Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

San Salvatorgemeenschap 7 – 8 okt 2017
Thema:
Durf te kiezen!
Voorganger:
Ed Andriessen
Muzikale ondersteuning:
Melodiek

Openingslied za: Dit huis is een huis
zo:
Dit huis vol mensen

Welkom en inleiding
Welkom allemaal, Durf te kiezen!
Het thema van vandaag heb ik enkele weken geleden al gekozen, nog niet wetende dat ik ook in de voorbije week regelmatig voor een keuzedilemma zou worden geplaatst. Ik ben immers net pas terug van een week in Hongarije waar ik met vijf collega’s als miMakker Blixum heb mogen spelen met zowel mensen met een verstandelijke beperking als met mensen met dementie. Natuurlijk ben ik dat gewend, maar het is toch wat anders als dat van je verwacht wordt in een situatie die mij in mijn herinnering terugwierp naar zoals het in ons land nog voorkwam zo’n veertig/vijftig jaar geleden. Grote ruimtes met veel mensen die helemaal niets anders te doen hebben dan uit te zien naar de drie maaltijden die hen door de dag heen worden verstrekt. Twee medewerkers, van goede wil, maar die, gegeven de omstandigheden, hun taak beperkt zien tot het houden van toezicht en het oplossen van uit de hand lopende situaties. Stel je voor dat soms meer dan twintig mensen je laten voelen jouw aandacht te willen hebben terwijl jij daar in je eentje staat. Dan moet je kiezen, dan moet je dúrven te kiezen. Maar, beste mensen, dat is gelukt en we hebben niet het gevoel dat we iemand te kort hebben gedaan. Maar het was hard werken en het heeft me goed gedaan. Volgend jaar weer! Zoals gezegd is het thema enkele weken geleden al gekozen en wel op geleide van een verhaal uit het evangelie van Lucas, waarin Jezus durft te kiezen voor de confrontatie. Want ook hij ontkwam er niet aan om soms de mensen op een niet mis te verstane manier de les te lezen.

Maar laten we eerst even de rust vinden in onszelf en openen met een tot bezinning stemmend gedicht:

Openingsgedicht:  “Jij”
Jij kunt een schouder zijn voor de mens
in verdriet en verlorenheid
jij kunt een arm zijn
om een mens heen in de kou
jij kunt een licht zijn
voor een mens struikelend in donker

Jij kunt een vuur zijn voor een mens verkild in het leven.
Soms zoekt een mens: wie kan ik zijn wie mag ik zijn
soms vraagt een mens:
zal ik gemist worden zal iemand om mij huilen
Voor wie ben ik belangrijk?
Hoe moet je leven als je geen uitnodiging ontvangt
als je voelt: zonder mij zou alles gelijk blijven
als je niet merkt dat er iemand is
die op je wacht die naar jou omziet
Kunnen we elkaar laten voelen: jij mag er zijn
Jij bent goed jij kunt een schouder zijn jij kunt een arm zijn.

Kunnen we elkaar laten voelen:
ik ben een schouder voor jou
ik ben een arm om je heen een licht op je levenspad
Uit: er zal minder eenzaamheid zijn – van Marinus van den Berg

Lied za: Kom in mij – zo: Gij die een en eeuwig zijt

Eerste lezing:
De rabbijn van Rovidok De rabbijn van Rovidok kreeg te horen dat de Messias hem wilde ontmoeten. ”Waarom mij?” vroeg hij verwonderd. Maar zijn leerlingen drongen erop aan dat hij zich moest haasten, want het geluk van alle mensen zou van die ontmoeting afhangen. De rabbijn ging dus op weg.
Onderweg hoorde hij na enkele minuten opeens een kind huilen. Hij bleef staan. “Daar huilt een kind!” zei hij. “Horen jullie dat?”

