Allerzielen – Klankresten

San Salvatorgemeenschap 4 nov 2017
Allerzielen
Thema: Klankresten
Werkgroep afscheidsvieringen
Koor afscheidsvieringen o.l.v. Gerard van de Weijer

Gedicht
Praten over iemand
Die is heengegaan,
Vragen: ‘Hoe was hij?’ of:
‘Wie was die vrouw voor jou?’
raakt diepe lagen aan in hen,
die na een afscheid
zonder hun geliefde
moeten verder gaan.
Tastend in herinnering
groeit het wonder van verwondering
om wat hij was, om wat zij deed.
Wat zo gewoon was, krijgt een nieuwe klank
en terwijl wij zoeken naar de woorden,
klinken zachtjes de akkoorden
van een leven met elkaar dat nu voorbij is,
maar dat in het licht van de herinnering
ook stil maakt van verwondering en dank.
Uit Klanken van herinnering (Mientje Luiken)

Openingslied Om warmte

Welkomstwoord Van harte welkom voor iedereen hier vanavond bijeen. Misschien met een hart vol verdriet. Misschien met een hoofd en hart vol herinneringen. Al of niet zoekend naar warmte, steun en troost. Welkom aan allen die ook vanavond zich verbonden weten met al die dierbaren waarvan we in de achterliggende weken, maanden en jaren, afscheid hebben moeten nemen. De herinneringsboeken van onze gemeenschap liggen hier in ons midden. De namen van mensen van wie we afscheid moesten nemen zijn opgetekend in deze boeken. Vanavond zoeken we, in verbinding met hen, met allen die we missen, en met elkaar, troost en liefdevolle herinnering. Laten we hier met elkaar de stilte zoeken.

Gebed
Als wij bidden God, dan doen wij dat, omdat we beseffen dat er meer is dan voor onze ogen zichtbaar is. Dat jij er bent en dat jij groter bent dan ons hart.

Als wij bidden God, dan spreken we uit wat in ons leeft dit uur: ons verdriet, onze eenzaamheid, onze vragen, onze toekomst.

Als wij bidden God dan luisteren we naar het geheim dat in ons woont. Jouw adem, eens gekregen, jouw kracht die leven doet, de stilte van ons hart waarin jij tot ons spreekt en ons bemoedigt. Als wij zo bidden God, dan groeit in ons jouw weten, en ons vermoeden, dat niet de dood het einde is. Dat hoop op leven nooit vergaat en dat jijzelf die hoop en onze toekomst bent ook vandaag, de dood voorbij.
Lied: Gij moet het eenzaam laten

Inleiding en uitnodiging om licht te ontsteken  Vandaag noemen we met name de overledenen die het afgelopen jaar zijn opgetekend in het gedenkboek van de San Salvator geloofsgemeenschap. Bij het noemen van de naam van diegene die u dierbaar is, willen wij u uitnodigen een lichtje te ontsteken. Op de trillingen van de klankschaal laten we onze herinneringen aan hen resoneren.           

Wij willen een lichtje ontsteken en gedenken
Truus van der Donk- Tolsma
Ernst Koermap
Gerrit Wartenberg
Lottie  Gassen
Toon Merks
Kees Kroft
Wim van Brederode
Anne Sluijters-Bekkers
Annemieke Laghuwitz
Frans Leonard Hummelman
Toos Rutten
Petronella van Dinteren
Zr. Benedicta SCMM

Lied: Koester de namen

Licht voor alle overledenen
We hebben de lieve mensen die ons het afgelopen jaar in deze gemeenschap zijn ontvallen met name genoemd.Vandaag gedenken wij ook alle mensen die ons zijn ontvallen. Kort of langgelden. Hun namen blijven klinken. Herinnering trillen ergens in ons binnenste. Vandaag zetten we onze dierbare overledenen in het licht. Graag willen wij u uitnodigen een lichtje te ontsteken voor hen, die een blijvende plaats innemen in uw hart.

