Kiezen voor vertrouwen

Elk blad ademt de boom tot leven

San Salvatorgemeenschap 9 april 2017
Thema: Kiezen voor vertrouwen
Voorganger: Jack Steeghs
Muzikale ondersteuning: Koor Melodiek

Openingslied: Hier wordt een huis voor God gebouwd

Openingswoord
Hartelijk welkom in deze viering. Waar jij ook vandaan komt, weet je welkom hier bij de San Salvator.
Elk weekend vieren we een beetje Pasen, maar nu zitten we slechts een stap verwijderd van de Goede Week. De laatste week in Jezus’ aardse leven. Zonder het feest van Pasen, dat we volgend weekend vieren, is er geen kerk, geen geloofsgemeenschap, geen San Salvator. Pasen fundeert al dat wat wij zijn, durven en hopen. Pasen vormt onze identiteit. Pasen voedt het vertrouwen, voedt ons dagelijkse leven. Tenminste, ik hoop het. Daarop durf ik te vertrouwen.
Daarom zijn er komende week meerdere vieringen. Maak het met mij en mijn collega’s mee, zou ik zeggen. Op Witte Donderdag, Goede Vrijdag, in de Paaswake en op Eerste Paasdag. Maar laten we niet op de zaken vooruitlopen. Het is vandaag Palmpasen.

1ste Lezing Zacharia 9, 9 – 10
Jubel, dochter van Sion,
juich, dochter van Jeruzalem!
Zie, uw ​koning​ komt naar u toe,
hij is ​rechtvaardig​ en zegevierend;
hij is nederig, hij rijdt op een ezel,
op een veulen, het jong van een ezelin.
Ik vaag de ​strijdwagens​ weg uit Efraïm,
de paarden uit Jeruzalem;
de strijdboog wordt gebroken.
Dan kondigt hij ​vrede​ aan onder de volkeren,
en gaat zijn heerschappij van zee tot zee en
van de Rivier tot de grenzen van de aarde
Acclamatie: Hosanna, zoon van David

Zegening en uitdelen palmtakjes
Optocht door de kinderen
Palmtakjes trekken een heel jaar met ons mee. Ze staan voor belangrijke symboliek. Op Aswoensdag kon elke bezoeker in de viering een askruisje halen. Symbolisch gezien is dat de as van palmtakjes die vorig jaar op Palmpasen werden gewijd. Palmtakjes zijn onlosmakelijk verbonden met de intocht van Jezus op zijn ezel naar Jeruzalem. Een intocht met een dubbel gevoel. Want het ‘hosanna’ van vandaag wordt morgen ‘kruisig hem’.
Die dubbele boodschap zit ook verwerkt in de palmpaasstokken die de kinderen hebben gemaakt. Zo dadelijk trekken ze hiermee de wijk Orthen in. Ten teken dat de Goede Week begint.
De palmtak is ook het teken van de martelaar. Misschien krijgt deze betekenis in onze tijd een beetje een negatieve bijsmaak. Maar een martelaar staat letterlijk voor vertrouwen, ondanks de tegenwind die zich gaande de Goede Week steeds meer zal laten voelen. In het teken van dit groeiende vertrouwen staat ook deze viering. We wijden nu deze takken met water dat ook gebruikt wordt aan het begin en aan het eind van een mensenleven. Met water dat nieuw leven brengt.
Lied: Toen Jezus naar zijn stede ging

1e lezing: Jesaja 50, 4 – 7
De Heer god heeft mij als een leerling leren spreken,  om uitgeputte mensen te kunnen bijstaan.  Met een woord wekt Hij mij in de ochtend,  in de ochtend wekt Hij mijn oor om als een leerling toe te horen.
De Heer god heeft mijn oor geopend,  en ik heb mij niet verweerd,  ik ben niet teruggedeinsd.
Mijn rug heb ik prijsgegeven aan hen die mij wilden slaan,  en mijn wangen aan hen die mij de baard uitrukten;  mijn gezicht heb ik niet onttrokken  aan beschimping en bespuwing.
De Heer god staat mij bij,  daarom kom ik niet bedrogen uit;  daarom maak ik mijn gezicht hard als een steen,  omdat ik weet dat ik niet beschaamd zal worden.
Lied: Die mij getrokken uit de schoot (Ongezien)

