Paaswake: Voor het kiezen

Elk blad ademt de boom tot leven

San Salvatorgemeenschap 15 april 2017
Thema Paaswake:
Voor het kiezen
Voorgangers: Pastoraatsteam
Muzikale ondersteuning: De Cantorij

Waarom was het zo stil vandaag?
Na het feestmaal op witte donderdag, de eenzaamheid en het verraad in de tuin van Gethsemane, de tocht lang Annas, Kajafas en Pilatus en de lange lijdensweg naar het kruis, werd het stil. Verpletterend stil. Een stilte van wanhoop, van schuld, van ‘ja maar’, van stamelen zonder woorden. Niets te kiezen, niet te begrijpen, zonder troost. De dag was lang.

Waarom is het zo donker vanavond?
Het is donker omdat de dag grauw was en uitzichtloos. Omdat het leven even weg is, zwart, achter een koude steen van verpletterend verdriet.

En toch komen wij vanavond bij elkaar?
Ja, dit is een avond om elkaar verhalen te vertellen. Om elkaar op te zoeken. Zoals elke keer als we hier samen komen. Zoals ook de vrienden van Jezus samen kwamen. Vanavond vertellen we elkaar verhalen over hoe alles begon, hoe mooi het was, hoe het ook fout ging en hoe benauwenis voelt. We vertellen elkaar verhalen over bevrijding, over opstanding en over terugkeer van licht.

We zullen verhalen vertellen, en zingen van licht en bevrijding, we zullen brood delen vanuit verbondenheid met mensen en samen zoeken naar licht. Welkom. Fijn dat u er bent.

Vanavond voelen we ons ook verbonden met vele andere geloofsgemeenschappen in en rondom Den Bosch. Op de Parade werd door bisschop De Korte het paasvuur aangestoken. Velen namen het licht mee naar hun eigen huis of gemeenschap, vanaf dat vuur van verbondenheid.

Gebed om licht
Goede God, grond van ons bestaan
die ons tot leven heeft geroepen
uw spreken heeft licht gebracht
licht, om de nacht bij te schijnen
licht, om dagen van vreugde te geven
laat uw woorden met ons meegaan
deze nacht, onderweg naar een nieuwe morgen

laat uw woorden licht brengen
waar het donker is
dat vragen wij u in de naam
van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest
Amen
Lied: Bij U is de bron van het leven

In deze nacht vertellen we het verhaal van hoe alles begon nog eens. Dat prachtige verhaal van Gods scheppende werk. Alles was in het woord van God.
God heeft ernaar verlangd dat er liever iets was dan niets.  Deze prachtige aarde ontstond en niet een andere.
Precies deze aarde. Precies goed.

In het begin begon God te scheppen.
De aarde was nog grondeloos, overal duisternis en donker water.
Maar Gods geest zweefde ademend over het water.

Gods woord klonk: ‘Licht’ en er was licht.
En waar licht was, was geen duisternis.
Dag en nacht, precies goed.
De eerste dag.

Gods adem blies: wateren onder, hemelkoepel boven.
Ieder zijn onderscheiden plaats.
De tweede dag.

Gods sprak het woord ‘Aarde’ en er was grond en droge aarde,
het water stroomde samen bij water. Precies goed.

Gods woord klonk over de aarde: ‘Leven’
en er waren planten en bomen, groen als gras.
De derde dag.

Gods adem riep de lichten aan de hemel. En er was licht, precies goed
om de aarde te verlichten op de dag en te beschijnen in de nacht.
Vierde dag.

God sprak over dieren, in het water, op het land en in de lucht.
En er waren dieren ieder naar hun soort. Precies goed.
De vijfde dag.

 En uiteindelijk sprak God het verlossende woord: ‘Mens’
en de mens was, aardemens, adam, naar Gods beeld, mannelijk en vrouwelijk.
De zesde dag.

Zachtheid en rust. God zweeg.
De zevende dag.
Precies goed.
Lied: Paasvuur wordt aangestoken.

Het licht van die allereerste morgen, mag het licht zijn van elke nieuwe morgen.
Daarom steken we vanavond de paaskaars aan,
de kaars die met ons mee zal gaan wanneer wij vieren.
De kaars die zal branden bij vreugde en verdriet,
als teken van uw opstanding met ons.

Paaskaars wordt aangestoken

Gebed
God, uw adem, uw geest
bracht licht in de duisternis.
Stelde de grote en de kleine lichten aan de hemel.
Duisternis kent zijn plek, licht zal zijn.