Zijn leerlingen zeiden: “Dat kind zal wel ophouden met huilen. Zijn moeder zal het wel troosten. De Messias wacht op u en u houdt zich bezig met een huilend kind!”
Maar de rabbijn van Rovidok wilde niet verdergaan. “Ik moet eerst naar dat kind”, zei hij. “Misschien heeft het honger of dorst of is het ziek.”
Zijn leerlingen protesteerden, maar hij zei: “Een kind voeden is dringender dan de Messias te gaan begroeten!”
Vele jaren later stierf de rabbijn. In de hemel kreeg hij de gewone vraag: “Heb je geleefd in verwachting van de Messias?” De rabbijn wilde al beschaamd het hoofd schudden, toen opeens de stem van de Messias zelf klonk:
“Ik moet iets vertellen. Jaren geleden had ik een afspraak met deze rabbijn. Ik hoorde dat hij onderweg was en ik was blij. Maar opeens hoorde ik een kind huilen. Het had honger en dorst en was bang alleen. Dus ben ik, de Messias, naar dat kind toegegaan. Ik voelde me schuldig tegenover de rabbijn, omdat ik hem zou laten wachten. Maar ik kon niet anders: dat kind bleef maar huilen! En toen ik het kind vond in een schamel huisje, weten jullie wie ik daar bij het kind aantrof? De rabbijn van Rovidok.”
Uit Warme woorden – Kolet Janssen
Lied za: Zonder naam en zonder woorden– zo: Zo hoog als gij toont in uw hemel

Tweede lezing (Lucas 14, 1-11)
Toen hij op sabbat naar het huis van een vooraanstaande Farizeeër ging, waar hij voor een maaltijd was uitgenodigd, hielden ze hem in het oog. Er was daar iemand met waterzucht. Jezus vroeg aan de wetgeleerden en de Farizeeën: “Is het toegestaan hem op sabbat te genezen of niet?” Maar ze zwegen.
Hij pakte de man bij de hand, genas hem en stuurde hem weg. En tegen de Farizeeën en wetgeleerden zei hij: “Als uw zoon of uw os in een put valt, dan haalt u hem er toch meteen uit, ook al is het sabbat?” En daarop hadden ze geen antwoord.
Hij vertelde de genodigden een gelijkenis, want hij had gezien hoe ze de ereplaatsen voor zichzelf kozen. Hij zei tegen hen: “Wanneer u door iemand wordt uitgenodigd voor een bruiloft, kies dan niet de ereplaats, want misschien is er wel iemand uitgenodigd die voornamer is dan u, en dan moet uw gastheer tegen u zeggen: “Sta uw plaats aan hem af.” Dan zult u beschaamd de minste plaats moeten innemen. Als u wordt uitgenodigd, kies dan de minste plaats, zodat uw gastheer tegen u zal zeggen: “Kom toch dichterbij!” Dan wordt u eer betoond ten overstaan van iedereen die samen met u aan tafel aanligt.
Want wie zichzelf verhoogt zal vernederd worden, en wie zichzelf vernedert zal verhoogd worden.”
Hij zei ook tegen degene die hem had uitgenodigd: “Wanneer u een maaltijd aanbiedt of een feestmaal geeft, vraag dan niet uw vrienden, uw broers, uw verwanten of uw rijke buren, in de verwachting dat zij u op hun beurt zullen uitnodigen om iets terug te doen.
Wanneer u mensen ontvangt, nodig dan armen, kreupelen, verlamden en blinden uit. Dan zult u gelukkig zijn, zij kunnen voor u dan wel niets terugdoen, maar u zult ervoor beloond worden bij de opstanding van de rechtvaardigen.
Acclamatie za: Oren en ogen; zo: Zo heeft gesproken

