Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

San Salvator geloofsgemeenschap

23-02-2025
Voorganger Marcel van der Maeden


Openingslied Hier wordt een huis voor God gebouwd

Welkom

Welkom, goede morgen, fijn dat u dat jullie zijn gekomen naar deze viering van onze San Salvator geloofsgemeenschap. Welkom aan die vele trouwe bidders, zangers, zieners, die regelmatig hier met ons het leven komen delen; maar ook een speciaal welkom aan u, jou incidenteel hier in Cello of misschien zelfs voor het eerst: Weet dat we vanuit christelijke inspiratie met elkaar gaan vieren, lezen uit de schrift, zingen, bidden, brood en wijn en het leven zelf met elkaar delen, in een sfeer van vertrouwen, vertrouwen op verbondenheid met elkaar.

We vieren vandaag de 7e zondag na epifanie en dan denk je wellicht bij jezelf: pardon? Ja, dat is de 7e zondag na ‘het verschijnen, de epifanie, de openbaring van de Heer, of ook wel genoemd ‘Drie Koningen’. En dan kan 7 nog zo heet getal van de volheid zijn in de traditie, maar ik merk aan mijzelf en u, dat we nou niet overlopen van herkenning en feestvreugde, zo van ‘ooh ja: dat mooie feest’. Nee, eerder ervaren we deze weken, in de slepende winter, wachten op de lente, op het begin van de VeertigDagenTijd, als een beetje niksig: saaie, stille tijd, na de mooie feestdag . . . afwachten, . . . tot . . . Het is die wat saaie ‘tijd door het jaar’ , met een paar weken terug ‘Blue Monday’; tegelijk raast en knettert het in  wereld om ons heen op het gebied van politiek, bestuur, mensenrechten en milieu en dringt de vraag zich op of het ooit beter gaat worden.

Ook de lezingen van vandaag gaven mij aanvankelijk niet makkelijk aanknopingspunten voor een geïnspireerde viering, maar laten we vooral niet te afwachten worden en verzinken in leegheid. De lezingen van vandaag gaat over kansen, nieuwe mogelijkheden, omdenken: kijk er eens van een andere kant tegenaan! Dus zie kansen: ‘Grijp kansen en geef kansen’.

Volgend weekend vieren we in Oeteldonk het grote feest, om daarna te gaan vasten en in te keren, dus wacht maar niet te lang! Eind komende week, vanaf zaterdag 1 maart zullen onze moslim-zusters en broeders beginnen aan hun vastenmaand: vier weken lang Ramadan: we wensen hen alvast ‘gezegende vasten’: Ramadan Moebarak’.

Laten wij nu stil worden, naar binnen keren en bidden.

GEBED

Gezegend zij uw naam, God,
want Gij komt ons bestaan verlichten en verrijken
in Jezus uw beminde knecht;
schenk ons zijn Geest
als zijn woord wordt geopend,
opdat ook wij blinden de ogen openen,
leren onze leeftocht en ademtocht met elkaar te delen
leren onze leeftocht en ademtocht met elkaar te delen
en armen uw genade aanzeggen;
geef ons één uur genade, in deze lege, stilstaande tijd,
zo moge het worden: God alles in allen,
alle dagen van ons leven die ons zijn gegeven,
tot aan het einde toe.

Amen, zo moge het zijn.

Acclamatie Herschep ons hart

INLEIDING OP LEZINGEN

De lezingen van vandaag nodigen ons uit ons hart te volgen: kansen te grijpen en kansen te geven: ga in op de uitdagingen! Wat heb je te verliezen? Het kan alleen maar mooier worden!

Als eerste lezing lezen we uit het boek Genesis, uit de verhalen rond Jozef. Hij krijgt, als onderkoning van Egypte, voor de tweede keer zijn broers op bezoek en maakt zich nu bekend als hun broer Jozef. Het is als een familiedrama dat tot zijn ontknoping komt.
Onze tweede lezing is uit het Evangelie volgens Lucas, met een toespraak van Jezus voor zijn volgelingen. Hij drukt hen op het hart dat leven naar het woord van God betekent dat je zelfbewust jezelf moet weggeven. Het klinkt als een indringende redevoering over ‘Zijn Wet van Naastenliefde’: zo vertrouwd, dat het voor onze christelijke oren bijna als te vanzelfsprekend klinkt. Let dus goed op wat je allemaal te horen krijgt.