Zuivere vlam

Dat het licht mag er zijn voor voor mensen,
wanneer het zo vreselijk donker is.
Wanneer verdriet onze dagen zwart maakt als de nacht.
Dat dat kleine lichtje, een vlammetje van hoop mag zijn.

Kwetsbare vlam

God, die verlangde dat er mensen zouden zijn.
Die uit liefde, door het spreken van het
Ultieme liefdeswoord, licht bracht,
zodat het leven licht zou zijn.

Lieflijke vlam

Laten we het licht doorgeven, dat alle kleine lichtpuntjes één groot licht worden.
Voor elkaar en voor de wereld.
Lied: Licht dat ons aanstoot in de morgen

Het begon met Gods verlangen. Gods keuze voor schepping, voor goedheid, voor mensen.
Gods adem bracht mensen tot leven. Leven in een volheid van ervaringen. Abrahams volk werd talrijk, had voedsel gevonden in Egypte, maar werd daar een volk in duisternis.

Eerste lezing Over de doortocht
Vierhonderd jaar was het volk van de Hebreeën slaaf op de bouwplaatsen van de Farao. Iedere dag, wat er ook gebeurde, moesten ze allemaal in de modder dezelfde hoeveelheid stenen produceren. De stenen van de angst. De stenen van de schaamte.
Maar God wil dat Farao het volk laat en gaan en verhardt het hart van Farao met rivieren van bloed. Een invasie van kikkers, muggen, ongedierte. Vee dat sterft. Zweren en Hagel. Invasie van sprinkhanen. Duisternis op aarde.
Eindelijk komt de laatste slag, de ultieme tegenslag die Farao doet buigen.
In de nacht glijdt de kruipende dood onder de deur door van ieder huis om iedere eerstgeborene van elke familie te doden. Rijk of arm. Prins of slaaf. Bij de mensen en bij de dieren.
Maar aan de deuren van de Hebreeën gaat de adem van de dood gaat voorbij. Zoals God het aan Mozes gevraagd had, hebben de Hebreeën er voor gezorgd dat er een merkteken op hun deur stond met bloed van een lam.
Het lam en de ongezuurde broden hebben ze staande gegeten, haastig, klaar om te vertrekken.
Vóór de nacht en het grote vertrek.
Het is Pesach. De grote doortocht. De bevrijding en de sprong in het onbekende. God zegt tegen eenieder: Herinner je deze nacht. Herinner je wat ik gedaan heb voor je bevrijding.

Farao staat op in de nacht. Zijn zoon, zijn eerstgeborene is dood. Heel Egypte is één grote schreeuw van pijn: geen enkel huis, geen paleis zonder een dood kind. Het hart van de Farao is eindelijk verscheurd.
Hij bevrijdt alle slaven en hij laat Mozes en zijn volk vertrekken. Overdag gaat een wolkkolom voor hen uit in de woestijn. ’s Nachts een vuurkolom.
Ze volgen niet de gebruikelijke weg, ze vertrekken in een onbekende richting, recht op de zee af. Het volk wordt angstig en roept luid: Het is beter om slaaf in Egypte te zijn dan dood in de woestijn.
Wees niet bang, antwoordt Mozes. God is met ons.
Vóór de immense zee wordt de nacht als licht. Mozes strekt zijn hand en zijn staf uit.
De zee trekt zich terug en scheidt zich in twee delen zoals God een scheiding heeft gemaakt tussen de aarde en de wateren aan de oorsprong van de wereld.
Het volk – bevrijd – gaat droogvoets midden door de zee tussen de muren van water.
Farao, gek van pijn en van wraak, heeft met zijn strijdwagens en zijn leger de achtervolging op de vluchtenden ingezet. Het water stroomt weer terug en sluit zich boven hen, paarden en ruiters worden door de zee opgeslokt.
De dood is voorbijgegaan. In vrijheid draaien de Hebreeën zich om en zien ze de lijken van de Egyptenaren op de kust liggen.
Vóór hen ligt de woestijn. En in het zand de weg van de vrijheid en de verantwoordelijkheid.
(uit: Bijbel. De dragende verhalen. Serge Bloch en Frédéric Boyer)
Lied: God bewaar mij