Overweging
Hoewel er in de directe kring rondom mij mensen zijn die daar wel eens aan twijfelen, hebben mijn ouders mij keurig opgevoed. Ik wéét in ieder geval hoe ik me behoor te gedragen, zeker als ik bij iemand wordt uitgenodigd voor een maaltijd of een feestje. Maar als je luistert naar wat Lucas vertelt over de manier waarop Jezus zich laat gelden bij een sabbatmaaltijd, waarvoor hij door een vooraanstaand farizeeër werd uitgenodigd, zou je aan zijn opvoeding kunnen gaan twijfelen. Wat drijft hem toch om zich zó centraal te stellen en zowel de gastheer als de overige aanwezigen zó de les te lezen. En dat nog wel op de sabbat, de dag waar de hele week naar toe wordt geleefd en waarop men volgens de wet niet mag werken. “Volstrekt ongepast!”, zou je kunnen denken. Maar….ik begrijp hem wel en bewonder zijn moed. Hij voelt immers dat hij níet is uitgenodigd omdat hij tot de vriendenkring behoort van het daar aanwezige gezelschap. Integendeel, hij weet dat de farizeeën hem kritisch volgen om de geheel eigen wijze waarop hij met de door hen zo strak gehouden wetten omgaat. Zij voelen zich daardoor bedreigd in hun positie. Ze kunnen niet wachten tot hij opnieuw “in de fout gaat” en daarmee de stok in handen krijgen waarmee ze hem kunnen slaan. Daarom hebben ze een val voor hem opgezet. Een val in de persoon van een waterzuchtige, iemand met een ernstige vorm van oedeem. Zij weten dat Jezus eerder de sabbatwetten heeft overtreden, dus verwachten zij dat hij dat ook nu zal doen. Dan kunnen zij hem op heterdaad betrappen. Maar Jezus is ook niet gek. Hij plaatst een verrassingsstoot door hen een vraag te stellen waardoor zij niet langer slechts arglistige toeschouwers zijn, maar gedwongen worden om zelf te kiezen. Hij vraagt hen niet of het geoorloofd is om te wérken, maar om te genézen. Omdat zij met stomheid geslagen zijn, blijft een antwoord achterwege; en Jezus geneest de man en laat hem gaan.
Verder maakt dit verhaal ons duidelijk dat Jezus zich ergert aan het feit dat de sabbatsmaaltijd is verworden tot een karikatuur van hoe het eigenlijk bedoeld is: een feest waar mensen weer op adem kunnen komen, weer weten wie ze zijn: geen slaven, maar koningskinderen, niet geknecht maar vrij. Maar hier is hij getuige van een feest waar slechts mensen aan deelnemen die zich rekenen tot de upper-class. En waar diezelfde mensen er ook nog eens alles aan doen om zich de beste plaats te verwerven in de directe nabijheid van de gastheer. Middels een weinig subtiele gelijkenis leest hij hen de les.
Jezus keert zich hier tegen een aantal in zijn ogen verwerpelijke praktijken. Hij weet dat hij hiermee zijn eigen graf graaft, maar liever dat dan meegaan met de verloedering. Hij kiest voor de confrontatie in plaats van de mogelijkheid zich gedeisd te houden. In het dilemma, dat hij moet hebben gevoeld kiest hij voor de weg van de meeste weerstand. Net als in het als eerste gelezen chassidische verhaal over de rabbijn van Rovidok die zelfs een allesbepalende ontmoeting met de Messias laat lopen omdat hij een kind hoort huilen, de protesten van zijn leerlingen negerend.
Maar hoe vergaat het ons?  Ook wij worden vrijwel dagelijks geconfronteerd met dilemma’s die ons dwingen tot een keuze. Ook wij worden geconfronteerd met verwerpelijke zaken. En hebben wij dan de moed om deze op een niet mis te verstane wijze aan de kaak te stellen? Zoals Jezus deed in dat gezelschap van farizeeën en aanverwante opportunisten? Zijn wij altijd bereid om ons eigen hachje in de waagschaal te stellen om het onrecht te keren? Als ik naar mezelf kijk, zou ik me zeker geen held willen noemen. Ja, ik zie dat deze wereld een allesbehalve rechtvaardige wereld is. Ja, ik wil er aan bijdragen het ontij te keren. Ja, ik steun daartoe allerlei organisaties die zich dat tot doel hebben gesteld. Ja, ik teken zo nu en dan een petitie. Ja, ik ben heel soms bereid om mee te lopen in een protestmars. Maar ik durf niet zo ver te gaan dat ik mijn leven daarvoor in de waagschaal stel. Zoals Jezus deed. Zoals Martin Luther King deed. Zoals Gandhi deed. Zoals ook mensen van nu nog doen. Anonieme mensen die eigen huis en haard hebben verlaten om er op de brandplekken van onze aarde te zijn voor al die mensen die amper een leven hebben. Een enkele gezagsdrager die met zijn moed anderen inspireert. Allemaal mensen, die zien dat het anders moet en die kiezen voor de confrontatie in plaats van lijdzaam af te wachten tot er wat gebeurt. Ik heb al deze mensen heel hoog zitten, maar ik moet helaas toegeven dat bij mij het hemd nog vaak nader is dan de rok.