1E LEZING Genesis 45,3-11.15

1Toen kon Jozef zich niet langer goed houden tegenover allen die daar bij hem waren. ‘Laat iedereen weggaan!’ riep hij. [ . . ]  2Hij barstte in tranen uit en huilde zo luid dat de Egyptenaren het hoorden en dat het ook in het paleis van de farao te horen was. 3Hij zei tegen zijn broers: ‘Ik ben het, Jozef! Leeft mijn vader nog?’ Zijn broers waren niet in staat antwoord te geven, ze waren verlamd van schrik. 4‘Kom toch dichterbij,’ zei Jozef tegen hen, en daarop gingen ze dichter naar hem toe. ‘Ik ben Jozef,’ zei hij, ‘jullie broer, die jullie verkocht hebben en die naar Egypte is meegevoerd. 5Maar blijf kalm en maak jezelf geen verwijten dat jullie mij verkocht hebben en dat ik hier ben terechtgekomen, want God heeft mij voor jullie uit gestuurd om jullie leven te redden. 6Er heerst nu al twee jaar hongersnood in het land, en ook de komende vijf jaar zal er niet geploegd of geoogst worden. 7God heeft mij voor jullie uit gestuurd om jullie voortbestaan op aarde veilig te stellen; zo wilde Hij veel levens redden. 8Niet jullie hebben mij dus hierheen gestuurd, maar God; door Hem ben ik de belangrijkste raadsman van de farao geworden, de bestuurder van zijn hele hof en heerser over heel Egypte. 9Ga onmiddellijk terug naar mijn vader en zeg tegen hem dat zijn zoon Jozef hem het volgende laat weten: “God heeft mij heer over heel Egypte gemaakt. Kom zo snel mogelijk naar mij toe. 10U kunt in Gosen wonen, dicht bij mij, met uw kinderen, uw kleinkinderen, uw schapen en geiten en uw runderen en wat u verder maar bezit. 11Ik zal daar in uw onderhoud voorzien, want de hongersnood zal nog vijf jaar duren. Dan hoeft u geen gebrek te lijden, u niet en ook uw familieleden en uw dieren niet.”’ 12Tot slot zei Jozef: ‘Jullie allemaal, ook jij, Benjamin, zien met eigen ogen dat ik het zelf ben die hier met jullie spreekt. 13Vertellen jullie mijn vader dus hoeveel aanzien ik in Egypte geniet, en alles wat jullie gezien hebben, en laat hem dan zo gauw mogelijk hierheen komen.’ 14Daarop viel hij zijn broer Benjamin om de hals; beiden huilden. 15Jozef kuste al zijn broers, terwijl hij zijn tranen de vrije loop liet. Pas toen waren zijn broers in staat iets tegen hem te zeggen.

Lied Neem mij aan, zoals ik ben

2E LEZING Lucas 6,27-38

Jezus sprak: [27] Tegen jullie die naar Mij luisteren zeg Ik: heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten, 28zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht behandelen. 29Als iemand je op de wang slaat, bied hem dan ook de andere wang aan, en weiger iemand die je je bovenkleed afneemt ook je onderkleed niet. 30Geef aan ieder die iets van je vraagt, en eis je bezit niet terug als iemand het je afneemt. 31Behandel anderen zoals je wilt dat ze jullie behandelen. 32Is het een verdienste als je liefhebt wie jullie liefhebben? Want ook de zondaars hebben degenen lief die hen liefhebben. 33En is het een verdienste als je weldaden bewijst aan wie weldaden bewijzen aan jullie? Ook de zondaars handelen zo. 34En is het een verdienste als je geld leent aan degenen van wie jullie iets terug verwachten? Ook zondaars lenen geld aan zondaars in de verwachting alles terug te krijgen. 35Nee, heb je vijanden lief, doe goed en leen geld aan anderen zonder iets terug te verwachten; dan zullen jullie rijkelijk worden beloond, en zullen jullie kinderen van de Allerhoogste zijn, want ook Hij is goed voor wie ondankbaar en kwaadwillig is.

36Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is. 37Oordeel niet, dan zal er niet over je geoordeeld worden. Veroordeel niet, dan zul je niet veroordeeld worden. Vergeef, dan zal je vergeven worden. 38Geef, dan zal je gegeven worden; een goede, stevig aangedrukte, goed geschudde en overvolle maat zal je worden toebedeeld. Want de maat die je voor anderen gebruikt, zal ook voor jullie worden gebruikt.’