Tweede Lezing Mattheüs 28:1-10
Na de ​sabbat, toen de ochtend van de eerste dag van de week gloorde, kwam Maria uit Magdala met de andere Maria naar het ​graf​ kijken. Plotseling begon de aarde hevig te beven, want een engel van de ​Heer​ daalde af uit de hemel, liep naar het ​graf, rolde de steen weg en ging erop zitten. Hij lichtte als een bliksem en zijn kleding was wit als sneeuw. De bewakers beefden van angst en vielen als dood neer. De engel richtte zich tot de vrouwen en zei: ‘Wees niet bang, ik weet dat jullie ​Jezus, de gekruisigde, zoeken. Hij is niet hier, hij is immers opgestaan, zoals hij gezegd heeft. Kijk maar, dat is de plaats waar hij gelegen heeft. En ga nu snel naar zijn ​leerlingen​ en zeg hun: “Hij is opgestaan uit de dood, en dit moeten jullie weten: hij gaat jullie voor naar Galilea, daar zul je hem zien.” Dat is wat ik jullie te zeggen had.’
Ontzet en opgetogen verlieten ze haastig het ​graf​ om het aan zijn ​leerlingen​ te gaan vertellen. Op dat moment kwam ​Jezus​ hun tegemoet en groette hen. Ze liepen op hem toe, grepen zijn voeten vast en bewezen hem eer. Daarop zei ​Jezus: ‘Wees niet bang. Ga mijn broeders vertellen dat ze naar Galilea moeten gaan, daar zullen ze mij zien.’
Acclamatie: Houd mij in leven

Paasgedachten
Duisternis en zwaarte kan er allemaal zijn in het leven. Een ziekte die onverwacht door alles heen gaat. Een vriendschap die niet wederzijds blijkt te zijn. Je dienstverband eindigt in een reorganisatie. Afscheid van een dierbare ouder wordende partner die niet langer thuis kan blijven wonen. Voor het kiezen? Nee, meer voor de kiezen. De maakbaarheid van het leven is maar zeer beperkt.
Wij kennen de uitdrukking ‘het komt op jouw pad’. Kennelijk heb je een pad waarop dingen gebeuren, ontmoetingen plaatsvinden, een vraag van iemand om mee te gaan zingen in een koor. Een advertentie waar je oog op viel ‘het kwam op je pad.’ Kansen, maar ook tegenslagen, zwarte gebeurtenissen. Een pad met kuilen en met stenen en ravijnen waar de zon niet komen kan.

Mohamed El Bachiri verloor zijn vrouw bij de aanslagen in Brussel. Een boekje met zijn gedachten kregen we als pastoraatsteam cadeau. De afgelopen dagen hoorden we al teksten hieruit.
Iemand die het zwartste zwart overkomt. Hij schrijft: Ik weet niet of ik nog terugkeer naar het leven, het echte levende leven.
Ik loop te malen, het is nacht, het is koud.
Opeens ben ik verlamd door angst.
In mij zie ik en hoor ik een stem
die brandt met duizend fluisterende vuren.
Kom dat door het lawaai van de stilte,
of het licht van de duisternis?
‘ Vrede zij met jou en de mensheid.’
(uit: Een jihad van liefde. David van Reybrouck en Mohamed El Bachiri)

Een stem met duizend fluisterende vuren
Ik zie het volk van de Hebreeën voor me, en Mozes, ze zijn onderweg in angst en duisternis maar een wolk en een kolom van brandend vuur gaat voor hen uit. Een geloof in een nieuwe morgen, een bestaan in vrijheid. Ik zie Maria bij het graf, intens verdrietig, verslagen. Ook zij denkt: Ik weet niet of ik nog terugkeer naar het leven, het echte levende leven.
Maar de aarde beeft, een engel zit op de koude steen die het graf afsloot die zegt: keer om Maria. De beide vrouwen draaien zich om, bevreesd én verheugd. En daar ontmoeten ze Jezus. De leven Levende komt zo op hun pad. De zon begint te stralen daar in het ravijn waar de zon niet kon komen. Een stem van duizend fluisterende vuren zegt tegen haar: verheug je! Vertel het aan de anderen. Ik ga vast vooruit.
Daarom is het zo mooi om Pasen te vieren. Daarom geloof ik tegen de klippen op. Het is er allemaal. De kuilen, de stenen, de ravijnen waar het licht niet komen kan en toch is er het licht van het niet te doven vuur. De duizend fluisterende vuren.

Waterritus
Toen de aarde nog niet was,
was alles water, chaoswater.
Door Gods ademende kracht
werd de oervloed tot levend water.
Bron van bestaan.

In de tuin van Eden stroomden
rivieren en het land werd vruchtbaar.
Planten groeiden, bloemen bloeiden,
de dieren dronken bij de stroom,
de mens leste zijn dorst.

Water wordt in de schalen gegoten

Stromend water, niet door mensenhanden gemaakt.
Levend water, doorademd van Gods geest.

De kaars wordt in het water gedompeld

Laat Gods geest ook ons doorademen
Laat het water ons nieuw leven schenken.
Laat zien dat het duister licht in zich draagt
dat dood het laatste woord niet heeft
dat het leven met duizend vurige stemmen spreekt.