Klankresten van een onvoltooid verhaal,
Steen-lettergrepen, sporen in woestijnzand,
Lichtwoorden, ooit ontvangen, maar van wie –
Hij zal niet slapen, Allerzielen hoeder.

De drie laatste kaarsen
Tussen al deze lichtjes maken we ruimte voor nog drie kaarsen.Met deze eerste kaars gedenken we alle mensen die zijn omgekomen door oorlog en geweld.
Met deze tweede kaars gedenken we hen die op de vlucht zijn gegaan, op zoek naar een beter bestaan, maar die bestemming nooit mochten bereiken.
Met deze derde kaars gedenken we hen die eenzaam zijn gestorven, dichtbij huis of waar dan ook in de wereld. Mensen niet meer gekend, genoemd, voorbijgelopen en voor altijd vergeten.Dat ook hun levensverhalen blijven doorklinken.

Instrumentale muziek

Inleiding op de lezing

De vrouw die naar Emmaus ging
Vroeger droomde ik dat ik op reis zou gaan. Ver weg naar land waar geen soldaten zijn. Waar de amandelbomen altijd bloeien. Waar brood genoeg is, en geluk voor iedereen.Op een dag kwam ik Jezus tegen, met zijn groep. ‘Hier is dat land’, zeiden ze. ‘Doe mee, als je wilt’. We deelden wat we hadden. Soms hadden we zelf bijna niets te eten. Maar altijd brandde die droom in ons hart. Nu is die droom voorbij. Jezus is dood. Vanaf de dag dat hij stief lijkt mijn hart op een ijskoude steen. Ik kan niet doorgaan zoals vroeger. Kleopas begrijpt me een beetje. Johanna niet. Die blijft doen wat we deden. Ik zie het brood in haar handen. Ik kan het niet. Ik zie zijn dode lichaam. Johanna geeft me een stuk brood. Ik moet weg van hier. De deur uit. Ik ren door de straten. Kleopas is me achternagelopen. Gelukkig. Vastbesloten loop ik de poort door, de stad uit. Het stuk brood stop ik in mijn mouw.
We beklimmen de laatste heuvel vanwaar je Jeruzalem nog goed kunt zien. ‘Dat is nou de stad van vrede’,
schampert Kleopas als we ons nog een keer omdraaien. ‘Mooie vrede!’
We lopen zwijgend verder. Waar komt hij opeens vandaan, die man die plotseling naast ons loopt. Rare gast. Hij weet niet eens wat er de afgelopen dagen in Jeruzalem gebeurd is. Hoe kan het dat er plotsteling iets in mij losbreekt. Een stroom van woorden. Ik kan niet stopen met praten over alles wat er gebeurd is . Over onze droom. Over Jezus die dood is. Ik vertel over de twee Maria’s en Johanna die naar het graf gingen maar zijn lichaam nergens konden vinden. Omdat ik aan Johanna moet denken voel ik het stuk brood in mijn kleed zitten. Ik breek het in drie stukken. We eten staande. ‘Net als onze voorouders in Egypte’, zegt de vreemdeling. ‘Zij gingen op weg naar het land van hun dromen.’ De vreemdeling vertelt over koning David, over de profeten en zelfs over Jezus. Terwijl hij praat ruik ik ineens amandelbloesem. Mijn hart gaat gek genoeg weer gloeien.
We komen bij het dorpje Emmaus. ‘Blijf bij ons, want het wordt avond’, zeggen we tegen de vreemdeling. We vragen hem met ons te eten. Hij neemt brood, spreekt een gebed uit, breekt het en rijkt het ons aan. Ineens sta ik recht overeind. Dit heb ik eerder meegemaakt. ‘Jij bent het, Jezus’, roep ik uit. De vreemdeling is er ineens niet meer. Wij laten alles staan. Gaan terug naar Jeruzalem. De anderen moeten dit weten. Tegen Johanna zal ik zeggen dat we door moeten gaan met onze droom. Dat we moeten blijven breken en delen, net zo lang tot niemand meer honger heeft. Tot iedereen gelukkig is.
Uit Het hoogste woord. Bijbel voor kinderen.