Acclamatie Oren en ogen gaan open voor Jezus

OVERWEGING

‘Grijp kansen en geef kansen’.

Zien wij voldoende de kansen die wij krijgen, die voor het grijpen liggen? Geven wij ook kansen aan mensen die met ons te maken hebben? Hebben wij wel oog voor zoveel wat er goed gaat? We zijn altijd erg goed in het benoemen van wat er niet deugt, wat beter kan, waar het fout loopt, en dat dat natuurlijk niet onze schuld is.
Misschien begon de kans die Jozef nu aan zijn broers geeft wel met de kans die zij  em gaven toen ze hem in die kuil hadden gegooid, maar besloten hem niet te doden, maar te verkopen aan die handelaren, die op weg waren naar Egypte. Daar greep hij zijn kansen en kwam aan de hof van koning-farao te werken en regelde daar het voedselbeheer, waar zijn broers op af komen.
Nu maakt hij zich aan hen bekend en vraagt of zij terugkeren, met ook hun vader en dat zij voor goed in Egypte gaan wonen. Dit familiedrama komt zo tot een ‘happy end’.

Jezus drukt zijn volgelingen op het hart om mild en vergevend en open te zijn naar de medemens toe. Hij benadrukt zelfs om ook je vijand lief te hebben: die is immers ook als jij. Behandel anderen zoals je wilt dat ze jullie behandelen, zegt hij tegen wie het maar horen wil. Heb zelfs je vijand lief! Hoe ver gaat dat!

Jezus stelt er zelfs een beloning voor in het vooruitzicht, als hij zegt: dan zullen jullie rijkelijk worden beloond, en zullen jullie kinderen van de Allerhoogste zijn.

De boodschap van Jezus is heel radicaal: Doe goed: je moet het wagen om zo goed als God voor elkaar zijn. Dat betekent de andere te bezien alsof je kunt kijken met de ogen van God: Diep in het binnenste van iedere medemens, waar die ander klein en kwetsbaar en gebroken is: dus probeer die ander op te richten, rechtop te zetten en groot te maken.

Dat vergt omdenken: moeilijkheden niet zien als aanval maar als uitdaging. Grijp de kansen die je krijgt, opdat je ook kansen kunt geven. Dat betekent voortdurend jezelf oefenen in ‘zo goed als God voor elkaar zijn’: oefenen in barmhartigheid, openheid, genade, mildheid. Dan past een gebed-lied als ‘Wek mijn zachtheid weer’: zachtmoedigheid! Kennen wij dat begrip vandaag de dag nog?

Past dat nog in de chaotische tijden van nu?

Een paar jaar geleden zeiden we nog dat we moeten waken om polarisatie tegen te gaan! Lukt dat ons? We zien Nederland verruwen en tot stilstand en apathie verworden. In landen om ons heen verrechtst men even zo hard. En dan is ook deze tijd van het jaar nog zo’n periode van leegte, stilstand: hopen dat het nieuwe begin van de lente nu toch snel wil komen.

Misschien is het goed te overwegen wat de stilte en leegte van bijvoorbeeld de woestijn met ons zou doen. Kunnen wij dat aan? Wat zouden we voor aanvechtingen krijgen? Wat leren we daarvan?

Ik denk dat we dit mogen leren: leef steeds zo intens mogelijk vanuit je hart: genadig: je krijgt kansen en geef ook kansen weg: ook nu, in een tijd van polarisatie en geopolitieke spanningen, blijven we geloven in de kracht van dialoog en ontmoeting, las ik van de week nog, in een bericht over de 79e verjaardag van het Humanistisch Verbond: ‘Vrijheid van religie en levensovertuiging is een van de meest basale vrijheden. Want ook in Nederland staat deze fundamentele vrijheid soms onder druk. Je mag je eigen godsdienst of levensovertuiging kiezen, zolang je een ander daarin niet beperkt.’

Leef vanuit je hart: grijp kansen en geef kansen: wees voor de ander zo goed als God. Zo moge het zijn.

Geloofslied Als god ons thuisbrengt

KLAARZETTEN VAN BROOD EN WIJN en COLLECTE

VOORBEDE Met Acclamatie Dat wij volstromen

Laten wij bidden om nieuwe kansen in gegijzelde verhoudingen, in de samenleving om ons heen, dat wij als omdenkers, klein en groot, nieuwe wegen van recht en genade en gerechtigheid durven gaan.