Jezus koos ervoor om zich te laten dopen.
Hij sloot zich aan bij de gewone mensen die zich
lieten dopen door Johannes.
Niet bij de hooggeplaatsten,
maar tussen de mensen was hij aanwezig.

Een nieuw begin maakte hij daar bij de Jordaan.
Uit de hemel klonk de adem van God:
Jij bent mijn geliefde kind, met jou wordt alles nieuw.

Zo mogen wij ook aansluiten bij de mensen
die gedoopt zijn en met ons vanavond de doop
herinneren. Als teken van een nieuw begin:
Jij bent Gods geliefde kind,
met jou wordt alles nieuw.
Instrumentale muziek Steven

Wij hebben van onze oorsprong gehoord. Onze oorsprong uit water, aarde, licht en geest. Gesterkt door goede woorden mogen we zingen van ons samenzijn.
Lied: Wij bidden en vieren verzamelen ons

De tafel wordt klaargemaakt en er wordt gecollecteerd.

Voorbede
Laten wij bidden voor een nieuwe morgen
voor mensen die leven in een donkere nacht
waar angst is, wanhoop, verdriet.
Dat er in deze nacht lichtpuntjes mogen zijn,
mensen die de weg verlichten.
Mensen die het licht niet verbergen maar
het licht willen zijn.

Wek uw kracht en kom ons bevrijden

Laten wij bidden voor de slachtoffers in Syrië,
in Zweden, in Brussel, Parijs
en alle plaatsten in de wereld waar geweld is.

Laten wij bidden voor de slachtoffers van de aanslagen
in de Koptische Kerken in Egypte.
Dat zij mogen ervaren: gezegend zij de mensheid,
moge de liefde overwinnen.

Wek uw kracht en kom ons bevrijden

Laten wij bidden voor zieken in onze gemeenschap,
mensen die hier vanavond niet kunnen zijn.
Maken wij ruimte voor onze eigen intenties,
en voor wat opgeschreven staat in ons intentieboek.

Denken we in deze nacht aan onze dierbare overledenen.

Koester de namen

Tafelgebed
Gezegend Jij, bron van leven, die liefde geeft.
Die ons doet opstaan voor vrede en gerechtigheid.
Gezegend jij, tot ons gekomen in Jezus van Nazareth,
belichaming van hoop, leven en toekomst,
die jouw woorden sprak, die jouw daden deed,
om licht te zijn, om mens te zijn, om God te zijn,
om goed te zijn, voor elke mens.

Hij gaf zijn liefde tot het uiterste toe.
Op de avond voor zijn sterven,
nam Hij brood in zijn handen,
sprak een dankgebed,
brak het, gaf het aan zijn vrienden en zei:
ontvang en eet dit brood,
als teken van mijn leven,
gebroken en gedeeld, ter wille van u.

Ook nam hij de beker liet hem rondgaan
en zei: Neemt deze beker en drinkt er uit
samen aan dezelfde tafel.
Zo zal er vrede komen in stad en land.
Blijf dit doen om mij te gedenken.

Zo willen wij leven, in zijn geest,
zodat er een nieuwe morgen komt voor iedereen,
een wereld vol hoop,
vertrouwen en medemenselijkheid.

Zo willen wij samen bidden,
de woorden die Jezus ons gegeven heeft:
Onze Vader . . .

Vredeswens
Vredeslied: Nooit hoorden wij andere stemmen dan de onze

Iedereen wordt van harte uitgenodigd bij het delen van brood en wijn
Lied: Wat in stilte bloeit

Slotgedachte
Wij zijn hier deze avond bijeen geweest en hebben het donker zien overgaan in het licht van ons samenzijn. Eigenlijk zou het mooi zijn de nacht hier wakend, biddend en zingend met elkaar door te brengen. We zouden ons verdriet delen, elkaar troosten. We zouden mooie herinneringen ophalen, samen lachen. We zouden aan elkaar vragen: Wat kan ik voor jou doen? Kan ik iets voor jou zijn?

En dan gingen we naar buiten om het eerste streepje rood van de nieuwe zon te zien verschijnen. Dan zouden we elkaar omhelzen en zeggen: De Heer is waarlijk opgestaan. Een nieuwe morgen.

Zegenwens
Gaan wij van hier als gezegende mensen.
Word gezegend, wees een zegen,
door het leven licht te leven
Ga met God, met de morgenzon,
op jouw wegen.

In de naam van Vader en de Zoon
en de Heilige Geest,
Amen

Slotlied: Tijd van vloek en tijd van zegen

Nog geen reacties

Reactie plaatsen