En ik weet dat ik daarmee geen beter of slechter mens ben dan jullie. En ik weet dat velen van jullie zich in dit verhaal zullen herkennen. Maar het roept wel wat vragen bij me op:
-Ik troost me wel eens met de gedachte dat we toch niet allemaal alle onrecht aan de frontlijn kunnen bestrijden, want zou dat de chaos niet slechts groter maken? Maar toch. . .

-Laten we blij zijn met het feit dat een gedreven journalist als Hugo Borst het lukt om de politici ervan te overtuigen dat we met de zorg voor onze meest kwetsbare ouderen door de bodem heen dreigen te zakken. Maar waarom hebben wij dat allemaal laten gebeuren? Hoever moet het komen voordat wij durven kiezen voor de confrontatie?

-Ik weet niet of economische boycots een effectief middel zijn om onrecht te bestrijden, maar ik zie wel dat we dat middel regelmatig inzetten . . .behalve voor de Verenigde Staten, waar recht en solidariteit minstens zo veel worden bedreigd als op andere plekken op de wereld. Zou ook hier gelden dat het hemd nader is dan de rok?

-Wat zou er gebeuren als we alles wat we hier belijden eens zouden omzetten in een bezetting van het stadhuis om de mensen daar te confronteren met de problemen in onze stad die minder aandacht krijgen dan ze verdienen, zoals armoede, eenzaamheid en discriminatie?

-Durven wij als gemeenschap te kiezen voor een zelfgekozen toekomst, in welk proces we de confrontatie met elkaar moeten aangaan? Of ontbreekt ons daartoe de moed en zien we wel wat ons overkomt?

Ik kan me voorstellen dat er onder ons mensen zijn, die vinden dat ik doordraaf. Ik laat ons graag de ruimte ieder voor zich een antwoord te vinden op deze gewetensvraag. Maar ik durf opnieuw de vraag te stellen wat er zou zijn gebeurd als Jezus en anderen die in zijn voetspoor zijn getreden niet op zijn tijd hadden gekozen voor de confrontatie?
Geloofslied za: Hij die gesproken heeft; – zo: Boom, je stam was koud en bloot

De tafel wordt klaargemaakt en er wordt gecollecteerd.

Voorbeden
Eeuwige, geef ons de moed de juiste keuzes te maken,
ook als we daarmee ons eigen belang zouden kunnen schaden.

Luister Heer

Eeuwige, help ons er voor te zorgen dat ieder mens
de hulp krijgt die nodig is om een volwaardig leven te leiden.

Luister Heer

Eeuwige, help ons te voorkomen dat ‘ons kent ons’
belangrijker wordt dan ‘er zijn voor elkaar’.

Luister Heer

Eeuwige, laat ons bidden voor allen die ziek zijn,
voor allen die zijn opgenomen in dit intentieboek,
voor allen die ons in de dood zijn voorgegaan

Voor uw aangezicht

Tafelgebed
Wanneer wij bijeenkomen om te eten en te drinken
en iedereen vooraf zijn eigen deel neemt,
zodat de een hongerig blijft en de ander dronken wordt,
dan is dat niet de maaltijd zoals Jezus die heeft bedoeld.

Wanneer bij ons de man de leiding neemt omdat hij de man is
en de vrouw komt op de tweede plaats omdat ze vrouw is,
dan is dat niet de maaltijd zoals Jezus die heeft bedoeld.

Wanneer in onze samenkomsten
de voorganger meer te zeggen heeft dan de ander,
dan is dat niet de maaltijd zoals Jezus die heeft bedoeld.

Wanneer in onze viering de factoren die maken
dat de een rijk is en de ander arm,
de een welbespraakt en de ander onzeker,
de een gestudeerd en de ander “leek”
wanneer die factoren niet worden onderkend
en de tegenstellingen niet omgebogen,
dan is dat niet de maaltijd zoals Jezus die bedoeld heeft.