Lied:  Zijt gij mijn god een herder

Overweging De vrienden van Jezus hebben het over hun dode vriend. Wat hij ooit gezegd had, wat hij ooit gedaan had, hoe hij was in hun herinnering aan hem.
Iets dat wij allemaal hebben meegemaakt na het overlijden van een familielid, van een vriend, van iemand die ons dierbaar is geweest.
Enkele weken geleden heb ik hier verteld over mijn vader. Hij is nu bijna 50 jaar overleden, en ik kende hem niet zo goed. Af en toe denk ik aan hem, hoe hij was, wat hij deed.
Laatst was ik met mijn zoon en onder het praten hoorde ik plotseling als het ware mijn vader zijn stem. Een andere taal, weliswaar, maar er was iets in de stem van mijn zoon dat me deed denken aan mijn vader. Heel raar vond ik dat. Het duurde maar even, en als ik er later aan terugdacht was het niet zo raar meer; meer iets heel normaal.
Het familie verband laat zich zien soms in het uiterlijk, dezelfde neus bijvoorbeeld, kleur haar, lengte; het kan zich ook tonen in een bepaalde manier van iets doen, een bepaalde gewoonte, een tic. Soms hoor je iets in een stem die herinnert aan een ouder of voorouder. Je gedachten gaan even uit naar die overledene, en die leeft weer voor je.
Klankresten van een onvoltooid verhaal, steen-lettergrepen, sporen in woestijnzand, lichtwoorden: het lied dat we hebben gehoord eerder in deze viering. Het is ons verhaal uit de Schrift in poëtische taal, beelden, klanken. Moeilijk te begrijpen met het verstand, wel te verstaan met het hart.
De schrijver van het lied, Huub Oosterhuis, zei het zo: een onvoltooid verhaal; onvoltooid omdat het nog gedáán moet worden – waar gaat dat over? Dat gaat over mensen die verlangen naar een gelukkig leven op aarde.
Lichtwoorden, woorden van Licht – ontvangen van wie? Of je nu God zegt of Heer of Allah of Stem of vader, moeder, vreemdeling of vriend, het blijft toch altijd “wie”? Die woorden gaan over liefde en over verlangen naar liefde, naar geborgenheid.
Klankresten: tekens van hoop en van verbondenheid. Tekens ter herinnering en herdenken. Tekens van leven: verleden, heden en toekomst.
Stilte

Geloofslied: Licht dat ons aanstoot

Klaarmaken van de tafel
Wij brengen de gedachtenisboeken naar de tafel waar ze iedere viering in ons midden zijn. Boeken om door te bladeren. Boeken om te herinneren. Boeken om zachtjes hun namen op je lippen te proeven. Bij deze boeken branden we een kaars.

Op deze tafel waar de kaarsen branden voor de mensen die we vandaag met name herdenken, zetten we brood en wijn klaar. We maken ons klaar om gebaren te herinneren die voor ons betekenis kregen. Breken en delen. Dat is iets wat we binnen de San Salvator samen doen. We geven daar samen klank en kleur aan. U kunt ook iets bijdragen aan deze tafel in de vorm van de collecte. Met uw bijdrage maakt u vieringen zoals deze, maar ook heel veel andere activiteiten vanuit de San Salvator mogelijk.

Collecte en instrumentaal intermezzo

Voorbeden
Laten we de namen van hen, die hier vandaag met naam en toenaam genoemd zijn, koesteren. Dat de herinneringen aan hen levend blijven. Dat hun idealen, dromen en drijfveren niet verloren gaan.

