn.

Goede God,
voed in ons het respect
voor alle mensen,
geschapen naar Jouw beeld,
die in velerlei aard en afkomst
Jouw aarde bewonen en bewerken.
Laat ons met de hulp van jouw Geest
een gemeenschap zijn
van mensen in beweging,
vol ruimte en openheid voor elkaar en de wereld om ons heen.

Raak ons met jouw liefdesvuur.
Verfris ons,
doe ons herleven in het doen van gerechtigheid/dienstbaarheid.

Laat ons daartoe bidden
met de woorden die Jezus ons geleerd heeft:
Onze Vader, die ….

Vredewens: Dienstbaarheid en vrede zijn nauw met elkaar verbonden. Laten we in dienstbaarheid op weg gaan en elkaar vrede wensen.

Vredeslied
Za: Komen ooit voeten ( 1 en 3)
Zo: Gij komt tot ons waar niet verwacht

Uitnodiging aan tafel: laten we onze verbondenheid vieren, met elkaar, met al wat leeft, met dat onnoembare, onzegbare dat groter is dan onszelf.
Communielied
Za: Wie als een God wil leven
Zo: May the road rise to meet you

Afsluiting tafelgedeelte: in stilte
Goed om te weten:
Bloemetjes van de week:

Slotgedachte: Gaandeweg
gaandeweg de weg gegaan
de weg gegaan
om stil te staan
om stil te worden
stil van binnen
gaandeweg
de weg naar binnen.
Leo Jacobs

Zo meteen gaan we weg gaan van hier, de nieuwe week tegemoet. Wensen we elkaar moed, compassie, liefde en reislust. Vragen we daartoe de zegen van elkaar en van die wij noemen Vader, Zoon en Goede Geest.

Slotlied
Za: Wij leven op aarde
Zo: Om warmte

Nog geen reacties

Reactie plaatsen