2e lezing: Mattheüs 21, 1 – 11
Ze naderden Jeruzalem en kwamen in Betfage op de Olijfberg. Daar stuurde Jezus twee leerlingen eropuit met de opdracht: ‘Ga naar het dorp daar vlak voor je. Jullie zullen er meteen een ezelin vinden, die vastgebonden staat en een veulen bij zich heeft. Maak ze los en breng ze bij Me. En als iemand jullie iets zegt, zeg dan: “De Heer heeft ze nodig. Maar Hij stuurt ze meteen terug.” ’Dit is gebeurd opdat vervuld zou worden wat bij monde van de profeet gezegd is: Zeg tegen de dochter Sion: zie, uw koning komt naar u toe, zachtmoedig en zittend op een ezel, op een veulen, het jong van een lastdier.  De leerlingen gingen en deden wat Jezus hun opgedragen had. Ze brachten de ezelin en het veulen, legden er kleren overheen, en Hij ging erop zitten. Zeer veel mensen spreidden hun kleren uit op de weg, anderen sneden takken van de bomen en legden die op de weg. Zowel de menigte die voor Hem uit ging als die welke Hem volgde, schreeuwde: Hosanna, de Zoon van David.  Gezegend is Hij die komt in de naam van de Heer.  Hosanna, in de hoogste hemel.  Toen Hij Jeruzalem binnengetrokken was, kwam de hele stad in beweging en ze vroegen: ‘Wie is dat?’ De mensen zeiden: ‘Dat is de profeet, Jezus van Nazaret in Galilea.’
Acclamatie: Oren en ogen gaan open voor Jezus

Overweging
Geloven zoals het geschreven staat. Vertrouwen wij daarop? Geloven wij daar nog in? Geloof ik daar nog in? Welk weldenkend mens durft zich tegenwoordig nog bekend te maken als verkondiger van Gods ononderbroken Woord, zoals dat van kaft tot kaft wordt opgetekend in de Bijbel? Wie durft er tegenwoordig een verkondiger van het goede nieuws voor iedereen te zijn? Ja, ik sta hier vanuit de geloofstraditie nu in die rol. Maar hoe sta ik hier dan? Welk vertrouwen durf ik te laten zien? En wat kan ik zeggen, om mezelf en de San Salvator een stapje verder te brengen? Waar komt het uiteindelijk op aan, als het leven erom spant?

Deze overwegingen komen bij mij op vanuit de woorden die de profeet Jesaja vandaag aanreikt. Jesaja is een van de profeten die de uitdaging waar God zo naar hunkert aanneemt. In alle tijden en plaatsen heeft God boodschappers nodig. Mensen uit een stuk. Profeten. Wij zeggen vaak: authentieke mensen. Mensen die tegelijkertijd zelfverzekerd en gewoon aanraakbaar, kwetsbaar mens zijn. Mensen die in hun tijd opstaan en vanuit hun kwetsbaar mens-zijn doen wat nodig is: onrecht openbaren en redding aanzeggen.

Onrecht openbaren klinkt mij enigszins vertrouwd in de oren. Zoiets als wat klokkenluiders in bedrijven doen, wat de meer links georiënteerde politieke stromingen voorstaan. Erop letten dat de welvaartskoek eerlijk verdeeld wordt. Elk mens heeft recht op een dak boven het hoofd en brood op de plank, ongeacht wat hij of zij kan of presteert.
Ik kan me dus voorstellen dat mensen zich door de eeuwen heen aangesproken voelen om onrecht aan de kaak te stellen. Als ongelovige én als gelovige.
Maar om daaraan voorafgaand, eerst als gelovige te beseffen dat ik gered mag worden? Door wie mag ik gered worden? Waarom? En van wat?

Het besef dat wij gered mogen worden is in onze Westerse wereld nagenoeg verdwenen. Het niet meer gered hoeven worden is een groot handicap bij het verstaan en navolgen van de Schrift. En daarom is het goed dat wij als geloofsgemeenschap elk jaar opnieuw bewust naar de sterke tijden toeleven. Voorafgaand aan Kerst komt de tijd van Advent, voorafgaand aan Pasen komt de Vastentijd. Met meer vieringen, geladen vieringen. Vertrouwde woorden die elke keer opnieuw vertrouwen zaaien. Kleine stapjes zetten. Elkaar bemoedigen. We hebben het nodig.
God heeft mensen die vertrouwen hebben nodig. Zelfs als almachtige vader kan God geen orde in een gebroken wereld aanbrengen. Afgoden kunnen dat wel. Net als God vragen afgoden om verering. Maar afgoden vragen ook om afgrenzing en blinde navolging. God vraagt niet om afgrenzing maar om verbinding. God vraagt niet om blinde navolging maar om doordachte navolging.

En dan nog. Het vraagt ongelofelijk veel moed en vertrouwen, om de wereld te zien zoals het is én tegelijkertijd te zien zoals het kan worden. En jij en ik staan midden op dát snijvlak. Van hoe het is, van hoe het kan worden. Op de grens van hemel op aarde.
Met dit soort overwegingen moet Jezus hebben rondgelopen. Zo stel ik me voor. De geloofstraditie in zijn achterhoofd, Goddelijk vertrouwen in zijn onderbuik en profetische durf in zijn handelingen. En dit alles komt samen in die ene hele mens: Jezus.
Dat hij een ezel als rijdier kiest is niet zo vreemd als het lijkt. Ten tijde van het Bijbelboek Rechters was de ezel een gebruikelijk vervoermiddel voor leiders. De paarden komen pas later, met de Egyptenaren in beeld. Dat dus nooit!