Laten wij bidden voor allen die leven in gebrek, openheid en kwetsbaarheid, dat zij de garantie van bescherming, hulp en beloning weten te ontlokken aan velen die hen kunnen omringen met zorg en aandacht.

Laten wij bidden voor wie lijden naar geest of lichaam, voor allen die moete leven met verlies, leegte, rouw, dat er troost en bemoediging mag zijn, nieuwe kansen op herwonnen levenskracht . . . Laten wij in onze gebeden meenemen wat is opgeschreven in ons intentieboek en wat leeft in de geborgenheid van ons hart . . .

En we bidden voor wie speciaal vandaag genoemd worden.

Acclamatie

TAFELGEBED

Wij danken u voor deze aarde
die u in onze handen hebt gelegd:
grond onder onze voeten
voedsel om van te leven
kleur en muziek,
voor mensen om mee te leven.
U bevrijdde uw volk uit het land van de angst
trok voor hen uit naar het beloofde land
herinnerde mensen er steeds weer aan
hoe het leven met elkaar goed kan zijn.
U stak mensen als Jozef, Moses en Elia aan
om verbinding te zoeken
waar de band kapot leek.
Zo bent U onze bron van leven,
onze reisgenoot onderweg.

Wij danken u voor Jezus.
Nooit leefde iemand dichter bij U
Hij maakte de bron weer zichtbaar
wakkerde de hoop aan
leefde vóór
hoe je samen mens kunt zijn.
Verbonden met God en met ons
ging Jezus door bij tegenstand.
Op de avond waarop hij later gevangen werd genomen
vierde hij het feest van de bevrijding,
een viering die hoop geeft.

Hij nam het brood,
brak het en zei:
Dit is als mijn leven
gebroken en gedeeld met jullie.

Ook nam hij de wijn
sprak de zegen uit
en zei:
Dit is de wijn van de nieuwe wereld:
als je liefde schenkt, breng je leven.

Blijf dit doen: je brood en je leven delen,
de wijn van de toekomst drinken,
dan ben ik er bij.

Dat wij mogen leven in zijn geest
als mensen open naar de ander
dan breekt de toekomst zich baan
Om zo’n nieuwe wereld bidden wij samen:
Hij bidt ons voor: wij bidden met hem mee:
Onze Vader

ONZE VADER

VREDESWENS

Laten wij vanuit een verzoend hart elkaar inspireren tot het gaan van de weg van de vrede, om hier te oefenen voor wat we ook buiten dit huis van God zouden wensen: Vrede en alle goeds! Wenst elkaar met een eenvoudig gebaar die vrede.

VREDESLIED Zo een brengt vrede

UITNODIGING AAN DE TAFEL VAN BROOD EN WIJN

LIED Eet en drinkt van brood en wijn

GEBED

Goede God, wij danken u,
dat u ons zegent in ons leven, in brood en beker van uw verbond met ons:
en dat u ons doet gelijken op Hem
die wij noemen uw Geliefde
en die ons levenslicht is:
Jezus, uw knecht, onze broeder en Meester.

Amen, zo moge het zijn.

MEDEDELINGEN Als een oproep om het gevierde uit te dragen en invulling te geven

SLOTGEDACHTE naar een chassidische vertelling ‘Waar is God te vinden?’

Op een dag
ging een leerling naar haar meester.
Zij had een zak geldstukken bij zich
en zei: ‘Rabbi, dit is heel mijn bezit.
Ik geef het u allemaal,
als u mij kunt zeggen
waar ik op de wereld
God kan vinden!’
De rabbi dacht diep na,
en ging toen weg.

Wat later kwam hij terug,
met twee grote zakken geldstukken bij zich.
Hij zei: ‘Dat is alles wat ik bezit.
Het is allemaal voor jou,
als je mij kunt zeggen
waar op de wereld,
God niet te vinden is!’

ZEGENWENS

Laten wij straks gaan van hier onder de zegen van de Eeuwige en onder de zegen van elkaar, dat wij kansen zien en grijpen en geven, in situaties die ertoe doen, opdat de wereld een stukje mooier mag worden, stap voor stap, mens voor mens, kans voor kans. Dat wij mogen gaan onder de zegen van elkaar en van de Algoede God, die wij noemen Vader-Moeder, Zoon en Goede Geest!

SLOTLIED

Geen taal die hem vertaalt

Leave a comment