Want Jezus heeft ons geleerd
om als brood en wijn onszelf te geven aan de ander
opdat allen zullen leven in vrede en veiligheid.
Onze vader

Vredeswens Laten wij elkaar bij de hand nemen, elkaar in de ogen zien en in elkaar iedere bewoner van onze wereld de vrede wensen die hem of haar toekomt. Vredeslied: za: God is die goed is; – zo: Vrede zij u van God in de hemel

Anders dan in het evangelieverhaal van vandaag is iedereen van harte uitgenodigd om brood en wijn met elkaar te delen.
Communielied za:
Zoudt gij ooit ons beschamen; zo: Dat wij niet slapen

Gebed aan tafel
Wees waakzaam, zegt God, en hou je ogen en je hart open voor wat er rondom je gebeurt.
Durf te zien waar mensen in nood zijn  en probeer er iets aan te doen,  op je eigen, beperkte manier,  kwetsbaar, maar toch vastberaden.  Riskeer het om je leven te delen met armen en kleinen  en ontmoet in hen mijn eigen Zoon,  onverwacht, soms, heel even.
In eenvoudige en gekwetste mensen wil Ik geboren worden.  Kijk om je heen en je zult Mij ontdekken  in de glimlach van een kind en in de ogen van een zieke.  Wees dus waakzaam, want misschien herken je Me niet.
Erwin Roosen

Mededelingen

Slotgedachte

Ik ben niet van gips, zegt God, niet van steen, niet van brons.
Ik ben levend te midden van mensen.
Ik ben tussen hen en zij hebben mij niet herkend.
Ik ben slecht betaald, ik ben werkloos, ik woon in een krot, ik slaap onder bruggen.
Ik heb hen toch gezegd:
“hetgeen je aan de minste van  mijn broeders doet,  heb je voor mij gedaan.”
Het ergste is dat zij het weten, maar het zo ernstig niet nemen.
Ik heb het koud,  zegt God.
Ik heb honger, ik ben naakt.
Ik zit in de gevangenis,
ik ben uitgejouwd.
Vrij naar M. Quoist

Zegengebed
Mogen wij gezegend worden met onrust over gemakkelijke antwoorden, halve waarheden en oppervlakkige relaties, zodat er diepgang mag zijn in onze harten.
Mogen wij gezegend worden met boosheid over onrechtvaardigheid, onderdrukking en de uitbuiting van mensen, zodat we mogen werken voor rechtvaardigheid, vrijheid en vrede.
Mogen wij gezegend worden met tranen, te plengen voor hen die lijden door pijn, verstoting, honger en oorlog, zodat we onze handen zullen uitstrekken tot troost om pijn in vreugde te veranderen.
Mogen wij gezegend worden God met voldoende dwaasheid om te geloven dat we verschil kunnen maken in deze wereld, zodat we kunnen doen waarvan anderen zeggen dat het onmogelijk is.

Slotlied za: Als God ons thuisbrengt – zo: Te doen gerechtigheid

1 Reactie

  • Fiet Vreeburg
    Posted 8 oktober 2017 1:13 pm 0Likes

    Ton en Fiet:
    Dank je wel, Ed, voor al dat “huiswerk” dat je ons meegegeven hebt!!!!
    Dank je wel, Hans, met de keuzes van jouw liederen!!
    Dank je wel, Melodiek voor het voortreffelijk zingen!
    Het was een bijzondere viering: toch keuzes maken……en soms verlies je daarbij “de helft” , maar……..

Plaats een reactie

Op de Agenda
Zondag Anders 20 oktober
Lunch
Inloophuis en kantoor Ordune
Schaarhuispad 1315231 PP Den BoschOp de eerste en derde woensdag van de maand staat de koffie klaar tussen 10.00 en 11.30 uur. U bent welkom!
NL96 INGB 0006 0407 13
Vieringen in Dagcentrum Eygenweg
van der Eygenweg 15231 PA ‘s-Hertogenbosch

San Salvator gemeenschap 2024