Als het ware rijdt Jezus op een ezel zijn Vader met meer vertrouwen tegemoet. Dichterbij zichzelf, dichterbij zijn volk en dichterbij zijn bestemming. Zachtmoedig. Zoals in de Schrift staat geschreven: zalig die zachtmoedig zijn, want zij zullen het land erven. Daar mogen ook wij op vertrouwen.
Geloofslied: Kom en volg mij op de weg

De gaven van brood en wijn worden op tafel klaargezet
Er klinkt muziek en de kinderen komen terug van de optocht

Voorbede
Bidden wij voor alle mensen
die in een lastige fase van hun leven zitten.
Mensen die vertrouwen en medemensen nodig hebben
om de weg die voor hen ligt te kunnen gaan.

Luister Heer, ontferm U over ons

Bidden wij voor de kinderen in Lima en Oisterwijk.
De beide vastenprojecten die onze steun zo goed kunnen gebruiken.
Straatkinderen ver weg en kinderen in het azc vlakbij.

Luister Heer, ontferm U over ons

Bidden wij voor onze geloofsgemeenschap
die onlangs hier vlakbij nieuwe ruimtes heeft betrokken.
Dat wij blijven bouwen en vertrouwen
in elkaar en in de ander.

Luister Heer, ontferm U over ons

Maken wij ruimte voor onze eigen intenties en voor de intenties geschreven in dit boek. Willen wij onze dierbare overledenen in het licht zetten.

Luister Heer, ontferm U over ons

Tafelgebed
In vertrouwen noemen wij jouw naam,
God, schepper van al wat is,
Jij die ons adem geeft, ons tot leven wekt,
jij die met ons meetrekt, ons bevestigt op onze weg,
jij die liefdevol nabij is, ons erkent om wie wij zijn,
jij die ons aanvaardt, ons ruimte en vrijheid geeft,
om tot bloei te komen,
mens te worden, ten volle.

In vertrouwen noemen wij zijn naam,
Jezus, één met Jou, één met ons,
die ons voorging op zijn weg zich liet dopen,
Jou aansprak als Vader, mensen deed opstaan,
licht gaf aan blinden, stem gaf aan doven,
hoop gaf aan onderdrukten,
mensen tot leven wekte
ja zei tegen Jou,
ja zei tegen Liefde,
ja zei tegen elke mens.

Zo herinneren wij ons in vertrouwen,
de avond voor zijn sterven,
waar Hij het brood nam,
het zegende en brak met de woorden:
‘dit ben Ik en Ik zeg jullie,
dat jij met mij aan tafel
zult eten en drinken
in het huis van mijn Vader. ‘

Zo nam hij ook de beker,
met alles wat Hem lief en heilig was,
en gaf deze aan hen die bij Hem waren
met de woorden:
‘neem de beker van mij over
en drink hem samen;
maak een nieuw begin
en doe wat ik heb gedaan.’

Gezegend zijt Gij, levende God

Zo willen wij telkens weer opnieuw
gedoopt worden in zijn Geest,
zo willen wij het leven vieren,
in zijn Geest,
verbonden met elkaar,
verbonden met Jou, God,
zo willen wij bidden,
als geliefd kind van Jou,
met woorden die Jezus ons heeft gegeven:
Onze Vader

Vredeswens
Vandaag een feestelijk hosanna, morgen kruisig hem?
Daar spreekt geen vertrouwen uit.
Daarom reiken wij elkaar de hand toe en wensen elkaar:
Vrede en alle goeds, op de weg die jou wacht.
Lied: Shalom aleichem (a capella)       

Iedereen wordt van harte uitgenodigd aan de tafel van brood en wijn
Lied: Dat wij niet slapen

Afsluitend gebed

Slotgedachte (M. Brinkman)
De hoop dat de aanwezigheid van anderen
zou zijn een luisteren en kijken
als naar een nog onvoltooid muziekstuk of een schilderij

die hoop is nu wel haast voorbij gebleken
want ieder schildert andermans gedrag
doorgaans toch enkel met zijn eigen streken.

 Zegenwens
Gaan wij van hier de wereld in,
de goede week in,
met de keus om te gaan in het vertrouwen
waarin Hij ons is voorgegaan.

In de naam van de vader, de zoon en de heilige geest,
Amen.

Slotlied: Een mens te zijn op aarde

 

Nog geen reacties

Reactie plaatsen