Acclamatie

Gedenken we hier vandaag ook al onze geliefden, die ons eerder ontvallen zijn. We hebben veel aan hen te danken. Laten we bidden dat zij een plaats in ons leven behouden en zo voortleven in ons.

Acclamatie

Gedenken we ook hen die in eenzaamheid gestorven zijn. Dat zij niet zomaar in de vergetelheid verloren gaan en dat hun leven niet voor niets is geweest.

Acclamatie

Laten we bidden voor hen die door geweld om het leven zijn gekomen. Dat hun leven en dood mag bijdragen aan meer vrede in deze wereld. Dat wij allen een stukje bijdragen aan meer hemel op aarde.

Acclamatie

Bidden we om sterkte voor allen, die in hun laatste fase van hun leven aangekomen zijn. Dat zij zich gedragen mogen voelen door vrienden, omringd met liefde.

Acclamatie

Tafelgebed
Goede God, Bron van ons bestaan.
Uw woord was het begin,
stelde de hemel en grondvestte de aarde.
Uw woord schiep orde
tussen licht en duisternis.
Uw adem riep planten, dieren en mensen tot zijn.

Uw woord was het begin van leven.
Een leven om licht en vreugde.
Uit overstromende liefde
schonk u uw zoon aan mensen.
Zonder voorbehoud liefde tot het uiterste.
Opdat allen in uw liefde zouden zijn.

Jezus, op zijn tijd, sprak tot zijn leerlingen:
Ik geef jullie mijn vreugde
opdat jullie vreugde volmaakt zal zijn.
Hebt elkaar lief, zoals ik jullie heb liefgehad.

Ik heb jullie lief.
Zo volkomen, radicaal,
dat ik mijn leven geef voor jullie.
Er is geen groter liefde
dan je leven geven voor je vrienden.

Zie hier: Dit brood, deze wijn,
dit ben ik, dit is mijn liefde,
de liefde van mijn Vader.
Dit is alles wat ik ben, voor jullie.

In het breken van het brood
en in het delen van de wijn
leven jullie in mij en met mij.

Deze overgave,
deze toewijding tot het uiterste
mogen wij steeds herinneren
steeds zoeken, steeds ervaren,
wanneer wij alleen zijn
en ook wanneer wij met mensen tezamen zijn.

Zijn droom, onze droom
laten we klinken, keer op keer
door samen te bidden met de woorden
die Jezus ons heeft gegeven.
Onze Vader

Vredeswens
Vredeslied: Gij komt tot ons waar niet verwacht

Uitnodiging aan de tafel
Communielied:  Kom in mij

Dankgebed
Eeuwige, Vader, moeder wij danken jouw
voor wat we hier mochten delen brood en wijn,
de klank van wat ons lief was
en is gebaren van troost sporen van licht.
Zo voelen we ons geborgen
in jouw aanwezigheid en het gezelschap van elkaar.
Amen.

Slotgedachte
Praten over iemand die is heengegaan, vragen: ‘ Hoe was hij?’ of: ‘ Wie was die vrouw voor jou?’ raakt diepe lagen aan in hen, die na een afscheid zonder hun geliefde moeten verder gaan. Tastend in herinnering groeit het wonder van verwondering om wat hij was om wat zij deed. Wat zo gewoon was, krijgt een nieuwe klank en terwijl wij zoeken naar de woorden, klinken zachtjes de akkoorden van een leven met elkaar dat nu voorbij is, maar dat in het licht van de herinnering ook stil maakt van verwondering en dank.

Uit Klanken van herinnering (Mientje Luiken)

Dankwoord

Zegenwens
Gaan we weg van hier
Met open ogen, open oren, een open hart.
Verbonden met wie ons voorgingen,
Verbonden met die na ons komen.
In vrede met wat was,
In vreugde met wat is.
Zegenen wij daartoe elkaar en vragen wij de zegen
van die wij noemen Vader, Zoon en Goede Geest.

Slotlied:  Als God ons thuisbrengt

Nog geen reacties

Reactie plaatsen